Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Witt© frozen. PUROL PUROL i^KDPD BDABATiD FEUILLETON c^lWAAI.WiJlt^ NUMMER 58. ZATERDAG 21 JULI 1928. 51e JAARGANG. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No, 38. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. De Filmkeuring. Zooals men ln een kort bericht heeft gelezen, is de gemeenschappelijke na keuring van films, zooals die bestond voor een aantal gemeenten in het Zuiden, plotseling opgeheven, zonder dat iemand er iets over heeft verno men of dat er een bericht of com muniqué over is gepubliceerd. Naar de „Meierljsche Courant" wist mede te deelen, is dat ook te wijten aan het feit, dat de te Amsterdam woonachtige keurder der Zuidelijke nakeuring min of rneer plotseling van de nakeuring is gescheideniets wat insiders niet bepaald verrast, omdat maanden geleden reeds werd gezegd en geschreven, dat deze keurder niet een voldoende garantie van objectivi teit en onpartijdigheid gaf. Wij vinden, met de Tilb, Crt. het verloop van zaken niet zoo erg schit terend. Nadat er eersi een conflict was ontstaan tusschen de Zuidelijke nakeu ring eenerzijds ea de filmverhuurders en den Ned. Bioscoopbond anderzijds blijkt op een goeden dag ue héele gemeenschappelijke nakeuring niet meer te bestaan, zonder dat daarvan op een of andere manier het Zuidelijk publiek werd ingelicht. Het schijnt zelfs, dat sommige bij de gemeen schappelijke nakeuring aangesloten gemeentebesturen niet eens bericht hebben ontvangen en pas uit de cou ranten hebben vernomen, dat de na keuring niet meer bestaai. Het is niet bepaald een exitus cum dignitate, een waardig heengaan, zegt'i blad terecht. Een andere vraag is, wat er thans gaat geschieden. Pater Hyacinth Hermans, lid van de Centrale Keuringscommissie, heeft in de „Maasbode" medegedeeld, dat die 67). Sigrids blik viel op de pendule op de schrijftafel zij was hang geweest, dat het al avond zou zijn, en toch was het nog geen uur geleden, dat zij op Iris' kamer gekomen was. Des te heter. In twijfel keek zij een oogenblik naar Iris. Zou ze nu haar experiment ten einde brengen. Schuw keek ze om zich heen. Neen, zij was bang voor de geschilder de pogen daar, bang voor Hochwalds oogen, zij vreesde, dat de mond daar op het portret zich eens mocht openen en lot haar zou spreken wat? Ver nietigende woorden. „Ik zal haar wakker maken," dacht zij met een zijdelingschen blik op het portret en ging voor Iris op de knieën zitten en legde weder de hand op hare schouders. Maar Iris Iris mocht niet leven. Iris, de schand vlek van haar en van zijn naam! Wal zou ze met Iris doen? Eene moordena res wilde zij niet worden! Nooit! Hoe zou zij~hare handen ooit zoo kunnen bezoedelen? Had dat niet Iris' moeder gedaan en hoe was dat afgeloopen? Maar wanneer zij Iris nu eens de ge- Centrale Keuringscommissie nu des te strenger zou keuren. Wij geven er de voorkeur aan, op dat punt liever de feiten af te wachten, al schijnt de praktijk der centrale keuring tot nu toe inderdaad goed te zijn. Kan men het in den lande af met de ééne cen trale keuring, des te beter en dan ver valt de nakeuring natuurlijk. De tijd is echter nog te kort geweest om daarover een definitief oordeel te vellen, al mag gezegd worden dat tot dusverre geen reden tot klagen over de centrale aanwezig is. Biljkt dat werk goed, dan is elke nakeuring overbodig en is het des te beter. Overigens slaat voor elke gemeente in 'i andere geval de bevoegdheid open, eene eigen nakeuring te stichten in dien dit wenschelijk zou blijken. Een centrale, als ze goed is lijkt ons de meest gewenschte toestand, in elk geval men neme de loyale proef. De verloochende geest van Genève. Uit het antwoord van minister Slote- maker de Bruine op de vragen