DE ECHO VAN HET ZIH
H0E5T-buien!
ABDU51RGQP
No. 104. Zaterdag 29 Dec. '28. 51e Jrg.
TWEEDE BLAD.
GEMEENTERAAD.
GEERTRUIDENBERG.
(Vervolg).
De Kroon. Maar hoe kunnen we
subsidie geven als we geen enkel
cijfer weten. Dat gaat toch niet.
Nederlof. Ach kom, er worden wel meer
subsidies gegeven waarbij geen reke
ning en verantwoording wordt over
gelegd.
Voorzitter. De vraag is, heeft de
Diaconie behoefte aan subsidie?
Nederlof. Een inrichting als deze
heeft altfld behoefte aan geld. De
Diaconie bestaat enkel uitvr^e giften.
Timmermans. Het heeft m.i. geen
zin daarop nog verder door te gaan.
De diaconie heeft geen steun noodig
en beschikt over voldoende middelen
om hare armen voldoende te bedeelen.
Nederlof. En als ze 't toch noodig
hebben, dan krijgen ze 't niet.
De Kroon, jawel, als ze maar een
rekening overleggen.
Nederlof. Maar U weet nu eindelijk
toch wel dat ze geen cijfers mogen
geven
Voorzitter. Ik dacht dat 't wel
mocht. Als er noodig hulp geboden
moet worden mogen ze dan ook geen
cijfers geven?
Nederlof. Neen.
Voorzitter. Is dat een plaatselijk
voorschrift of is 't algemeen zoo
Timmermans. Dat zijn voorschriften
van de Synode, van hoogerhand.
Voorzitter. Wilt U nu nog even op
uw andere punten terugkomen?
Nederlof. Aan de R.K. Jongensschool
wordt f 1581 gegeven en or.ze Be
waarschool ontvangt niets. Dat is geen
goede verhouding.
Voorzitter. Die toelage vloeit voort
uit een oude overeenkomst die jaren
geleden door den Raad en Qed. Staten
Is goedgekeurd. Mogelijk, dat thans
zoo'n aanvrage niet werd ingewilligd.
Nederlof. Maar dat kan geen ver
ontschuldiging zijn. Gelijke monniken
gelijke kappen. Dat behoort ook hier
toegepast te worden.
Voorzitter. Ik heb u toegelicht hoe
die zaak staat en ik kan er verder
ook niets aan doen.
de Kroon. Indertijd heeft de Be
waarschool f 400 a f 500 gevraagd
en dat heeft 't bestuur gekregen ook.
Toen kwam men later om f 2000.—
voor verbouwing, men wilde er een
verdieping opbouwen en dan als
woning verhuren. Maar dat stond toch
buiten 't onderwijs. Bovendien oor
deelden wij, als ze die bovenwoning
kunnen verhuren voor f5.— dan gaat
de bewaarschool er op vooruit.
Nederlof. Ja, zoodanig dat ze ge.
dwongen werden een bazar te houden.
de Kroon. Daar spreken we dadelijk
over. Ik ben niet tegen een subsidie
voor de bewaarschool, maar als we
de Protestantsche bewaarschool geven
dan komen de anderen ook.
Nederlof. Maar daar is niets op
tegen.
Voorzitter. Uit 't antwoordvan dhr.
de Kroon blijkt dus wel degelijk dat
ze eenseensubsidie ontvangen hebben.
Nederlof. Wij hebben personeel dat
ver beneden redelijk salaris werkt.
Nu profiteeren we van de goedheid
van iemand.
de Kroon. Ik zeg 't nogmaals, dat
ik heelemaal niet tegen de bewaar
school ben.
Nederlof. Dan zullen we zorgen, dat
er volgend jaar een aanvrage komt.
Voorzitter. U hebt me gehoord,
waarom voor ae tweede maal de sub
sidie geweigerd werd. De verbouwing
betrof niet zoozeer de school, dan
wel 't woonhuis.
En dat ligt toch eigenlijk buiten
de sfeer van het bewaarschool onder
wijs. De verbouwing geschiedde ook
niet om aan het onderwijs ten goede te
komen.
Nederlof. Indirect wel. Men kreeg
door de verhuring meerdere inkomsten
die ten goede kwamen van het onder
wijs.
Voorzitter. Dan kan men beter een
jaarlijksche subsidie vragen voor het
onderwijs, dan weet men tenminste
waar men mee af is.
Nederlof. Er is f 1003 gegeven aan
't Gasthuis, waar was dat voor?
Voorzitter. Voor verbouwing.
