Ditjes en Datjes. POLEN. het opdoen de gewaischen en fijn gehakte peterselie door heen. (Peter selie geeft, wanneer het eenige tij meekookt geur en kleur af.) Blinde Vinken 4 dunne groote kalfs lapje, 100 Gr. kalfsgehakt, per zout noot, 4 lepels boter. Wasch en zout de lapjes, meng het gehakt aan met peper, zout en noot muskaat en spreidt het zoo dun mo gelijk over het lapje uit. Rol het lapje op (op dezelfde wijze al de runder rolletjes) en bindt er een stevig draadje om heen. Behandel ze nu verder geheel op dezelfde manier als de runderrolletjes. Wentelteefjes 8 a 10 dunne sneetjes oud brood, 1 ei, 1 theelepel kaneel 3 lepels suiker, 2'/a a 3 d. L. melk Snijd van de sneedjes brood rondom de korstjes of. Klop intusschen het ei los, met de kaneel en een lepe suiker. Voeg hieraan, goed roerende de melk toe. Stapel de sneedjes brood in een platte kom (zoodat ze plat op den bodem liggen) en giet het meng sel er over heen. Keer af en toe de sneetjes, zoo dat allen geheel met de vloeistof doordrenkt zijn. Laat dit zoo ongeveer een uur staan; de vloei stof is dan meestal geheel erin ge trokken. Laat een klontje boter in de koekepan licht bruin worden. Leg voorzichtig een paar sneedjes erin en bak ze langzaam aan weerskanten lichtbruin. Stapel ze netjes dakpans gewijze op een schotel, maar zorg ervoor, dat de rand geheel vrij blijft. Strooi er de twee overige lepels suiker overheen, die men bijv. in een vijzel heeft fijngestampt. WEET GIJ??? dat volgens de officieele statistiek van het totaal aantal misdrijven slechts 10 op rekening van de vrouwen komen en dat vele mond- en tandziekten over gebracht worden door het zoenen? en dat eenige jaren geleden de Engel- sche regeering 36 millioen gulden gezouten haringen kocht, waarvan niemand ooit uitgemaakt heeft waar ze gebleven zijn? en dat in het jaar 1621 de koeien op de markt te Hoorn verkocht werden voor 6, 7 en acht gulden wegens gebrek aan voer, tengevolge van den natten en kouden zomer? en daf Italië een zilveren munt heeft die het motto draagt: „Beter één dag als een leeuw te leven dan 100 jaar als een schaap" en dat er aan een goed Perzisch tapijt ongeveer 100.000 steken per vierkante meter zitten en dat elke steek apart met de hand gemaakt wordt, daarna afgeknipt met de schaar en neergeklopt en dat de stad Londen meer inwoners telt dan geheel Australië, dat bijna even groot is als Europa? en dat visschen het sterkst reageeren op groen en geel licht? en dat onlangs door een Italiaan een lichtstraal is uilgevonden, die tot een diepte van 203 M. in het water door dringt? en dat zelfkennis niet moet ontaarden in geringsahatting van zichzelf? en dat het den mensch betaamt ver draagzaam te wezen, omdat hij feil baar is en Er zijn menschen die altijd de tijd hebben ten weer anderen, die altijd haast hebben. Praten van geen tijd heb ben is goed beschouwd ook nonsens. Om te beginnen hebben we allemaal evenveel tijd, zoolang een dag vier en twintig uren telt. En ten slotte heeft iederwmensch de beschikking over een massa tijd. Want zoodra er een mi nuut voorbij is, heb je alweer een vol gende minuut, en voorloopig zijn er geen aanwijzigingen, die er op wijzen dat de minuten uitgeput raken. Wij hebben dus allemaal de beschikking over een onafzienbare massa tijd. Zoo dacht er ook de kruier over, die een paar kofiers naar den trein moest brengen. Mijnheer reisde eerste klas. Toen hij bij het station was aangekomen, was de kruier er nog niet met zijn koffers. De heer ging naar zijn trein en zochl zich een coupé uit. Op het perron was geen kruier te zien. De minuten gingen voorbijen juist even voor de trein zou gaan vertrekken kwam de kruier met de koffers het perron opgewandeld. De heer wenkte en gesticuleerde Kerel, waarom kom je met de koffers een halve minuut vóór de trein vertrekt? Ach wat 1 wat heet een halve minuut, in die tijd drink ik nog ge makkelijk drie glazen bier! antwoord de de kruier. Zoolang je nog komt voor dat de trein weg is, ben je nog op tijd. En wat voor nut heeft het een kwartier voor den trein aan den tijd te zijn Als je er maar bent voor hij vertrekt. Die kruier wist wat gezonde zenuwen waard zijn. Je hebt ook menschen die alles doen met de regelmatigheid van een wekker