Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Witte flozen
BAAI
Best.en nietduurf
FEUILLETON
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDU UKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Een grootsche huldiging.
Enorme belangstelling.
We staan ditmaal voor 't eigenaar
dige geval dat we over onszelf moe
ten schrijven, t.w. de Waalwijksche
Stoomdrukkerij Antoon Ttelen, .De
Echo van het Zuiden" en derzelver
eigenaar en Redacteur-uitgever, dhr.
Jan Tielen. Als vanzelf dwingt zich
hierbij de bekende Hollandsche be
scheidenheid op, maar we mogen van
daag aan deze goede karakterzijde
niet te veel toegeven, immers zouden
we daardoor een poging doen, om de
zoo breed uitgevierde en spontane
huldiging eenigszins te temperen.
Nieuwjaar 1928 heeft zich voor ons
geopend op een wijze, als niemand
onzer nau uurven dennen. ZuöaTsTTt-
kend, herdachten wij heden een drie
voudig jubilé, n.l. het 50 jarig bestaan
der Waalwijksche Stoomdrukkerij An
toon Tielen, 't gouden feest van „De
Echo" en het gelukkige feit dat de
tegenwoordige eigenaar en uitgever,
dhr. Jan Tielen, gedurende 25 jaren
de leiding van de drukkerij en't blad
in handen heeft.
Over de beteekenis van beide werd
reeds uitvoerig geschreven in ons
Jubileumnummer, dat wij j.l. Zaterdag
aan al onze lezers aanboden, en, naar
we hooren, met zeer veel sympathie
werd ontvangen en beoordeeld.
De genoemde jubilea gaven voor
de redactie, administratie en technisch
personeel aanleiding om den heer
Tielen een grootsche huldiging voor
te bereiden.
Daarnaast had zich uit de burgerij
nog een Comité gevormd om op
dezen gedenkwaardlgen dag van
dankbaarheid en waardeering te ge
tuigen voor hetgeen door Jan Tielen
en „De Echo" in 't belang van Waal
wijk en de Langstraat werd verricht.
De wijze waarop de huldiging van
personeel, autoriteiten, publiek, van
de getrouwen van „Echo* en Druk
kerij en van de vele vrienden van
den heer Tielen zich geuit heeft, is
zoo overweldigend geweest, de ge
heele jubeldag is zulk een aaneen
schakeling geweest van treffende be
tuigingen van waardeering en sympa
thie, dathetvoor den heer',Tielen, voor
de redactie Is geworden een onver
getelijke dag, een dag van de groot
ste voldoening, van onschatbare be
teekenis.
De officieele herdenkingsdag werd
Alaandag begonnen met een H. Mis
in de parochiekerk van St. Jan, welke
door de familie en 't personeel der
firma Tielen en vele particulieren
werd bijgewoond,
Na de H. Mis begon te ongeveer
half elf de receptie ten kantore van
de. firma Tielen. 't Personeel genoot
nu het voorrecnt om den juoiieeren-
den patroon het allereerst te felicitee-
ren. Dit geschiedde in algemeenen
vorm bij monde van den heer Jac.
van Mierlo, Voorzitter van het Comité.
De heer v. Mierlo sprak als volgt
Hooggeachte Jubilaris.
Op dezen zoo gedenkwaardigen dag,
waarop ter Waalwijksche Stoomdruk
kerij Antoon Tielen een zeldzaam
drievoudig jubilé gaat gevierd worden,
is het vooral voor ons, Uw perso
neel, een behoefte uiting te geven
van de gevoelens van vreugde en
dankbaarheid welke ons op dezen
feestdag bestormen; en wij voelen ons
dan ook gelukkig dat ons de eer te
beurt valt vandaag de eersten te mo
gen zijn om U, hooggeachte jubilee-
rende patroon, onze hulde en onze
gelukwenschen te mogen aanbieden.
Voorzeker zult gij heden van Uw
familieden, vrie iden, zakenrelaties,
kortom van alle zijden veel heilwen-
schen hebben in mtvangst te nemen,
maar wie maar eenigszins op de
hoogte Is van de zeldzame verstand
houding die ter drukkerij Tielen tus-
schen patroon en personeel bestaat,
die weet ook dat Gij de huldiging
van Uw personeel op bijzonderen
prijs stelt.