Nederlof. En wat krijgt de burgerij
er voor?
Voorzitter. Dat we een goed inge
richt ziekenhuis hebben gekregen en
dat is voor de gemeente een voordeel.
Nederlof. Dat ben ik met u eens.
Maar waarom moest de diaconie, die
een zwerver ter verpleging gaf, dat
zoo duur betalen
de Kroon. De verplegingskosten zijn
voor allen gelijk. Als ik er kom, moet
ik net zooveel betalen als u of een
ander.
Nederlof. En nu over de subsidie
voor de leeszaal.
De Kroon. U moet de bibliotheek
niet verwarren met de leeszaal. Onze
bibliotheek krijgt ook niets. De sub
sidie is voor de leeszaal en dat is
een nuttig dingl Die is er gekomen
omdat 's avonds altijd zooveel jon
gens langs de straat slenterden. Nu
gaan ze 's avonds naar de leeszaal
en dat Is heel goed.
Voorzitter. En het is een openbare
leeszaal, waar dus iedereen gebruik
van kan maken. Alle richtingen kun
nen er van profifeeren.
De Kroon. Dat zal mijnheer Neder
lof toch ook wel weten. Staat er toch
opOpenbard Leeszaal.
Nederlof. Er staat nog iets bij, R.K
Openbare Leeszaal.
De Kroon. Maar het is toch voor
iedereen.
Timmermans. D'r zijn hier dingen
naar voren gebracht die reeds vroeger
door mij werden besproken. Maar
waar de Raad toen A heeft gezegd,
moeten we nu ook B zeggen. Waar
we hier een inrichting hebben voor
't algemeen, kom ik er op tegen de be
wering dat het eene deel van de ge
meente alles krijgt en 't andereniets.
Wanneer we nagaan wat door de
Stedel. Godshuizen wordt uitgegeven
voor verpleging van armlastigen, van
krankzinnigen, aan pensioenbijdragen
voor de ambtenaren, voor algemeene
bedeeling in natura, enz., dan is
de klacht ongegrond, als zouden de
Sted. Godshulzen slechts voor een
bepaalde groep zijn,
Wat de bijdrage betreft aan 't
Gasthuis, die is heel goed, wat mij
aangaat al gaven 2e f 500Q dan vind
ik 't ook goed, Ik ben er werkelijk
trots op, dat wij als kleine gemeente
een inrichting hebben, die gezien
mag worden, en dat wij onze patiënten
voor een operatie of anderszins niet
naar Utrecht of Leiden behoeven te
zenden. En wat we hooren omtrent
de verpleging, dat is niets dan lof.
De behandeling is er uitstekend voor
alle richtingen. Ik hoop, dat de ver-
drere besprekingei hieromtrent een
gemoedelijk karakter zullen dragen.
En als voor andere zijde een bijdrage
wordt gevraagd aan de Stedel. Gods-
huize^ en de aanvrage berust op
goeëe'gronden, dan hoop ik, dat men
die zal willen inwilligen.
Nederlof. Maar ik misgun het Gast
huis de subsidie niet! ik weet ook
wel dat het voor de gemeente een
nuttige inrichting is. Doch ik wijs er
op, dat hier vier posten op de be
grooting staan waar tegenover wij
niets hebben of krijgen.
Wiegman. Uwe voorstelling van
zaken is toch niet juist. Het Gasthuis
staat er zoowel voor U als voor mij
en wij betalen evenveel. Dat is een
algemeen belang.
Nederlof. Maar de drie anderepos-
ten zijn niet voor het algemeen belang.
Wiegman. U bedoelt de subsidie
voor de R.K. Jongensschool. Maar
door die subsidie wordt de gemeente
kas van verschillende uitgaven ont
last en wel op eene in 't oogloo-
pende wijze. Zoo is er aan de school
een speelplein gemaakt, een hek en
nogal meer waarvoormen nietblj de ge
meente iskomenaankloppen. En toch
had de gemeente 't volgens de wet
moeten geven, als men er om ge
vraagd had. Wa'ar hier dus de ge
meentekas gespaard wordt, mogen we
toch wel spreken van een algemeen
belang.
Voorzitter, 't Is voor de gemeente
een groot voordeel dat de Stedel.
Godshuizen met de school een con
tracthebben. Is er anders nog iemand
die iets op de begrooting heeft aan
te merken.
Timmermans. Ik zou volgend jaar
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden
Brieven en bijdragen voor deze
rubriek te zenden aan:
OOM WIM,
De Echo van het Zuiden, WAAL WIJK.
