Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Hel Frtfi-Beliisch seheim
Militair verdrag legen
en nederA
1
I
FRIS0-
BAAI
FEUILLETON
NUMMER 17.
WOENSDAG 27 FEBRUARI 1929.
52e JAARGANG.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88. Telegr.-Adres: ECHO.
EERSTE BLAD.
Grooi opzien.
Sedert de sluiting van het geheim
militair verdrag van 1920 tusschen
Fraiikiijk en België hebocn jaarlijks
geneime samenkomsten piaais lus-
schen de generale staven van die
landen.
Door een zeer toevallige omstandig
heid is hei „Uirecntsch uagoiaü" in
het bezit genomen van den iekst van
hei verarag, alsmede van de uit
legging. die hij de bespreking in den
zomer van 1927 duor de belde
generale staven is opgemaakt. Voor
ae ecninetd ervan staat het blad in.
Uit net verdrag van 1920 en inter-
pre.atie van 1927, snppen wij een
en ander aan
Art. 1. Indien Frankrijk ln staat van
oorlog is met Duuscnland ot met
eenige andere mogendheid, die op de
een of andere wijze, hoe dan ook,
door Dulischtand ondersteund wordt,
zal Bclg.ë geheel zijn beschikbare
macht ter beschikking van Frankrijk
stellen.
Indien België in staat van oorlog
is met Duuscnland of met eenige
andere mogendheid, die op de een
of andere wijze, hoe dan ook. door
Duitschland ondersteund wordt, zal
Frankrijk geheel zijn beschikbare
maent ter beschikking van België
stellen.
Art. II. Deze overeenkomst slaat
niet alleen op de Rijngrens: zij is
toepasselijk op iedere agressie, op
welke grens deze zich ook voordoet.
Art. IV. België verotndt zien een
minimum van 6UÜ.0U0 man te mobtli-
seeren, voor de ecne hcltt actieve
voor de andere reserve-troepen. Aan
zijn kant vei bindt Fiankiijk zich,
België ter hulp te komen met een
troepenmacht van minstens 1 200 000
man, welkende op Belgisch gebied,
voor de eene heitt aciicve-, voor de
andete reserve-Hoepen.
Uit de interpretatie der artikelen
het volgende
Art. 1. De Engelsch-Belgische over.
eenkomst, gesloten den 7cn Juli 1927.
maakt het mogelijk naar alle waar
schijnlijkheid de eventueele tegen-
standeis van België tot twee te
beperken, t.w. Duuscnland en Neder
land en die van Frankiijk tot diie,
t.w. Duitschland, Italië en welbent
Spanje.
Frankrijk en België hebben maar
één gemeenschappelijk front. Deze
prtncipieele grondslag van het accoord
van 1920 bnjlt onaangetast. Welke
de tegenstander, tegen wien het een
ot andere land te strijder, kiijgt, ook
zij, de deelgenoot zal tusscnen beide
komen.
Bij art. II. Betreffende het conflict
tusschen Nederland en België en de
Deteekenis van het woord „agressie",
heet het:
Krachtens art. 1 vaH de Fransch-
Belgische militaire overeenkomst,
genaamd .Convention de Bruxdles",
is België zeker van Fiankrijk's hulp
tegen eiken tegenstander „die op een
of andere wijze, hoe dan ook, door
Duitschland ondersteund wordt". Deze
hulp kan maar van twetëerlei aard
zijn, een diplomatieke of een militaire.
Aan den anderen kant hebben de
onderhandelingen sedert acht jaren
(1927) tusschen Nederland en België
gevoerd, vanwege Nederland uitgelokt
en zuilen nog uitlokken, maatregelen
op het gebied der waterwegen, die
eventueel als onvriendelijk en zelfs
als agressief kunnen worden be
schouwd.
Verder bevat het verdrag de regels
eener strategische reorganisatie der
Belgische spoorwegen, waai by een
aantal Belgische spooriynen in de
richting van de Nsderlandsche en van
de Duitsche grens worden verdubbeld.