Behoef ik U van onzen kant nog
wel te verzekeren, dat door niemand
deze feestdag met meer verlangen is
verbeid dan door ons, die aan de
jubileerende drukkerij en niet minder
aan het jubileerend blad, zoo nauw
verbonden, ja gehecht zijn. De mees
ten van ons hebben reeds tientallen
jaren hun krachten aan Uw zaak en
Uw blad gewijd, hebben lief en leed
met haar gedeeld, zijn er als het ware
mede opgegroeid en wij beschouwen
dan ook dezen gedenkwaardigen-,
dezen gloriedag van Uw zaak, ook als
onzen gloriedag, die ons tevens een
welkome gelegenheid biedt om op
ondubbelzinnige wijze onze aanhanke
lijkheid aan de ons zoo dierbare
drukkerij en onzen patroon tetoonen.
Telkens als door een onzer een
dienstjubileum- werd herdacht, kwam
zoo duidelijk Uw waardeering voor en
Uw medeleven met Uw ondergeschik
ten tot uiting, maar thans zijn de rol
len omgekeerd, thans bent U de jubi
laris en is het onze beurt om van
onze gevoelens tegenover U uiting te
geven.
Aan mij als voorzitter van het feest
comité is deze aangename taak opge
dragen. Verwacht niet van mij een
hoogdravend betoog met stijlvolle,
goedgekozen frasen, neen. ik wil
slechts trachten in eenvoudige recht
uit het hart gekomen taal U te zeggen
wat elk van ons op dezen heugelijken
feestdag in zich voelt omgaan
Laten wij allereerst, op dit gedenk
waardig oogenblik een eerbiedige hul
de brengen aan de nagedachtenis van
den te vroeg ontslapen oprichter wij
len den heer Antoon Tielen, den stoe-
ren grondvester der drukkerij en den
stichter van het thans jubileerende
blad .De Ecno van net Zuiden-
Hulde brengen aan zijn ondernemings
geest en volharding waaraan wij thans
dit heugelijke jubileum danken.
En in een adem brengen wij dan
een eeresaluut aan de nagedachtenis
van des oprichters kranige echtgenoote
wijlen Mevrouw Tielen, die aan de
zijde van haar echtgenoot en later
naast haar zoon en dochter, zoo'n
groot aandeel in den groei der zaak
en in de algemeene bekendheid van
den naam Tielen heeft gehad.
Hun beider nagedachtenis zal bij ons
steeds in hooge eere blijven.
En thans, hooggeachte jubileerende
patroon willen wij onze oprechte hulde
en dank, onze geluk-en heilwenschen
richten tot U. die thans Uw zilveren
feest als zelfstandig leider der zaak
herdenkt. Onder Uw voorvarende
PER
V2PONP
leiding is de Waalwijksche Stoom
drukkerij tot haar grootsten bloei ge
komen, is het personeel tal zoo zeer
vergroot, is de machinale inrichting
steeds meer uitgebreid en gemoderni
seerd geworden, is de omvang en de
oplaag van „de Echo" ai maar door
gestegen, is de naam Tielen en Echo
tot in verren omtrek algemeen bekend.
En dat alles dank zij Uwen voorbeel-
digen ondernemingslust, Uw rustelooze
energie, waarmede gij de waardeering
van allen afdwingt, maar 'vooral van
ons, die dagelijks van nabij Uwen
bezielenden werklust en kloek beleid
kunnen bewonderen.
Bi) ütt kori welgemeend woord van
hulde past tevens een woord van
diepgevoelden dank. Immers, dank zij
Uw voortvarend, zakelijk beheer heeft
Uw drukkerij aan steeds meerderen
van ons een goed bestaan verschaft.
