Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen» f van I Co, r, FEUILLETON Week-Revue. NUMMER 59. ZATERDAG 30 JULI 1927. 50e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. EERSTE BLAD. HOE ONZE INDUSTRIE TE BESCHERMEN? De actie van Vereenigingen als „Het Nederlandsch Fabrikaat" moge er al in slagen om eenige ongemotiveerde vooroordeelen tegen producten van vader land schen oorsprong weg te ne men, er blijven dan nog ernstige be zwaren soms over en het gewichtigste daarvan is het vaak voorkomend prijs verschil, waarover geen vaderlands liefde ons doet heenstappen. Ieder is zich zelf tenslotte het naast. Om dat prijsverschil worden vele belangrijke orders in het buitenland geplaatst en al heeft zulks ten gevolge, dat daardoor aan Nederlandsche arbei ders brood en werk onthouden wordt, klagen mogen we toch niet, want Ne derland is 'n vrijhandelsnatie en heeft naast mogelijke voordeelen de bezwa ren daarvan te aanvaarden. Die vrijhandelsidee is altijd zwaar gepropageerd door onze havenste den, Rotterdam en Amsterdam, voor welke de vrijhandel ongetwijfeld een groot plaatselijk belang is. De poging dan ook om de gunning van de Ko- ninginnebrug aan de laagste insein ij f- ster, een Duitsche firma, te onttrek ken,' moet weinig consequent geacht worden, al mag het verlangen om een zoo groot werk binnenslands te plaat sen, alleszins begrijpelijk heeten met het oog op eigen behoefte aan werk verruiming. Afgezien er van, dat in het kader van de vrijhandelsidee geen kunstmatige bescherming van eigen industrie past, zou bovendien de gekozen weg om door middel van overheidssubsidies de prijsverschillen weg te werken, op den duur al te kostbaar worden, al leen het werk van de Koninginnebrug vergde daartoe reeds ruim een halve ton. De eenig juiste bescherming be staat in het streven naar de mogelijk heid. dat in ons land even goedkoop geproduceerd kan worden als in het buitenland. Sommige vrijhandelaren zijn gauw ine ruxf steeds Ouerfieerfrjfc! OF klaar met hun oordeel. Laat, zoo zeg gen zij, onze industrie zorgen tech nisch „bij" te blijven, want een goede outilage alleen kan het mogelijk ma ken met het buitenland te concurree- ren. De feiten echter wijzen uit, dat de prijsverschillen in hoofdzaak haar ver klaring vinden in het peil der arbeids- loonen. In het geval met de Koningin nebrug b.v. zou Werkspoor een even lagen prijs als haar Duitsche mede dingster hebben kunnen calculeeren, als Werkspoor de Duitsche arbeids- loonen had kunnen uitbetalen en het zelfde aantal uren per dag had kun nen laten werken, als bij haar mede dingster van over de grenzen gebrui kelijk was. Bovendien moet de Duitsche firma belangrijke onderdeelen van het werk in Silezië laten uitvoeren, alléén, omdat daar de loonen nóg la ger zijn. Met volkomen handhaving van de vrijhandelsidee zou er dus slechts één weg ter bescherming van eigen indu strie overblijven, en dat is: door het drukken der loonen en verlengen der arbeidstijden. Van zóó'n middel zullen de meesten onzer wel terugschrikken, want nie mand kan beweren, dat hel welvaarts peil der arbeiders ten onzent over 't algemeen zoo hoog is, lat liet wel kan worden neergehaald, a! kon de werk tijd gerust iets ruimer zijn. Wie '1 daarmee eeDs is, zal zich er aan te wennen hebben,, dat we in het belang onzer industrie, in hel belang der arbeidsmogelijkheden een offer moeten brengen aan ons vrijhandels principe, omdat alleen invoerrechten in staat zijn om de prijsverschillen te nivelleeren, welke ontslaan