Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen» S Go. ie froui no den Bankier. FEUILLETON RUMMER 44. WOENSDAG 1 JUNI 1927. 50e JAARGANG. .UITGAVE WAALWLJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOQN TIELBN, Telefoon No, 38, Telefr.-AdrepEOHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. WASPIK. Vergadering van den Raad dezer gemeente, Vrijdag 27 Mei 1927, des nam. 6 nur, ten Qemeentehuize. |J Voorzitter de Edelachtb. heer Dek- JA kers, Burgemeester. 0 De voorzitter opent de vergadering met gebed. De notulen worden door densecre- laris voorgelezen en onveranderd vast gesteld. Buiten directe aanleiding tot de no tulen of agenda, vraagt deheerBrokx waarom de voorzitter in de vorige vergadering geen mededeeling deed omtrent ontslagname van dr. Wijfels. De Voorzitter zegt, dat hem deze ontslagname slechts officieus bekend was. Mededeelingen. De Voorzitter deelt mede, dat de volgende stukken zijn Ingekomen: a. Balans en winst- en verliesreke ning van den Warenkeuringsdienst der gemeente Breda. b. Schrijven van den Officier van justitie naar aanleiding van een vraag omtrent verloting op Marktdagende officier geeft te kennen, dat tegen ver- loting geen wettelijke bezwaren be staan, mits geen geldprijzen worden gegeven of prijzen die een waarde van f 100 te boven gaan. Voorzitter. We mogen dus geen geldprijzen geven, wel kunstvoorwer- pen, maar dat is toch meen ik de be- 'doeling niet. Brokx. Of een kistje sigaren. c. Goedkeuring van Ged, Staten op de gem. rekening behoudens eenige aanmerkingen van administratieven aard. d. Rapport van het Centraal Bureau voor Verificatie, enz. inzake kasopname Woningbouw. e. Alsvoren, inzake kasopname en onderzoek Administratie gemeente ontvanger. f. Bericht van W. Klaassen. dat hij zich tot een bedrag van f 10000 borg stelt voor 't Burgerlijk Armbe- stuur. De Voorzitter zegt nog, dat de gem. maar een borgstelling had gevraagd van f 3000. g. Dankbetuiging van de R.K. Mi- litairen-vereeniging te Venlo, voor ontvangen subsidie. h. Begrooting van ontvangsten en uitgaven van den Warenkeuringsdienst. i. Rapport van het Centraal Bureau inzake verificatie Burgerlijk Armbe- stuur. Al deze stukken worden voor ken nisgeving aangenomen. Ter visie worden gelegd: a. Verslag toestand der gemeente Waspik. b. Verslag toestand Volkshuisves ting. 2. Rekening en begrooting Burger- lijk Armbestuur. De Voorzitter vraagt 't oordeel der Commissie belast met het nazien der rekening. Namens de Commissie vraagt de heer Brokx of de leening Lankhuijzen niet goedkooper kan. De Voorzitter antwoordt dat zulks al verkregen is. Ook vraagt de heer Brokx of men voortaan rente zal betalen van achter stallige posten. De Voorzitter zegt, dat er 't Arm bestuur op gewezen zal worden. Nog wijst de heer Brokx op enkele posten die al eenige jaren openstaan, o.a. een van 1925 tot een bedrag van f 1182. Voorzitter. Hier namen noemen gaat zeker niet, Verschuren. Natuurlijk niet. Voorzitter. Wij zouden er den Secre taris op kunnen wijzen en verzoeken om voortaan de rekening spoediger in te zenden. Brokx. Zorgt 't Armbestuur wel voor goede borgen? Voorzitter. Dat moet in elk geval. v. d. Rijken, 't Is voor een notaris een moeilijke positie om te zeggen dat iemand niet goed is voor borg. Ruitenberg. Of de notaris of de leden moeten zelf de verantwoording dragen. Voorzitter. Wanneer