Bij artikel IV wordt in de toelichting
o.a. gezegd:
Dank zy het aanleggen van vier
sporen op de lijn Micheroux—Plom-
bièies en van dubbel spoor op lyn
Battice—Verviers, zou een eerste
groep, bestaande uit Fransche en
Belgische troepen onder Fransch
bevel, de Ruhr binnenrukken langs
den weg gevolgd in 1923.
Een tweede groep bestaande uit
Belgische en Britsche troepen, onder
Belgisch bevel, zou tot doelwit nemen
Heinsberg en Oeilenkiichen en Neder,
landsch Limburg doortrekken.
Dan volgt een nauwkeurige aan-
wyzing van den te volgen weg.
In Brussel heeft het pubbceeren
van de geheime overeenkomst groot
NAAR HET ENGELSCH.
J. SCHEEPENS.
44.
Ten slotte liet de jongeman zich
overtuigen. De smartelijke blik ver
dween uit zijn oogen, waarin nu een
zekere angst te lezen was.
„Ik geloof dat ik ondanks alles toch
gekomen zou zijn", mompelde hij. „Ik
wil geen nieuwe rampen over jelui
brengen, Enid, maar ik verlangde er
zoo naar, haar nog eens voor het laatst
te zien. Ik kwam hier en een paar hon
den herkenden mij nog. Anders zou ik
natuurlijk niet tot hier hebben kunnen
doordringen. En nu ik weet dat Hen-
son hier is, zal ik ook niet lang blijven.
Geef me iets ter herinnering aan haar
laat me even in haar kamer zien. Als
ge eens wist hoe innig ik altijd van
haar gehouden heb. En gij ziet er uit
alsof ge niet het minste verdriet hebt
over haar heengaan!"
Enid keek met een gevoel van
schuldbewustzijn op. Ze had voor een
oogenblik haar rol vergeten. En inder
daad zag zij als opgelucht, toen een
oogenblik later de bel van de portiers
woning klonk in de verte.
Williams schuifelde weg, mompelend
dat hij op het oogenblik van grooter
nut zou zijn binnen het huis dan er j
buiten, doch 'n blik van Enid bedwong
hem. Even later klonk het geknars I
van rijtuigwielen over het kiezel van
de oprijlaan.
„Daar komen ze voor voor de
kist", mompelde Enid. „Frank, het
zou het beste voor je zijn, dat ge gingt. j
Ga naar boven, ge kent den weg. Maar
blijf alleen niet hier."
Droomerig sloop de jongeman naar
boven. Zijn geheele wezen was er van
onder den indruk en hij liep de trap
pen op als een slaapwandelaar doet,
zonder zich bewust te zijn van de hem
omringende wereld. De kamer van
Christiana stond open, en er brandde
een lamp. Op haar waschtafel stonden
nog een paar schaaltjes met lekkernij
en en een vaas verflenste bloemen
maar alles verried1 er nog de fijne, gra-
cieuse vrouwenhand, de vrouw van
smaak.
Gedurende eenige oogenblikken stond
Frank Littimer daar en zag rond
zich heen. Op de tafel aan den
kant van het bed stond een fotogra
fie van het meisje in zilveren lijst.
Frank wierp er zich op als een roofdier
op zijn prooi. Het was een goed portret
het beste portret van Christiana
dat hij ooit gezien had. Dan sloop hij
weer voorzichtig de kamer uit en deed
de deur stil achter zich dicht. Hij
scheen het portret te willen verslinden,
zoo hingen zijn oogen aan de beelte
nis. Het meisje scheen vanuit het ka
der tot hem te glimlachen. Sinds zijn
prille jeugd had; hij van Christiana ge
houden. Maar hij voelde dat h(j thans
meer van haar hield dan ooit mogelijk
was geweest. Welnuthans had h(j
iets, waardoor hij telkens aan haar kon
denken hij was dus niet tevergeefs
gekomen.
Toch scheen het hem bijna onmoge
lijk te moeten denken, dat Christiana
dood was, dat hij haar nooit meer in
het welbesneden, zonnige gelaat zou
schouwen! Neen, h\j zou eenmaal wak
ker worden en bevinden, dat alles een
droom geweest was. Hoe verschillend
met de laatste maal, dat hij hier ge
weest was. Hij was het huis als het
ware binnengesmokkeld en had in die
kamer gelogeerd met de eiken deur.