Dank voor het vele goede in dienst
Uwer drukkerij genoten, dank ook
voor Uwe humane bejegening en Uwe
waardeering. waarvan gij ons zoo
gemakkelijk doet blijken. Naast ons
stoffelijke blijk van dankbaarheid, dat
ik U zoo aanstonds moge aanbieden,
willen wij U ook 'n moreel bewijs van
erkentelijkheid geven, door U te ver
zekeren, dat in de toekomst ieder van
ons, van den kleinste tot den groot
ste, ieder in zijn werk nog meer zijn
uiterste best zal doen en de belangen
van Uw drukkerij en van Uw blad
„De Echo", zooveel in zijn vermogen
NUMMER 2.
WOENSDAG 4 JANUARI 3928.
file JAARGANG.
De Echo van het Zuiden,
WaaUijksclii' en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en Z A T E R D A G.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
Ons jubileum.
van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Uit bet Duitscb
van
EtJFEMINA VON ADLEBSFELD-BAÏ.LE8TREM.
H)
Ilij nam een rijtuig en liet er zich heen
rijden, zonder te letten op het sclioone uit
zicht in het dal, op berg en stad, dat de
kronkelende weg aan het oog bood, en hij
was blijde, toen het rijtuig het terras had
iiereikt en stil hield. Vorst Hochwald beval
ilen koetsier uit te spannen en op hem te
wachten, toen liep hij ijlings den heuvel op
en ademde eerst ruimer, toen de klooster
poort zich voor hem opende en een broeder
hem vriendelijk lachend binnen liet. Op zijn
lievelingsplaats, aan den voet van het
kruis, zonk hij neder en drukte het gelaat
in den met mos bedekten grond, om niet
hardop te schreien.
..Dat niet. dat niet!" zuchtte hij. „O God,
hoe kondt Gij zooiets laten geschiedenWa
ren die twintig lange jaren van berouw niet
genoog, moet ik er nu eerst voor boeten, nu
die hemelsche gedaante van het schoone
kind zich op mijn levenspad vertoont, nu
zich een nieuw aanlokkelijk leven voor my
opent en een onuitsprekelijk geluk? Is het
berouw der menschen dan zóózeer stroo in
den wind, van zóó weinig beteekenis voor
den Almachtige, dat Ily juist dóór moet
treffen, waar 't het langzaamst en pijnlijkst
doodt?" En bijna bezwijkend onder zjjn zie-
lesmart, klemde hy zich met de rechterhand
aan den stam van het kruis en drukte de
linker tegen het bonzende voorhoofd.
Alles is ijdel ook de smart", hoorde
hy een zware, kalme stem achter zich zes-
Keu. Het was de overste vau het klooster,
die in den tuin zjjn scheden deed en den
onbekenden gast met verwondering had ga
degeslagen. De aangesprokene stond op en
knikte ernstig.
„Ik weet, ze eindigt met den dood." zeide
hij. „Maar voordat
„Voordat het zoover is, leggen we haar als
een offer aan de voeten van li«t kruis ne
der", antwoordde de overste op zachtou
toon. „Wij zjjn geboren om te lijden en voor
de meeste' menschen is het leed noodzakelijk
om daardoor hun ziel tot God te voeren en
God te erkennen. Daarentegen is het waar,
dat voor anderen liet geluk noodzakelijk is,
om tot dat doel te geraken, want juist daar
in vinden zy den weg naar den Verlosser.
Maar het geluk kan slechts weinigen tot
heil strekken."
„Waarom?" vroeg Hochwald met vuur.
„Wanneer wij gelukkig zjjn, moeten wjj er
God dankbaar voor zjjn het is dus een
gave des hemels, het geluk. Hoe kan het dat
echter zijn. wanneer het slechts weinigen
tot heil strekt."
Toen ging de monnik eenige passen op zij
de en plukte den stengel van eene plant af.
„Ziehier, waarde vriend", zeide hij, „dit is
het kruid van den doornappel, die een ver
derfelijk vergift bevat. En toch heeft God
ook deze! plant laten groeien, opdat ze in de
wetenschap als geneesmiddel zou dienen.
Begrypt ge deze vergelijking?"
„Zeker, mijn vader, en ik dank u er voor,
antwoordde de vorst met gebroken stem.
