Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen
I
De oliede opening «n hel
i>
i
löMfa5£
VAN ÉÉN STAN1.
FEUILLETON
50e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
twee bladen.
EERSTE BLAD.
Hulde aan het Gemeentebestuur.
In tegenwoordigheid vanhetDagel.
Bestuur der gemeente, den ouden en
nieuwen Raad werd Zaterdagmiddag
alhier het gemeentelijk Slachthuis door
den Edelachtb. Heer Burgem. Moonen
officieel geopend. Onder de genoo-
digden merkten we o.a. nog opden
vertegenwoordiger van den Vleesch*
keuringsdienst Drunen, de heeren Dr.
Sweens en A.van lersel, resp. voorzitter
en secretaris der gezondheidscommis
sie, de heer Bos, directeur van het
nieuwe slachthuis alhier, de Directie
der firma Grasso, 's-Bosch, A. de
Graaff, voorzitter, jos. Pulles, Secre
taris der Waalwijksche Slagersvereeni -
ging, Cousin architect en de Bont
aannemer, e. m. a.
De officieele opening.
De Edelachtbare heer Burgemeester
heette allen hartelijk welkom en
dankte de genoodigden voor de be
langstelling, in 't bijzonder den verte
genwoordiger van den Vleeschkeu-
ringsdienst Drunen.
Bericht van verhindering was ge
zonden door de heeren Dr. Berger,
Dr.Picart en den Directeur van het
gemeentelijk slachthuis Tilburg.
Daarna begon spr. zijn inleiding
ongeveer als volgt:
Door de gemeente Waalwijk isaan
den keten der sociale overheidszorg
een nieuwe schakel toegevoegd,
door de stichting van dit slachthuis.
Men krijgt hierdoor een beteren waar
borg voor 't vleesch dat in consumptie
wordt gebracht.
De jongste vindingen en de meest
hygiënische middelen worden hierbij
toegepast.
Sociale wetten leggen de thans
genoten vrijheid min of meer aan ban
den. En waar vrijheid gekort wordt
rijst automatisch verzet.
Ook wij hebben ten dien opzichte strija
gevoerd, maar 't bleek spoedig niet
meer te zijn dan een spiegelgevecht
met wapenen die reeds meer dan 10
jaren in het museum staan.
Nu we dit monument gaan onthul
len, hopen wij, dat het tevens zal zijn
een monument des vredes, een punt
v«m hartelijke samenwerking tusschen
beide partijen.
Ik voel me gedrongen om hen, die
aan de totstandkoming van dit slacht
huis hun beste krachten hebben ge
wijd, hierbij te herdenken.
Toen de Raad had besloten tot den
bouw van een slachthuis, wendden
B. en W. zich tot den heer Cousin.
De eerste kennismaking met den heer
Cousin schonk ons de overtuiging
dat we met hem gerust zee konden
kiezen. Bij 't ontwerpen der plannen
en de uitvoering ervan "heeft de heer
Cousin zich doen kernen als een be
trouwbaar leider, die met alle details
goed op de hoogte is. Daarbij was
hij voor ons een vertrouwde adviseur.
ik wensch hem yan harte geluk met
de uitvoering der' plannen en de be
langen welke hem daarbij werden
toevertrouwd.
(De heer Cousin dankt.)
Nu de p annen zoover in gereed
heid waren baarde ons de grootste
zorg te kiezen een uitvoerder
voor het bouwkundig en technisch
werk. M. i. werd het eerste gedeelte
opgelosldoor den aannemer den heer
de Bont, die in de bouwwereld een
goede reputatie heeft. Bij den bouw
van 't siachthuis werd dit door hem
op ondubbelzinnige wijze bevestigd.
Dit is ook 't oordeel van deskundi
gen. Ik dank hem voor de wijze
waarop hij zich van zijn opdracht
heeft gekweten.
(De heer de Bont dankt.)
't Koel en technisch gedeelte werd
opgedragen aan de firma Grasso,
's-Bosch, die op dit gebied een groote
reputatie geniet. De heer Grasso be
loofde ons te zullen maken een model.
inrichting.
En waar de fabriek Grasso op korten
afstand van Waalwijk gelegen is, wilde
de heer Grasso de hem gegeven op-
dracht vooral benutten voor reclame
object, waartoe hij de directe winst
marge tot een minimum beperkte, ik
geloof, dat de heer Grasso in dezen
opzet geslaagd is. 't Slachttechnisch
gedeelte en koelcelinrichting voldoen
aan de grootst mogelijke eischen. Ik
dank U en hoop, dat uwe verwach
tingen, omtrent uw reclame-object in
vervulling zullen gaan.
