GEDENKBOEK SCHOEN- EN LEDERINDUSTRIE Laai al Due admsMts wel een heel bedrag kosten maar dan zijn we er ook verder heelemaal van af. Voorz. Dat is wel te overwegen, rnaar ik geloof dat enkele waterschap pen doende zijn om 't slib op een andere wijze te keeren. Bij 't Keizersveer ligt nog een oud fundament waar mogelijk een keersluis op gebouwd zou kunnen worden, maar dat ligt nog in de toekomst, in elk geval zullen wij Uwe opmerking over wegen. Kan de raad zich overigens met voorstel vereenigen om volgend jaar de haven te doen uitbaggeren Geen der leden heeft hiertegen be zwaar. 2. Voorstel tot vaststelling der ver goeding voor de bijzondere scholen ex art. 101 der Lager Onderwijswet over 1926 en tot vaststelling van het voorschot op die vergoeding over I9z8. v. Uriel. Ik neb er vroeger al eens iets over gezegd, daarom wil ik er nu niet veel op zeggen, maar 't komt mij toch voor dat er een groot verschil is in de uitkeeringen tusschen Baardwijk, Besoijen en Waalwijk. Voorzitter. Daar moet u zich toch niet blind op staren. De kosten voor de openbare school in Waalwijk zijn iets grooter geweest dan we aanvan kelijk dachten, daarom is dit ook hoo- ger geloopen. Hierna wordt het voorstel, nader uitgewerkt bij prae-advies, m. a. s. aangenomen. 3. Voorstel om aan de firma Gebrs. Teurlings nog een terreintje ten zuiden van hare fabriek in erfpacht af te staan. Conform voorstel wordt besloten. 4. Voorstel om het terrein, af komstig van L. van den Hoven, als bouwterrein te koop te stellen en vaststelling van den verkoopprijs. Overeenkomstig prae-advies wordt besloten. 5. Voorstel tot wijziging van het plan van aflossing der geldleeningen ad f88.000 en f333.000. De Voorzitter zegt dat de mindere afschrijvingen al in de begrooting 1928 zijn verwerkt. De raad gaat met 't voorstel accoord. 6. Voorstel tot wijziging der Alge- meene Politieverordening in verband met de inwerkingtreding der Bioscoop wet (intrekking van het besluit van 24 Februari 1927). Zonder eenige opmerking hecht de raad zijn goedkeuring aan 't voorstel 7. Benoeming van een lid van het R.K. Burgerlijk Gasthuis (vacature P. J. van Loon). Gekozen wordt de heer G. J. v. Loon. Niets meer aan de orde zijnde voor openbare behandeling, sluit de Voor zitter de vergadering en gaat de raad over in geheime zitting ter behande ling van eenige schoolgeldreclames. (Ongecorrigeerd). TECHNIEK. BO VENSMERING. In motorkringen hoort men dikwijls bovenstaande uitdrukking, echter heb ben de meesten, zelfs het overgrootste deel der vakmenschen op motorgebied, geen juist denkbeeld, wat boven sme ring eigenlijk is. Wij willen derhalve trachten een be ter overzicht van dit vraagstuk te ge ven. één en ander naar aanleiding van een door den heer Ir. J. Clementson, Malmö, gehouden voordracht, in ver band met de in Zweden en Duitschland steeds meer en meer bekend wordende SPEEDOIL. Gelijktijdig met SPEEDOIL kwa men er verschillende meer of minder gelukte zoogenaamde ontroetings- en koolreinigende middelen op de markt en dit was de oorzaak, waarom men zich in het algemeen tegenover nieu wigheden op dit gebied zeer sceptisch toonde. In Holland, waar men ten op zichte van het smerings-vraagstuk nog niet zoo ver is als b.v. in Zweden en Duitschland, staat men tegenover de noodzaak eener „BOVENSMERING" tot op heden nog vrijwel onwetend. Van de hierboven genoemde SPEED- OIL heeft men echter goede practische resultaten kunnen aantoonen en wat de theoretische beschouwing aangaat, zal men, na uiteenzetting, het nut de zer olie moeten erkennen. SPEEDOTL is een smeermiddel naast de gewone smering en dient om de tot nu toe gevolgde smeerwijze te vervolmaken. Wij moeten derhalve eerst het gewone smeersvsteem, het welk bij de exploisie-motoren van thans wordt gevolgd, nader bekijken. Wat de gewone smeermethoden betreft, heb ben de daarbij aangewende systemen van smering hun taak vervuld, zóó, dat de motor geloopen heeft, waarmede echter alles gezegd is. Maar met. den tijd is men ook bij motorvoertuigen zoover gekomen, deze uit een econo misch