der Kamer werd duidelijk aangetoond,
dat men volkomen doorzag den moei
lijken toestand, waarin de schoen- en
lederindustrie verkeerde en liet feit van
dit initiatief bewees tegelijk, dat de ge
meente Waalwijk gelukkig onder hare
burgers mannen telde, bereid 0111 be
langeloos bun krachten te geven om
de toenemende bezwaren te overwin
nen.
Het verzoek van den Gemeenteraad
vond bij de Kroon ingang en bij Konin
klijk Besluit van 2G November 1877
werd de Kamer ingesteld en werden
bare leden geïnstalleerd door het Ge
meentebestuur om met 1 Januari 1878
in functie te treden.
Met moed ging men aan den arbeid
en spoedig zouden tal van belangrijke
aangelegenheden de aandacht der Ka
mer vragen. Dit wordt zeer treffend
weergegeven in een terugblik, opgeno
men in het verslag der Kamer over
1902, dus na het 25-jarig bestaan, waar
uit ik bet een en ander heb aangetee-
kend. „Wanneer iemand", zegt het ver
slag, „die onze gemeente de laatste 25
jaren niet beeft bezocht, daarin thans
zou terugkeeren, zou hij zeker zijn ge
troffen door de vele en groote veran
deringen, die Waalwijk in een betrek
kelijk kort tijdsverloop beeft onder
gaan. Van spoortreinen en trams, die
thans de gemeente in het verkeer heb
ben opgenomen en die zooveel vertier
en drukte meebrengen, was toen nog
geen sprake. Flinke, breede trottoirs
langs de Grootestraat en de Stations
straat met boomen beplant,, de aan
merkelijk verbreede en verbeterde
straatwegen met goede rioleeringen, de
lommerrijke lanen langs den spoorweg
waren hem niet bekend. Geheel nieu
we wijken zou bij aantreffen en ver
schillende grootere bouwwerken, de
St. Antoniuskerk, de Watertoren met
annexe gebouwen, het expeditiekantoor
der firma van Gend Loos, de aan
zienlijk vergroote openbare school, liet
postkantoor, het kantoor der Levens
verzekeringmaatschappij „Noordbra-
band", de gemeentelijke teekenschool,
de hotels, de fabrieken, de talrijke nieu
we of vernieuwde heeren- en burger
woningen, de verbreede en uitgediepte
haven, de reusachtige werken van den
Nieuwen Maasmond. Hij zou aange
trokken worden door de talrijke win
kels en magazijnen van allerlei aard en
bij bet uitgaan der fabrieken, als bon-
derdén mannelijke en vrouwelijke ar
beiders huiswaarts keeren, zou hij te
gelijkertijd tot de ontdekking zijn ge
komen, dat Waalwijk een fabrieks
plaats was geworden, dat de huisarbeid
zeker tot op de helft verminderd was
en een zoo goed als totale ommekeer in
de schoen- en lederindustrie bad plaats
gevonden. Het openbaar en bet bijzon
der lager onderwijs, het teeken- en vak
onderwijs werd belangrijk uitgebreid,
verbeterd en meer in overeenstemming
gebracht met de eischen van den tijd."
Van bet verloop en de ontwikkeling
der schoen- en ledernijverheid over 't
toen afgeloopen 25-jarig tijdvak, wer
den toen interessante aanteekeningen
gemaakt.
Bij de instelling der Kamer was de
schoenindustrie gekomen in de periode,
dat de gunstige conjunctuur na den
oorlog van 1870 verliep en de verslap
pende invloed van de al te gemakke
lijke wijze waarop geld werd verdiend,
zich deed gevoelen. Vooral bet Duit-
sche machinaal vervaardigde schoen
werk begon het Langstraatsche schoei
sel te verdringen en toen Duitschland
door hooge beschermende rechten zijn
grenzen voor het Nederlandsche pro
duct sloot, werd sterk aangedrongen
op een verhooging van onze invoerta
rieven en wendde de Kamer zich in '78
tot de Regeering met het verzoek (dat
zonder resultaat bleef) 0111 het invoer
tarief van schoenen te brengen van 5
op 10 pCt. Zij, die den toestand begre
pen, zagen in, dat in de machinale pro
ductie de toekomst lag en kwamen de
eerste machinale bedrijven tot stand.