Over de electrificatie, die in handen
was van de E.L.E.M. en 't schilder
werk van den heer W.v. d. Heijden,
kunnen wij ook onze groote tevreden
heid betuigen.
Het is niet ondienstig even de aan
dacht te vestigen op de verstandhou
ding tusschen de gemeente en den i
opzichter. De heer v. Huiten heeft in
deze omstandigheden goede diensten
bewezen.
Ten slotte wendde de Burgemeester
zich tot den heer Bos, Directeur van
het Slachthuis, die, naar hijzeide.wel
de grootste ingenomenheid heeft met
de totstandkoming van dit slachthuis.
Door moderne inrichting van het
laboratorium zal de heer Bos zich ook
meer aan zijn wetenschappelijke functie
kunnen wijden.
Zijn groote toewijding schenkt de
gemeente het vaste vertrouwen, dat bij
hem de leiding in goede handen is.
En hiermede draag ik 't directoraat
over aan den heer Bos. (Applaus).
De heer Bos dankt den Burgemeester
voor diens sympathieke woorden. Tot
de slagers richt spr. 't verzoek om
niet in *t geheim te mopperen als er
iets is, maar er openlijk mee voor den
dag te komen. Spr. uit de hoop. dat
onder zijn leiding 't gemeentelijk
slachthuis moge groeien en bloeien.
(Applaus).
De heer Grasso. 's Bosch, spreekt
dan als volgt:
EdelAchtbare Heer Burgemeester,
mijne Heeren.
Gaarne maak ik van de gelegenheid
gebruik bij de oificiëele opening van
dit nieuwe gemeentebedrijf een enkel
woord te spreken.
In de allereerste plaats om de ge
meente Waalwijk geluk te wenschen
met de tot standkoming van dit in
practischen zin gesproken gemeente
monument.
In het bijzonder wensch ik een
woord van gelukwensching en hulde
te brengen aan U Burgemeester, door
wiens volhouden en vaste overtuiging
een hygiënisch slachthuis tot wel
zijn zijner gemeentenaren te moeten
bouwen dit is tot stand gekomen.
Ik sprak zooeven van een gemeente
monument.
Werkelijk, mijne Heeren, wat hier
officieel geopend wordt, wat gij straks
in alle deelen. zult aanschouwen, is
naar zijnen omvang en inrichting, van
zoo'n hoogmoderne tesaamsielling, dat
men gerust kan zeggen: Waalwijk
heeft thans een der mooiste slacht
huizen van Zuid-Nederland hygië
nisch - frisch en solied gebouwd,
modern en practisch ingericht, mei
een uiterlijk perspectief en tesaam-
stelling, welke aangenaam aandoen en
eene reclame voor Uwe gemeente is.
Aan den ontwerper en leider van
dit geheel, den architect Cousin Senior,
een eeresaluut Als specialiteit op dii
gebied bestonden voor hem geen
moeielijke problemen.
Ten slotte, Dames en Heeren, een
paar woorden, welke mij persoonlijk,
resp onze N V. betreffen.
Het mag U allen voldoende bekend
zijn, met welke moeielijkheden onze
nationale industrie in het algemeen
sedert 1921 heeft te kampen, speciaal
de metaalinduslrie.
Alhoewel wij gedurende meer dan
40 jaren door onze leveringen aar
exportslachterijen geen onbekender
waren in het ontwerpen en vervaar
digen van slachttechnische installatien,
was het ons niet mogen gelukken een
compleet gemeente-abattoirin te richten.
De vertegenwoordigers in Nederland
onzer concurrenten alle buiten-
landsche fabrikanten hebben steeds
met minder gepaste middelen gewerkt
en getracht ons eruit te houden.
Het College van Burgemeester en
Wethouders dezer gemeente heeft zich
hieraan gelukkig niet gestoord. Het
heeft ons de gelegenheid geboden te
laten zien, dat de Nederlandsche werk
man in geen enkel opzicht voor zijn
buitenlandschen mededinger beho.ft
uit den weg te gaan.
De geheele koel- en vriesinstallatie,
de geheele slachttechnische installatie
(op een heel klein onderdeel na. daar
het een gepatenteerd toestel betrof,
waaraan men de voorkeur gaf) is
Nederlandsch fabrikaat.