zijn dooi de veelal slechter arbeidsverhoudin gen in het buitenland. Dan ontstaat werkverruiming, zijn geen kostbare subsidies meer noodig en vloeien in tegendeel ruimere baten in de schat kist. Vrijhandel of protectie was vroeger een zaak van links of rechts. Een dwa ze toestand was dat; een zoo zakelijk vraagstuk kan toch al heel weinig met de religieuse antithese te maken heb ben. Tegenwoordig is dat anders. Zelfs socialistische leiders spreken zich voor een zekere protectie uit en onbeperkte vrijhandelsicleëen worden nog slechts gepropageerd door de direct belang hebbenden: de menschen uit de scheepvaart en de op export aangewe- zen industrie, welker leiders voor te genmaatregelen in liet buitenland be ducht zijn. Alle bedrijven echter, die in hoofdzaak voor afzet in liet binnen land werken, hebben belang bij pro tectie. Een uitsluitend kapitalistisch belang is protectie allerminst, want het zijn niet alleen de ondernemingen, die be schermd moeten worden, maar ook de arbeidsverhoudingen: Een onontkome- lijke noodzaak zal ons ten slotte dwin gen tot één van de twee: of hoogere invoerrechten óf het terugbrengen der arbeidsloonen en verlengen der werk dagen tot liet peil der concurrentie uit het buitenland. Het principe van vrijhandel behoe ven we daarom niet te verloochenen. We kunnen een algemeene aanvaar ding daarvan blijven propageeren (be schermd door internationale arbeids overeenkomsten), maar zoolang de sociale verhoudingen zoo sterk ver schillen en het buitenland zich met hooge tarief muren blijft omgeven, moeten we het welvaartspeil van het eigen arbeidende volk en de bestaans mogelijkheid van eigen industrie be veiligen door liet goedkoope buiten- Iandsche product met rechten te belas ten, die concurrentie door de Neder landsche nijverheid mogelijk maken. Een ideale toestand is 't niet, maar er zit voor ons landje niets anders op, nu i.sorul tarief-muren worden opgericht en zoolang de Economische Conferen tie van Genève nog geen practisclier effect sorteert. Binnenland." Wat niemand verwacht had, is toch nog gebeurd: de zomer is gekomen in ons dierbaar kikkerland. Terwijl we deze regelen op papier zetten, beschijnt de zon ons al voor den derden zomer dag en al zijn we niet zoo redeloos-op timistisch om te verwachten, dat liet nog zomer zal zijn, als deze regelen onzen lezers onder de oogen komen, toch zijn we al dankbaar voor het ge- notcne. Heerlijk toch, zoo n zomer- weelde. Onze zwaar gezwollen voeten met stekende eksteroogen hebben we ontschoeid én puffend liggen we in een luien stoel, nu en dan door een rietje strooperige limonade opzuigend, ter verfrissching! Anderen plom beeren hun gebid met zand en stof, door per auto onze winderige dijken af te racen en zoo hier en daar verzame len ze onder weg de stukken en brok ken van een minder fortuinlijken voorganger, wiens wagen op zeker oogenblik breeder bleek dan de weg ter plaatse en toen, aan de wetten der zwaartekracht gehoorzamende, naar beneden duikelde. Wie liet veege lijf aan trein of tram heeft durven toevertrouwen, he' risico van door snaaksche inlanders losge schroefde moeren aanvaardend (Sas- senheim!), zal ongetwijfeld kennis ge maakt hebben met het nieuw opgeko men ras der kauw-gummers, of te wel gummi-kauwers. Een eigenaardigheid van dit ras is, dat 't andere volkeren, in het bijzonder het Amerikaansche, wil imiteeren. Maar in plaats van karak tereigenschappen over te nemen energie, ijver en oorspronkelijkheid volstaat het met de slechte nabootsing van