Deze overgangstoestand bracht groote
moeilijkheden mede. De schoenmaker
deed slechts ongaarne afstand van het
vrije leven, dat hij bij zijn arbeid aan
huis genoot? De ondernemers van klei
nere handbedrijven misten vaak de
middelen om zich mechanisch te in-
stalleeren. De lagere productiekosten
van de machinale bedrijven dwongen
den handwerker tot betere scholing en
ruimere vakontwikkeling om op deze
wijze een product te kunnen aanbie
den, dat wat afwerking betreft, zou
kunnen staan boven het fabriekswerk.
Er ontstond een stille strijd tusschen
het hand- en het machinale bedrijf.
Een periode van groote krachtsontwik
keling volgde weldra op de verslap
ping na de weeldejaren van '70. Een
collectieve inzending der Waal wij k-
sehe schoenfabrikanten op de Interna
tionale Tentoonstelling in Amsterdam
in 1883, herstelde door hooge bekro
ningen den naam van het product der
Langstraatsche schoenmakerijen en
scheen het zelfs een oogenblik of het
intusschen zooveel verbeterde hand
werk zich toch nog een toekomst zou
kunnen verzekeren. Dit bleek echter
slechts schijn te zijn geweest, een tijde
lijke voorsprong door grootere krachts-
inspanning. Door de ondervinding in
de moeilijke overgangsjaren geleerd en
wederkeerig geprikkeld door het min
of meer opbloeien van het handwerk,
werd door de eigenaren der machinale
bedrijven beslag gelegd op de bekwa
me handschoenmakers, werden nieuwe
vindingen toegepast en werd uiterste
zorg besteed aan het uiterlijke van het
product. Zoo bracht de naijver tusschen
het hand- en het machinale bedrijf een
wisselwerking door de ontplooiing der
krachten, die wel beide ten goede kwa
men, doch het fabrieksbedrijf in voort
durend sterker positie bracht. In 188G
maakte de fabriek van A. van den
Bergh te Besoijen reeds een productie
van 1800 paren per week. Het voor
schrift, dat voortaan 'l militair schoei
sel machinaal moest worden vervaar
digd, gaf nog een krachtigen stoot tot
het wegnemen van zeker vooroordeel
tegen het machinaal vervaardigde
schoenwerk. De komende jaren ken
merkten zich door een voortdurende
ontwikkeling van de mechanische pro
ductie-methode en het afbrokkelen dei-
kleine handbedrijven, die zich trach
ten staande te houden door uitbreiding
van het euvel der gedwongen winkelne
ring, om t n slotte den strijd te moeten
opgeven. De in 1903 hier gehouden in
ternationale tentoonstelling voor de
schoen- en lederindustrie bracht de be
kroning van een moeizamen arbeid in
dit 25-jarig tijdvak en verbaasde deze
expositie binnen- en buitenland door
hel peil, waarop de Langstraatsche
schoenindustrie haar machinaal pro
duct had weten te brengen. De streek
heeft aan deze tentoonstelling veel te
danken, de superioriteit van het Lang
straatsche schoeisel trad duidelijk aan
den dag en tal van nieuwe handelsrela-
latiën, zoowel in het binnen- als in het
buitenland werden aangeknoopt. Het
pleit was beslecht ten gunste van hel
mechanische bedrijf.
Ook de lederindustrie was door den
voor haar gouden tijd v. den Franscli-
Duitschen oorlog te zeer gewend ge
raakt aan te gemakkelijk te maken
winsten, zoodat toen de normale tijden
terugkeerden en het buitenland alle
krachten inspande 0111 zijn economi
sche positie door uitbreiding zijner in-
dustriën te versterken, het peil onzer
lederindustrie bleek dermate te zijn
gedaald, dat haar product zonder veel
moe.te door dat van buitenlandschen
oorsprong kon worden verdrongen.
Evenals dat het geval was met het
schoeisel, had het Noordbrabantsche
leder een groot deel van zijn goede re
putatie voor geruimen tijd ingeboet.
