Rollen Pakpapier, Inwikkels e.d-, kunnen we dan nog wel f50 meer geven. Daar ben lk heelemaal niet op tegen. Ik geloof dat geen enkel gever bezwaar heeft als men aan de ge meente rekening en verantwoording zou doen95 pCt. zou er voor zijn. Voorzitter. Ik geloof, dat U de eenigste zou zijn. Maar 't comité zal wel vernemen wat hier gesproken is. Men zal er dan misschien wel in een vergadering over spreken. Voorts geeft spr. aan eenige gron den waarop publiciteit bezwaarlijk zijn zou. Jansen. Ik hoop dat 't comité 't zal opvatten, dat ik hier spreek als raadslid. Besloten wordt het verzoek in te willigen. Aan de orde komt een schrijven van L Oenster om van de gemeente een paar strookjes grond te mogen huren. Voorzitter, 't Betreft de stukjes grond achter 't Militaire gebouw, tezamen groot 300 M2. B en W. hebben geen bezwaar om dit te verhuren voor den tijd van 3 jaar tegen een vergoeding van f5 per jaar. Maar de gemeente behoudt zich het recht om de huur op te zeggen wanneer er gebouwd zou worden. Wordt goedgevonden. Naar aanleiding van de in de vorige vergadering door den heer Sassen ter sprake gebrachte kwestie inz. geld- leening Godshuizen, deelt de Voor zitter mede, dat van Ged. Staten is ingekomen een schrijven om opgave •te doen welk voordeel de Stedel. Godshuizen bij deze leening hebben. Spr. leest dit schrijven voor omdat er leden waren, die omtrent de finan ciering der Godshuizen een verkeerde voorstelling hadden. Jansen. Men zegt, dat er regenten zijn die geld hebben van de Gods huizen tegen 3 pCt. Kroon. Geen enkel lid kan geld leenen van de Godshuizen, die de bezittingen uitsluitend in vast goed hebben en in de gemeente. Zegt U maar uit mijn naam dat't leugens zijn. Jansen. Als ik zooiets ter tafel breng zou men mij misschien voor den zonde bok aanzien. Maar wanneer mij iets ter oore komt waarbij de gemeente betrokken is, dan acht ik mij verplicht om dit te zeggen. Kroon. Dat zou ik ook doen. jansen. Da's een gezonde opvatting. Voorzitter. Wanneer 't zoo was dan zou ons dit immers ook gebleken zij jansen. Maar krijgen wij wel alles ter inzage? U zult zeggen, dat ik oude koeien uit de sloot haal, maar ik heb toch destijds moeite gehad om 't contract ter inzage te krijgen. Voorzitter, 't Kan gebeuren dat een stuk niet direct bij de hand is, maar de rekening hebben we dan toch. Tak. Daar draaien ook altijd nog praatjes, dat particulieren van de Gods huizen zouden genieten, maar ook dat behoori tot het rijk van den lagen laster. Nog nooit is er aan particulieren steun verleend. Jansen. Daar zou anders niets op tegen zijn. Tak. We weten waarop ze doelen. Kroon. D'r is iemand die bij geen Kerkgenootschap behoort, die geniet wel ondersteuning. jansen. Is ook niets tegen. Kroon. D'rgaan nog zooveel praatjes. Jansen, lk breng die naar voren, opdat men ze den kop kan indrukken. Kroon. Ach met praatjes blijft men toch voortgaan. Verzoek van J. van Beers om, in verband met zijn vertrek, ontslag als secretaris der commissie tot wering van schoolverzuim. Voorzitter. Wij stellen u voor dit ontslag op de meest eervolle wijze te verleenen onder dankzegging voor de aan het onderwijs bewezen diensten. Wordt goedgevonden. In verband hiermede stelt de Voor zitter voor den heer Offermans in de vacature v. Beers te benoemen. De heer Offermans werd met alge- meene stemmen gekozen. Hiermede de behandeling der inge komen stukken afgeloopen zijnde, gaat de Voorzitter over tot punt 7. Benoeming Schattingscommissie bedoejd in art. 57 der