Wij hopen, dat men onze buiten-
landsche concurrenten resp. hunne
vertegenwoordigers ruimschoots gele
genheid zal geven dit juweel van
bouw en werktuigkundig kunnen te
laten beoordeelen, indien noodig, te
becritiseeren.
Wij zijn over den uitslag volkomen
gerust.
Daarom, mijne Heeren, wensch ik
hier namens onze Ingenieurs, werk
tuigkundigen, namens onze arbeiders,
mijnen hartelijken en diepgevoelden
dank te betuigen aan het College van
Burgemeester en Wethouders van
Waalwijk voor de geboden gelegenheid
en opdracht, waaraan onze menschen
hunne beste krachten besteed hebben.
Moge tientallen van jaren onder
Gods onmisbaren zegen dit mooie
abattoir een sieraad blijven van Uwe
gemeente, tot heil, voorspoed en wel
zijn der Wailwijksche Burgers, onder
de degelijke leiding van zijnen Direc
teur Bos. (Applaus).
Als Voorzitter der slagersvereeniging
sprak de heer de Graaff als volgt
Edelachtbare heer Burgemeester,
Mijne Heeren.
Aan de uitnoodiging om bij de of-
Ficiëele opening van het slachthuis
tegenwoordig te zijn. heb ik gaarne
gevolg gegeven. U hebt door mij als
voorzitter der slagersvereeniging uit
te noodigen, de heeren slagprs willen
erkennen, als degenen, die bijzonder
NUMMER 76.
WOENSDAG 28 SEPTEMBER 1927.
Courant
Wnalwpsclie en Langstraatsche
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs* per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en«.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1,60.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bexit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN'
Vrij bewerkt naar den roman van
Louise B. B.
6)
Die onheusche vergelijking, toegepast op
zijn lief zacht nichtje Lize, gaf Huil) toen
een gevoel alsof er reeds eenige druppels
neervielen op zijn hoofd van de koude dou
che, die Wolfgang bezig was hem toe te die
nen. Maar ze hadden voorïoopig het eitect
als vielen ze in een oceaan.
Huib begon te lachen. Dat „kat be
hoort bij je buiging, oudste, je bent het ver
leerd met dames om te gaan. Wie groet nu
zijp nichtje zoo stijf, alsof er een verroest
knipmes wordt dichtgeslagen.
Ik zat te ver af om haar te omhelzen,
beet. Wolfgang kortaf.
Nu ,dat mag je dan morgen doen, want
ik heb voor on^ beiden de invitatie van het
dejeuner aangenomen.
Van schrik veranderde Wolfgang van
houding, zijn slapen verfden zich rood
Dank je, antwoordde hij snijdend
scherp, neem alleen invitaties aan voor je
zelf. Sinds wanneer ben ik kindsch en sta
ik onder je voogdij? Ik kan immers, volgens
jfe eigen zeggen, niet met dames omgaan en
ik zou me schamen kazernemanieren te
brengen in het, boudoir van ééne van je hei
lige nichtjes.
Strak keek Wolfgang voor zich. Het wa
ren nu geen enkele druppels meer, maar een
geduchte regenbui van booze woorden.-Huib
gevoelde zich echter door het weerzien van
zijn lievelingsnichtje als gepantserd en ver
stoutte zich zelfs een spottenden blik te
>verpenj.op het nijdige gezicht van zijn onge-
naakbaren broeder. Toch waagde hij het
niet naar de acte te vragen, die daar. begon
wel begrijpende hoe minachtend zulk ecu
merkwaardige onkunde zou opgenomen wor
den.
Na het verlaten van het operagebouw
nam Huib, in het menschen- en rijtuigge-
woel gekomen, onwillekeurig den arm van
Wolfgang. Dié groyte drukte van de wereld
stad was hun beiden nog zoo vreemd. Met
groote omzichtigheid leidde Wolfgang zijn
broeder tusschen paardenhoofden en wie
lengeratel op het meer veilige trottoir van
de boulevard, terwijl Huibert met zijne ge
wone levendigheid druk zijn indrukken me
dedeelde over de opera en het groote ballet
daarna. Zijn innemende vriendelijkheid
nam telkens weer opnieuw het stroeve hart
in van zijn broeder.
