Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Witte l^ozen FEUILLETOfl MR ERWÜWa TEPrc mmM H NUMMER 12. WOENSDAG 8 FEBRUARI 1928. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. GEMEENTERAAD. GEERTRU1DENBERG. De Raad dezer Gemeente vergaderde Vrijdag 3 Februari 1928, des namid dags twee uur ten Gemeentehuize. Voorzitter. Edelachtb. heer Bianchi. Afwezig wegens ziekte het lid Meijers. De notulen der vorige vergadering werden na voorlezing onveranderd goedgekeurd en vastgesteld. 1. Vaststelling kohier Hondenbelas ting dienst 1928. Nedcrhof. Zouden houders van hon den die afgelegen buiten de gemeente wonen en dus geen politiebescherming hebben, niet vrijgesteld kunnen worden. Voorzitter. Maar die betalen voor een waakhond ook maar f 2. Nederhof. Doch die zijn ook aan gewezen op een waakhond. Voorzitter. Waar blijft hier dan de grens. Nederhof. Die kunnen wij zelfstellen. Voorzitter. Ik voel niet veel voor vrijstelling. We hebben toch al twee klassen gemaakt. Nederhof. De buitenbewoners zijn anders toch al stiefmoederlijk bedeeld en verstoken van politietoezicht. Voorzitter. Zij hebben toch ook politietoezichtvan den rijksveldwachter en de marecbaussée. Nederhof. Ik maak er ook nog geen voorstel van. Voorzitter. Enfin ik wil er wel eens over denken. Nederhof. Dank u. Voorzitter, 't is toch niet uw plan om 'alle waakhonden van belasting vrij te stellen Nederhof. Neen, alleen de menschen, die ver buiten de Gemeente wonen. Voorzitter. Dan komen we er in een volgende vergadering nog wel eens op terug. Hierna werd het kohier als ter tafel gebracht vastgesteld. 2. Behandeling aangehouden onder werpen in de vorige vergadering t.w. a. Invoering registratuur, Timmer mans. In de vorige vergadering heb ik tegen 't voorstel gestemd, ornaat ik toen van oordeel was, dat we door aanneming, gelden zouden geven om in andere gemeenten 't archief op te knappen. Maar na onderzoek is mij gebleken, dat dit niet zoo is. Hier is 't archief goed in orde maar men heett mij gedemonstreerd, dat het registra tuurstelsel toch practischer is, vooral bij 't opzoeken van oude stukken. Daarom zal ik nu vóór 't voorstel stemmen. Voorzitter. Ik stel 't bijzonder op prijs, dat U zich de moeite hebt ge geven om U met't stelsel op de noogte te stellen. Wiegmans. ik blijf mijn meening evenals in de vorige vergadering handhaven. In stemming gebracht wordt het voorstel van B. en W. aangenomen met 4—2. Tegen stemmen de heeren Wiegmans en Sassen. b. Voorstel van den heer H. K. Nederlof, betreffende salarisregeling. Tak. Ik ben er wel voor, maar ik zou er toch mee willen wachten tot de volgende begrooting aan de orde is. Nederhof. Mijn bedoeling is ook de herziening voor de volgende begroo ting te doen ingaan. Ik heb een on gelimiteerd voorstel gedaan. Sassen. Zoolang de gemeente niet vooruit gaat, ben ik tegen verhooging. We moeten eerst probeeren de ge meente vooruit te helpen. Nederhof. Als de gemeente ipet 't zielental zoo blijft, gaan we misschien in 't bestuur achteruit. Want als de Burgemeester en Secretaris nu eens solliciteerden wie zullen wij dan hier krijgen voor zoo'n laag salaris De heer Kroon wil eerst eens de finantieele resultaten van dit jaar af wachten. Bij stemming staakien de stemmen, evenals in de vorige vergadering. Tegen stemden de heeren Wiegmans,1 Kroon en Sassen. Waar hier voor de tweede maal de stemmen staken, is het voorstel ver worpen. c. verzoek