Ook hier weer een actie tot beperking
van den invoer door invoertarieven, 'n
actie die vruchteloos bleef. Overtuigd,
dat de fout ook in eigen tekortkomin
gen moest worden gezocht, werden an
dere wegen ingeslagen. Betere grond
stoffen werden aangekocht, aan de be
werking werd meer zorg besteed, nieu
we looiiniddelen in extractvorm wer
den toegepast, het looiproces kon daar
door worden verkort en de productie
vergroot, zoodat het verloren terrein,
dank zij krachtige inspanning, langza
merhand kon worden teruggewonnen.
In 1878 verrees de eerste stoomlederfa-
briek voor het vervaardigen van drijf
riemen. I11 1880, 1881 en 1882 nam de
productie sterk toe. In laatstgenoemd
jaar verrees de eerste stoomlederfa-
briek voor het vervaardigen van cha
grijnleder. I11 1883 zou blijken dat de
industrie de inzinking volkomen was
te boven gekomen. Een collectieve in
zending der Waalwijksche Lederindu
strie op de in dat jaar te Amsterdam
gehouden internationale tentoonstel
ling verwierf de hoogste onderschei
ding en haar product trok sterk de aan
dacht van binnen- en buitenlandsche
vaklieden. Hoe de productie werd op
gevoerd moge hieruit blijken, dat in
1891 in Waalwijk behalve de lichtere
en inferieure soorten ongeveer 25.000
zoolleerhuiden van de beste kwaliteit
en circa^ 15.000 paardenhuiden werden
verwerkt. Wanneer men rekening
houdt met de productiemethode van
toen is dit een respectabel kwantum.
Intusschen kwam de voortschrijden
de technische en chemische wetenschap
een omkeer brengen in de looimethode
zooals die eeuwenlang werd toegepast.
Voor de handbewerking der huiden
werden machines toegepast, terwijl in
de plaats van eikenschors sneller wer
kende looiiniddelen in geconcentreer-
den vorm werden gebruikt. Voor velen
was het moeilijk de eeuwenoude, lang-
beproefde methode vaarwel te zeggen;
uideren, die hun tijd begrepen, hebben
zich daarnaar gericht. Van groot be
lang was hierbjj, dat als regel de looie
rijen met voldoende eigen kapitaal
werden gedreven.
Na 1895 kwam wel het keerpunt, toen
het kunstmatig verzwaarde buitenland
sche zooileder de concurrentie door 'n
goedkoop doch minderwaardig product
huiten alle perken bracht en kort daar
op in 1898 werden de eerste stoomle-
derfabrieken voor zooileder gesticht
en was hiermede den stoot gegeven
aan de richting, die ook de lederindu-
trie had in te slaan.
Wanneer wij het tweede 25-jarige
tijdvak der laatste halve eeuw verge
lijken met het eerste, dan springt on
middellijk in het oog, dat het eerste
zich bijzonder kenmerkt door diep in
grijpende veranderingen. De toepas
sing der stoomkracht bracht niet alleen
een omwenteling in de verkeersmidde
len, zij werd ook voor het eerst dienst
baar gemaakt aan onze plaatselijke in
dustrie. Deze had zich met het oog
hierop en om te kunnen toepassen de
vindingen der wetenschap geheel te
hervormen. Deze hervorming bracht j
moeilijkheden mee, waar wij thans J
volkomen vreemd tegenover staan. Ge
broken moest worden met werkmetho
den van geslacht op geslacht toegepast.
De arbeiders waren beducht, dat de
machines hen broodeloos zouden ma
ken; zij werden stug, bitter en onhan
delbaar; het kwam zelfs tot opstootjes
tegen vooruitstrevende werkgevers. De
onervarenheid met de mechanische be
werking bracht vele teleurstellingen en
kostte? handen vol geld. Menige onder
neming kon in den wedloop den eind
paal niet bereiken; vooral in de
schoenindustrie maakte de evolutie
verschillende sachtofffers.
Dit 25-jarig tijdperk wordt merk
waardig afgesloten door de in 1903 al
hier gehouden internationale tentoon
stelling voor de schoen- en lederindu
strie, waarvan kon gezegd worden, dat
zij aan het verbaasde binnen- en bui
tenland toonde, wat de Nederlandsche
schoen- en ledernijverheid presteerde.
