gflHim hit mi -ét, ASTHMA ABMI5IROOP ,rger No Zaterdag 19 Jan. '29. 52e Jrg- TWEEDE BLAD. A. van Heijst. Staat van Dienst, ter gelegenheid van den 75sten verjaardag op 25 Jan. 19z9 van den Edelachtbaren heer J. A. J. van Heijst, Oud—Burgemeester van Baardwqk, geöoren te Waalwijk 25 Jan. 1854 en wonende aldaar Minister Locffsiraat 18. 1869. Ambtenaar ter Secretarie der gemeente Baardwijk. 1877. Gemeente—Ontvanger aldaar. 13 |an. 1880. Op nevengcmelden da tum overleed de Edelachtbaie Heer H. Lotff, die acht en dertig jaren als eminent Burgemeester- Secretaris was opgetreden. Op diens graitombe staat o.m. gegrift: „Hij ijverde voor het welzijn van zijn volk". 3 Febr. 1880. Gemeente—Secretaris van Baardwijk. 11 Febr. 1880. Op aanbeveling van den Commissaris der Koningin in Noordbrabant op voordracht van den Minister van Binnen landsche Zaken door Zijne Majesteit Koning Willem 111 op 13 Febr. 1880 benoemd tot Burgemeester der gemeente Baardwijk. Maart 1880. Ambtenaar van den Burgerlijken Stand aldaar. Maart 1880. Regent Oud—Mannen huis te Baardwijk. 1882. Lid der Schattingscommissie voor de herziening van de be lastbare opbrengst der onge bouwde eigendommen in het District Tilburg, Afdeeling Oos terhout,Teteringen enGinneken. 20 Juli 1897. Secretaris Penningmees ter van het Waterschap „De Binnen— en Buitenpolder van Baardwijk". 1898. PlaatsvervangendVoorzitter der Schattingscommissie voor de herziening der huurwaarde van de gebouwde eigendommen in het District 's Hertogenbosch, welk ambt mede werd aange boden voor het District Breda. Deze beide functiën waren de twee eenige in Noordbrabant te vervullen. 25 Jan. 1901. Kantonrechter—Plaats vervanger in het Kanton Waal wijk. 1904. Directeur der Leenbank van den NoordbrabantschenChristelljken Boerenbond. Te voren Secretaris der 14e afdeeling van de Noordbrabant- sehe Maatschappij van Land bouw. 1904. Voorzitter der Langstraatsche Administratieve Vereeniging van Gemeente—ambtenaren. 1905. Lid van het Bestuur van het Waterschap „De Oude Maas", 1905. Lid der Gezondheidscommissie. gezeteld te Heusden. 1907. Plaatsvervangend Voorzitter der Locale Commissie voor de Ongevallenverzekering. 1911. Voorzitter derSchattingcommis- sie in het 12e district tot af- schafing der Tienden. 1919. Op diens verzoek door Hare Majesteit Koningin Wilhelmina eervol ontslagen als Burgemee ster der gemeente Baardwijk met dankbetuiging voor de lang durige diensten in gemeld ambt aan den lande bewezen. Wij rneenen dat de lange lijst van functies, waarin de jubilaris op maat schappelijk terrein werkzaam was, meer zegt dan uitvoerige beschou wingen, om van ander terrein van werkzaamheid nog niet te spreken. Met rechimatigen trotsch mag hij op dezen staat van dienst neerzien, maar niet minder onze gemeente op zulk een burger. Moge hij nog vele jaren in goede gezondheid terugzien op zijn welbesteed ambtelijk leven. Spaar de Vogels. Nu de laatste dagen het sneeuwdek weer over ons landschap is uitge spreid geweest, acht ik het niet mis plaatst eens de aandacht te vestigen op den nood, waarin onze vogelstand thans verkeert. Niet alleen zijn in deze dagen onze vogels van het weinige voedsel, dat ze 's winters kunnen vinden, verstoken, doch wat erger is, de „vogeliiefheb bers" maken van dezen toestand gretig gebruik om menigen zangvogel, die zich, door den nood gedreven, in de nabijheid onzer woningen waagt.met behulp van harden, netten of anders zins te vangen. Op het verkeerde van het vangen van nuttige vogels of zangvogels be hoef ik eigenlijk niet te wijzen, leder Voor de Borst. een toch zal het met mij eens zijn, dat het atkeuienswaaidlg is om zang vogels of vogels die zich grootendeels voeden met schadelijke insecten, te vangen of te dooden. Desniettegenstaande zijn er toch zeer velen, dte den heelen winter door hun best doen om zóóveel vinken, sijsjes, merels, enz. te vangen als ze maar kunnen. Als iemand uit lief hebberij eens een enkel vogeltje vangt of ook, wanneer een vogelvanger van beroep, die daartoe wettelijke ver gunning heeft, kooivogels