oogpunt te gaan beschouwen, 't Is toch beslist een gebrek te noemen, wanneer een motor reeds na enkele tienduizende Kilometers zoover versle ten is, dat deze uit economisch oogpunt geen waarde heeft. Ook motor-renners hebben treurige ervaringen opgedaan met vastbranden en andere wrijvings moeilijkheden der zuigers, vervuilde bougies, enz. (alle meer of minder be langrijke storingen), wanneer het er in de eerste plaats op aankwam met een zeker cylindervolume de grootst moge lijke prestatie te verkrijgen. \}ecAirtersmerinfj berust kort gezegd op het principe in bet carter een be paalde hoeveelheid olie te gieten, wel ke de taak heeft als smering van den geheel en motor te dienen. Zelfs bij ge bruik van de beste soort smeerolie, die te verkrijgen is en zelfs indien de beste vakkundigen met, raad en daad terzij de staan, dan nog zal de carterolie niet meer dezelfde smeer-eigenschappen be zitten, nadat de motor heeft geloopen. Reeds na de erste toeren van den mo tor, wordt de kwalteit dezer olie min der en dit is in hoofdzaak aan twee oorzaken te wijten, n.l. de hitte en de vermenging. Wat betreft de hitte, zal het iedereen niet bekend zijn, dat, wanneer een mo tor ongeveer één uur geloopen heeft en men een thermometer in de carterolie houdt, een temperatuur van tusschen 50 en 75 graden kan worden afgelezen. Wanneer men zich de moeite getroos ten wil, ook de temperatuur op te me ten van de olie, die gelijktijdig langs de cylinderwanden naar beneden vloeit, dan zal men kunnen vaststellen, dat de temperatuur dezer olie tusschen 100 en 125 graden ligt. Dientengevolge is de viscoviteit van deze olie met ca. 45 verminderd en toch zou deze olie nog voldoende kwalitatieve eigenschappen moeten bezitten om de gewichtigste deelen van den motor te smeren, n.l. de zuigers, de -zuigerringen en de in- en uitlaatkleppen. En wat nu betreft de vermenging. Deze vindt haar oorzaag in de brand stof en is in het algemeen belangrijker dan men denkt. Speciaal bij een motor, die koud is, dus vóórdat de zuigers na de verhitting weer hun juisten stand hebben ingenomen, vindt een zeer be duidende vermenging van de brandstof met de carterolie plaats. Er kan met j een tamelijk groote ruimte gerekend worden, wanneer de motor nog koud is, zoodat juist het starten de grootste i vermenging veroorzaakt. Eenige proe ven op dit gebied met vrachtautomo bielen genomen, welke regelmatig in bedrijf waren, hebben uitgewezen, dat zelfs bij bijna nieuwe of opnieuw bij- W. DONKER Pzn. ingenaaid slechts f 1,50, in prachtband slechts f 2,50. Uitsluitend verkrijgbaar WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. gestelde motoren, na een afgelegde af stand van 150 tot 180 K.M., de vermen ging tot zelfs 5 per dag kan bedra, gen, wanneer geen SPEEDOIL wordt gebruikt. De doorsnee-olie in een door snee-motor, om het zoo eens uit te druk ken, heeft nauwelijks meer een betere kwaliteit dan 25 van de oorspron kelijke, nadat de motor een korte pe riode heeft geloopen. En met zulke carterolie rijdt men nu over het alge meen. Als beslist zeker kan dan ook worden aangenomen, dat een machi ne-technicus uit een andere branche 't als zeer twijfelachtig zou beschouwen, een dergelijk smeermiddel te gebruiken en dit dan nog voor machines met een geheel ander en veel geringer toeren tal en geringere belasting. Het tot nu toe gebruikte smeersys- teem heeft bewezen slechts uitsluitend te voldoen ter smering van de deelen, gelegen in het carter zelf, n.l. zuiger- stanglagers en krukaslagers, omdat de olie door de daar plaats hebbende om wentelingen reeds een tamelijk hooge graad van warmte bereikt. Zich voor te stellen, dat deze oliekwaliteit ook tot smering kan dienen der hooger gele gen gewichtige deelen, die nog warmer zijn dan de benedcnliggende, moet toch tamelijk optimistisch genoemd worden. Zelfs wanneer de olie deze deelen zou kunnen bereiken, zou ze, wanneer ze hooger in de cylinders werd opge voerd. door de daar heerschende- tem peratuur haar smerende eigenschappen direct verliezen. Het principe, dat de