wet op de Inkomstenbelasting. Alle aftredende leden werden her benoemd, zijnde de heeren N. Stallen, S. G. Meijers, W. Sassen en A. de Kroon. Rondvraag. De Voorzitter deelt mede, dat op 16 Mei de acte is gepasseerd van de leening met de Godshuizen. Naar aanleiding van een door den heer lansen in de vorige vergadering ge- stelde vraag inzake rekening Ploeg, deelt de Voorzitter mede, dat de reke ning op den dag der vergadering nog niet weer terug was gekomen. Ingevolge art. 13 der Gemeentewet deelt" spr. voorts nog mede, dat de volgende heeren kennis hebben ge geven dat zij hunne benoeming als lid van den raad aannemenTimmer mans, Nederlof, de Kroon, Meijers, Wiegmans en Tak. Jansen. Ik kom nog even terug op de Godshuizen. Bij 't nazien van de ALVORENS UW elders te bestellen, gelieve U onze monsters en prijzen te vragen. U zult hiermee groot voordeel behalen. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON T1ELEN. rekening bleek me dat v. Sandbergen eenige leverantiën heeft gedaan aan de Godshuizen, maar de onderteeke- ning was van Sandbergen. Ik geloof dat men ons hiermede op een dwaal spoor heeft willen brengen, want de oude heer Sandbergen drijft immers nog de zaak. Spr. meent ten slotte dat een Regent niet aan de Godshuizen mag leveren. Voorzitt r Hoe de zaken tusschen vader en zoon geregeld zijn weet ik niet. Jansen. Wanneer de zoon jn het Handelsregister is ingeschreven, kan 't natuurlijk, maar anders keur ik 't niet goed. Voorzitter. Ik zou 't ook afkeuren wanneer zich een Regent achter den zoon verschool om iets te kunnen leveren aan de Godshuizen. -Maar ik hoop dat er niet zulke Regenten ge vonden worden. De heer de Kroon is van dezelfde gevoelens. Sandbergen Sr. mag in elk geval niet leveren. Niets meer aan de orde zijnde sloot de Voorzitter de vergadering en ging de Raad over in geheime zitting ter behandeling van eenige reclames. BUITENLAND. De Times meldt nog: Dein beslag genomen documenten toonen aan, dat de Sowjetregeering, achter een groote tn ongetwijfeld wettige handelsorganisatie, te Londen een in ternationalen veldtocht voerde voor de omverwerping van bestaande in stellingen. Er zijn duidelijke bewijzen voor nauwe betrekking met de Sowjet- organisators en communisten zoowei in Engeland als in andere landen, en men meldt dat een lijst van betaalde agenten en agitators in verschillende Europeesche hoofdsteden onder de in beslag genomen stukken voorkomt. Het gezochte geheime stuk verbrand De Times meldt verder dat het gezochte dokument waarschijnlijk door de vlammen vernietigd is. Toen de politie Donderdagmiddag het gebouw binnenkwam, bezette zij elk vertrek, dreef het geheele personeel de gangen in, en liet niemand zonder vergunning vertrekken. Dit alles duurde eenigen tijd en toen de politie een der kamers binnen trachtte te komen, vond zij de deur op slot. Dit vertrek werd blijk baar gebruikt voor de transactie van sowjet-zaken. Er was geen kilop aan de deur, die van buiten af enkel met een sleutel geopend kan worden en van de andere kamers afgescheiden. Toen de politie aan de deur kwam, was zij verbaasd te merken dat zij haar niet open kon doen en toen haar verzoek om toelating strikt geweigerd werd, forceerde zij de deur en drong naar binnen. Zij zag dat een lid van het personeel bezig was een aantal stukken in den haard te verbranden. Hij had een kistje bij zich dat vele belangrijke papieren bevatte, hetwelk de politie hem na een worsteling afnam De papieren in den haard waren on herstelbaar verbrand. Toen het officieele document voor het eerst vermist werd, werden in stilte nasporingen verricht en pas verleden week kregen de autoriteiten inlichtingen welke geen redelijken twijfel lieten dat het stuk in het ge bouw van de Arcos berustte, waar ook de handelsdelegatie gevestigd is. De inlichting werd aan een magi straat te Londen voorgelegd die een mandaat tot huiszoeking krachtens de wet nopens officieele geheimen verleende. 