zij de verant woording moeten dragen voor de gel den die niet binnenkomen, dan geloof ik dat ze er vriendelijk voor zouden bedanken. Ik zou onder zulke voor waarden ook geen Bestuurslid willen zijn. Dat is een gevaarlijke positie. Neen, dan voel ik meer voor 't voor stel van den heer Brokx, om 't arm bestuur op 't hart te drukken toch vooral voorzichtig te zijn met 't aan nemen van borgen. De heer Pruisers zegt, dat de kerk wel een bepaling oplegt, dat de Kerk voogden aansprakelijk zijn voor de niet betaalde schulden. De Voorzitter vindt dit een sterke bepaling. Pruissers. Dat wel, maar als 't bij het Armbestuur zoo gesteld was dan zou het niet zoover gekomen zijn. Voorzitter. We hebben nog niet te klagen over 't binnenkomen van de pacht. Maar we kunnen er 't bestuur wel op wijzen om van achterstallige posten rente te heffen. De heer Verschuren zegt dat een goede borg ook nog niet altijd zeker heid geeft. Men kan een crisis mee maken en na verloop van 3 jaar geen goede borg meer zijn. De Voorzitter geeft, te kennen de opmerkingen van den heer Brokx te apprecieeren. Brokx, Hoelang moet men in de gemeente wonen om recht te kunnen hebben op opneming in 't Gasthuis. Voorzitter. Minstens één jaar. Dan wijst de heer Brokx nog op een fout in 't salaris van den genees- MwracöAPpy van verzekering op het leven heer (van adm. aard). Voorzitter. We zullen 't bestuur met de aanmerkingen der Commissie in kennis stellen. Begrooting Burgerlijk Armbestuur. Voorzitter. We willen 't Armbestuur in ernstige overweging geven om wat voorzichtiger te zijn met de be- deelingskosten vooral voor de ge stichten. Wanneer vader en moeder gebrekkig worden dan moeten de kin deren er zich niet zoo gemakkelijk van af maken en dadelijk bij de ge meente aankloppen. Wanneer men de bedeelingskosten van f 4300 eens terugbracht op f 3000, dan zou er een voordeel ontstaan en zouden we de verzorging van krankzinnigen ook beter op ons kunnen nemen. De heer A Kamp merkt op, dat men de uitgaven reeds heeft weten te ver minderen. De Voorzitter zegt dat erin Waspik per jaar totaal f 25000 aan behoefd- gen wordt uitgegeven en dat voor een gemeente met 3200 inwoners. De heer v. d. Rijken merkt op. dat dit bedrag niet allemaal voor de be deeling is. Brokx. Persoonlijk ben ik tegen de begrooting. Voor 13 Mei zou de dok tersrekening al in orde zijn gemaakt. De begrooting wordt goedgekeurd met op één na algemeene stemmen. Tegen stemde de heer Brokx. Vaststelling percentage plaatselijke belastingen. Voorziter. Gedeputeerde Staten heb ben de gem. begrooting 1927 nog niet goedgekeurd, 't College heeft ons te kennen gegeven, dat men de goed keuring zal verdagen totdat door ons mededeeling is gedaan hoe hoog 't heffingspercentage zal worden vastge steld. Gedeputeerde Staten eischen een ander cijfer, waarom ik voorstel 't per centage te brengen van 3 op 4. De heer de Hond zegt tegen deze verhooging te zijn. D'r wordt toch al zoo tegen de hooge belasting ge schreeuwd en velen zeggen dat ze niet betalen. Voorzitter. Daar gaat 't nou niet over. 