van A. J. v. d. Sluis tot huur van grond aan den loswal. De Voorzitter ontraadt wederom ten sterkste op het verzoek in te gaan. Spr. wijst op pun* 3, waarbij Jansen een verzoek doet van gelijke strekking. De heer Wiegmans ziet er wel eenig belang in maar om konsekwent te blijven, ook tegen alle latere verzoe ken van gelijken aard. Met op een na algemeene stemmen wordt daarop het voorstel van den voorzitter aangenomen. Vóór inwilliging van het verzoek stemde het lid Tak. 3. Verzoek van C. Jansen tot huur van grond aan den loswal. Wordt met algemeene stemmen ver worpen. 4. Verzoek van de Gebr. Naglé tot koop en ruil van gemeentegrond. De Voorzitter licht toe dat de ver mindering 't aanzicht van de Visch- markt ten goede komt. De gemeente moet afstaan 4.2x1.75 per M. en krijgt terug 1.4x0.12 M. Voorgesteld wordt den grond te verkoopen tegen een prijs van f 5 per M2. De geheele koopsom be draagt slechts t 22 De Raad kan zich met dat voorstel vereenigen. 5. Voorstel B. en W. tot vaststel ling van een verordening als bedoeld in art. 4 der Bioscoopwet. De Voorzitter geeft op dit punt een korte toelichting. De bezwaren verbonden aan plaatselij ke keuring gaven aanleiding tot oprich ting van 'n vereeniglng. Voor hier moch ten alleen vertoond worden die filmen welke door de Zuidelijke Commissie werden goedgekeurd. 21) Nu na 1 Maart de Bioscoopwet in werking zal treden komt in de oude regeling een wijziging. De vereeni- ging moet dan plaats maken voor een Centrale Rijkskeurings-Commissie, waarbij de gemeente 't recht van na keuring echter blijft behouden. Als overgangsmaatregel blijft de Haagsche Keurings commissie nog een halt jaar in functie. Spr. is echter van oordeel dat wat in den Haag wordt goedgekeurd voor het Zuiden nog niet allemaal toelaatbaar is, en na keuring gewenscht is, 't zij door een plaatselijke Commissie dan wel door de Zuidelijke Commissie. De Raad kan de meening van den voorzitter deelen. Besloten wordt de Zuidelijke Keu ringscommissie met 't nakeuren te be lasten. Ingekomen stukken. Van Gedeputeerde Staten zijn eenige goedkeuringsbesluiten ingekomen. Besloten wordt in het Gemeente huis een eenvoudig schuimblusch- apparaat te plaatsen. Rondvraag. De heer Wiegmans vraagt of het niet mogelijk is om evenals te Roo sendaal voor deze gemeente reclame- sluitzegels te laten vervaardigen. Voor zakenlui zou men deze beschikbaar „Neen, dat is ook liet woord niet, bes te Olga", zei de vorst. „Eerlijk gezegd - het kan mij niet veel scheleó, of hij hier is, maar men is nooit onder el kaar, en daarenboven mag Iris hem, zoover ik weet, ook niet graag. Enfin, er valt nü eenmaal niets aan te veran deren, hij komt, laat ons dus nog maar een vroolijk gezicht op den koop toe zetten". i „Ja, antwoordde mevrouw Chryso- pras- „Maar het spijt me, dat ik je een onwel komen gast op den hals heb ge haald, Marcellus. Ik zou ook nooit op deze gedachte zijn gekomen, als Sigrid mij niet duidelijk had gemaakt, dat dit een schoone kans voor Sascha was, zooals die zich nooit meer zou voor doen. En daar Sascha nu eenmaal zoo veel op haar Vader zaliger lijkt „Ja, Sigrid is aandoenlijk in haar vriendschap", brak Hockwald het oude klaaglied over de leelijkheid van den zaligen Clirysopras af. spoedig daarna nam men van elkaar afscheid om te gaan slapen; daar het echter nog niet laat was, wipte Iris nog even in de kamer van Sigrid, met het doel om eens uit te