vangt, dan is dit, hoewel geenszins aanbevelens waardig, nog „tot daartoe". Wanneer men echter, zooals thans geschiedt, bijna huis aar huis met klepkooten en harden in de weer is om een zoo groot mogelijk aantal vogels te vangen om ze te verkoopen, dan dient hier tegen met kracht te worden opge treden. jt Dat het wel degelijk noodig is, dat de politie in deze strenger toezicht houdt dan tot heden het geval was, blijkt wel het best uit het groot aan tal zangvogels, dat jaarlijks wordt Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden^ Vergeet de vogels ntet. Beste jongelui. Door het slechte weer was het me onmogelijk deze week aan het bureau van Mijnheer Tielen te gaan hooren, of alle prijzen die in Waalwijk of naaste omgeving gevallen zijn, al zijn afgehaald. Maar ik twijfel er niet aan, of jullie zult reeds Maandag of Dins dag de prijzen gehaald hebben. En nu wilde ik wel eens spoedig van ieder per briefje hooren. hoe of de prijzen bevallen zijn. Natuurlijk doen jullie dat, hél Zeker, want ik hou van nette en beleefde jongelui. En dat zijn jullie toch Ge hebt zeker allen al geprofiteerd van ijs en sneeuw. Ja, dat is een ge zonde sport. Toen ik nog jong en steik was. kon ik ook heel goed schaatsen. En ik deed het zoo graag Eens heb ik gereden op de banen van de Amsterdamsche IJsclub. Maar dat is al heel lang geleden. Toen leefde nog de beste schaatsrijder van de wereld Jaap Eden. Ik heb eens gezien dat hij al rijdende in het ijs zijn naam schreef. En mooi Nu het zoo fel wintert en de grond bedekt is met ijs en sneeuw, moeten jullie eens denken aan de arme vogels. Jullie hebt een goede verzorging, maar vergeet dan zelf de vogeltjes niet. De diertjes hebben het nu zoo hard te verduren. Ze kunnen bijna geen voed sel vinden en vliegen nu koud en hongerig rond. Wie nu geen mede lijden met de vogels heeft, is toch wel een bruut mensch Het is toch een kleine moeite om bij huis een plekje grond schoon te vegen en er een hand vol kruimels te strooien. Ik doe het eiken middag. En dan moet je eens zien hoe dank baar de vogels zijn. Eiken middag zit er nu een heele zwerm vogels op het dak en in d?n tuin. Die beestjes zijn zoo slim. Terwijl ik nog aan het strooien ben met zaad en broodkrui mels, vliegen ze al op me af. Ze zijn het al spoedig gewend en geven geen teeken van schuwheid. Ik heb erple zier in gekregen. En ik weet dat de vogels ook dankbaar zijn. Tusschen de gasten die eiken middag een hapje komen halen zijn ook een paar lijsters. Die nestelen elk voorjaar bij ons in den tuin en laten ons dan van hun mooi gezang genieten. Net of ze zeg gen willendat doen we nou omdat ge ons in den winter niet vergeten hebt. Dus, lieve nichtjes en neefjes, je zult de vogels in dezen tijd niet ver geten, hél Tot volgende week. Dag jongelui 1 Jullie aller OOM WIM. uitgevoerd naar het buitenland. Met duizenden en duizenden gaan onze gevangen zangvogels jaarlijks de grens over. Als men bedenkt, dat al die duizenden vogels anders In ons land of elders zouden hebben gebroed en welk een duizelingwekkend getal schadelijke insecten door deze vogels en hun kroost zouden zijn opgegeten, dan moet iedereen toch wel inzien, dat dit geen houdbare toestand is. Wanneer ik hier dus een oproep doe aan alle bevoegde overheidsper sonen, die dit stukje zullen lezen, om strenger tegen het vangen van nuttige vogels op te treden, dan doe ik daar mee voorzeker een goed werk. En ook, wanneer, in het gunstigste geval, i al deze overheidspersonen aan dien oproep gevolg zouden geven, dan zou dit ook zeer zeker een stap zijn inde I goede richting. En toch is het niet dit, wat ik be doel. Wat ik bedoel, dat is, dat iedereen uit zichzelf moest inzien, welk kwaad hij aan de gemeenschap berokkent bij eiken nuttigen vogel, dien hij vangt Zeer velen zijn zich hiervan ook wel bewust, doch zeggendie enkele vogels, die ik vang „dat beschiet er niet aan". Laten dezulken bedenken, dat, wanneer er velen zoo redeneeren als zij doen, het niet enkele vogels, maar duizenden vogels zijn', die, onder