eenige uiterlijkheden. Als echte Amerikanen kauwen ze gummi, maar echt Hollandsch is de wijze, waarop ze het doen; hun kaken bewegen zich als klapperende deuren van een hooi schuur,, doch het „inzicht" is minder frisch. Wie een poosje met menschen van dit vierde ras heeft mogen reizen, wenscht in trein en tram nóast de waarschuwing „Verboden te spuwer." nog een tweede kaart met een \'r:ende- lijk „Verzoek om gummi te kauwen met gesloten mond". Overtreders be- hooren gestraft te worden wegens burengerucht. Zwaar is het vonnis, dat de fraudee- rende Groningsche notaris over zich- zelven geveld heeft, maar hij heeft het over zich voltrokken op even onrecht matige wijze, als hij over het geld van zijn cliënten beschikte. Noch het leven, dat hij zich ontnam, noch de kapitalen, die hij verbraste, behoorden hem toe. Dat een hongerige grijpt naar het brood, dat hem niet toebehoort, kun nen we billijken en vergeven, maar dat een mensch met *en rijk inkomen van 30 tot 40 mille, de spaarcentjes van kleine luiden verbrast is een groote misdaad, die slechts verergerd wordt door het feit, dat de pleger er van zich Waalwyksflie en Unsslriilsrkf Courant, Dit blad vprschflnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprys per 3 maanden 1.25. Franco per poet door het geheele ryk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Pry s der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1,80. By contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moet6n Woensdag en Vrydag des morgens om uiteriyk 9 uur in ons bezit zyn. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". 78 V Die bloedige beleediging uit den mond van liet jonge meisje, dal hij dermate beminde, dat hy alles waagde om haar te bezitten, griefde Clameran zeer, zoodat hy doods bleek werd. Maar zyn plan was te goed op touw gezet, dat het hem niet van den weg zou voeren en hy zeide Er zal een dag komen, mejuffrouw, dat het u berouwen zal, my zoo wreed be handeld te hebben. De beteekenis uwer vraag heb ik gevoeld, o, doe geen moeite te ontkennen. Maar ik ontken niets, mynheer. Madeleine, sprak mevrouw Fauvel. die beefde toen zij hoorde, hoe de man van wien haar toekomst afhing, beleedigd werd. Madeleine heb medeiyden. Ja, zei Clameran treurig, mejuffrouw is onvoorzichtig, een eeriyk man op wreede wy ze, een vriend, wiens eenige misdaad is, den laatsten wenscli van een overleden broeder uitgevoerd te hebben, zoo te belee- digen. Dat; ik nu hier ben, dat is. omdat ik my aansprakelyk voor myn familieleden acht, en langzaam haalde hy eenige bundels bankpapier uit zyn zak, legde die op den schoorsteen neer en vervolgde: Raoul heeft 350.000 francs gestolen, hier is die som. Het is meer dan de helft van myn vermogen. Vfin ganscher harte gaf ik ook het overige, als ik daar zeker- heid door kon krygen, dat dit zyn laatste misdaad zou zyn. Madeleine, die te onervaren was om het wen eenvoudige als stoutmoedige plan van Clameran te doorgronden, bleef sprakeloos. Al haar voorgevoelens werden vernietigd. Mevrouw Fauvel daarentegen zag in die teruggave haar redding en Clameran 9 handen grypend, zei zy Heb dank mynheer, u zyt te goed. Een straal van vreugde, die Louis door tintelde, deed zyn oogen even schitteren, maar hy zegevierde te vroeg. Een enkel oogenblik had Madeleine haar vroeger wan trouwen teruggegeven. Zy vond die opof fering te groot voor een man, dien zy voor geen edelmoedige opwelling vatbaar achtte en de gedachte kwam by haar op, dat daar weer iets achter 9tak. Wat moeten