van den heer Kortenhorst in zake het Engelsche invoerrecht op emaille, ter hoogte van 25 °/0 der waarde, onge veer een maand geleden van kracht geworden, heeft men kunnen lezen, dat de minister toegeeft, dat tengevolge van deze zware belasting het Neder landsch emaille practisch niet meer naar Engeland kan worden uitgevoerd en dat dus de Engelsche markt voor dit Nederlandsch exportartikel „groo- ten deeIsverloren is gegaan. Er zal wel weinig of niets aan te doen zijn. Het geval is overigens weer veel zeggend. De Economische Conferentie van Genève ligt alweer een heeien lijd achter ons en de geest dier conferen tie, nooit bijzonder sterk geweest, is danig verbleekt en verflauwd. Ondanks alle beraadslagingen en verklaringen, dat het internationale handelsverkeer dachte ingaf om zichzelf te dooden, wie zou dan kunnen zeggen, dat zij het deed. Iris mocht dan natuurlijk niet weten, dat die gedachte niet uit haar zelve was voortgesproten juist, dat was 't, wat haar nog overbleef te doen. „Iris, hoor je mij?" riep Sigrid. „Ik beveel je te vergeten, dat ik het was, die je heb bevolen, je leven vanaf heden onvereenigbaar te vinden met het geluk en de eer van je man. Zul je 't vergeten?" „Ja", zuchtte Iris en.zij zag er daar bij uit als een verwelkte bloem. Sigrid had echter reeds lang die grenzen over schreden, waarop een ommekeer nog mogelijk is, waarop het gevoel van me. delijden nog klopt en het menschelijk hart nog bewogen kon worden. „Wordt wakker," beval zij. Maar zoo gauw ging dat niet, zij moest het her haaldelijk roepen, eer Iris de oogen opsloeg en weder lot bezinning kwam. Nu stond Sigrid op en ging zachtjes naar haar kamer, waar zij zich ter rus te legde en weldra insliep, het hoofd door allerlei verwarde gedachten ver vuld, te midden waarvan zij zelf stond in triomf aan Hochwalds zijde. „Hij zal mij beminnen!" Dal was 't steeds wederkeerende refrein barer ge dachten en daarbij viel 't haar niet op, dat haar ziel reeds bezoedeld was door het bloed van Iris want wat was er nu nog noodig voor de daad? Den wil had zij getoond en was dat niet vol doende? En Iris? Toen zij wakker werd, moest zij zich eerst bezinnen, waar zij was. Wat was er gebeurd, sinds zij in haar kamer niet zou mogen worden belemmerd en dat de hooge douanemuren zond de verschillende landen zouden worden verlaagd of allhana zeker niet ver hoogd, gaan de staren hun ouden gang. zich alleen latende leiden door wat zij al3 hun nationaal-fcconomisch belang zien. Dat dit streven in zich en principieel altijd verkeerd is, zullen wij niet be weren; wèl, dat het gemakkelijk kan ontaarden in een eenzijdige en onver standige politiek, waarbij kortzichtig heid en gemakzucht méér invloed uit oefenen dan ernstig onderzoek en objectief oordeel, In Ieder geval echter blijkt uit dit speciale geval weer, hoe weinig prac- tische beteekenis de „geest van Ge nève" nog heeft. Frankrijk. Duitsch- land en Engeland hebben na de Economische Conferentie van Genève nog allerlei zuiver protectionistische maatregelen genomen en de laatste Engelsche maatregel sluit feitelijk de Engelsche markt voor buitenlandsch emaille af. Ook laat dit geyai duidelijk zien, dat ook al worden^»- en uitvoerver- boden formeel opgeheven (zooals de jongste conferentie van Genève, onder voorzitterschap van den heer Colijn, aanbeveelt), daarmede nog geen vrije in- of uitvoer is bereikt. Een nieuw Invoerrecht of een nieuwe exportbelasting en de oude toestand is feitelijk hersteld. De invoer van Nederlandsch emaille is in Engeland niet verboden. De Nederlandsche fabrikant mag impor teeren zooveel hij wil Alleen maar, er komt 25 °/o invoerrecht op en bijge volg kan de importeur niet meer op tegen de prijzen der Engelsche fabri kanten. Iniusschen