Deze tentoonstelling heeft er tenslotte
alles toe bijgedragen om de beide indu
strieën in korten tijd door deze moei
lijke periode heen te brengen en heeft
zij de juiste richting voor de verdere
ontwikkeling aangegeven.
Het tweede 25-jarige tijdvak heeft
zich dan ook minder gekenmerkt als
een Sturm und Drangperiode, veeleer
als een tijdperk van rustiger uitbouw
11a het overwinnen van de grootste
moeilijkheden. Niet dat het voortaan
van een leien dakje zou gaan, integen
deel, daarvoor zorgde wel de wereld
oorlog, die om beurten weelde en ellen
de bracht. Het waren in deze periode
vooral verruiming van afzetgebied,
meer wetenschappelijke bedrijfsexploi-
tatie, rationeele arbeidsverdeeling, ver
dere doorvoering van den- mechani-
schen arbeid en andere vraagstukken
van bedrijfs-technischen en commerci-
eelen aard, die 0111 oplossing vroegen.
Wanneer wij den bezoeker van vóór
50 en 25 jaar andermaal terugvoeren
in deze gemeente, zal hij evenals 25
jaren terug den vooruitgang op allerlei
gebied kunnen constateeren. Ik heb U
juist in het kort op in 1878 heerschen-
de toestanden gewezen, om, naar ik
hoop, met mij te kunnen komen tot de
conclusie, dat er reden is tot tevreden
heid en mogen wij hier dan ook wel
aanhalen, hetgeen door den Minister
van Arbeid, Handel en Nijverheid werd
gezegd bij de opening van de in 1925
gehouden tweede internationale ten
toonstelling voor de schoen- en leder
industrie, n.I. dat dezë tentoonstelling,
waarmede het tweede 25-jarig tijdperk
werd afgesloten, beteekende een hoog
tepunt in het lev^n van een voornamen
tak van volksbestaan, bekroning van
een tijdperk van krachtige ontwikke
ling ondanks moeilijke omstandighe
den, een duidelijk beeld van de bewon
derenswaardige hoogte, waarop de
voortgeschreden ontwikkeling de
schoen- en lederindustrie heeft ge
bracht.
Hiermede is in korte trekken den
ontwikkelingsgang geschetst van Waal
wijk en van hare nijverheid. Dat deze
ontwikkelingsgang tot een bevredigend
"resultaat heeft geleid, is zeer zeker
voor een groot deel mede te danken
aan de Waalwijksche Kamer van Koop
handel en dan bedoel ik in het hijzon
der de Kamer zooals zij tot 1922 het lo
cale karakter droeg. Er is vaak be
weerd, dat de Kamers van Koophandel
in den ouden organisatievorm weinig
beteekenende instellingen waren. Ze
ker, zij misten bij de wet vastgelegde
bevoegdheden, en uiterst beperkte mid
delen hebben ruimere ontplooiing der
krachten voortdurend belet; doch zij,
die meenen, dat deze Kamers en daar
onder ook de oude Kamer te Waalwijk
onbeduidende instellingen waren, die
weinig invloed konden doen gelden,
vergissen zich wel heel sterk. Het ligt
niet in mijn bedoeling een opsomming
te geven van hetgeen door haar in den
loop der jaren vanaf hare oprichting
tot 1922 werd verricht; dit zou leiden
tol een droge opsomming van feiten,
die thans niet meer de beteekenis heb
ben van toen en daarenboven toch niet
in staat zouden zijn een onbevangen
oordeel te vormen omtrent den arbeid
tot heil van handel en industrie ver
richt. Zij die echter, zooals ik, in de ge
legenheid zijn geweest eën blik te slaan
in het archief dezer Kamer, in hare cor
respondentie, hare notulenregisters en
hare verslagen en rapporten, staan
verbaasd, welke hoeveelheid werk zoo
geheel belangeloos en met zoo beperk
te middelen is verricht. Geen enkele
aangelegenheid betreffende verkeers
middelen, te land en te water, post, te
legraaf, telefoon, marktwezen, spoor-
en tramwegdienstregelingen, handels
politiek, vakonderwijs, handelsonder
wijs, de wetgeving betreffende handel
en nijverheid, hadden niet hare belang
stelling. Met een voorbeeldige toewij
ding werd niets onbeproefd gelaten om
de verbeteringen, die in bepaalde toe
standen noodig werden geacht, te ver
krijgen. Ontelbaar zijn de goedgedocu-
menteerde adressen aan de Regecring,
de met zorg samengestelde adviezen.