Hun dag hebben zij ingedeeld in mootjes. En buiten het door hen zelf opgestelde programma zullen ze niet gaan. Zoo'n regelmatigheidsmensch was eens op bezoek. Wilt u een 9igaar opsteken Neen, dank u, ik rook alleen na het middageten. Ja maar.... daarop heeft mijn vrouw heelemaal niet gerekend Zoo kan dat soort menschen je leelijk in de verlegenheid brengen, wanneer je ze niet goed begrijpt! Maar je hebt ook practische menschen. Zooals die heer, die een dame een schijnbaar compliment maakte. Ik wilde dat ik zoo'n neus had als u, juffrouw. Vindt u die zoo mooi vroeg juffrouw gestreeld. Dat niet maar practisch. Op zoo'n neus zou mijn lorgnet veel steviger zitten. Als een mensch zich gaat uitsloven met zulke verdachte complimenten, dan kan hij beter zijn mond houden. Of alle middelen goed zijn? Daaraan valt nog wel eens te twijfelen. Maar of alle argumenten daartegen nu juist ad rem zijn, is evenzeer aan twijfel onderhevig. U moet zich met electriciteit laten behandelen, mijnheer sprak de dokter, dat is het eenige afdoende middel tegen rheumatiek. Zoo, zoudt u denken antwoordde de patiënt. Laat ik u dan zeggen, dat ik het vorige jaar door den bliksem ben getroffen en dat heeft totaal niets geholpen. Dat heeft zoo iets van dien man, die een keer bijna verdronken was en ater toch weer dorst kreeg Mijn vrouw, sprak de vriend aan de bittertafel, terwijl hij het hoofd schudde* weet nooit wat ze wil. Nou, sprak een andere vriend, dan ben je een gelukkige kerel. De mijne weet maar al te goed wat ze wilt Die was zeker 's avonds al een paar leer wat te laat thuis gekomen Mannen kunnen anders ook heel lardvochtig zijn. Want wat te zeggen van dien man, die thuis kwam en door zijn vrouw hartelijk verwelkomd werd O, mannie, moet je eens kijken, ik heb van middag heel voordeelig een costuum gekocht. Schitterend, niet? Hm, ja En daarbij behooren nu een paar schoenen van slangenleer. Nou, ga dan blootvoets, antwoord de haar man. Is dat nu hartelijk? Maar die drogist was ook niet galant, toen een dame, bij hem in den winkel kwam. Mijnheer, sprak ze, met die huid crème, die u mij vorige week aanbeval, leb ik niet het minste succes gehad, Zoo mevrouw Dan moet u het maar eens probeeren met schoen smeer, die maakt het stugste leer week en soepel. Ook een compliment voor de huid van die dame De eerste deeling van Polen 773 stelde Rusland in het bezit van Wit—Rusland ten Oosten van Duna en Dnjepper (ongeveer 2.000.000 in woners), Pruisen kreeg o.a. West- ruisen (600.000 inwoners), Oostenrijk iet grootste deel (OostGalicië en odomirië met 3.000.000 inwoners). Op deze eerste deeling is gevolgd een periode van hervormingen, welke door Poolsche historici sterk naar voren wordt gebracht. Beweerd wordt dan, dat indien de machten die Polen verdeelden, de wederoprichting van 5olen niet zoo hadden tegengewerkt, een periode van bloei zou zijn geko men. Nu is het zeer zeker juist, dat er hervormingen zijn gekomen en ook juist, dat met name de Berlijnsche politiek den ondergang van Polen )eoogde, maar indien ergens, dan is Polen toch wel zonneklaar de in economisch opzicht verderfelijkheid der lijfeigenschap aan het licht geko men. Naarmate de concurrentie op de wereldmarkt scherper werd, ging het verval van Polen sneller. Met lijf eigenen is nu eenmaal geen intensieve arbeid te verrichten Door den grooten adel de mag naten werd dit ook wel gevoeld zij gaven aan hun lijfeigenen de vrij- leid en stukken grond in gebruik tegen betaling van wel wat te hooge pacht en bereikten op deze wijze een zekere arbeidsintensiteit. Maar voor kleinen adel den bedeladel met slechts enkele lijfeigenen, was deze overgang ten eenenmale onmo gelijk, omdat het hun ondergang zou zijn geweest. En wanneer men nu weet, dat de z.g.n. „hervormingspartij" in hoofdzaak uit dezen kleinen adel oestond, dan begrijpt men, dat geen hervormingen in de lijn der econo mische ontwikkeling te verwachten waren. De tweede deeling van Polen in 1793 leverde Rusland een gebied met 3 millioen inwoners (o.a. een deel van Lithauen), Pruisen kreeg Posen, Dantzig en Torn (1 millioen inwoners). Bij de derde deeling in 1795 ver dween Polen uit de rij der natiën. (Rusland kreeg het Oo9ten van Wilna, Oostenrijk