't Belasting Kohier is natuurlijk geheim maar ik kan toch welzeggen, dat niemand de belasting zal kunnen ontduiken. Bovendien moet u geen waarde hechten aan verspreide ge ruchten. Wanneer wij 't percentage niefver- hoogen krijgen we geen goedkeuring op onze begrooting. v. d. Rijken. Zoudt U niet eens een toelichting willen geven hoe wij zoo ver gekomen zijn. De Voorzitter licht toe dat voor 4 aar 't percentage voor deze gemeente vrij laag was. De verhooging vindt zijn oorzaak in het sterke dalen van iet belastbaar inkomen, niet door ver- tiooging van posten. De heer v. d. Rijken zegt, dat't zoo niet lang kan duren. Spr. wijst op de onbillijkheid der straatbelasting. Voorzitter. De toestand is niet heele- maal gezond, maar de oorzaken zijn zoo niet weg te nemen, 't ls waar, de belasting wordt door een te gering aantal inwoners gedragen. Daarbij <omt nog dat de schippers hier geen domicilie hebben, waar we dus ook geen belasting van kunnen heffen. v. d. Rijken. Daar ga ik allemaal mee accoord, maar zóó kan 't niet blijven duren, in den middenstand springt nog een keer de bom. Zoo'n schoolgeldregeling ls ook onrecht vaardig. Laat ook iemand betalen die f 20.000 verdient. Voorz. Zoo iemand zal ook wel betalen. v. d. Rijken. Ik ken er een die 't niet doet. Voorz. We zullen 't kohier eens nazien. De heer Vloemans vraagt om 't Armbestuur te verzoeken de reddende hand naar Waspik uit te strekken. Zoo kan 't volgens spr. niet langer. De Voorz. zegt, dat in vergelijk met andere gem. de belasting nog niet zoo reusachtig hoog is. Laat men tevreden zijn zegt spr., dat Ged. Staten met 4 °/o genoegen nemen. Overeenkomstig voorstel wordt met algem. stemmen besloten. Besloten wordt om met 't Armbe stuur eene conferentie te houden. Naar aanleiding van een schrijven der Nederl. Spoorwegen inzake slech- ten weg naar 't station, deelt de Voorz. mede, dat men in 't najaar met de verbetering denkt te beginnen. Aanvrage om gelden voor aanschaf fing van leermiddelen voor de Christel. Bijz. School. Na een toelichting van den Voorz. wordt de aanvrage afgewezen met op één na algem. stemmen. Vóór stemde de heer Pruissers. Benoeming schattingscommissie. De ülcho van net Zuiden, Waalwyksche en Ijangstraatsche Courant 0 Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum ƒ.1,50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur in ons bezit zijn. van „DE EOHO VAN HET ZUIDEN". OF 02) Gnstons oogen schoten vonken van woede, want de gedachte kwam bij hem op, dat Valentine bly was geweest van hem af te z^jn. Wat riep hij uit, heeft zy u niets ge zegd? Heeft zjj de wreedheid gehad u mijn flood te laten beweenen, mijn vader van ver driet te laten sterven? O, dat komt omdat zij doodsbang voor de wereld was, zij heeft >«ij aan haar goeden naam opgeofferd. Waarom hebt ge dan niet geschreven? vroeg Louis. Ik heb zoodra ik kon geschreven en door Lafourcade hoorde ik dat mij vader dood was en gij het land verlaten hadt. Ik verliet Clameran, omdat ik u dood Waande. Gaston stond op en liep eenige malen de kamer op en neer. Hij wilde het verdriet onderdrukken, dat zich van hem meester maakte. Genoeg, zei hij. Waarom zich ergeren over wat lang voorbij is? Alle herinneringen, goede of kwade, zijn niet zooveel waard ls een beetje hoop, en God zij dank, de toe komst behoort ons. Louis zweeg. Hij voelde zich nog niet ge- hoeg meester van het terrein, om een vraag re wagen. Maar ik sta maar te spreken, hernam Gaston, ik spreek en spreek, *en gy hebt zeker nog niet gegeten? Eigenlqk, neen. En dan zegt ge niets? Ik heb ook nog niet gegeten. Den eersten dag den besten zou ik u al van honger laten omkomen. Maar ik heb echten Kaapsclien