Hij
Daar ging dezelfde eiken deur open
en een zware verschijning, met een ver
band om, hoofd en keel, stond daar met
bevende ledematen en een gevaarlijk
slecht glimlachje om den breeden
mond. Het was een onheilspellende fi
guur.
Frank Littimer deinsde achteruit
van schrik.
„Reginald!" kreet hij, „ik verwacht
te niet je hier te zien, of
„Of anders zou je hier zeker niet
hebben durven komen?" vroeg Henson
op heeschen sarcastischen toon. Maar
ik hoorde, je stem en ik achtte me ver
plicht je even te verwelkomen, al zal
je dat zelf wel niet bijzonder aange
naam zijn. Maar help me weer even in
bed... En nu jongeman, biecht eens
op, jou onbeschaamde vlegelHoe durf
je je facie hier nog te laten zien?"
„Ik kwam om Chris te ien!" bracht
Frank Littimer er met moeite uit.
„Ook al had ik te voren geweten,
dat ik je hier ontmoeten zou, ook dan
nog zou ik hierheen gekomen zijn. O,
ik weet wel wat ge van plan zijt me te
opzien verwekt,
Maandagmiddag werd door het
Departement van Buitenlandsche zaken
te Brussel een communique verstrekt
waarin het bestaan van een dergeiyk
verdrag tegen Duitschland en Neder
land tea stelligste wordt tegengespro
ken „Een vluchtige lezing van dezen
tekst volstaat reeds om aantetoonen,
dat men hier te doen heeft met een
grove vervaisching."
Maar by ons is men niet geneigd
op bevel te geiooven, dal alles pure
fantaste is.
De Tijd zegt in een goed gesteld
betoog ae echtheid van het geheime
document niet in twyiei te kunnen
Uekken,
Algaande op de gepubliceerde uit-
latingen van officeeie en ofLcieuze
zijde, heeit het blad maanden geleden
reeds gewaarschuwd, dat het Fransch-
Belgiscn militair veidiag een gevaar
vormt voor de veiligheid van Neder
land. Den 14den Juli 1928 schrteide
redactie om.;
De tekst van het Fransch Belgische
militair accoord woidt in strijd met
art. 18 van het Qrond verdrag van den
Volkenbond nog alttjd geheim ge
houden. Uit een oSicleele mededce
iing van de Belgische regeering is
echter de strekking van de overeen
komst bekend. „Die overeenkomst
voorziet het geval van een niet uiige-
lokten aanval van Duitschland."
Wat is een niet-uitgeiokte aanval
De Fransch—Belgische opvatting
van aanval is ons bekend uit het
„Qeelboek" dat in Frankryk is gepu
bliceerd, Uit dat „Qeelboek„ heeft
mr. Marchant indertijd een en ander
in de Tweede Kamer medegedeeld.
Het ts verbazend moeilijk,zooleest
men in dat „Qeelboek", uit te maken,
wie aanvaller is. Men neemt veelal
aan, dat de aanval begint als troepen
de grens overtrekken. De Fransche
regeering zegt in haar boek, dat
het dan te laat ls voor verweer.
VOOP
f'Wit veimq
geld*
x
imm
30-35-40-50cf.
per re pond.
zeggen- Ik weet wat ge denkt. Maar er
zal een dag komen, waarop ik me be
vrijden zal van mijn knellende banden
en je mijn uitdaging naar het hoofd te
slingeren, om dan te doen wat ge
durft!"
Henson glimlachte als men zou doen
bij een woedenden uitval van een ver
bolgen kind. Zjjn oogen schitterden en
zijn tong uitte woorden, waarvoor hij
vroeger den moed niet zou hebben ge
had. En toch toonde hij het niet. Hij
was als een jongen, die een steen ge
vonden heeft om te werpen naar den
man die met de zweep over hem gebo
gen staat. Henson begreep dit zeer
spoedig en veranderde zijn wjjze van
optreden, handig als hij altijd was.