wy met dat geld doen, vroeg zy, aan myn oom teruggeven? .Ta, mejuffrouw. Wij. mynheer, hoe dat? Teruggeven is Raoul en myn tante verraden. Neem uw geld terug mynheer. Clameran was te slim, nu nog verder aan te dringen en gehoorzaamde dus. Hij scheen besloten zich te verwyderen. Iki begryp uwe weigering, zei hy. maar ik zal er wel een ander middel op vinden. Ik wil echter niet vertrekken, mejuf frouw, voordat ik, u gezegd heb, dat uw on rechtvaardigheid my hevig leed doet. Na de belofte die u my deedt, had ik een an dere ontvangst durven verwachten. Ik zal myne belofte nakomen, myn heer, maar niet voordat u my waarborgen gegeven heeft. Waarborgen? Welke? Ik bid u. spreek. Wie zegt my, dat Raoul, na myn liu- welyk. myn tante niet opnieuw zal bedrie gen? Wat zal myn bruidschat zyn voor een man, die binnen vier maanden meer dan 100.000 francs lreeft verslonden? Wy slui ten een koop, ik schenk u myn hand, in ruil voor de eer en het leven myner tante, zon der iets vast te stellendus waar zijn uw waarborgen? O. ik zal u zulke geven, riep Clame ran, dat n myn vertrouwbaarheid zult moe ten erkennen. Helaas! U twijfelt aan myn liefde. Wat te doen, u daarvan te overtui- I gen? Moet ik pogen Prosper Bertomy te redden? Dank voor uw aanbod, mynheer, ant woordde zy verachtelyk. als Prosper schul dig is, zal hij gestraft worden, is hy on schuldig dan zal God hem beschermen. Mevrouw Fauvel zoowel als haar nicht stonden nu op. en Clameran vertrok dus. Welk karakter, zei hy tot zichzelf, welken trots. Mij waarborgen te vragenO. als ik haar niet zoo vurig beminde, maar. ik bemin haar en ik zal die trotsche aan myn voeten zien zy is zoo mooi waar achtig des te erger voor Raoul. Clameran was nooit boozer geweest. Ma deleine's wilskracht, die hij niet voorzien had, had zooeven zyn plan, waarop liy alle hoop had gevestigd, vernietigd. II y had te veel ondervinding om zich te vleien, dit flinke jonge meisje voortaan nog liefde in te kunnen boezemen. Hy begreep dat zij, zonder in zyn plannen doorgedrongen te f.yn of do be teek én is zyner handqlingen begrepen te hebben, toch genoeg op haar hoede was. om nog verrast of bedrogen te worden. Hij was er bovendien van over tuigd, dat zy mevrouw Fauvel met haar hoogheid en flinkheid geheel zou beheer- schen, deze haar meening zou vertellen en haar voor nieuwe zwakheden zou behoeden. .Tuist op het oogenblik dat Louis dacht het spel te winnen, kreeg hy een tegen stander. Nu moest hy opnieuw beginnen. Het was duidelijk dat Madeleine vast besloten was, zich geheel op te offeren, ter- wille van hare tante, maar het was even zeker, dat zij zich niet op losse beloften en op goed geluk af zou overgeven. Hoe haar dus de verlangde waarborgen te geven? Welken maatregel moest hy ne men, om haar te verzekeren dat mevrouw Fauvel voortaan met rust zou gelaten wor den? Zeker, als Clameran eens getrouwd en Raoul ryk zou zyn. had de bankiersvrouw niets meer te vreezen, maar hoe kon hy dat aan Madeleine verzekeren? Het eenige mid del was, haar van de geheele intrige op de hoogte te brengen, doch hoe kon hy haar in alle kleinigheden inwijden en dat nog wel vóör hun huweiyk. dat was immers on- mogeiyk Welke waarborgen kan hy haar dan ge ven? Hy dacht er lang over na, putte alle bron nen van zijn vernuftigen geest uit, mriar vond niets, .geen middel, geen uitweg. Maar hij was geen man, die voor een hin derpaal den arbeid staakt. Als liy een draad niet kon ontknoopen, sneed hij hem ge- woonlyk spoedig door. Raoul was hem in den weg