Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Koningin Emma. NUMMfER 61. WOENSDAG 1 AUGUSTUS 1928. 51e JAARGANG. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No, 38. Telegr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. De tweede helft van de ruim veertig jarige periode gedurende welke Koning Willem 111 over ons land regeerde moge in veel opzichten voor land en volk een tijd van vooruitgang en voorspoed geweest zijn, dat tijd perk omvat een reeks van jaren, waarin ons Vorstenhuis bij herhaling in rouw gedompeld werd. In 1877 stierf de eerste gemalin van Koning Willem III, koningin Sophie. Sinds het overlijden van deze algemeen beminde Vorstin moest nog herhaaldelijk de Koninklijke grafkelder in de Nieuwe Kerk te Delft ontsloten worden. Zoo stierf in 1879 de Prins van Oranje tengevolge van welk overlijden de tweede zoon des konings, Prins Alexander, troonop volger werd. Doch ook dezen zou het niet gegund zijn de Koninklijke kroon te dragen: hij overleed in 1884. Koning Willem III was nu de eenlge mannelijke overgeblevene van zijn ge slacht. Doch inmiddels was een nieuwe loot ontsproten op den ouden stam. In 1P80 werd onze tegenwoordige Koningin geboren. Een jaar na het overlijden van Koningin Sophie inden herfst van 1878 werd het bekend, dat Koning Willem lil zich verloofd had met Prinses Adelheid Emma Wilhelmina Theresia van Waldeck en Pyrmont. Van de verloving kwam het tot een huwelijk, dat gesloten werd op 7 Januari 1879 te Arolsen, de residentie van den Vorst van Waldeck den Vader der Koninklijke Bruid. In hetbekende lied „Van een Koningsvrouwe" van Arnold Spoel wordt het gezegd van Willem III: „Hij reed daarheen, waar de bergen zijn. Daar woont er zoo menig lief [maagdelijn, Hij bracht een jong Bruideken [mee De jonge Bruid behoorde evenals Koning Willem III tot het zeer aan- zienlijke geslacht der Nassau.s, dat aan verschillende vorstenhuizen ver maagschapt was. „Met groot leed wezen", zoo lezen we in de bladen der historie, „zag men in het vader land van haar, die nu Koningin der Nederlanden geworden was, het ver trek tegemoet van een Vorstin, die zich ook buiten de hofkringen zoovele vrienden gemaakt had. Het was den tienden Januari 1879 dat de Nieuwe Koningin aan de zijde van haar Gemaal voor het eerst den Nederlandschen bodem, hiar nieuwe Vaderland betrad. In 1880 werd het Koninklijk Echt paar verblijd met de geboorte van een dochter, onze tegenwoordige Vorstin. „Die oude grijze Koning, HU werd zoo mat, hij werd zoo [krank". In 1884 werd het 35-jarig Koning schap van Willem III niet in het open baar gevierd in verband met de ziekte van den toenmaligen troonopvolger Prins Alexander. Maar, de 70ste ver jaardag van den Koning werd in 1887 met opgewektheid gevierd Toch was toen de Koning al niet wel en sinds dien nam zijn ziekte toe. In 1889 moest de Raad van State het hoogste gezag overnemen. Er volgde eenige beterschap, doch van tijdelijken aard. Den I2en November van genoemd jaar werd Willem III bulten staat verklaard te regeeren en werd Koningin Emma benoemd tot Regentesse van het Koninkrijk. „Toen stierf de Grijze Koning." Elf dagen later overleed Willem III. De scepter te zwaar nog voor het jonge teere, tienjarige prinsesje, werd opgenomen door Koningin Emma. Zij nam op zich de dubbele taak van Regentes en Voogdes, het Vaderland en de Prinses, aan deze twee ging zij haar leven wijden Een dubbele taak welke zij gedurende acht jaren met liefde en toewijding heeft vervuld. De tijd van het Regentschap mag in vele opzichten een gezegende tijd genoemd worden, zoowel voor ons land als voor de Koloniën. Maar welken dank ons land aan Koningin Emma schuldig moge zijn voor de waardige wijze waarop zij als Regentes heeft geregeerd, ln 't bijzonder kome Haar dank en hulde toe voor de wijze, waarop zij haar kind, de toenmalige Prinses het hoofd geschud hebben. „Een vrouw aan het roer van het schip van Staat?" En dat hoofdschudden had misschien ook betrekking op het feit, dat de Regentes een buitenlandsche was. Het beleid van Koningin Regentes is te beschouwen als een doorloopende beschaming van de al te bedachtzame hoofdschudders Een beleid, dat op zich zelf zoo is geweest, dat het op de tegenwoordige Vorstin Koningin Wilhelmina groote verantwoordelijk heid heeft opgelegd, een verantwoor delijkheid, welke onze huidige Konin gin ten volle zal kunnen dragen, om dat het Koningin Emma geweest is, die haar voor de verheven taak op voedde. De 30s!en Augustus 1898 verbonden is. Vermelden we nog, dat Koningin Emma veel heeft gedaan ter bescherming en bevordering van Kunsten en Wetenschappen Haar be langstelling bleek o a. uit Haar per soonlijk bezoekaan concerten, tentoon stellingen enz Haar liefdadigheid is bekend. Hoe menige foto vertoont niet haar sympathiek, door zilver omkransd gelaat te midden van jeugdige zieken in de ziekenhuizen? Onze