„Je wilt zeker beweren, dat je heele-
maal' niet meer bang van me zijt", ver
onderstelde h(j.
„Dat wil zeggen", hernam Frank
Littimer langzaam, „dat ik toch lang
zoo bang niet meer van je ben als ik
ben geweest."
„Zoo! Dus je verbeeld je, 'n ontdek
king te hebben gedaan?"
Het was duidelijk dat de jongeman
in zijn binnenste een strijd voerde tus
schen het verlangen om te zwijgen en
een zekere gezindheid om eens flink
van zich af te bijten. Die grijns op het
gelaat van zijn vijand maakte hem bij
na krankzinnig.
„Ja", sprak hij, en er lag een zekere
opgetogenheid in zijn stem, „ik heb iets
ontdekt, maar ik zal toch niet zoo
krankzinnig zijn om je te vertellen hoe
en waar hij precies is. Maar dat ik
Van Sneek gevonden heb, dat kan ik
je wel als waar vertellen
Een doodelijk bleek overtoog het op-
Het verweer moet vóór dien tyd ko
men; men moet tijdig ingiijpen. Zoo
worden zeven étappes opgenoemd,
welke het overschrijden van de grens
voorafgaan.
Een van de zes bedoven, die aan
het laatste voorafgaan, is het opkoo-
pen van grondsu ffen. Van dengene,
die veel grondsi» ffen gaat aankoopen,
mag men verwachien, dat hy zal aan
vallen. Gesteld, dat Duitschland veel
grondstoffen koopt in Amerika, waar
alles te koop is, dan wordt er door
den Franschen generalen staf gecon
stateerd„het is zoover; de niet—
uitgelokte aanval ls begonnen Belgen,
mobiliseert u; wy gaan er op los!'
Dan wijst men op de maatregelen
van Minister de Broqueville, den aan
leg van nieuwe weeen en spooriynen
op Duitschland en Nederlard enz.
De militaire plannen, welke nu In
België aan de orde zfln, vormen een
gevaar voor de veiligheid van Neder-
geblazen gelaat van Henson.
Doch even later hadden zijn oogen
weer dien moorddadigen, stalen glans
van zooeven. Toch klonk zij n stem rus
tig en zeker toen hij langzaam en met
nadruk hernam
„Ik ben bang dat je dit niet van zoo
heel groot nut zal zijn, beste kerel!
Zou je me dat lange, zwarte boek eens
willen overhandigen, dat op de wasch
tafel voor me ligt? Ik zou gaarne zien
dat je iets voor me deed!, Wat is dat?
Buiten vernam men voor de deur 'n
zwak gerucht, bijna onhoorbaar. Het
was Enid, die scherp toeluisterde. Ze
had spoedig ontdekt wat er gaande
was. Nu, eenmaal de groote troef was
uitgespeeld en niets was ontdekt, had
zij Frank Littimer naar boven gevolgd.
Toen ze voorbij Henson's kamer was
gegaan, was zij getroffen door het ge
luid van stemmen binnen, en was zij
bij de deur blijven staan. Daar luister
de zij nu zoo goed als haar maar moge
lijk was. Ze had wel alles willen geven
indien dit niet gebeurd was, maar al
les in dit droevige huis liep immers
tegen.
Doch de laatste woorden van Henson
die zij had opgevangen, waren vol
doende voor haar. Ze nam haar rokken
bijeen en snelde naar beneden. In de
hal stond Williams, een glimlach van
genoegen op zijn met rimpels door
ploegd gelaat en streek zich met de
hand over de kin.
„Wat is er nu weer aan de hand,
juffrouw", riep hij.
(Wordt vervolgd
De Echo van het Zuiden,
Waalwpsck en Langstraatsclie Conrant,
Dit blad verichflnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rijk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, en*
franco te zenden aan den Uitgever.
Prijs der Advertentiên
20 cent per regel; minimum 12».
BiJ contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
AdvertentlSn moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
«o» ,J)B BOBO VAN BET ZÜ1DBN
1
DE