Beste Jongens en Meisjes,
Het gaat goed met de inzendingen
van onze W.S.A.T.-Puzzle en de raad
sels. Eiken dag komen er oplossingen
binnen, uit Waalwijk, Drunen, Vlij
men, Capelle en andere plaatsen. Maar j
oom Wim is nog lang niet tevreden. Er
moeten er natuurlijk nog veel meer ko
men. Doet allen goed je best en geeft
den moed vooral niet op. Ik verwacht
dus nog vele oplossingen.
Hebben jullie de prijzen al gezien?
Ga dan maar eens kijken, dat geeft
moer moed! Ze zijn geëtaleerd in de
vitrine van de W.S.A.T. aan de Groote
straat.
Met goeden moed aan den slag.
Ik wensch jullie allen een Zalig
Nieuwjaar.
Tot volgende week.
Jullie aller
OOM WIM.
DE KLEINE KONING.
XVI.
Reeds was de arend weder.
Gezeten op den steen.
Toen nog de kleine vogel
Kwam dalen heel alleen.
Maar toen de deugniet eind'iijk
Op aard was neergedaald,
Werd hij door de andere vogels
Niet vriendelijk onthaald.
Wel, wel, wat een spektakel,
Wat riepen ze allen luid
„Wie is die slechte vogel.
Hoe heet hij die schavuit?"
De deugniet keek verbijsterd
Den ganschen kring eens rond,
Of onder al die vogels
Een helper hij soms vond.
Hij had nog willen roepen:
„Hoezee ik won den strijd 1"
Maar door den schrik bevangen
Zweeg hij geruimen tijd.
Vol schaamte zat hij neder
Daar het duidelijk was nu wel,
Dat allen het begrepen,
Zijn valsch oneerlijk spel.
wel gaarne willen zien, dat de post
onderhoud gebouwen gespecificeerd
werd opgegeven. We kunnen dan
nagaan waarvoor de uitgaven zijn
gedaan.
Voorzitter. Dat zai gedaan worden.
In stemming gebracht wordt de
begrooting hierna vastgesteld met op
één na algemeene stemmen. Tegen
stemde het lid Nederlof.
8. Aanvrage bouwterrein A. J.v. d.
Sluijs.
Adressant vraagt een stuk grond
nabij het Stationsplein, langs den weg
ter breedte van 12 meter voor 't bou
wen van een woonhuis, voorts vraagt
aanvrager den grond 1 Mrt. 1929 te
mogen aanvaarden.
Voorzitter. Wij stellen voor aan v. d. J
Sluis den gevraagden grond te ver-
koopen, die een oppervlakte heeft
van ongeveer 275 M2, Als prijs zouden
we gesteld willen zien f 4 per M2.
Wat de aanvaarding per 1 Maart be-
treft, daar hebben B. en W. niets op
tegen, mits er voor dien datum geen
andere koopers komen. Echter zullen
wij aan v. d. Sluis den voorrang
blijven geven. En de betaling moet
geschieden bij de aanvaarding van den
grond. In verband met deze aanvrage
kan ik nog wel evenmededeelen.dat
wij van Jansen bericht hebben ont
vangen, dat hij van zijn grondaan-
vrage heeft afgezien. De plannen van
v. d. Sluis zijn overigens goed en
kunnen B. en W. wel goedkeuren.
Maar .hij mag natuurlijk niet precies
op de grens bouwen. Naast 't huis
wil hij plaats laten voor een garage.
Om nu de zekerheid te hebben, dat
daar ook werkelijk een garage komt
en hij er later geen pakhuis of iets
dergelijks neerzet, waardoor het entrée
naar het station bedorven wordt, moe-
.en dat in de voorwaarden vastleggen.
Vanaf het station hebben wij nu wer
kelijk een aardig entrée en dat moe-
en we behouden.
De Raad gaat met 't voorstel van
B. en W. geheel accoord.
9. Benoeming van een lid der com
missie van plaatselijk Schooltoezicht
wegens per aftreden van den heer J.
A. H. Jaspers.
Bij stemming werd dhr. Jaspers
m.a.s. herkozen.
10. Benoeming van twee Regenten
der Stedelijke Godshuizen wegens pe
riodiek aftreden van de heeren S. G.
Berende en A. J. C. de Kroon.
Voorzitter. Het is voorschrift dat
een der te benoemen regenten lid
van den Raad is. Men mag natuurlijk
ook wel twee raadsleden kiezen, maar
noodig is zulks niet. Eer. is vol
doende.