1877 1927. HET GOUDÊN FEEST VAN HET ECHTPAAR A. H. v. SCHIJNDEL-v. WELL. Een huwelijksfeest draagt eigenlijk meer 't karakter van een familiefeest, en strekt zich ook meestal niet veel ver der uit. Maar verschillende factoren kunnen er toe leiden dat een z.g. fami liefeest de spontane belangstelling en ongedwongen sympathie heeft van een geheele buurt, ja soms zelfs van een gansche gemeente. Welnu, 't gouden feest van de familie van Schijndcl-van Well is er zoo een dat door honderden menschen wordt medegeleefd. Een stil en intiem herdenken van dit zeldzaam jubilé was hier niet denkbaar waar 't achtenswaardige echtpaar dag in dag uit, steeds zoo nauw heeft sa mengegaan met de belangen en het wel en wee van honderden menschen. Onder deze omstandigheden en het gelukkige feit dat zoovelen in binnen- en buitenland een aangename en dank bare herinnering aan het gouden paar bewaren, viel niet anders te verwach ten, dan dat de viering van dit jubilé ongemeen grootsch zou geschieden. In ons vorig nummer schreven we reeds over het schitterend feestpro- gram, over de moreele en maatschap pelijke beteekenis van de familie van Schijndel en de vele verdiensten die zich om dezen naam tot een lauwer krans hebben gevormd. Daarom zullen we niet in herhaling vallen maar ons meer bepalen tot het geven van een ver slag der feestelijkheden. Ofschoon 't weer niet gunstig mee werkte, was er gisterenmorgen toch een groote belangstelling in ,de Stations straat, waar voor bijna elk huis de Hol- landsche driekleur wapperde. Te ongeveer kwart voor tien ver scheen 't gouden echtpaar uit hunne woning. Voorafgegaan door een stoet bruids meisjes begeleid door de leden der Buliftcommissie stegen de heer en me vrouw van Schijndel in den gereed- staanden auto. We mogen hier nog wel even memo- reeren het feit dat tegelijk met de an dere plechtigheden vandaag de huwe lijks-inzegening zou geschieden van een kleindochter van het gouden paar, n.l. Mej. Cooijinans, thans mevrouw Dr. Hermans-Gooijmans. Onder begeleiding van bruidjes en familieleden begaven zich 't oude en 't jonge paar naar de parochiekerk van St. Jan, waar de belangstelling zoo groot was, dat geen plaatsje onbezet bleef. Na de huwelijksinzegening door pas toor van Kiel, hield deze een hartelijke toespraak. Z. E. wees op het groote voorrecht vanden heer en mevrouw v. Schijndel en het gouden licht dat hier van afstraalde op het jonge paar. Dan sprak Z. E. over de groote betee kenis van 't huwelijk en wenschte heide echtparen geluk. Met assistentie van de Wel Eerw. heeren Martens en Beekmans droeg Pastoor van Biel een plechtige H. Mis op. Het Zangkoor gaf een prachtige uit voering der vierstemmige Mis „Sancti Servatie" van Bartholomeus. Onze bekende barytonzanger Tom Burmanje zong na s/et Offertorium „Panis Angelicus" van C. Franck. Burmanje le hooren is altijd een groot genot, h ijzingt met hart en ziel en weet diep te roeren. Na afloop der kerkelijke plechtighe den vergezelden de bruidjes het paar wederom naar huis. Hier heerschte nu een ongemeene drukte en '1 