Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen 3 t ter. Week-Revue. oorekü/ "Ljjuoriët [0. FEUILLETO 50e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. EERSTE BLAD. il&43 ««dB #|l Nimmer hebben de pijprookers van Nederland zich eenpariger uitgesproken dan in hun lof over ROODE-STER Er moet een reden zijn voor deze nationale voorkeur. De ROODE-STER moet wel van onovertroffen kwaliteit zijn, daar honderdduizenden voor hunne pijp niets anders willen dan ROODE-STER. En dat is inderdaad zoo. De ROODE-STER staat ver aan de spits. Nooit is er aan de kwaliteit van STER-TABAK getornd. De onverflauwde ijver van Neerland's grootste producent van pijptabak is gewijd aan de volmaakte samenstelling van ROODE-STER. Als gij nog nooit het genot eener pijp ROODE-STER hebt gesmaakt, probeer dan eens en gij zult bemerken dat ROODE-STER haars gelijke niet heeft om in omgekeerde route te vliegen, (lus Europa—Amerika, wat tot heden nog niemand is gelukt. Hoe deze jongste po- I ging verloopen is, kunnen we op het oogenblik, dat we dit overzicht schrij ven, nog niet zeggen. Levine, de Ame rikaansche millionair amateur-vliege nier staat ook gereed, maar nu in Lon den. Nadat hij in Parijs met iedereen, die met hem te maken kreeg, ruzie had gemaakt, is hij naar Londen gevlucht, in zijn eigen machine, door hem zelf bestuurd. En nimmer had de man op leiding in de vliegkunst genoten! t werd een dubbeltje op z'n kant, maar een brutaal mensch heeft nu eenmaal de halve wereld. Voor Amerika is het intusschen maar te hopen, dal ze er in het algemeen een prettiger type mil- lionairs hebben. Schreven we de vorige week, dat het grootste percentage veiligheid niet in de lucht, maar op den beganen grond te vinden is, de sedert bekend Hij had geen tijd meer te zeggen, want op het kraken der deur sprong hij verschrikt op. Mijnheer Fauvel stond op den drem pel, zijn revolver in de hand. De ban kier zag akelig bleek, het was duide lijk, dat hij schier bovenmenschelijke kraéht aanwendde, het koelbloedig ui terlijk eens rechters te vertoonen, die de misdaal ziet en straft, maar juist die kalmte was even onheilspellend, als die welke een storm voorafgaat. Op den kreet, dien zoowel Raoul als zijn vrouw uitten, antwoordde hij met dat zenuwachtige gegrinnik van een ongelukkige, wien het verstand dreigt te verlaten. Ja, jelui hebt mij hier niet ver wacht, ge dacht, dat mijn dom ver trouwen u een eeuwig bedrog zou la ten plegen. ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1927. NUMMER 69. Wcho van het Zuiden Waalwnkstlie en Langstraatsche Courant Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 125. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1,50. Bi3 contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur ln ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. BINNENLAND. Het traditioneele Oranje-zonnetje heeft dezen keer niet ontbroken bij de herdenking van den verjaardag van de Koningin, waardoor deze op de meeste plaatsen met opgewektheid is gevierd. En meer dan opgewektheid mag men van het Nederlandsche volk met verwachten; tot een laaiend ent housiasme laten we onze gevoelens zelden of nooit voeren. Degenen ech ter, die meenen mochten, dat we „dus ook niet waarachtig veel voelen ot over hebben voor onze overtuiging, zouden zich ter dege vergissen. Zoo ontbreekt ten onzent een on redelijke monarchistische adoratie, maar niettegenstaande dat, wordt de gehechtheid van het volk aan het Huis van Oranje ook gedemonstreerd dooi de volkomen afwezigheid van elke anti-monarchale actie. Zelfs toen een deel van het volk in 1918 zich door buitenlandsche voorbeelden tot