vorschen, wat toch wel de oorzaak kon zijn, dat zij zoozeer veranderd was. Zij sloeg haai' slanke armen om den hals harer zuster en drukte een kus op* haar zachte wan gen. „Niet waai', Sigrid, nu is toch alles weer tusschen ons als vroeger?" vroeg ze hartelijk. „Wat zouden wij dan met elkander hebben?" antwoordde Sigrid droogjes, terwijl ze het hoofd uit de armen harer zuster losmaakte. „Laat ons liever eens over wat anders praten, bijvoorbeeld over papa's nalatenschap. Heeft-'t je ook niet bevreemd, dat papa zoo'n groote som kon nalaten. Wij hebben altijd van de renten van een derde van dat kapitaal geleefd. Waarom? Dat weet jij natuurlijk evenmin als ik misschien heeft papa daar opheldering over gegeven in, den briéf, dien hij aan Marcellus heeft nagelaten „Ik weet het niet", antwoordde Iris. „Marcellus heeft mij nooit iets over den inhoud van dien brief gezegd." „O ik dacht dat er tusschen man en vrouw geen geheimen bestonden", zeide Sigrid naief. „Neen, die bestaan er ook niet, maar waai- de wil van een, doode zwijgen ge biedt, mag niemand spreken", ant woordde Iris ernstig. „Zwijgen waarom zwijgen?" her haalde Sigrid nadenkend. „Om het even. Het tweede raadsel is de onge noemde peettante, die je tot, erfgename van haai' geld, ju wellen en een geslo ten cassette heeft gemaakt. A propos, wat heb je daarin gevonden?" „Ik heb nog niet gekeken." „Wat?" Sigrid sprong op. „Wil je daarmee zeggen, dat je het koffertje werkelijk nog niet hebt geopend. Neen? \'u, dat getuigt waarlijk van zoo wei nig nieuwsgierigheid, dat men het haast onverschilligheid zou noemen. Of vermeldt de brief, dien papa je heeft nagelaten, wat er zich in den koffer bevindt?" „Ook den brief heb ik nog niet gele zen, Sigrid. Marcellus verzocht me destijds er mede te wachten, tot de eerste smart een weinig gelenigd zou zijn en ik heb hem den brief toen in bewaring gegeven. Marcellus was van meening, dat de brief niets persoonlijks zou bevatten, misschien hoogstens een 1 paar woorden, die op het koffertje en de sleutels betrekking hadden". Sigrid kruiste de armen en zag hare zuster met een onbeschrijfelijk spot tend lachje aan. „Het is merkwaardig, dat karakters als dat van jou, zulk een harde, ge- voellooze zijde kunnen hebben", zeide Sigrid scherp. „Had papa mij een re geltje nagelaten, God weet waarover, met een laatsten groet aan mij, ik zou gedorst hebben naar deze regels, ze als een reliquie hebben vereerd en mij in hun bezit veel minder een wees hebben gevoeld. Maar natuurlijk bij mij „meent" .ook geen Marcellus iets. Je bent zóó rijk aan liefde en geluk, dat de laatste woorden van een overleden vader van nul en geener waarde voor je zijn geworden Iris was zeer bleek geworden. Nu stond ook zijl op en sneed met één blik haai' zuster het woord af. „Zwijg", gebood ze zonder toorn, zonder scherpte in haar stem, maar M.V.DOUWE EGBERTS TABAKS-FABRIEKEN kunnen stellen, om ze achter op brie ven te plakken. Spr. vindt zulks een goedkoop reclame middel. De Voorzitter zal dit overwegen. De heer Timmermans vraagt om 't terrein achter de Koesiraai, aanslui tend aan den Heilweg, voor straataan- leg voor te bereiden. De Voorzitter zegt. dat men hier omtrent reeds plannen overweegt. In aansluiting op de vraag van den heer Timmermans vraagt dhr. Neder lof, of het geen tijd wordt om de krotwoningen onbewoonbaar te doen verklaren. Spr. noemt het daar een verzame ling van ziekten. Voorzitter. Waar