dezen dooddoener als voorwendsel, van hun vrijheid worden beroofd. Gelukkig zijn er ook nog menschen. die onze zangers, krassers en tjilpers een beter hart toedragen Laten al degenen, die zich „vogelliefhebbers" noemen, maar in werkelijkheid niets anders dan vogelvangers zijn, het voorbeeld volgen dat die menschen ons geven. Laten ze dus ook eens wat kruimels en afval neerstrooien op een rustig plekje op het erf of in den tuin, nu onze vogels daar wegens den sneeuwval zoo'n groote behoefte aan hebben. Laten ze ook in den zomer ook eens h er en daar, waar geen voldoende gelegenheid is om te neste len, nestkastjes of andere broedgele- genheden ophangen. Wanneer ze dat doen, dan kunnen ze zich met recht „vogelliefhebbers" noemen. En door dit te doen, zullen ze daarin ook op den duur ik ben er zeker van véé' meer genoegen vinden dan in het vangen der vogels. Ten slotte zou ik nog een beroep willen doen op onderwijzers en al degenen, die met de leiding en vor ming van de jeugd zijn belast. Wan neer de belangstelling, die de jeugd over het algemeen koestert voor de vogels, tijdig in eene goede richting wordt geleid, dan zullen vele van onze jongens en meisjes op lateren leeftijd behooren tot de vogelliefhebbers in den goeden zin des woords. Dat menigeen door het lezen van dit stukje tot vogelbescherming aan gespoord moge worden is de harte- wensch van BARTJE. Uil HET DAGBOEK VAN PI ETER POR. 12 Jan. Vandaag schaatsen geweest op Galgenwiel. 't Ging fijn. Jammer dat je voor zoo'n slukje ijs zoo ver moet loopen. Zou er in den polder geen ijsbaan zijn te leggen Buurman meent, dat hier wel een werkje ligt voor „W. B." CORRESPONDENTIE. Piet en Tonny van L. Waalwijk. Ik moet eerst even m'n compliment maken voor de keurige oplossing van de puzzle. Dat was heel netjes ge daan en ik had gaarne gezien dat jullie een prijsje hadden gekregen. Maar je weet 't, loten is een geluks- werk. Een volgende maal gaat 't misschien beter. Veel groetjes aan julite allen. Dag jongens! Harry van Hle Zeine. Dank voor je vriendelijk brietje, Hany, en goede wenschen. Je moet maar steeds goed je best doen, mis schien kom je dan nog wel eens in 't drukkersvak. Anna en Treesje SWaalwijk. Jullie zijn welkom in ons hoekje. En wat een bofDe eerste maal dat jullie aan onzen raadselwedstrijd mee doen, krijgt er zoowaar al een 'n prijs. Da's geluk. Hoor ik nog eens iets van jullie? graag. Dag, Volgende week ga ik verder met het beantwoorden van brieven. 13 Jan. Dooi weer. Jammer Jongens kwamen thuis met nat pak. En moeder kwaad Berichtje gelezen over 't Wijk- gebouw van het Groene Kruis. Daar zit werkelijk leven in. Van Jansen gehoord dat er eenige spanning is tusschen de Federatie van 't Wit—Gele Kruis en de Provinciale N.B. Ver. Groene Kruis. Ik hoop maar, dat de samenwerking er plaatselijk niet onder zal lijden. Jansen vraagt hoe het met het Ziekenhuis staat? 14 Jan. Vanavond naar de Kiesver- eeniging geweest en mijnheer Feber gehoord. Een goea spre ker. 't Optreden van een zeker lid vond ik niet sympathiek. Belangstelling voor de candi daten. De voorgestelden gin gen er met vlagen wimpel door behalve een mijnheer uitGeer- truidenberg. Lag dat aan den candidaat of aan de manier waarop hij werd voorgesteld De leiding vond ik best. 15 Jan. Buurman heeft geen electri- citeit. Vanavond over 't gas bij me geweest. Hij was er niets content over. 'k Zei, dat ik het niet met hem eens was. Hij praat over dingen waar ie geen lor van weet. 16 Jan, Vandaag naar de gasfabriek geweest. De beste stuurlui staan aan wal. Om den ouden toestand te verbeteren, die ge heel rot was, heeft de nieuwe Directeur met veel moeilijk heden te kampen, Maar hij is energiek en zal slagen Onin- gewijden moeten hun oordeel over technische aangelegen heden maar voor zich houden. 17 Jan. In »de Echo" gelezen over 'k Zal eerlijk u vertellen, Hoe 't kwam, dat ik het won. 