„Jammer genoeg staat de vergelijking met
het geluk in geenerlei betrekking meer tot
mij. en ik twijfel niet of ik zal nog wel eens
bij u, komen, en u om een uwer leege cellen
verzoeken."
„De cel is altijd te uwer beschikking",
zeide de overste met kalmte. „Maar zjjt ge
wel zeker, dat uw sinart van duur is. Niets
is bedriegelykerdan smart en vreugde, niets
is vluchtiger dail zij."
Hochwald liet het hoofd op de borst zak
ken en dacht na niet over de bestendig
heid van zijn diepe smart, maar wel of hjj
den eenvouidigen Franciscanermonnik met
zy'n goedige, schrandere oogen, zjjn vertrou
wen zou schenken.
„Ik zou u graag een geschiedenis willen
vertellen", zeide hij na kort besluit. „Hoeft
u den tijd om naar mij te luisteren"?
De overste liet zyn scherpen blik onder
zoekend over don zonderlingen gast gaan.
„Uwe geschiedenis, mijn zoon?" vroeg hij
langzaam.
„Ja, de myne", a ïtwoordde do vorst na
een pauze. „Het is twintig jaar geleden, dat
ik er met iemand over gesproken licb in
den biechtstoel, maar de twijfel is gebleven;
dat is my een angel in 't hart, die nooit wil
rusten en zich vandaag weder zoo scherp
doet gevoelen als op den eersten dag."
„Willen we in de kerk gaan," vroeg de
monnik aarzelend.
„Neen." antwoordde Hochwald. „Ik heb
immers reeds gezegd, dat ik in don biecht
stoel werd vrijgesproken, hoewel ik niets
heb verbloemd en zelfs het kleinste plekje
van myn hart niet ondoorzoclit heb gelaten".
„Het hart der menschen is bedrieglijk,
mijn zoon. Het ziekt en vindt steeds iets,
om zijne fouten, te verbloemen".
„Ik heb niets verbloemd, integendeel, ik
heb het zwarter afgeschilderd dan liet wer
kelijk was. En niet in dezen zin heb ik 20
jaar lang den twijfel gevoed mijn hart
was destijds veel te geschokt om onoprecht
te zijn. Wilt u mij aanhooren?"
In plaats van te antwoorden, zette de
overste zich op de bank aan den voet van
het kruis neder.
,Jk luister", zeide bij eenvoudig.
En Hochwald vertelde wat bij zoo lang
alleen had gedragen. Toen hij geëindigd bad,
haalde liy ruimer adem hot. had hem
goed gedaan.
Dq overste was hem niet één enkelen keer
in de rede gevallen, maar toen de vorst met
zyn verhaal gereed was, stond hij op, en
terwijl liij hem strak in de oogen keek. als
wilde hij in zijn ziel lezen, ging hij naar
hem toe en legde de hand op zijn schouder.
„Kunt ge by het kruis zweren, mijn zoon,
dat uw gedachten rein, uw woorden zonder
bijoogmerk waren?"
Hochwald deed een stap naar voren, leg
de de rechterhand op het kruis en sprak op
plechtigen toon: „Ik zweer het bij 't kruis".
En weer legde de overste de hand op den
schouder van zyn gast en ln zijn oogen
blonk een traan.
„Ga, myn zoon", zeide hij vriendelijk, „ga
terug in de wereld, waar uw plaats Is, en
neem het lieve kind mede in uw huis en
zing God een Halleluja, die het zóó heeft
weten te schikken, dat het schoonste en
heerlijkste zoenoffer voor u is opgegroeid in
den) tijd uwer boete".
Ge ruimen tijd nog bleef Hochwald met
den overste in een ernstig gesprok gewikkeld
en toen hy eindelyk heen ging. gevoelde hij
zich als een man, die den twyfel bestreden
en overwonnen heeft. Evenwel zocht, hij
graaf Erlenstein vandaag niet meer op, want
na al hetgeen hij dien dag had doorleefd,
had hij dringend rust noodig. Na een knlmen
nacht liet hy zich den volgenden morgen,
zoo vroeg als de goede toon het eenigszins
toeliet, bij den graaf aandienen, die met zijn
dochters want zoo moeten wij ze voortaan
wel blijven noemen al gereed stond om
uit te gaan.