het verwekken van een revolutie geroepen achtte, werd volstrekt geen agitatie tegen het vorstenhuis gevoerd en een rijtoer van de koninklijke taimlie door de dicht Bevolkte straten van Den Haag was voldoende om eene volko men reactie te verwekken. Toen we de vorige week in Rottei- dam waren, bezochten we, zooals een journalist betaamt, des avonds t com munistische slagveld op den Goiul- schen Singel, waar van Bunnk c.s. hun boosheid tegen deAmerikaansche rechtspraak meenden te moeten de- monstreeren door het gooien van steenen naar de politie en het inwer pen van ruiten. Het ging er lang niet malsch toe en vooral in de donkere zij straten mokten en morden heel wal ongure elementen tesamen. '1 ypisch echter was, dat in een drietal zijstraten arbeiders bezig waren om de straatver siering in orde te brengen voor Konin ginnedag, onder de oogen dier opstan dige elementen, die aan die bezigheu nochtans geen aanstoot bleken te ne men en door geen woord zelfs van ont stemming daarover deden blijken. des doods willen sparen, is mooi, maar als eenige jaren gevangenisstraf de ellendigen onder ons niet kan afhou den van hun gruweldaden, maken we ons door ons in-opposistisch idealisme eigenlijk niet mede schuldig aan den dood van de arme slachtoffers dier schavuiten? Neen, voor de doodstraf pleiten, durven we toch nog niet, maar 't is wél noodig, dat harder recht gedaan wordt aan moordenaars, die er ten onzent nog tè vaak met enkele jaren gevangenis straf af komen, terwijl sentimenteele dames en heeren dan nog kweelen, dat men dien stakkers een bloemetje, een kanariepietje en liefst ook een radio toestel in hun cel moet geven, om hel ze wat gezelliger te maken. Let welwe spreken hier over moordenaars en niet over degenen, die voor kleine vergrij pen in de cel zitten, fVoor dezulken moest de gevangenis ook een opvoed kundig instituut kunnen zijn en daar toe leent het huidige stelsel zich al bij zonder weinig. Het zal den lezers en lezeressen wel net gegaan zijn als ons, wat betretl hun inzicht in zake de doodstraf, nog nooit hebben we daarvan zoo'n af schuw gehad als na het somber uit einde vyn S "i.'o en anzetti. Maar hoe gauw doet de dagelijksche lectuur der bladen ons weer wankelen in onze nieuwe overtuiging. Daar wordt een rustig renteniertje geworgd door een 19-jarigen onverlaat, die zijn slachtoffer voor 10 gulden he steelt, daarna rustig op een zanguit voering gaat zingen, vervolgens naai de moordplaats terugkeert, het lijk ontkleedt, op zijn rug laadt en in de rivier werpt. Daar is een jonge man in Roer mond, die er zeer ernstig van wordt verdacht zijn even jonge vrouw te heb ben vermoord. Het slachtoffer is plots geheel vergrijsd in haar doodsangst. l)e moordenaar steekt het huis in brand en tracht aldus aan zijn gruwel daad den schijn van een ongeluk ie geven. Hoe ter wereld moet de maatschap pij tegen zulke schavuiten beschermd worden? Ons idealisme, waardoor we zelfs zulke „mensehen" voor de straf BUITENLAND. Er is wéér een Oceaanvlucht vol bracht, maar 't wordt zóó gewoon, dat niemand er meer notitie van neemt. Eveneens is een nieuwe poging gedaan LicnTEÖeuBioe ROOKTABAK ROODE-STER 1 Mkctocaam N. V. ü.h. THEODORUS NIEMEIJER. Groningen en Rotterdam. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN OF 88) Raoul had tenminste den moed gehad, zich voor mevrouw Fauvel te plaatsen en haar met zyn lichaam te beschutten, daar hfl een kogel verwachtte. Geloof mij; oombegon hy. Een dreigend gebaar van den bankier viel hem in de rede: Genoeg, zei liij, genoeg leu gens en bedrog. Laat ons die schandelijke comedie niet verder spelen, waarvan ik niet langer het slachtoffer ben. Ik zweer u Spaar (1e moeite te ontkennen. Ziet go dan niet. dat ik alles weet, hegryp mij wel, alles. Ik weet, dat de diamanten van mijn vrouw naar den lombard gebracht zijn, en door wien. Ik ken den dief. voor wien Pros per in de gevangenis geworpen is. Mevrouw Fauvel was verpletterd op de knieën gezonken. Eindelijk was dus die lang gevreesde dag gekomen! Tevergeefs had zy jaren lang gelogen, tevergeefs haar leven aan dat der haren opgeofferd; alles kwam nu toch uit. Ja. wat men ook doet, er komt altijd een oogenblik. waarop de waarheid de sluiers oplicht, waarachter men zich veilig meende te kunnen verbergen, waarop alles zich iu het ware licht vertoont. Zij zag wel dat zij verloren was en met smeekende gebaren, in tranen badend, sta- melde zijVergeving André. Ik bezweer u vergeef mij. j De bankier rilde, toen liij die gebroken stem hoorde, en werd tot in het diepst zij- j ner ziel bewogen, want die stem herinner- de hem aan de uren van geluk, die hij twin tig jaar lang aan zijn vrouw te danken had, welke hem volmaakt bgheerscht had, en hem door een enkelen blik gelukkig ol rampza lig had kunnen maken. liet verleden doemde bij hem op. In die ongelukkige vrouw, die aan zijn voeten lag herkende hij zijn beminde Valentine, die hij als in een droom in het park van La Ver- berie terugzag. Ilij zag de beminnende gade der eerste jaren, (lie bij de geboorte van Lucien bijna het leven had gelaten. En bij de herinnering aan dat vervlogen I geluk, dat niet meer zou terugkeeren, kromp zijn hart van droefenis ineen en deze over mande hem zoodanig, dat het woord verge ving op zyn lippen brandde. Ongelukkige, murmelde liij, ongeluk kige. Ach, ik heb u te teeder bemind, en heb u dat te duidelijk getoond. Men raakt aan alles gewend hier op aarde, zelfs aan het geluk. Het werd u te eentoonig hé, die reine vreugde van den huiselijken haard? Die achting, die men voor u had en die ge verdiendet. verveelde u, niet waar? En gij hebt uw eer. onze eer er aan gewaagd en de verachting der wereld getrotseerd. En in welk een afgrond zijt gij gestort! O, Valen- tine, als mijn teederheid u op den duur ver veelde. hoe heeft de gedachte aan uw kin deren u dan niet teruggehouden? Mynheer Fauvel sprak langzaam en pyn- ljjk, alsof hij bij ieder woord op het puot was te stikken. Mijnheer, begon Raoul, hoe... Maar de stem van den bankier verhief zich luider en dreigender Zwijg, riep hij verbleekend, zwfjg. Dan heerschte er een lange stilte, die al leen door het snikken van mevrouw Fauvel onderbroken werd. Ik ben gekomen, begon de bankier eindelijk weer, met de bedoeling u te over vallen en beiden te (looden. Ik heb u over vallen, maar de moed ja de moed ont breekt mij, ik zou geen ongewapend man kunnen dooden. Raoul wilde iets zeggen, maar mijnheer Fauvel verhinderde het hem. Laat mij uitspreken. Uw leven is in mijne handen. De wet verontschuldigt den toorn van den beleedigden echtgenoot. Wel nu. ik wil die verontschuldiging niet. Ik zie daar op den schoorsteen net zulk een revol ver als ik heb; neem die en verdedig u Nooit. Verdedig u, riep de bankier, zijn wapen opheffend, verdedig u, of Raoul zag op een voet afstands den mond van de revolver, werd bang en nam zyn wa pen van den schoorsteen. Ga in een hoek van de kamer staan, vervolgde mijnheer Fauvel, ik zal in een anderen gaan staan, binnen eenige seconden zal de pendule slaan, dan zullen wij beiden vuur geven. Zjj plaatsten zich, zooals mijnheer Fau vel zeide, langzaam, zonder een woord te spreken. Maar dat was te veel voor mevr. Fauvel. Zij begreep slechts één zaak: dat die twee elkander voor haar oogen te lijf