'k Zat dicht, heel dicht bij d'arend, Al voor den strijd begon. Toen gaf de kraai het teeken, Vloog 'k stilletjes en vlug Zoo zonder dat men 't merkte, Den arend op zijn rug. Hij droeg mij, mee naar boven, Terwijl hij 't zelf niet wist. Noch hij, noch een der and'ren Bemerkte iets van mijn list". Wordt vervolgd. Een onzer medewerkers vroeg onder bovenstaand hoofd een nieuwe rubriek te mogen openen. Hij wil in ons blad. stukjes uit z'n Oakboek geven, betrekking hebbende op gebeurtenissen, belangen, enz van plaats en streek. Wij vertrouwen dat hij daarbij den juisten toon zal weten te treffen en ze onzen lezers belang zullen inboe zemen. Red. DE KLEINE KONING. 19. Hoe angstig hij ook rondkeek, Waar hfl het oog liet gaan, Geen medelijden vond hij, Elk zag hem boos slechts aan. Weer ging de arend spreken, Hij toch was 't meest verstoord. „Kom deugniet", sprak h^ zeg eens", Hebt g'onze vraag gehoord? Hoe is het moog'lijk, dat gij Zoo hoog gevlogen zljt? Wat list hebt ge verzonnen, Voor 't winnen van den strijd Kom spreek, laat ons niet wachten, 't Verzwaart slechts uwe straf. Heeft een u soms geholpen Wie is 't die hulp u gaf?" De kleine vogel, bevend, Ving toen met spreken aan. 'k Weet, zei hij, dat ik heden Iets leelijks heb gedaan. GULZIGE HLAAS. Boer Krelis liep op zek'ren dag Zijn boomgaard in het rond, En kwam toen bij een appelboom Die vol met vruchten stond. De appels waren heerlijk rijp En Krelis dachtKomaan, 't Is tijd, dat we dat heerlijk ooft Maar daad'lp plukken gaan. Een ladder werd nu vlug gehaald En met een grage hand, Boer Krelis plukte de appels af, Die deed hij in een mand. Toen hij een poos aan't plukken was Kwam buurmans Klaas voorbij, Die dacht, hier kom ik juist van pas, Dat is net iets voor mij. 'k Zal vragen of ik helpen mag. Als ik mijn hulp nu bied Is 't zeker, dat een appeltje, Voor mij wel overschiet. „Mag 'k helpen, buurman? vroeg de knaap, „Dat vind ik o, zoo fijn!" „Neen, vent", zei Krelis, daarvoor zijt Ge waarlijk nog te klein. i Ga daar maar zitten in het gras En als je eens wilt smullen Mag je vanmiddag hier bij mij Gerust je buikje vullen. Geen tweemaal Klaas dit zeggen liet, Vlug hij te smullen zat. 'k Weet niet hoeveel van't lekker ooft Ons Klaasje daar wel at. Maar eind'lijk was zijn buikje vol, Toen zou hij henen gaan. Maar Krelis riep„Zoo, kleine baas, Is 't smullen al gedaan? Neem maar gerust wat appels mee, je moogt je zakken vullen, Dan kunnen broer en zus daarvan Vanavond ook eens smullen". Wat was die Klaas nu in zijn schik, Hij stak zijn zakken vol, Tot er geen eentje in meer kon, Ze stonden heelemaal bol! Geen appel kon hij bergen meer. Hoe vrees'lijk hij dat vond En hulp'ioos keek de kleine baas De boomgaard in het rond. Daar lagen zooveel appels nog, Hij barstte in snikken uit. Boer Krelis hoorde 't en dacht: „Wat dat nu toch beduidt?" _Wat is er Klaas?" riep hij hem toe, „Wat huil je kleine man?" 'k Heb al mijn zakken al zoo vol, Dat 'k niets meer bergen kan l" „O is het daarom dat je huilt Wel, heb ik van mijn leven Dacht jij dat 'k al mijn appels nu Aan jou zou willen geven Haal vlug je zakken maar weer uit! Je bent te gulzig, vrind En gulzigheid is iets, dat ik Verbazend leelijk vind. Ga gauw maar naar je moeder heen, En pluk ik appels weer, Je krijgt van mij. onthoud dat maar, Er vast geen enk'le meer!" Ouders, lezen ook Uw kinderen ons /eugdhoekje? Wanneer Uw ademhalingsorganen door herhaalde asthma-aanvallen of door een hardnekkigen hoest verzwakt zijn, moet U dubbel oppassen. Er is maar o zoo weinig noodig om het ge voelige slijmvlies Uwer luchtwegen blijvend te doen opzwellen en Uw benauwdheden nog erger te maken dan ze thans reeds zijn. Wacht niet tot Uw huisgenooten bij eiken aan val het hart vasthouden, dat Gij erin blijven zult, maar versterk Uw borst, maak Uw luchtwegen ruim en Uw ademhaling vrij met de slijmoplossende Akker's Abdijsiroop. Gij hebt dan de zekerheid Uw lichaam een krachtig en snel ingrijpend, maar geheel on schadelijk middel toe te voeren, dat echter tevens Uw benauwdheden dadelijk veel kan verlichten en na eenigen tijd zelfs kan doen ophouden. Per koker: f 1.50, f 2.75, f 4.60 o{» 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 5