In de jaarverslagen der Kamer zijn tal
van merkwaardige gegevens der Kamer
verzameld, betreffende de geschiedenis
der Kamer en de ontwikkeling van de
schoen- en lederindustrie, gegevens, j
die ook thans nog voortdurend studie-1
bronnen leveren voor hen, die de eco
nomische wetenschap beoefenen. De
arbeid dezer Kamer heeft voor Waal
wijk veel meer bereikt, dan door me
nigeen voor mogelijk wordt gehouden
en wij rekenen het ons dan ook een
eereplicht hulde te brengen aan de
mannen, die in moeilijke tijden opston
den 0111 hunne krachten te geven aan
den opbouw en de ontwikkeling van
een door tijdsomstandigheden gedrukte
nijverheid en die niet hebben opgehou
den de hun ten dienste staande midde
len daaraan dienstbaar te maken.
Zonder den arbeid van anderen te
kort te doen, richt zich onze hulde in
het bijzonder tot J. Bernard Timmer
mans Wzn., die met anderen het ini
tiatief nam tot de oprichting der Ka
mer en vanaf hare oprichting tot de
reorganisatie in 1922 onafgebroken ha
ren Voorzitter was en dus bijna een
halve eeuw de leiding der Kamer in
handen had. Hij was zonder eenigen
twijfel de ziel der Kamer, aan zijn toe
wijding, zijn werkkracht en werklust
dankt de Kamer het aanzien, dat zij ook
bij andere Kamers genoot en waaraan
het zonder eenigen twijfel is toe te
schrijven, dat de Langstraat met hare
speciale industrieën, die haar karakte-
riseeren, hare eigen Kamer heeft be
houden.
De oude regeling van het instituut
der Kamers van Koophandel gaf op
den duur geen bevrediging. Moeilijk
kon nog worden gezegd, dat zij instel
lingen waren, die handel en nijverheid
behoorlijk vertegenwoordigden. Van de
Kamers zelf ging een drang uit om de
ze op een nieuw en breeder plan te re-
organiseeren. De vraagstukken op han
dels-economisch gebied zijn de laatste
jaren ook dermate toegenomen, dat de
beoordeeling daarvan behoort te wor
den toevertrouwd aan een instituut,
waarin de ondernemingen van een rui
mer getrokken handels- en nijverheids-
gebied zijn vertegenwoordigd. Ik heb
met opzet in mijne beschouwingen de
periode na de reorganisatie van 1922
onbesproken gelaten. Dit zesjarig tijd
vak is toch wel te kort om daarop een
terugblik te werpen, te minder, omdat
wij in het begin van ieder jaar een vrij
uitvoerig overzicht geven van hetgeen
in het afgeloopen jaar voorviel.
Ik heb gemeend in deze feestelijke
bijeenkomst in het licht te moeten stel
len de verdienste van de oude Kamer,
le als een plicht van erkentelijkheid,
waarvan ik mij met genoegen heb ge
kweten, 2e om aan te toonen, hoe wij
hebben voort te bouwen op het werk
door onze voorgangers onder veel
moeilijker omstandigheden tot stand
gebracht.
Ik heb gezegd.
(Applaus).
De Secretaris brengt ter kennis, dat
de volgende personen bericht van ver
hindering hebben ingezonden: Verschu
ren, Loon-op-Zand, Verheijen, Dongen,
J. Hoevenaars, Heusden, Schellekens,
J. Bernard Timmermans Wzn., (biedt
daarbij de l>este wenschen aan), Klij-
berg, A. v. Schijndel, de Burgemeesters
van Raamsdonk, Sprang-Capelle, Wijk,
Loon-op-Zand, Dongen, Heusden, Was
pik, 's-Gra,vemoer, Elsliout, Geertrui"
denberg en Drunen, Klijberg-Pernet,
Kamer van Koophandel Rotterdam,
Vereeniging van Tilburgsche Schoen
fabrikanten.