Bij de opening der stembrlefjss
bleek dat er waren uitgebracht op
dhr. Berende 4; op dhr. Bos 2 en een
blanco; op dhr. de Kroon 5op dhr.
v. d. Loo 1 en één blanco.
Zoodat beide aftredende regenten
zijn herkozen.
11. Ingekomen stukken,
a. Dankbetuiging van de stichting
De arend wachtte rustig
Tot het snaat'ren was gedaan.
Toen sprak hij alle vogels
Met deze woorden aan.
.Gij hebt gezien, mijn vrienden,
Wat heden is geschied.
Hèm als uw vorst erkennen,
Dat wilt ge zeker niet."
(Wordt vervolgd).
O, die
AKKER'S
Voorde Borst
O. L. Vrouwe Lyceum te Breda, voor
de ontvangen subsidie.
b. Alsvoren, van de stichting
„Moederheil*, Ginneken.
c. Verzoek om subsidie van den
Directeur van den Euchar. Kruistocht
te Breda-
Voorzitter. Dit verzoek is ingeko
men na de begrooting. Maar verleden
jaar hebben wij reeds voor deze
stichting een subsidie gegeven tot
weder opzeggens toe. Er staat dus
dit jaar ook weer een post op de
begrooting.
d. Verzoek om subsidie van de
Noord—Brabantsche Vereeniging het
Groene Kruis.
Voorzitter. We geven reeds een
subsidie aan de afd. Raamsdonksveer,
die hare werkzaamheden ook over
Geertruidenberg uitstrekt. Omdat we
hier geen afd. van het Wit—Gele
Kruis hebben, heeft de Federatie van
het Wit—Gele Kruis wel subsidie
ontvangen. Wij stellen voor op het
verzoek afwijzend te beschikken, om
dat we reeds een groote subsidie
geven aan de afd. Raamsdonksveer
van het Groene Kruis.
Timmermans. Ik zou hier toch wel
een uitzondering willen maken. We
geven reeds aan de Federatie van het
Wit—Gele Kruis, en nu laat het zich
aanzien dat we hier volgend jaar ook
een afd. van het Wit—Gele Kruis
krijgen. De plaatselijke afd. zal dan
natuurlijk ook subsidie moeten hebben.
Voorzitter. Dan is 't onze bedoeling
om de subsidie voor de Federatie van
het Wit—Gele Kruis in te trekkenen
alleen subsidie te geven aan onze
plaatselijke afdeeling.
In stemming gebracht wordt het
voorstel van B. en W. met op één
na algemeene stemmen aangenomen.
Alleen de heer Timmermans stemde
vóór subsidie.
e. Verzoek van de Zwemclub om
subsidie.
Voorzitter. Hiervoor staat reeds een
post van f125 op de begrooting. De
voorwaarden zijn evenals verleden
jaar, dat er tweemaal per week ge
legenheid moet worden gegeven voor
kosteloos baden, nl. Woensdag en
Zaterdagmiddags van 3—7 uur.
De Raad gaat hiermede accoord.
STERRENSPROOKJE.
Oe! Oe! zei de wind als hij door de
hoornen van het kale bosch reed.
üe takken zuchtten, en er vielen
kladden donzige sneeuw met een dof
fen plof op den grond. OeOezei de
i wind onder de hooge steenen brug
waar het ijs met witte korsten op het
water lag, en Oe! Oe! in de galmgaten
1 van den toren waarvan hij zachtge-
dempte lonen meebracht van klokken
en bronsgezinder.
Dat was een scherpe winterdag!
Scherp en wit was hij met die einde-
looze glinsterende sneeuwmassa die de
wereld kraken deed onder haar lomp
gewicht, en stil was hij ook, héél stil
zonder ook maar het kleinste geruchtje
in de kristalklare lucht, want de
sneeuw doofde alles weg met wollen
donzigheid. Alleen hier en daar een
helder belletje van een slee zilverig en
broos- of het verre gejuch van een spe
lend kind in den komenden avond.
En verder de wind: Oe! Oe! van
tijd tot tijd, als beluisterde hij zijn
eigen stem om te hooren hoe naar en
schuw dat klonk in de witte stilte.
De lucht was grijs en erg onvriende
lijk, maar nu het stilaan avond werd
kwam de donkerroode zonnebol door
een scheur van 't gordijn loeren, even
tjes met een karmozijnen randje, en
met korte schokken schoot de grijze
lucht in vuur. Vlokkig schuim van
brons en rood, en lange purpe
ren strepen die verweg verdonkerden
in den grauwen hemel.