wijn. Hij schelde en in een oogenblik was geheel het huis in opschudding. Binnen een half uur zaten de broeders tegenover elkaar aan een goed voorziene tafel. De stof van hun gesprek was onuitput telijk. Gaston wilde alles weten, wat er na zijn vertrek gebeurd was. En Clameraii? vroeg hij eindelijk. Louis aarzelde even. Moest hij de waar heid' zeggen of niet? Ik heb Clameran verkocht, zei hij ein delijk. Het kasteel ook? Ja. Dat begrijp ik, zei Gaston, hoewel ik in uwe plaatsdaar hebben onze voor vaderen gewoond, daar is onze moeder ge storven. Maar ziende, dat hij zijn broeder verdriet deed, ging liy voort: Maar de herinnering leeft in het hart voort. Ik heb het niet gewaagd naar de Provence terug te keeren. Ik vreesde te veel te zullen lijden als ik tegenover Clameran liet park de la Yerberie zou zien liggen. Helaas, daar bracht ik de schoonste uren van mijn leven door. Louis' gelaat helderde op. De zekerheid dat Gaston niet naar de Provence gegaan was, verjoeg zijn grootsten angst. Om twee uur 's nachts zaten zij nog sa men te spreken en den volgenden morgen vond Louis, een voorwendsel, om naar het telegraaf-bureau te gaan en zond hij de volgende depeche aan Raoul: „Voorzichtig, volg mijn voorschrift. Alles gaat goed, goede hoop." Ja, alles ging goed en toch had Louis, in tegenstelling met zijn berekende vragen, nog geen nadere inlichtingen gekregen en hij wenschte toch, die te krijgen. Gaston, die zoo openhartig over alles sprak, en hem ztja geheelen levensloop ver- haalde, had echter nog geen woord gespro ken, dat hem de gewenschte opheldering gaf. Was dat toeval, berekening of opzet? Louis vroeg het zich af, met die ongerust heid, aan slimme mensehen eigen, die hun doortraptheid ook aan anderen toesqlii-y- ven. Tot iederei) prys moest hy te weten ko men, wat ztjn broeder wist en toen zy zich aan tafel zetten, vond Louis het gunstige oogenblik aangebroken, om er zelf over te beginnen. Mfn waarde Gaston, zei hij. weet ge wel, dat wy nu over alles gesproken heb ben, behalve over ernstige zaken? Duivels, wat is er aan de hand, dat ge zoo bezorgd zyt? Er is, dat ik, toen ik u verdronken waande, de geheele erfenis van onzen vader opnam. Gaston viel hem met een gullen lach in de rede: Dat noemt ge ernstige zaken? Zeker, ik ben je voor een deel reken schap schuldig, gy hebt recht op de helft. Ik heb het recht, zei Gaston, u te ver zoeken, daarover te zwijgen. Wat ge bezit, behoort u, dat is verjaard. Neen, dat neem ik niet aan. Wat, de erfenis? Niet alleen moogt ge, maar ge moet. Onze vader verlangde slechts één erfgenaamdie wensch is dus vervuld, wy onderwerpen ons aan ztjn wil. Een wolk op ztjn broeders voorhoofd mee- nende te zien, voegde Gaston hem vrooltjk toe Gy zyt zeker rt)k en houdt mtj voor doodarm, dat ge zoo op uw stuk bltjft staan? Louis huiverde even by die onverwachte vraag. Wat te antwoorden, om zich niet te verraden? Ik ben noch arm, noch rtjk, zei hy, waarop Gaston antwoordde: Ik zou er haast over verheugd ztjn, als ge armer waart dan Job, om alles met u te kunnen deelen, wat ik bezit. Het ontbtjt liep ten einde. Gaston, wierp zyn servet neer en zei: Kom we zullen mtjn, dat wil zeggen, ons eigendom eens gaan bezichtigen. Terwyl Louis ztjn broeder volgde, was hy ongeruster dan ooit. Het kwam hem voor, dat Gaston het ge sprek, dat hy zoo gaarne met hem wilde doorzetten, met