Koningin. Moeder bereikt morgen den 70-jarigen leeftijd. Er zal gejubeld worden Haar ter eerNiet het minst de Residentie zal feest vieren. Onder meer zal een bloemencorso gehouden worden. Ter gelegenheid van den 70sten verjaardag zal een herinneringsmedaille worden uitgegeven. Doch de viering van den Wilhelmina heeft weten op^te voeden en doen opleiden voor de taak welke de Prinses als Vorstin zou wachten. Veelzijdig is die opvoeding zeker ge weest, zoowel op het gebied der ver schillende vakken van Wetenschap als op dat der Schoone Kunsten en Lichaamsoefeningen. Wat Koningin Emma gedurende het Regentschap van Land en Volk in het algemeen en voor Haar Kind, de troonopvolgster, gedaan heeft, werd en wordt nog in Nederland gewaardeerd. Er zijn er geweest, die na het overlijden van Koning Willem lil nam de Koningin Regentes afscheid van de Regeering. Als Regentes heeft Koningin Emma geen gelegenheid laten voorbij gaan, om haar kind met het Nederlandsche Volk in aanraking te brengendit getuigen de vele reizen, waarop zij de Prinses Land en Volk leerde kennen, reizen, welke als ware triomptochten geboekstaafd mogen worden. De ge negenheid welke de Regentes mocht verwerven moge blijken uit zoo menig monument, zoo menige Kerk, waaraan de naam van de Koningin-Moeder aanstaanden verjaardag is nog maar een voorproefje van de viering van het gouden feest op 10 Januari 1929, op den dag dat het een halve eeuw ge leden is dat Koningin Emma het land betrad, waar zij de lietde van een Volk zou vinden. ColiJn's rede. In de rede. welke de oud minister Colijn Donderdag aan het noenmaal van den Nederlandschen journalisten- kring gehouden heeft, werd nog eens zeer duidelijk in 't licht gesteld, welk een radicale ommekeur door den wereld-oorlog in de positie van ons werelddeel is gebracht. Staatkundig en niet minder, zelfs méér nog, economisch. Het geldvraagstuk, het vraagstuk der werkloosheid werden klemmender en brandender dan ooit. De koopkracht verminderde in be denkelijke mate. Zware schuldenlasten drukken de verschillende landen. Nieuwe tolgrenzen van een ontzag lijke lengte werden door de vorming van nieuwe politieke eenheden aan de oude toegevoegd Europa, dat vóór den oorlog voor zag In de consumptlebehotfie van lal van landen buiten zijn gebied, werd verdrongen door Amerika en Japan Aan zijne emigranten werden groote hinderpalen in den weg gelegd, zoodat hun getal met meer dan de helft daalde. En was Amerika vroeger debiteur, thans is het de crediteur van ons werelddeel Nieuw zijn al deze bizonderheden niet. Wat de heer Colijn mededeelde, was in hoofdzaak althans, bekend. Maar in een heldere, zaakkundige en goed gedocumenteerde samenvat ting heeft hij de feiten nog eens luide doen spreken en voor eenieder dui delijk gemaakt, hoezeer de wereld oorlog voor het oude Europa een catastrophe is geweest, geweldig in hare gevolgen en waardoor geheel andere verhoudingen in 't leven zijn geroepen. De dwaasheid en onzinnigheid van den oorlog kwamen daardoor in dit betoog wel zeer sterk uit, al zeidede oud minister het niet in uitdrukkelijke bewoordingen. Zijn rede was onder dit opzicht als een waarschuwing en een vonnis. Het nut en de noodzakelijkheid eenereoonomische samenwerking werd door hem met klem van redenen be toogd en hij spoorde daarbij aan tot vertrouwen in het werk van den Vol kenbond. waardoor reeds, zooals hij zeide, merkwaardige resultaten zijn verkegen. Is dit vertrouwen gegrond? Er is geen reden eraan te twijfelen, wanneer een man van gezag als de heer Colijn daartoe opwekt en hij feiten kan aanvoeren tot staving van zijn betoog. Voor het zoo zwaar beproefde en ontwrichte Europa geldt in onzen tijd vooral het Fransche spreekwoord: aux grands maux les grands remèdes. Alleen door krachtige middelen zal men de gevolgen van den verdelgings- strijd te boven komen. De oude methoden zijn op een ont stellend fiasco uitgeloopen, zoodat andere wegen moeten worden inge slagen. Voorop moet staan de christelijke idee van solidariteit en gemeenschap pelijk handelen. Want dit is wel de groote les van den oorlog, dat hij ook aan de over winnaars geen voordeel brengt en dat de volken, evenals de standen, reeds om stoffelijke redenen op samenwer king zijn aangewezen. Deze gedachte zoo welsprekend te formuleeren en te propageeren als door den heer Colijn geschiedt, Is een zaak van nationaal en internationaal belang. Se Echo van het Zuiden. Waalwtjksc&e en Langstraatsche Coorantj Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door het geheele rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*, franco te zenden aan den Uitgever. Prijs der Advertentlën 20 cent per regel; minimum 1.50. By contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. AdvertentIGn moeten Woensdag en Vrydag des morgens om ulteriyk 9 uur ln ons bezit syn.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 1