En Wolfgang haastte zich van zijn kant
Huib te doen vergeten, dat er scherpe woor
den waren gewisseld. Juist het besef (lat
er inderdaad een klove tuteschen hen beiden
gaapte, had li^in doen inzien hoe zijn jonge
vroolyke broer de eenige lichtstraal was in
zyn somber vreugdeloos leven. Hij wilde en
kon hem niet missen, al zou hij moeten dee
len met honderd nichtjes.
Wolfgang zag zelf wel in, dat, nu een dei-
nichtjes, waarvan 1-Iuib in Indië altijd den
mond vol had, in Parijs woonde, hij niet
geheel buiten den omgang kon blijven.
Vooral omdat zij aan hem even na of even
ver verwant was als aan Huib. In stilte
nam hij zich echter voor, de meerdere of
of mindere intimiteit geheel van eigen
smaak te doen afhangen. Tot Huil/s groote
verwondering was hij h°t, die den volgen-
den ochtend reeds bij het ontbijt de vraag
stelde „Op welk uur heeft onze gemeen
schappelijke nicht ons gelast op haar dejeu
ner te verschijnen"?
De toon kon minder stroef, de woorden
konden meer hupsch gekozen zijn, maar
Huib was reeds met de toeslemming, die. zij
bevatten blij en haastte zich liet uur te noe
men, zonder met één enkel woord zijne
vreugde over Wolfgang's bereidwilligheid
te verraden. Hij kende Wolfgang en wist
dat zoo iets de zaak zoude bederven.
Op den bepaalden tijd stonden de beide
broeders in het kleine salon der Van Wer:
'dens, in een der groote huizen van de Ave
nue de l'Alma, waar zij appartementen be
trokken had. De groom had hen nauwelijks
alleen gelaten, toen een der draperiën, die
een deur naar een aangrenzend vertrek ver
borg, door een kleine blanke hand werd op
gelicht en Lize binnentrad, een jongetje
van nauwelijks twee jaar aan de hand vast
houdende.
Toen het mat-blauwe zijden gordijn ach
ter haar dicht viel, Bet zij het kind los en
met een glimlach, die lichtjes bracht in haar
mooie oogen, trad zij op Huibert toe „Nu
mijn beste jongen, kan ik eindelijk op oud-
Hollaiulsche manier je een welkom thuis
wenschen. Dat was gisteren onmogelijk ia
die volle opera.
Zij gaf hem de hand en tegelijkertijd
den linkerarm om zijn hals slaande, boog
zij zijn hoofd tot het hare en kuste hem op
beide wangen, een hartelijke zusterkus. E11
Iluib vertoonde in houding en gebaren ge
heel den jongen broeder, die lióog opziet te
gen eene oudere getrouwde zuster. Dadelijk
na de begroeting zeide hij met blijde verras
sing
„En is dit nu je jongen?". Hij boog zich
over het kind, dat met een lachend ge
zichtje tot hem opzag; nooit was er een
kind verlegen voor Huib. Maar met een
schaduw op zijn gelaat weer tot Lize op
ziende, zeide hi) mistroostig „Och, ik ver
geet, dat het kind me lieelemaal niet kent".
„Geloof je dat zoo zeker?", antwoordde
de jonge moeder met een slim lachje en toen
haar zoontje aansprekende, zeide zij
„Ernst, wiet is dit?" Het kind had zijn lesje
goed geleerd en riep zonder aarzelen
„Oom Huib!"
Oom, hij noemt me oom! riep Huib,
jongensachtig blij, terwijl hij zich naast het
kind op het zachte grijsachtige kleed wierp
en zijn neefje in de armen drulkte: O, Lies,
wat een aardig welkom thuis heb je me er
door gegevenEn dadelijk begon hij met t
kind te stoeien en te spelen, op de ietwat
hardhandige manier, die jonge volwassen
ooms voor hunne neefjes er op na houden,
en met groote pret ging Ernst op de uitda
ging in.
Lize zag een oogenblik glimlachend neer
op het woelige groepje op den grond, toen
keek zij voor het eerst naar den oudsten
neef om. Wolfgang was al dien tijd op de
zelfde plek zwijgend en waarnemend blijven
staan, nu trad liij Lize een stap tegemoet
en zeide hoffelijk in houding en stem
„Mijn broeder vergeet geheel mij voor te
stellen, want ik ben u geheel onbekend nicht
van Werden.
O. zeide zij, op de meest voorkomende
wijze hem de hand gevende, wees niet zoo
vormelijk, Wolfgang, 't Is waar, je bent me
persoonlijk vreemd, maar Huib's verhalen,
toen hij nog bij ons was. en zijn brieven uit
Indië hebben gemaakt, dat ik je reeds zeer
goed ken.