Geluk wenschen waren nog ingeko
men van de Kamer van Koophandel,
Breda, Ver. „Ons Middelbaar Onder
wijs", Federatie v. d. Bond van Schoen
fabrikanten, Red. Vakblad Lederindu
strie, Dagblad van Noord-Brabant en
de Bossche Courant.
Van de gelegenheid 0111 het woord te
voeren werd gebruik gemaakt door den
heer G. van Loon.
De heer v. Loon zei de o.a. De leden
der Kamer hebben met belangstelling
Uw rede gehoord. Wanneer men aan 'n
mijlpaal is gekomen van 50 jaren, dan
kan men natuurlijk niet tot in details
terugzien, maar wel in groote lijnen
den afgelegden weg volgen. Wanneer
we nu terugzien, dan richten zich
onze blikken allereerst op de stich
ters der Kamer. U hebt reeds hulde
gebracht aan die stichters en hun
verdiensten gememoreerd. Ik ver
stout 111e nu, namens de leden nog een
enkel woord te spreken over één der
stichters. Het is wel een treffend feit,
dat van de oprichters nog slechts de
heer Timmermans in leven is en we
mogen het een unicum noemen, dat hij
•44 jaren onafgebroken voorzitter is
geweest der voormalige Kamer en bij de
reorganisatie nam hij wegens hoogen
leeftijd ontslag, maar niet door ver
flauwden ijver.
Hij heeft hiervan niet alleen de verant
woording gedragen, maar ook tot den
laatsten dag met onverflauwden ijver
de belangen der Kamer en van onze
streek gediend. Wij allen weten, dat
het lidmaatschap der Kamer niet ge
makkelijk is en het moeilijk is te berei
ken datgene wat we noodig achten in
het belang onzer streek. We ondervin
den daarbij dikwijls teleurstellingen en
moeten ons soms een opoffering ge
troosten. Des te meer kunnen wij dan
ook waardeeren den arbeid die dhr.
Timmermans gedurende 44 jaren voor
de Kamer heeft gedaan. Hij is ook één
der medeoprichters van de Eerste Ver.
ging van Nederl. Lederfabrikanten,
waarvan hij 15 jaar voorzitter is ge
weest.
Zonder de verdiensten van anderen
ook maar eenigszins tekort te doen,
meen ik den heer Timmermans te mo
gen noemen een sieraad voor den Han
del en Nijverheid in deze streek. Ik
meen namens alle leden te spreken als
ik den heer Timmermans de verzeke
ring geef, dat de herinnering aan het
geen hij gedaan heeft, bij de nieuwe
Kamer zal blijven voortleven en een
spoorslag zal zijn. voor allen om, al zij
't in veranderde tijden, aan zijn onver
flauwden ijver een voorbeeld te nemen.
Applaus).
Hierna sloot de Voorzitter de verga
dering.
Nadat de persfotografen hun werk
hadden gedaan, vroeg en verkreeg de
heer P. van Dongen uit Raamsdonks-
veer het woord.
Het is spr. bedoeling hier even naar
voren te brengen 't oud-lid M. A. v. Loon
thans te Den Haag. Hij toch heeft bij
de reorganisatie der Kamers alle werk
zaamheden verricht die daaraan ver
bonden waren. De heer van Loon, zoo
zegt spr., heeft daarbij met zeer veel
tegenwerking te kampen gehad, vooral
omdat het in sommige streken uiterst
moeilijk was vogels van diverse plui
mage bijeen te krijgen. En nu 't den
heer v. Loon toch gelukt is, wil spreker
hem hiervoor hartelijk dank zeggen.
Ten slotte sprak nog de heer Meij-
ring namens de Noord-Brabantsche
Kamers van Koophandel.