Maar de zon schoof haar sluiers weg
en de wereld werd één kleurige
schittering van zonbeglansde sneeuw,
één kort oogenblik. Er kwam een
aureool van warme paarse tinten ron
dom de witte boomen, en een roze
dons als bronzig goudpoeier lag op de
tintelende velden geblazen.
Dan was de zon moe. De goud- en
rood- en purperen wolken kwamen in
beroering en vloeiden smeltend in
elkander, schoven de zon achterna en
verbleekten in vuil grijs en grauw.
Dan kwam over de witte, stille we
reld de donkerblauwe avond.
„Ei!" zeiden de sterretjes onder el
kander, „de zon is weg, 'tis tijd om
uit te vliegen! Eh! Venus! Waar zit
je toch! Het is je lijd!"
De sterretjes kregen het erg druk.
't Was ook geen kleinigheid, zoo met
hun millioenen lichten klaar te zijn te
gen het uur dat de zon verdwijnt, om
dan ieder op zijn beurt en Venus eerst,
te voorschijn te komen van achter het
zwarte scherm van den hemel... denk
eens: millioenen sterretjes, en allen erg
speelziek!
De snoezige gezichtjes keken een
oogenblik verschrikt, omdat Venus nog
niet klaar was met haar gouden licht,
maar: „Toe, spoed je weg met het
mijne", zei een der zusjes. „Ik zal het
jouwe wel klaar krijgen."
En daarmee vloog Venus hits-bats
met het flikkerend lichtje in beide
handjes hoog hoven haar zwartgelokt
hoofdje, de trappen van het hemelpaleis
af en met één wip van haar lichte voet
jes sterre-engeltjes zijn nog lichter
dan sneeuwvlokjes was ze verdwe
nen achter 't zwarte gordijn dat vóór
de aarde hangt.
Op een lange, lange rij stonden ze
allen met witte wollen kleedjes aan,
want 's nachts is het héél koud, en nu
was het winter, en op hun krullekop-
jes droegen ze pelsen mutsjes met oor
lappen.
Hun lichtjes hielden ze spelend tegen
elkanders gezichtje en gichelden dat
het klonk als een duizendtonige klok
jesbeiaard, heel hoog en fijn met kris
tallen stemmetjes.
Op de trappen van het sterrenpaleis
en verder, zelfs tot aan de groote gou
den poort van den hemel, liepen ze
joelend heen en weer, en speelden
doorloopertje en duikertje-piep, in af
wachting dat hunne beurt zou gekomen
zijn om in den hemel te staan. Er wa
ren onder hen ernstige meisjes, die
heel gewichtig stonden te praten over
de politiek van den hemel, want zij
konden van lijd tot tijd een en ander
afluisteren van de heiligen en maakten
daaruit hun eigen gevolgtrekkingen.
Anderen stonden te draaien en te
keeren voor de enorme spiegels die de
wanden van het paleis bekleedden en
schikten hun witte kleedjes, en vroe
gen dan met een glimlach aan hen die
spelend voorbij liepen: „of hun rokje
netjes in de plooi en of hun mutsje wel
recht stond."
Middelerwijl sprongen de sterretjes
één voor één te voorschijn van achter
het zwarte laken. Soms sprongen er
voor de grap twee, drie gelijkertijd naar
buiten; maar ééns in 't zicht van de
mcnschen op de wereld, moesten ze
zich deftig houden, dat was een streng
bevel!
Ze deden dan heusch en ernstig hun
dagelijksche handeling, houdend hun
lichtjes boven hun hoofdje en fezelend
onder elkander ontelbare Weesgegroet
jes ter eere van de Koningin van den
hemel.
„Dat moeten wij doen omdat de
mcnschen op aarde dit te weinig doen",
zei een van de sterretjes uit den Groo-
ten Beer. „De menschen zijn soms heel
ondankbaar! Kom zusjes, 'tis onze
beurt." En, wip! de Groote Beer stond
deftig aan het zwart uitspansel.
Hier en daar sukkelde een engeltje
achter 't gordijn nog met zijn sterre-
Iichtje, maar er kwamen dan aanstonds
wel honderd handjes helpen en hon
derd engeltjes stonden er dan rond te
gichelen van de pret. Nou, prettig was
dat, kan je denken!
(Wordt vervolgd).
Grijp in Uw vertwijfeling
niet naar een van die
„kalmeerende" middelen,
die in werkelijkheid Uw
longen verlammen. Toch
behoeven Uw hoestbuien
U niet uit den slaap te houden. Neem
slechts de geheel onschadelijke, maar
snel vcrrachtende en slijmoplossende