moeten we met die menschen heen Nederhof. U kunt ze zes maanden tijd laten. Als wij zoo aan den gang blijven, dan schieten we niets op. Voorzitter. Ik kon nog niet zoo direct de gevolgen overzien, maar het heefl nu toch mijn aandacht. De heer Timmermans vraagt, of met een kalmte en waardigheid, die Sigrid dadelijk deden verstommen. „Je hebt niet het minste recht zoo te spre ken. Mai'cellus weet dat ik tegen dit koffertje een soort van alkeer heb. Ik weet zelf niet waarom, misschien is het heel dwaas van me, maar men kan daar nu eenmaal niets tegen doen. Goeden nacht!" En zij ging heen, zonder dat Sigrid een poging deed om haar tegen te hou den. „Het heeft haar getroffen", fluister de ze, toen ze de deur achter de jonge vrouw sloot. „Om het even ik moet achter het geheim van die anonieme peettante komen. En wat mijn trou wen vereerder, den markies in de Ma- rem ma betreft, die zal me helpen dat zal hij." Nadat Iris haar zuster had verlaten was ze, na nog even den kleinen Sieg fried met een kus goeden nacht te heb ben gezegd, naar haar kleedkamer ge gaan, waar de vorst reeds op haar zat te wachten. Een lachje, als een zonne straal door een regenwolk, kreeg hij als groet, maar toch zag hij dadelijk, dat er iets aan haperde. „Wat scheelt er aan, mijn liefje?" vroeg hij, nog eer Iris wat had gezegd. „O, hoe goed kun je in mijn ziel le zen" zeide ze verheugd. „Nu ik aan je zijde hen, scheelt er niets meer aan, maar zooeven had ik zoo'n gevoel over me, alsof mijn geduld en verdraag zaamheid om Sigrid's bezoek en nabij heid te dulden, nu reeds ten einde wa ren. Dat was slecht en boos van mij, want ik moet schuldig zijn aan hare verandering, al is het dan ook onwe tend. Neen ach! Waarom te herha len, wat ze 1 ïeeft gezegd? Ten laatste verweet ze mij, dat ik liefdeloos en on verschillig was, omdat ik' papa's brief nog niet had gelezen je weet wel, die den sleutel van het zwarte koffertje bevat. Misschien beeft ze gelijk, maar bet. hoeft me toch boos en toornig ge maakt, hoewel ik medelijden met haar moest hebben. Maar het betere gevoel, medelijden en geduld zullen zegevieren, dat geloof je immers wel van mij, Marcellus?" „Hoe zou ik daaraan kunnen twij felen, mijn schatje? Maar wat Sigrid betreft. neen. ik wil niet hard of onrechtvaardig tegen haar zijn. Zij is je je zuster. Maar het was misschien goed, intieme gesprekken met haar te mijden, zoolang ze niet is veranderd". „Dat zal ik ook, Marcellus. En wan neer ze vraagt, waarom ik haar ont wijk, zal ik haar ronduit de waarheid zeggen". „Dat. zou het beste zijn, want on weersbuien zuiveren do lucht,. En wat nu den brief van je vader betreft ,„Ik zal hem morgen lezen van daag niet meer". Vorst Hochwald stond op en ging in gedachten verzonken een paar maal de kamer op en neer. Toen bleef hij voor Tris staan, met een uitdrukking van innige liefde in zijn blik. „Je moet den brief lezen, wanneer je het voor je plicht houdt", zeide hij op vriendelijken toon. „En wat hij ook moge behelzen ik ben er om het je te helpen dragen!" Wordt vervolgd. 51e JAARGANG. 9e Echo van het Zuiden, Waalwpsche en Lanptraatscbe Conranl, Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zend°n aan den Uitgever. Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. van „DE ECHO VAN HET ZUIDEN' Uit het Duitsch van EÜFEMINA VON ADI.EBSFELD-BALLESTBEM. FRÏSO-BMI

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 1