Zij was zoo innemend met. dien lieven
glimlach op haar fijn mooi gezichtje en dat
verhoogde nog de waarde van haar woor
den. Jammer, dat Wolfgang op het oogen
blik geen goed antwoord wist te vinden.
Hij boog slechts en al buigende dacht hij er
aan, hoe Huib hem met een verroest knip
mes had vergeleken. I)ic gedachte maakte
hem verlegen met zijn figulur, stijf en stroef.
Geen wonder dat Lize met een zweem van
ongeduld hare blikken eindelijk van den
zwijgenden oudsten broeder afwendde, om
ze liever te vestigen Op den jongste, die met
hart en ziel bezig was zyn kleinen neef te
vermaken. Huib kraaide een haan na_ met
zijne armen als met vleugels klappende, en
tusschen dat schor, krakend geluid, dat on
aangenaam zwaar klonk in deze kleine
ruimte met hare elegante meubeltjes, hoor
de men den hartelijken, schaterenden zilver-
lach van den kleinen jongen.
Zij hebben genoeg aan elkaar, die twee
kinderen, zei Lize, Kom Wolfgang, laat
ons al vast behoorlijk gaan zitten. Zij wees
hem een fauteuil, vlak bij een der vensters
en ging tegenover hem zitten op een verguld
vierkant stoeltje, dat tusschen de venster-
draperieën stond. Het volle licht viel door
het raam op Wolfgang en opnieuw getrof
fen door zijn vervallen uiterlijk, zeide zy
Het spijt mij gehoord te hebben dat je
voor ziekte terug moest komen.
Mijn ziekte heeft anders niet veel te
beduiden, gaf Wolfgang haastig ten ant
woord hy sprak niet gaarne over zijn ziek
te, het treurig gevolg eener verkeerde le
venswijze van speL en drank. Huib en ik
waren toch reeds van plan om. als zijn tijd
in de tropen voorbij was, samen naar Euro
pa te gaan. Na mijn vijftienjarig verblijf
in Indië, kon ik verlof nemen wanneer lk
wilde. Maar ik werd in het laatste jaar
juist ongesteld genoeg om een certificaat
wegens ziekte te krijgen. I)at is in zooverre
voordeeliger, omdat ik nu misschien langer
blijven kan. Maar werkelijk ziek ben ik niet.
Waarlijk niet?. Er klonk ongeloof in
hare stem en daar was weer die uitdruk
king in hare verstandige oogen, waarmede
ze hem den vorigen avond in de opera had
aangezien en die Wolfgang zoo ontstemd
had. In allen gevalle, ging ze rustig
voort, zonder te letten op Wolfgang's door
dringenden blik. zou ik je raden, voorzichtig
te zijn, misschien ben je wel zieker dan je
weet
Ze brak plotseling af en keek naar de
portière waardoor zij gekomen was, want
het gordijn werd opgelicht en haar echtge
noot kwam binnen. Maar liy moest op den
drempel blijven staan, want Huib en zijn
zoontje versperden hem den weg. Zy kro
pen ïiu op handen en voeten door de kamer
en basten en keften tegen elkander als ver
woede honden.
Huib richtte zich even op zijne knieën op
en gaf zyn gastheer vluchtig de hand. Ah,
Werden, bonjour, neem me niet kwalijk dat
ik vooreerst geen notitie van je neem. men
kan geen twee heeren tegelijk dienen. Ik
zie eerst vasten voet te krijgen bij den
kroonprins.
En voorzichtig man, die speculeert op
de toekomst; nu amuseer je. en Werden
stapt over zijn zoon naar Lize en Wolfgang.
Mijn oudste neef. Wolfgangmijn
man, stelde Lize voor.
Wolfgang kreeg een flinken handdruk:
Bonjour Van Maldegliem, hartelijk blij
eindelijk eens van aangezicht tot aangezicht
h» staan tegenover de veel besproken neven
van mijn vrouw.
Ook hier dezelfde voorkomendheid, die
Wolfgang moest doen gelooven, dat ook hij
met evenveel warmte ontvangen werd als
zijn meei- bekende jongere broeder. Maar
de aangename Indruk werd terstond bij den
oudste verstoord door de vraag, die onmid
dellijk volgde: Je bent ongesteld, niet
waar?
(Wordt vervolgd).