„Gegroet, waarde vorst, willen we niet
in mijne kamer gaan?" vroeg graaf Erlen
stein, op wien het verschijnen van Hochwald
een aangenaraen indruk had gemaakt, omdat
het bezoek zoo onverwachts kwam.
Maar Hochwald hoorde niet zijn oog
hield hij op Iris gevestigd, die. bleek, met
groote oogen en kloppend hart, tegen de trap
leunde, als was ze op het punt in onmacht
te valken. Toen ging hij naar haar toe, nam
haar in zijn armen en drukte haar bleek ge
zichtje zacht tegen zyn borst, evenals men
een ziek vogeltje koestert, en zóó ging bij
met haar naar den graaf.
„Mag ik liaar nemen" Wilt u my Iris ge
ven"? vroeg bij op den hartelyken en bemin-
nelijken toon, die hem zoo eigen was.
Graaf Erlenstein keek hem diep, diep in
de oogen, in de open, eerlijke oogen, die den
diepsten bodem zijner ziel schenen te weer
kaatsen.
„Marcellub, zoon van mijn hart maak
haar gelukkig, zeer gelukkig", zeide hij (liep
bewogen.
En nu gingen ze in de kamer van den
graaf, waarin Hochwald vry ademend rond
zag. „Welk een verschil met gisteren", dacht
hy. terwijl hy naar de vensternis keek,
waar hij toen den slag had ontvangen, dien
hy voor den zwaarsten zjjns levens had ge-
NV DO'JWE EGBERTS TABAKSFABRIEKEN-OPGERICHT 1753
houden.
Nadat hij Iris had losgelaten, vlijde zij
zich sprakeloos van geluk anu de borst van
hem, die een vader voor haar was gcw°est.
zoo lang ze leefde, en die haar als een vader
liefhad.
„Is het zeer, zeer ondankbaar van my.
dat ik hem zoo lief heb 0111 u te verlaten?"
fluisterde zij liem in 't oor, terwyl tranen
van geluk haar over de wangen liepen.
Graaf Erlensetein streek baar liefkoozond
over het lichte, blonde baar en sprak op
vriendelijken toon
„Je volgt de wet der natuur en oen eeu
wenoude bestemming, mfln hartediefje. liet
maakt me gelukkig, omdat je zoo'n goede
keus liebt gedaan en zelf zoo gelukkig bent!"
Iris viel nogmaals baar vader onstuimig
0111 den hals en kuste zyne wangen, toen
vloog ze naar hare zuster toe, die stom en
styf naast de deur stond, evenals een nnUi-
maut, die men vergeten liad op te winden.
„O, Sigrid, ik ben zoo overgelukkig", zeide
ze zacht, terwyl ze hare zuster omarmde,
„wees daarom niet boos op my dat ik je
niets vroeger heli verteld. Want, zie je, ik
zou liet niet over de lippen hebben durven
brengen, zoolang het niet 'myn geheim alleen
was."
„Gefeliciteerd," antwoordde Sigrid luid
en machinaal. „Gefeliciteerd", herhaalde
ze, terwyl ze den vorst de hand reikte, en
ten derde male zei ze „Geleficiteerd", ter
wyl zy de wangen van haar vader kuste, die
haar harteiyk omarmde.
„Nu blyven \vy alleen. Sigrid het zal
nauwelijks de moeite waard zyn, dat wy jr
een eigen huishouding op na houden" schert
ste hy. „alleen totdat, ook jy liet goede voor
beeld van je zuster opvolgt."
Maar Sigrid zeide nog eens „Gefeliciteerd"
met dezelfde machinale, koude stem en toen
verliet zij de kamer kalm. langzaam, by-
11a lachend.
„Papa, Sigrid is zeker ziek," zei Iris ver
ontrust. „Zy is al sedert vele dagen zoo zon
derling zoonis ze nooit is geweest."
(Wordt vervolgd).