scheen of er geen einde kwam aan de groote bloemenhulde. In een ommezien was de ontvangzaal een ongekend bloemenparadijs. Niet min der dan 78 stuks, waaronder pracht bloemstukken, werden bezorgd. Om kwart over twaalf begon de receptie. Namens de buren verschenen de heeren C. H. Vekemans, Ant. van Eijck, J. van Heesbeen en de dames C. van Hilsl en Calo de Graaft'. Een paar bruidjes droegen de geschenken. De heer Vekemans sprak hierbij als volgt Hooggeachte Jubilaren en Familie. Wij komen uit naam van de buren. Het zij mij, als lid van de Commissie, vergund eenige woorden tol U te rich ten. Namens ons allen dan wensch ik U van ganscher harte geluk met Uw gou den huwelijksfeest, een voorrecht, dat aan zoo weinigen geschonken wordt. Vijftig lange jaren hebt Gij lief en leed met elkander gedeeld op eene wijze die U met volle tevredenheid mag doen terugblikken op dat achter U liggend tijdperk. Het zou me te lang vallen U zelfs op een gedeelte van dien levens weg te volgen. Bij welken mijlpaal ik mij echter ook ophoud, overal treffen mij dezelfde woorden, denzelfden spreuk: „Arbeid, Vlijt, Steeds hooger". Welk een heerlijk voorbeeld hebt Gij daardoor gegeven, niet alleen aan Uwe kinderen, doch ook aan alle anderen, die van U kunnen leeren hoe vlijt, ijver en spaarzaamheid tot groote dingen voeren. Heeft het lot U rijk gezeged, het suc ces uwe daden en ondernemingen be kroond ook de tegenslagen des levens Ijebt Gij moedig het hoofd weten te bie den, gedachtig aan de wetenschap, dat in dit leven het volmaakte geluk niet bestaat. Wat wij thans zoo bijzonder in U bei den waardeeren is de liefde, de harte lijkheid die Gij steeds den evenmensch en in hel bijzonder de buurtschap hebt betoond. Daarom verheugt zich de buurt van ganscher harte in Uw gouden bruilofsfeest en hoopt zij oprecht, dat Gij nog vele gelukkige jaren met en naast elkaar moogt doorbrengen. De buurt echter heeft gemeend hare woorden ook met eene daad te moeten bezegelen. Het is daarom, dat ik uit aller naam hier aanbied: aan U Jubila ris dil schilderstuk van de hand van onzen bekenden Waalwijkselien schil der Theo van Delft en aan U Jubila- resse, deze bloemenhulde. Gelieve hei den te aanvaarden met dezelfde liefde als waarmede zij U geboden worden. Mogen zij 'n bescheiden plaatsje in Uwe woning innemen en U de overtuiging schenken, dat de vriendschap, het zout des levens, in onze buurtschap voor U blijft bestaan. Het zij mij veroorloofd van deze gelegenheid gebruik te maken om ook het paar, dat op dezen plechti- gen dag in het huwelijk vereenigd werd, onze beste wcnschen voor de toekomst aan te bieden. Gods rijkste zegen ruste op den echt uwer kleinkinderen. En hiermede, hooggeachte Jubilaren, en feestgenooten, zal ik eindigen. Zij dan'deze onvergetelijke dag voor U allen een bron van vreugde, van de aangenaamste herinneringen, en zij het den hooggeachten Jubilaren gegeven nog eens het goud tegen het diamant te verwisselen, waarvan allen die thans in persoon of in den geest met U ver eenigd zijn, getuigen mogen zijn. Lang en gelukkig leven het gouden echtpaar Onder zichtbare ontroering dankten de lieer en mevrouw van Schijndel. Nu bleef de stroom van gelukwen- sclien aanhouden. Naast vele ingeze tenen merkten wij nog tal van binnen- en buitenlandsche vertegenwoordigers op. Met een feestdiner in hotel Ver wiel werd dezen dag besloten. Wij mogen thans even wijzen op de groote en rijk geïllustreerde feest- eourant, die onder leiding van den be kwamen organisator der