koppigheid verhinderde. Iiy kreeg argwaan en dacht, dat Gaston komedie speelde en het berouwde hem bijna den vorigen dag zoo een depêche aan Raoul verzonden te hebben. Doch Louis vertoonde niets van die som bere gedachten, hy zag er kalm en vrooiyk uit. Hij moest alle kleinigheden bezien, eerst het huis, toen de bijgebouwen, den stal, het jachthuis, den uitgestrekten en mooi aangelegden tain, waarachter een riviertje kalmpjes kabbelde. Aan de andere zijde een er weide stond do fabriek, die in volle werking was. Gaston, die nog onder de opwinding ver keerde, die iederen nieuwen bezitter eigen is, vergat geen vyi of geen hamer te ver- toonen. Hij vertelde aan Louis zy» toekomstige plannen en deze stemde in alles toe, maar antwoordde slechts met enkele woorden, als: Ja, waarlijk, uitstekend. Een nieuwe smart, die hij evenals de overige moest verbergen, kwelde hem: Gas- tons voorspoed, die hem zoo duideiyk voor kwam, hinderde hem. Het lot van zyn broeder by het z.yne ver gelijkende, kwam de oude jalouzie weer by hem boven. IIy**zag Gaston rijk, gelukkig en geëerd, de vruchten van zijn werkzaam leven verzamelend,'terwijl hynog nooit had hij zichzelf zoozeer verafschuwd. Na twintig jaren maakten de oude schan- deiyke en lage gevoelens, die hem zyn broe der deden haten, zich weer van hem mees ter. Intusschen was de onderzoekingstocht volbracht. Nu, wat zegt ge er van, vroeg de owd- ste broeder vrooiyk. Waarde broeder, dat ge In het mooiste land der wereld het bekooriykste landgoed bezit, dat velen u zullen benyden. Meent ge dat .werkeiyk? Ja. Gaston maakte eene verheugde beweging en riep opgewonden uit: Welnu, die bezitting behoort ons, daar zy my behoort. Bevalt u dat? Verlaat my dan niet meer. Zyt gy werkeiyk zoo nan dat rumoerige Parys gehecht? Sla hier uw tenten op, onder den mooien hemel van Beam. De Inkrompen en armzalige Pary- sclie weelde haalt 'tniet l»y het goede, overvloedige leven dat ge hier zult hebben. Ge zyt ongetrouwd, dus ge zyt vi-y. Blijf en er zal ons niets ontbreken. Om> onzen loc- gen tyd door te komen, hebben we de fa briek. want zonder bezigheden kunnen wij niet leven. Met ons geld zullen we wonderen verrichten. Bevalt myn plan u? Louis zweeg. Voor een jaar hadden die voorstellen hem uitermate verheugd. Met welk een genoegen had hy ze toen aange nomen Welke zalige rust had hy dan kun nen genieten. Hy had zonder vrees den ou den dag af kunnen wachten. Maar nu kon hy het niet aannemen, dat bekende hy met woede. Neen, hy was niet vry, hy kon Parys niet verlaten. Daar was hy in zoo een duistere zaak betrokken, die verloren gaat als men haar verlaat en welks verlies hem naar de gevangenis kon lelden. Alleen had hy kunnen verdwynen, maar hy was niet alleen, hy had een handlanger. Waarom antwoordt gy niet? vroeg Gaston, zich over die stilte verwonderend, hebt ge er iets tegen? Neen, maar. Nu, maar? Als Ik de betrekking, die ik in Pai-ys heb opgeef, heb ik niets om van te leven. Is dat uw. bezwaar. Gy die my zoo even de helft van het vaderiyk erfdeel aan- boodt? Louis, of hebt gy my niet begrepen, of ge hebt een slechten broeder. Louis boog het hoofd. Gaston sprak on willekeurig do waarheid. Ik zou u tot last zyn, zei liy eindelijk. Tot last? Ik geloof dat ge gek zyt. Heb ik i* dan niet gezegd, dat lk i-yk ben. (Wordt vervolgd.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1