roept de Nederlandsche liberale pers bij een onnoozel klom- penwefje, dat 8 °/0 invoerrecht voor stelt, pathetisch den „geest van Ge nève" op. Maar de groote mogendheden maleti niet om den „geest van Genève". Zooais uit het practlsche invoer verbod van Nederlandsch emaille in Engeland wel zeer duidelijk blijkt. T. C. BINNENLAND. NIEUWE INDUSTRIE TE ROOSENDAAL. Eén onMocrp-overcenkomtf ina. dr verleening van het renteloos voorschot ad. f 1 mÜlioen opge steld. Op 17 dezer is bij den gemeenteraad van Roosendaal het verzoek der N.V. l'lndustrielle te Antwerpen be treilen de een renteloos voorschot van 1 mil- lioen, ingediend, onderteekend door io lieeren René Greinér, administrateur délégué des Aciéries Valère Mabile te Morianwelz, wonende te Brussel. G. O. J. van Ditzhuyzen, directeur der N.V. Ijzergieterij en Emailleerfa- brieken Vulcaansoord te Ter Borg, A. G. J. Mastboom, burgemeester van Oud en Nieuw Gastel. In verband hieimede is door de lei ders der drie fracties in den raad een ontwerpovereenkomst opgemaakt, waaraan wij het volgende ontleenen de terugbetaling van liet voorschot zal plaats, hebben in 25 jaarlijksche termijnen, ieder groot ƒ40.000.— voor de eerste maal op 2 Januari 1931 en zoo vervolgens jaarlijks op den 2den Januari, tot de geheele voldoening der hoofdsom; de betaling zoowel van de hiervoor vermelde jaarlijksche aflos singen als van liet eventueel in zijn ge heel verschuldigde restant der hoofd som, dient ten genoege der gemeente engten kóste der Industrielle verzekerd te zijn. Tusschen de contractanten is verder overeengekomen, dat de werkkrachten der heide bedrijven, (en minste voor 75 reeds op I Juli 1928, te Roosen daal gevestigd moeten zijn, ofwel moe ten worden aangenomen, door tus- sclienkomsi van de te Roosendaal ge vestigd e arbeidsbeurs. dat aan 75% der in de bedrijven te werk gestelde werkkrachten, zal moe ten worden gegarandeerd a. in het electrisch krachtstation en in het metaalbedrijf, voor zoover de betrokkenen werkzaam zijn in het vicr- ploegensysteem voor continuarbeid ook op Zondag, een minimum jaarinkomen van een duizend gulden. li. in het kunstzijdebedrijf en in 't metaalbedrijf, aan alle andere dan de hierboven vernielde werkkrachten een minimum jaarinkomen van negenhon derd gulden voor de mannelijke werk krachten en van zeshonderd gulden voor de vrouwelijke werkkrachten. was gekomen? Sigrid was bij haar ge- weest en zij had haar den anoniemen brief te lezen gegeven en Sigrid had haar gezegd, dat alles waar was, wat er in stond en toentoen was Sigrid weder heengegaan. JawelZij was we der heengegaan. Iris kon zich niet goed meer herinneren, of en wat zij verder nog samen gesproken hadden. Niets, in elk geval. En wanneer het ook zoo was, wat kon 't dan nog voor gewichtigs zijn tegenover de vreeselijke zekerheid, dat hetgeen die ongeteekende brief behels de, waarheid was. Waarheid! Zij, de verwende dochter van het geluk, de gelukkige vrouw van den edelsten man, de gezegende moe der van een lief kindzij de doch- ter van eene moordenares, die voor haar misdaad onder de bijl van den beul had geboet. Dat was een gedachte, zoo vreeselijk, zoo ontzettend, zpo vreemd, dat liet hij- na niet te gelooven was. En toch was het waarheid! Met loome, pijnlijke leden stond Iris op en haar eerste oogopslag viel op den brief. Zij nam hem op en stak hem in den zak van haar japon en met een zucht opende zij nog eens den witten étui en bekeek de heide portretten. Het schoone portret van de vrouw met den krans van witte rozen in de lokken was dus dat barer moeder ach, toen dit portret ontstond, was zij zonder twijfel nog onschuldig en bezoedelde geen smet haar reine ziel. Wat had haar tot eene misdadigster gemaakt? Een dwa ze waan? Diep