feestelijkhe den, dhr. Arnold Verwiel, werd samen gesteld. De voorpagina is een keurige lino-snede van -Tac. Bergmans. In het midden staat 't gebouw van de Konin klijke, links en rechts demonstratief geflankeerd door een voorstelling van liet oude en moderne schoenmakers bedrijf. Dan opent het blad zich met een in leiding en gelukwensch van de Redac tie. Op de tweede pagina staan de re producties van liet gouden paar, naar teekening van onzen Waalwijkschen Kunstschilder Theo van Delft. Daar onder volgen de afbeeldingen van de vijf zonen van den heer mevrouw van Schijndel. Naast andere illustraties, bevat het blad nog bijdragen van Dr. Hartmann, 's Gravenhage, (Commissaris van de Koninklijke)Notaris Jansen, Waal wijk, (Commissaris), schrijft berijmde herinneringenJ. C. L. Stallaert, (Commissaris), Eindhoven; Carl Be ters, Generaal-vertegenwoordiger voor West-Duitschland; A. v. d. Driesch, Hoofdvertegenwoordiger voor België en Luxemburg; Viggo Mathiesen, Hoofdvertegenwoordiger voor Dene marken H. Rommelaar, Utrecht, ver tegenwoordiger voor Nederland; H. Geene, Hoofdboekhouder van het Duit- sche concernMeier Eigenfeld, Sta- nislawów, Hoofdvertegenwoordiger v. PolenJ. Weber, Bern, Hoofdvertegen woordiger voor Zwitserland en Italië; H. .T. Tuinder, (Archshoe-Company) de firma Kogels, 's Hage. Cor Wouters schrijft over de rol van liet schoeisel in de literatuur en ge schiedenis; W. J. Hartmann over „Smaak". Op bladz. 10 bevindt zich een lachlioekje; vervolgens een aantal liederen en zoowaar een schets van on zen Vlaamsclien schrijver Felix Tim mermans en tot slot de door de heer Denker geschreven Huldigings-revue „Levenskunst en Levensvreugd" (Too- ne,elstuk in zang en proza in drie ac- ten). Over dit stuk vindt men hieron der eene uitvoerige beschouwing. Een en jfnder is geïllustreerd door B. van Vlijmen en -Tac. Bergmans. 't Geheel is een bezit van blijvende waarde. De samenstellers (ook de uit voerder misschien) hebben alle eer van hun werk. Woensdag. Vandaag zal de feestviering zijn voor het personeel van v. Schijndel. 't Vol ledig program drukten we reeds in ons vorig nummer af. Voor de buurt zal Donderdag a.s. een feestelijke samenkomst worden getroffen, terwijl Zaterdag d.a.v. de huldigingsrevue zal worden opgevoerd voor de familieleden van allen die eenig aandeel hebben in deze revue. Ook het programma van het buurt feest ziet er. in alle opzichten schitte rend uit. Het geheel bevat niet minder dan 27 nummers, vol rijke en kleurige afwisseling, muziek, zang, dans en voordrachten zullen wel voor de noo- dige pret zorgen. In ons volgend nummer hopen wij van het verdere verloop een uitvoerig verslag te kunnen geven. In die operette is een levensbeeld van tweeërlei Schoenmakers geteekend. De één het beeld van duizenden die op lateren leeftijd afgeven op het vak en op hun levenslot en een ander die zich met kracht en inspanning werpt op zijn vak en als ideaal heeft daarin veel te bereiken. Een ieder vindt den een of den ander in zijn onmiddellijke nabijheid. En daarom vind ik als grootste hulde voor het Bruidspaar en tot opwekking van de jongeren onder ons, met goedkeuring van den auteur, dien ik van nabij ken, een beknopte beschrijving te geven van den inhoud. Als het scherm opgaat, wordt 't binnenkomen van een schoenmakersknecht zichtbaar. In een leunstoel bij de tafel zit een oude schoenmaker in gedachten voor zich uit te staren en vangt aan te zingen Treurend zit ik hier verlaten, Wat zal 't baten Of ik droevig klaag