Tn 't verleden, aldus de heer M.
heeft 't bestuur 't goede ingezien
van een Vereeniging van Brabantsche
Kamers. Bij de reorganisatie der Ka-
jners is deze vereeniging echter in on
nut geraakt. Maar we zijn toch blijven
gevoelen dat we bijeen hooren. Bij ver
schillende gelegenheden viel 't mij op,
dat zoo spontaan weer de oude sympa
thie tusschen de verschillende Brabant
sche Kamers tot uiting kwam. Zoo b.v.
bij de Bossche Kamer, toen we den
Franselien gezant op bezoek hadden.
We hebben 't onlangs nog beleefd te
Tilburg, waar minister Colijn voor de
gezamenlijke Kamers sprak over de
Vredesconferentie te Genève. En nu
als derde feit., uw jubilé. Door de op
komst ziet u dat we ons gedrongen voe
len, u onze gelukwenschen te komen
aanbieden.
Er is een bijzondere reden voor uwe
Kamer 0111 dit jubilé feestelijk te her
denken. Want er is eens bij de Kamers
in Nederland ter sprake geweest dat
Waalwijk zou uitvallen. Alle pogingen
zijn toen aangewend om den Minister
van een dergelijke daad terug te hou
den, omdat deze niet geacht werd in 't
belang te zijn van de nijvere Lang
straat.
't Heeft een gunstige overweging ge
vonden bij de Regeering, zoodat Minis
ter van LTsselstein later op 't besluit
terukwam en aan Waalwijk een plaats
bij de 34 Kamers in Nederland verze
kerd bleef. Dit is een zeer verheugend
feit. M. H., namens alle Kamers van
Noord-Brabant wenscli ik uwe Kamer
van harte geluk met de reeds behaalde
resultaten. Uit de rede van uwen voor
zitter hebben wij gehoord wat reeds be
reikt is, zoodat er vandaag alleszins
redenen zijn 0111 te jubelen. Ik mag bij
deze gelegenheid wel den wensch uiten
dat de sympathie der Brabantsche Ka
mers zich in de toekomst zal blijven
voortzetten. Onze Zuidelijke belangen
loopen immers parallel en daarvoor i3
een sterk aaneengesloten actie noodig.
Ik hoop, dat voor uwe Kamer een
nieuw tijdperk van hoogen bloei moge
aanbreken, waarmede onze industrie
gelijken tred zal houden. (Applaus).
De Voorzitter dankt den heer Meij-
ring voor diens hartelijke woorden, ook
betreffende den geest van samenwer
king.
Receptie.
Hierna begon de receptie, waar wij
allereerst opmerkten de heeren Spa
pens en Smarius, respectievelijk Voor
zitter en Secretaris van de Vereeni
ging van Waalwijksche Schoenfabri
kanten.
De heer Spapens wenseht den Voor
zitter en de Kamer in de volgende be
woordingen geluk
Namens de Vereeniging van Waal
wijksche Schoenfabrikanten is mij de
eer te beurt gevallen u onze gelukwen
schen te mogen aanbieden. Onze veree
niging bestaat nog te kort, dan dat we
reeds zouden kunnen wijzen op een
veelvuldig gebruik van uwe Kamer;
echter weten wij als schoenfabrikan
ten maar al te goed, van welke betee
kenis uwe Kamer voor ons persoonlijk,
doch ook voor onze Vereeniging kan
zijn. E11 het is dan ook daarom, dat wij
het niet bij een kleine bloemenhulde
hebben mogen laten, maar persoonlijk
komen om 11 te complimenteeren met
dit jubilé. Ik hoop, mijneheereu, dat 't
u gegeven moge zijn nog lange jaren
werkzaam te blijven aan deze nuttige
instelling tot heil van ons instituut
en tot heil van de schoenindustrie.
Voorts zagen wijl nog ter receptie de
Kamer gelukwenschen den Burgemees
ter van Heusden (in tegenstelling met
het gezonden bericht van verhindering)
den Burgemeester van Waalwijk, weth.
Eibers, het Bestuur van Waalwijks
Belang, den Voorzitter der Kamer van
Koophandel van Eindhoven, Schellens,
G. J. de Vries, directeur der Hoogere
Handelsschool, H. Wiesman namens
de firma Gragtmaus AViesman, Nor-
bert van Loon, namens de firma P. v.
en
die
had,
danl
den