West—Galicië met Krakau, Pruisen het land aan den linkeroever van Weichsel en van Njemen met Warschau). Thans is sprake van Rus sisch-, Oostenrijksch- en Pruisisch Polen. Het zou te ver voeren de geheele Poolsche geschiedenis verder te ver volgen. We volstaan daarom met enkele korte opmerkingen. Zooals in de 12e eeuw Duitsche handwerkers, worden in de 19e eeuw manufactu- risten uit alle landen, voornamelijk echter uit Duitschland, naar Russisch- Polen gelokt. Binnen weinige jaren vertrokken ongeveer 10.000 Duitsche families naar Russisch-Polen de Rus sische regeering bouwde voor de emi granten huizen, gaf hun bouwland, stichtte een jaarlijksche industriefonds van 127.500 roebels, richtte een Pool sche bank op, enz. Wanneer men de Poolsche manufactuurperiode stelt van 1820 tot 1850, dan valt de overgang tot de zware industrie tusschen 1850 en 1870. De stad Lotz b.v., hoofd zetel der textiel-industrie, had in 1820 slechts 800, in 1850 eerst 15.600, in het jaar 1878 reeds 100.000, in 1895 315.000 inwoners. En deze ontwikke ling der industrie heeft, het spreekt vanzelf, in Russch-Polen veel veran derd. Des te meer het industrieele afzetgebied geheel Rusland werd, de waren van Lithauen naar Centraal Rusland, Kaukasus en Wolgadistrict, naar Siberië en Midden Azië, des te meer belang had de Poolsche in dustrie er bij ook invloed op de Rus sische regeering te verkrijgen. De po litieke afzondering moest worden op gegeven om het Czaristisch despotisme te beheerschen, hoewel men er zich aan onderwierp. In Oostenrijk- en Pruisch-Polen is geen zware industrie ontstaande adel is de heerschende klasse geble ven. In Oostenrijk gaf hem de strijd tusschen Duitschers en Tscheche een groote macht over de staatsmachine, welke macht hij voortreffelijk wist te gebruiken. In alle drie genoemde staten had den de Polen zich bijzonder goed met de regeeringen weten te verstaan. Thans, na de wereldoorlog, is het tot een zelfstandig Polen gekomen. Volants en de lange lijn. De lange lijn is al sinds vele jaren het ideaal der mode. En ook dezen winter blijft ze dit getrouw. Elke japon, vooral het mooie, voor feest gelegenheden bestemde toilet, geeft steeds meer die slanke, gerekte lijn weer, welke Mevrouw Mode zoo lief is. Dit wordt bereikt door lange banen, draperieën, stofpunten,ceintuurslippen, enz. die bijna of geheel tot op den grond afhangen en het figuur der draagster zeer verlengen. In strijd met dit ideaal lijkt de bui tengewone voorliefde voor strookjes en volants die tegenwoordig bijna elk toilletje, dat iets meer is dan een een voudig huis- of sportjaponnetje, sieren, Toch is dit slechts schijnbaar, want de volants behooren met zorgzame hand zoo te worden aangebracht dat ze aan de slanke lijn niet de minsts afbreuk doen. Ten eerste worden voor volantsjaponnen al nooit de zwaardere, stijvere stoffen genomen, 't zijn altijd soepele, goed plooibare weefsels die hiervoor dienen. En verder wordt ten zeerste rekening gehouden met de ge stalte der draagster. Alleen wie heel lang en tenger is, kan zich het ge noegen veroorloven van een geheel met strookjes bezetten rok, vanaf het middel tot aan den zoom. Wie min der op slankheid bogen kan, neemt b.v. een rok met één of hoogstens twee geplisseerde volants van onderen. Natuurlijk vallen plisseestrooken altijd slanker dan met hoofdjes opgezette, ruime volants. Ook volants welke niet rondom recht zijn opgezet, maar schuin over den rok naar boven loo- pen, tot even onder de taille, maken slank. Maar niet alleen aan den rok komen de volant9 voor. We zien ze ook ter garneering op de blouses aan gebracht, soms rond om den kraag of in den vorm van een jabot. En de mouwen zijn, om in stijl te blijven met het geheel, al eveneens van vo lants voorzien, heel eenvoudig, dik wijls in twee of drie strookjes boven elkaar aan den pols. Soms ook in meer eigenaardigen vorm. Een lange, smalle mouw b.v., die tot aan de hand reikt, heeft aan den elleboog een zeer breede, gepliseerde volant, die als een soort overmouw, tot aan den pols valt. Soms bestaat de benedenmouw uit drie of vier volants die naar on deren toe zeer wijd uitvallen. De meeste volants zijn met een biesje van dezelfde of anders gekleerde stof opg zet of wel met