en hy nam zich stellig voor, zich op de een of andere wijze, van dien nu zoo lastigen handlanger te ontdoen. Dit zou echter niet gemakkeiyk gaan. want Raoul was slim en wantrouwend; dat schrok Clameran echter niet af, hy werd door een hartstocht geprikkeld, dien de leeftyd slechts vergroot. Hoe zekerder hij van Madeleines haat en verachting overtuigd was, des tc meer be minde hy haar en verlangde hy haar te bezitten, door een onbegrypelijke en toch dikwyls voorkomende afwyking van den geest en het verstand geprikkeld. Toch drong er in zyn zieke hersenen nog een enkele lichtstraal door: liy besloot niet te overhaasten. Iiy voelde, dat hij. voordat hy handelde, den afloop van de zaak-Prosper moest af wachten. Overigens wensclite hij mevrouw Fauvel en Madeleine weer te zien, die zooals hij dacht hem weldra om een onderhoud zou den verzoeken. Ook daarop hoopte hy tevergeefs. De laatste daden der twee schurken koel bloedig en met gezond verstand beoordee- lend, besloot ook Madeleine, voor bet oogen blik niet verder te gaan. Zy begreep, dat tegenstand nu ev°n ge- vanrlyk was. als laffe onderwerping, en be sloot dus, alle verantwoording der gebeur tenissen op zich te nemen, daar zy zeker genoeg van haar overwinning was, om Raoul en Louis het hoofd te kunnen bieden. Zy vreesde, dat haar tante het niet met haar eens zou zyn, maar zy stelde zich voor, haar in haar eigen belang tot een flinke en waardigere houding aan te sporen en daar- by van haar invloed op haar'gebruik, of zoo noodig, misbruik, te maken. Daardoor kwam het, dat de twee vrou- V wen vast besloten waren, haar tegenstan ders af te wachten, totdat zy zich zouden vertoonen, en geen levensteeken van zich te geven. Door mynheer Fauvel kregen zy verslag van Prospers verhooren, zy vernamen hoe hy steeds ontkende, de bewyzen die tegen hem waren, de aarzeling van den rechter van instructie, en eiiuleiyk zyn invryheid- stelling bij gebrek aan afdoende bewyzen zooals het arrest van invryheidstelling luidde. Na de poging, die Clameran aangewend had, het geld terug te geven, twyfelde mevrouw Fauvel niet meer aan de schuld van den kassier. zy sprak er niet over, maar inneriyk be schuldigde zy hem, Raoul verleid te heb ben .en hem tot de misdaad aangespoord te hebben, Raoul, dien zy nog steeds lief had. Madeleine daarentegen was vast van Prospers onschuld overtuigd. Zoo zeer zelfs, dat zy, toen zy hoorde dat hy vrygelaten zou worden, haar oom om 10.000 francs waagde te vragen, die zy voor gaf voor een goed doel te willen gebruiken en hem die som zond, daar zy dacht, dat dit ongelukkige slachtoffer van valsche ge gevens, na alles wat zy had hooren vertel len, geen penning kon bezitten. Toen zij hem in dien uit haar gebeden boek geknipten brief aanraadde, Frankryk te verlaten, wist zy, dat het leven in dat land oumogelyk voor hem geworden was. Madeleine was toen overtuigd, dat zy den een of anderen dag met Clameran moest trouwen en zy wensclite den man, dien zy geacht en zelf gekozen had, tegen dien tyd ver weg te weten. Niettegenstaande de edelmoedigheid, die mevrouw Fauvel overigens afkeurde, voch ten die twee arme vrouwen tegen niet te ontgane moeiiykheden. De leveranciers, wier geld Raoul verslon den had, en langen tyd crediet hadden ge geven, drongen nu op voldoening hunner rekeningen aan. Zy zeiden, niet te kummn begrypen, hoe iemand als mevrouw Fauvel op sommen kon laten wachten, die voor haar toch van zoo weinig beteekenis waren. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1