gingen. De schrik en angst gaven haar kracht op te staan. Zy plaatste zich tus- schen de twee mannen, alsof zij de kogels wilde tegenhouden en zich tot haar man wendende, stamelde zij André. heb medelijden, laat mij u al les vertellen, dood hem niet. Als eenig ant woord pakte hij zfln vrouw ruw bij den woedend uitriep: achteruit, woedend uitriep: actheruit. Maar zij kwam terug en zich op Raoul werpend, riep zij Dan moet ge mij dooden, my alleen, want ik ben schuldig. Bij die woorden steeg er een bloedstroom naar haar mans hoofd, hij nam zijn tegen stander even op en gaf toen vuur. Noch Raoul, noch zijn vrouw werden ge wond. Hij vuurde nogmaals en. toen ten derdemale. En juist wilde hfl den haan weer aftrek ken, toen er opeens midden in de kamer eeïi man stond, die hem het wapen uit de hand rukte, het op de canapé wierp en zich naar mevrouw Fauvel spoedde. Die man was de heer Verduret, die door Cavaillon gewaarschuwd was, maar niet wist dat Nina de kogels uit de revolver ver wijderd had. Goddank riep hij uit. dat zy niet ge wond ls. Maar reeds was de bankier van zijn ver bazing bekomen en riep Laat mij begaan, ik wil mij wreken. De heer Verduret greep hem by den arm en zich over hem heenbuigend om zyn woor den meer kracht by te zetten, zeide hy Dank God, dat Hy u van een misdaad gered heeft, want de anonieme brief heeft u bedrogen. De heer Fauvel was zoo verbaasd over al het vreemde dat gebeurde, (lat^ hy er niet aan dacht (lien vreemdeling te'vragen wie hy was en vanwaar hy kwam en hoe hy alles wist. Hij hoorde slechts één feit De brief had gelogen! Myn vrouw bekent schuldig te zyn, zeide hy. Goed. Maar weet gy wie die man is, dien gy wiklet dooden? Haar beminde. Neen, maar de zoon van den beminde uit haar jeugd. De tegenwoordigheid van dien man, welke zoo volkomen van alles op de hoogte scheen had Raoul meer beangstigd, dan de bedrei gingen van den heer Fauvel. Toch had hy den moed te antwoorden: Dat is zoo. De hankier begreep niets meer, van llaoul keek liy naar den heer Verduret en van de zen naar zyn vrouw, die er uitzag als een ter dood veroordeelde, die de voltrekking van het vonnis verwacht. Opeens dacht hy, dat men hem voor den gek hield en hy riep uit: Wat u daar zegt is onmogeiyk. Geef my bewyzen. Die zult u hebben zei de heer \er- duret luister naar my. En snel. met zyne bewonderenswaardige gave in weinig woorden veel te zeggen, ver haalde hy alles wat hy ontdekt had. Zeker, die waarheid was vreeselijk voor den heer Fauvel. maar niet zoo erg als die waarvan hy zyn vrouw verdacht had. Hy voelde nu, dat hy haar nog beminde en haar een fout vergeven kon, die liet ge volg was eener innige opofferende liefde. De heer Verduret zweeg reeds sedert eenige minuten, toen de bankier nog altijd stil was. Zooveel gebeurtenissen der laatste acht en veertig uren, het vreeseiyke tooneel 1 van zooeven, verdoofden en verhinderden hem, om geregeld na te denken. Alles ver warde zich in zyn hoofd. Zyn hart raadde hem vergeving en vergetelheid aan, be- leedigde eigenwaarde maande hem tot wraak aan. Indien Raoul, die ellendeling, die daar stond, er niet bij geweest was. dan had hy niet geaarzeld Gaston de Clameran was dood dan had hy zyn armen voor zyn vrouw geopend en gezegdKom hier, uw opofferingen voor myu eer. spreken u vrylaat alles vergeten zyn en als een kwa de droom beschouwd wordeu. maar Raoul9 aanwezigheid hield hem tegen en hy zeide tot Valentine: En die jongen heeft u geplunderd, my bestolen Mevrouw Fauvel was nog te ontsteld een woord te kunnen uitbrengen; gelukkig was de heer Verduret er. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1927 | | pagina 1