carterolie ook de zuigers en de kleppen zal smeren, berust daarop, dat bij den zuigslag van den motor 'n kleine lucht ledige ruimte boven de zuigers ont staat, waardoor de carterolie van be neden af opgezogen wordt. Er zouden dus twee belangrijke fouten in den mo tor aanwezig moeten zijn, opdat de carterolie kan doordringen n.l. een zeer groote zuigweerstand en verder een ta melijk groote tusschenruimte tusschen de zuigerringen en den cylinderwand. Deze beide tekortkomingen kunnen niet als goed worden aangemerkt. Het is altijd moeilijk de klepzitt.ingen en de kleppen zóó af te slijten, dat de afdich ting volkomen is en de dichting tus schen zuigerringen en cylinderwand precies af te passen. Te betreuren is het, dat daardobr bovendien 'n juiste smering wordt tegengewerkt. Hoe men zich voorstellen kan, de carterolie in de verbrandingsruimte te zuigen, wan neer het gasmengsel door een compres sor wordt binnengevoerd, waarin zij inplaats van gezogen, geperst wordt, is een zaak die niet verklaard kan wor den. Wat de smering der kleppen betreft is het bij het thans gevolgde smeersy- steem ook niet mogelijk deze te doen plaats vinden. Bij motoren met han gende kleppen (kopkleppen) probeert men wel deze te smeren door rond de «instekende klepsteelen een klein olie reservoir aan te brengen en daardoor de oliëing te bewerkstelligen. Men dient hierbij evenwel er aan te denken dat een zekere schadelijke tusschen ruimte tusschen de klepsteelen en de klepgeleiders moet bestaan, opdat de olie daar komen kan. Men kan niet nalaten de vraag te stellen, waarom de fabrikanten van automobielmotoren heden ten dage, waar zij met zoovele nieuwe verbete ringen op de markt komen, toch aan een smeersysleem blijven vast houden, waarvan zij heel goed weten, dat het onvolmaakt is. En dat zij dit weten, wordt bewezen door het feit, dat zoo wel fabrikanten als verkoopers den koopers van nieuwe automobielen en motorrijwielen steeds den raad geven, de eerste 1000 K.M. voorzichtig en met olie in de brandstof te rijden. De motor moet eerst zoover afgesleten zijn, tot dat een voldoende speelruimte tusschen de zuigers, zuigerringen en cylinder wand! ontstaan is, om de carterolie de gelegenheid, te geven zich naar boven op te werken. Wanneer men een boos aardige uitlegging wil geven, zou men kunnen beweren, dal het niet de be doeling is den motor zóó te bouwen, dat hij te lang zal blijven functionee- ren. Is dit niet het geval, dan kan de oorzaak alleen zijn, dat er met geringe kosten geen beter smeersysteem kon worden toegepast. Er bestaat wel is waar nog wel een manier om het smeer systeem te verbeteren door den motor van het oude beproefde oliesysteem, hetwelk bij eenige scheepsmotoren wordt toegepast, te voorzien, n.l. steeds nieuwe olie uit een speciale olietank naar de verschillende te smeren plaat sen te leiden. Dit zou echter zeer beslist den motor duurder en meer gecompli ceerd maken, belangrijke bedrijfsstorin gen met zich brengen en wat de cylin- dersmering betreft, op groote moeilijk heden stooten. Er kan gerust aangenomen worden, dat de fabrikanten zich nu, nadat het principe der bovensmering zoover doorgedrongen is, van alle verdere moeilijkheden ten opzichte van dit vraagstuk, bevrijd voelen. (Wordt vervolgd). VERVOLG PROVINCIAAL NIEUWS. Biljart-wedstrijd. Amusement. Ha.Ka.Be. Th. Trots 67 C. Willemse 100 M. v. d. Ven 63 W. Hens 100 B. v. d. Linden 100 A. Heijhuurs 36 H. v. Rooij 51 H. de Ruiter 100 J. de Reus 75 J.v.d. Grind 100 v. Gooi 79 J. van Loon 100 435 Hoogste serie v. d. Linden 47. Hoogste serie v. d. Grind 31. ADVERTENTIëN. Hiermede betuigen wij onzen recht hartetijken dank voor de vele blijken van belangstelling bij ons Zilveren Huwelijks feest, 22 April 1.1. ondervonden. W. H. HENS 40458 en Echtgenoote. Waalwijk, 27 April 1928. 536 groot of klein, plaatsen door onze bemiddeling. Het bespaart U kosten en moeiten en kost U geen cent meer. Bij contracten zelfs minder 1 Waalwijksehe Stoomdr. Antoan Tielen VOOR DE DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 12