Vrienden lieten allen mij alleen. Waar vaart mijn geluk toch heen Bracht mijn arme leven Niets dan vrees en beven In mifn levenslot Zwart en dónker zijn de tijden Medelijden Ik ben der menschen spot. O wat een kruis, zoo alleen te wonen Ach, wie kent mijn smart Waar ik ook ga, niemand zal mij toonen Een liefdevol minnend- hart. Zwart is de nacht Die al zoo lange mij wacht. Vergeten zal ik daarin zijn. Wat is 't bestaan Laat de wereld maar vergaan, Zij heeft mijn droef vaarwel, Mijn hartepijn. Bij het aanvangen van het tweede couplet is hij opgestaan, even is er in hem zelfverwijt dat hij zijn leven zoo liet omgaan, ja zelfs aan beter doen gelooft hij, want zijn oude stem krijgt gaandeweg meer kracht als hij zingt Stil en eenzaam is mijn lot Tot spot, mijn God, Van heel het jong geslacht Waar ik loop of spreek of werken wil, Om mij wordt niet meer gedacht. Loopt op al mijn wegen, Ongeluk mij tegen, In mijn ouderdom Kon ik anders niets bereiken Dan bezwijken, Was ik dan te stom? Eenmaal nog slechts wil ik jong nog» wezen, Ik zal 't dan anders doen, Eenmaal nog slechts met gespannen pezen, Jong weer en dapper en koen. Slechts nog één keer, Maar dan niet als weleer Versuffen al mijn tijd en kracht, Was ik weer jong O nog eenmaal ik dwong Mijn lot naar stil geluk Vergeefs gewacht. Dan komt plotseling een fee zijn kamer binnen en zingt, terwijl hij in groote schrik en verbazing toeluistert, een drietal coupletten, waarin*zij bestraft en zegt, dat hij voor het grootste gedeelte zelf de oorzaak van zijn ongeluk is en besluit met Wij brengen dien alleen geluk, Die and'ren blij kan maken, Van een heilig levensideaal, HoorOok anderen doet smaken. Wij zweven met dezulken mee, En lachen, zingen oolijk, In pais en vree, kom lach maar mee, Ik maak me om jou heel vroolijk. Als de fee haar lied geëindigd heeft, plaatst zij zich voor den ouden man en onder den dialoog die nu aanvangt, is haar toon van spreken luchtig en spotziek, de zijne zwaar en vol ergernis. De fee En héb ik het goed verstaan, nu, wilde jij dat leven nog eens overdoen, ja, ja. De oudeJa, natuurlijk als het anders te doen was, maar ik praat maar onzin., want het leven is niks, niks waard, je kan er toch niks niemendal van maken dan wat narigheid. De fee Dat zeg jij. In het leven moet men een ideaal hebben en dat heb jij nooit ge had en dat heb je nog niet. Als je niet zoo zwart kijkt en met lust en opgewekt heid je plicht doet, dan werken de geluks- feeën met je mede en als je jaagt met al de kracht van je wil naar iets goeds, dan zul je dat ook bereiken Maar je moet willen. Als ik het wil, zingen alle feeën met mij mede, hoor maar Zij herhaalt het laatste couplet en het koor valt met bromstemmen in achter de schermen. De fee. Zie je wel, dat het gaat, die wil lukt alles. De oude. Ja dat is allemaal erg aardig, maar hoe ben je zoo opeens hier binnengekomen en wat beteekent dat allemaal De fee. Binnengekomen O, heel gemak kelijk, voor mij bestaan geen muren, geen deuren, geen ramen, ik heb geen stoffelijk lichaam, ik ben als lucht. (Zij blaast jn de plat uitgestrekte handen). De oude. Dat is aardige lucht, als ik in mijn jeugd zoo'n luchie had kunnen scheppen, was ik misschien ook nog getrouwd gekomen. De fee. Zou je denken? De oude. Zeker, zoo'n ezel ben ik niet. De fee. Een ezel Je bent een muilezel, je was en je blijft alleen, man. (Zij schatert 't uit, hij wordt boos). De oude. Als je gekomen bent om mij voor

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 2