medelijden steeg in Iris' hart op voor de arme verloren ziel en dit me delijden, die kinderlijke tranen, die in heete stroomen op het glas van het por. tret vielen, zij verdrongen ook het ver lammende gevoel, dat haar bij den aan blik van dit portret steeds zoo onver klaarbaar had overvallen misschien vingen engelen deze tranen op en droe gen ze voor Gods troon om daarmede het bloed af tó wasschen, dat aan de handen van de ongelukkige kleefde, die hier op aarde wel had geboet, maar misschien in den hemel nog geen ge nade had gevonden. Maar die tranen gaven aan Iris' hart geen lucht, want nu kwam de gedachte: hoe zal Marcellus het dragen? Welis waar beantwoordde zij deze vraag voor zichzelve hij zou haar niets laten merken, haar niets doen ontgelden, wat hij bij deze tijding gevoelde. Want om het hem te verzwijgen, dat kwam haar niet in de gedachten, omdat dit een on recht zou zijn geweest. Maar w%t moest er wel in zijn binnenste omgaan, hoe zou hij gepijnigd worden bij de vreese lijke gedachte, dat zij, zijne vrouw, de moeder van zijn zoon en erfgenaam, het kind was eener vrouw, die haar leven op het schavot liet, wier naam tot een schandvlek was geworden en door het slijk was gehaald, door booze, valsche tongen, door de pennen van op reclame beluste couranten-reporters. O, die kwellende gedachten! En hij, Marcel lus, moest dezen keten met zich sleepen. Tot aan het einde van zijn leven en ook van zijn zoon, zou men elkaar, waar men hen zag, toe fluisteren: „Zijne moeder was de doch ter van die Maria Ravensbergje weet wel!" En de wereld zou hem ook nog teeke nen met het Kaïnsmerk. Maar wanneer Doorzitten Stukloopen Zonnebrand en Smetten zij er nu eens niet meer was, zou dan de smet uit zijn, uit Marcellus' leven worden uitgewischt? „Ja"! liet een stem zich luid in haar binnenste hooren. „Je moogt niet meer leven, wanneer je hem liefhebt. Je moet hem bevrijden van de schandvlek, je moet den dood zoeken en daarmede den smaad van zijn naam en uit zijn leven afwasschen. Iris schrikte hevig van haar eigen gedachten, die aan hare natuur zoo vreemd waren en zoo weinig pasten bij j het karakter van haar man. Zij had het doffe gevoel, alsof deze gedachte niet uit haarzelve kwam, alsof iemand naast i haar had gesproken, dicht aan haar j oor gesproken met een stem, die haar hekend voorkwamOf had zij het toch zelf gedacht? Zij wist 't niet, hare zinnen waren verward en daar, daar was het weer. Zij vloog naar het raam, haalde de ja- louzieën in de hoogte en liet de heete zomerlucht naar binnen stroomen, ver gezeld van een welriekenden bloemen geur, maar het hielp niets, de gedachte was er, en zoo dikwijls zij die door een andere wilde verdrijven, telkens en tel. kens kwam zij weer terug. Aangegrepen door een bovenmen- schelijke vrees ijlde zij naar de kamer van haar kind en hoog zich over het slapende wichtje en ving den zachten adem in haar mond, op, als moest die engelachtige ademtocht haar redden tevergeefs, het klonk ook hier in hare ooren „Hel leven is voor jou onmogelijk geworden je moet sterven, om een schande van hem weg te nemen, die hij niet zou kunnen en mogen dragen!" Wordt vervolgd. atlwyksflf en Lungstraatsdie ('airait, Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rijk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, eas. franco te zenden aan don Uitgever. Prijs der Advertentlfin 20 cent per regel; minimam 1.50. BiJ contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiön moeten Woensdag en VrQdag des morgens om uiterlijk 9 nur ln oi\s bezit ztjn. van „DE EOHO VAN EET ZEIDEN". ült het Duitsch van EÜFEMINA VON ADLEB8FELD-BALLE8TBEM. „Ja". *Wtt5C HAPPY VAN VE RZEKf RING OP HETLEYEn <6

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 1