a jour-randjes. De bijgeloovige familie De Bruin heeft een mascotte op de tapijtroller gezet in de hoop, dat de nieuwe meid zal blijven. (Judge.) Enfant terrible. „Tante, mag ik oom eens zien?" .Maar jongetje, oom is er niet!" .Ja, maar Pa vertelt altijd dat U oom in uw zak hebt Goed ontslagen. „Gaf je laatste patroon je getuigen „Ja, maar op het eerste gehoor leek het niet veel goeds". „Wat zei hij dan Hij zei, „dat ik een van de meest geschikte menschen was, die zijn firma ooit ontslagen had". Mijn zus verwachtte U mijnheer. Werkelijk jongen Hier heb je een kwartje; maar hoe weet je dat? Omdat ze is uitgeeaan Dokter, ik loop sinds weken met zelfmoordplannen rond. Maar zelf moord mag niet en daarom kom ik bij U 1 Wilt gij vroolijk, krachtvol leven. Laat het kwade en doe het goed Dan hebt gij, wie ook moog' beven, 't Hoogste loon op 't heiligst streven Levenslust en stervensmoed. (H. W. T. Tydeman.) Aan de operakas. Bureaulist: „Waarom wil u maar de helft van den prijs betalen Bezoeker: „Omdat ik aan een oor doof ben". Wie is dat Ziet er als een echte kapitalist uit. Dat is mijn kleermaker. Puissant rijk, duizenden zijn hem geld schuldig. (London Opinion) Een anecdote van Leopold II. Van wijlen koning Leopold II van België werdt verteld, dat hij eens in zijn loge in een Parijschen schouwburg een dikken opgeblazen man vond, die bij vergissing daar was gaan zitten. Leopold trachtte hem te overtuigen, dat hij was gaan zitten waar hij niet behoorde, maar tevergeefs. De dikke man, die den koning niet kende, werd eindelijk boos en riep: „Ik zal U laten zien wie ik ben, ik ben lid van den gemeenteraad van Parijs". „U zult me excuseeren als ik toch niet voor U plaats maak," zeide de koning met een ironisch lachje, „of schoon ik maar koning van België ben." Turk: „Tek, tek, ze was een lief meisje, maar wat moet je doen als je tot de ontdekking komt dat je je dertiende vrouw hebt getrouwd Drie Grieksche bandieten gearresteerd. Te Varna zijn drie Grieksche ban dieten gearresteerd, die in 1927 een Grieksch convooi hebben overvallen en zich uit de voeten hebben gemaakt met 15 millioen drachmen, bestemd voor de Nationale Bank. Deze roovers woonden sedert eenigen tijd te Varna en hielden zich voornamelijk bezig met den aankoop van graan, dat zij naar Griekenland verzonden. Een politie-beambte meende een gelijkenis te kunnen vaststellen tusschen deze „graanhandelaren" en foto's in het opsporingsblad, dat uit Griekenland was toegezonden in verband met den brutalen roof. Hij waarschuwde de Grieksche politie en men slaagde erin, de indentiteit van de z.g. kooplieden vast te stellen. De arrestatie ging nogal met moei lijkheden gepaard en veroorzaakte te Varna groote sensatie. De bandieten hebben een volledige bekentenis afgelegd. Zij gaven toe 88 moorden te hebben gepleegd. Zij zul len onmiddellijk naar Griekenland worden uitgeleverd. De lichting der Keizerschepen in het Nemi-meer. Dag en nacht zijn thans de groote pompen aan 't Nemi-meer bij Romein werking om 't water uit het meer weg te zuigen, ten einde de oude keizer schepen bloot te leggen. Deze pompen hebben een capaciteit van 1500 liter per seconde, dat is meer dan 120.000 kubieke meter per dag. Als alles normaal verloopt, zal het meer om de 20 dagen 1 meter dalen. In het geheel moet de waterspiegel van het meer 22 meter dalen. Men schat, dat bij het bereiken van het eerste keizerschip circa 31 millioen kubieke meter water verwijderd zijn, waarna er nog 7 millioen kubieke meter water in het meer overblijven. Of deze schatting nu precies zal uitkomen, is natuurlijk niet zeker, want het meer heeft talrijke, tot nu toe onbekende bronnen en is boven dien op enkele plaatsen zeer diep. daar het oorspronkelijk een krater- meer is. Verfvlekken. Verfvlekken laten zich verwijderen met terpentijn. Lukt dit niet gemak kelijk, dan moet men de vloeistof bij kleine beetjes tegelijk verwarmen in een bakje met heet water. (Niet op het vuur, daar dit brandgevaar oplevert). Verflucht. Doordringende verflucht in huis kan men verwijderen door het plaatsen hier en daar van emmers water of van een bordje met in plakjes gesne den uien. in

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1928 | | pagina 10