SttllilMHI lOlilt*
Schoonmaak
No. 32. Zaterdag 20 Apr. '29. 52e Jrg.
TWEEDE BLAÖ.
ONS KERKORGEL.
i.
Motto: „Domine, dilexi
decorem domus tuae.
Heer, tk heb den luister
van Uw huis bemind."
Ps. XXV, 8.
Parochianen van St. Jan
te Waalwijk.
Het is nu reeds ruim drie jaren
geleden, dat onze monumentale nieuwe
Parocnieketk van Si. Jan voor de
kerkelijke diensten in gebruik werd
genomen. En we mogen tot onze
vreugde constateeren, dat de inwen
dige atwerking en meuoileering der
kerk in dien oetrekkelijk korien tijd
reeds zeer vergevorderd is; ik noem
b.v. alleen de twee laatst bijgebouwde
marmeren zijaltaren.
Er zijn eenter nog verschillende
zaken, die aan de volledige vol
tooiing van het inwendige der kerk
ontbreken, waarvan het gemis in
mindere of meerdere mate voelbaar
is: zoo b.v. een nieuwe kruisweg,
een koperen afsluiihek tusschen de
communiebankmaar thans
wensente ik voornamelijk Uwe aan-
dacnt te vestigen op een kerkmeubel,
welks afwezigheid zich wel het meest
doet gevoelen.dat voorden kerkelijken
dienst haast onmisbaar is, onmisbaar
vooral waar het geldt de opluistering
der plechtigheden, een meubel, dat
zoo bij uitstek geschikt is, om de
noodige stemmingen van vreugde en
ook van droefheid bij de geloovigen
op te wekken, namelijk het ORGEL.
Velen zullen zich reeds menigmaal
verwonderd hebben afgevraagd, waar
om toch zoo lang met den bouw van
het orgel gewacht werd, en deze ver
wondering is volkomen begrijpelijk,
daar wij allen weten, dat we in onze
vroegere kerk een mooi orgelhadden.
hetwelk bij den afbraak der vorige
kerk in December 1922 gedemonteerd
werd en opgeborgen op een zolder,
waar het nog steeds zijn dagen in
non-activiteit slflt. Keeds gedurende
meer dan zes jaren sedert onzen
intrek in de noodkerk hooren wij
nu bij onze kerkelijke diensten den
mageren klank van een harmonium,
dat in de nieuwe kerk, dank zij de
goede accoustiek der koorruimte,
betrekkelijk nog goed voldoetwe
zijn er aan gewoon geworden,zoodat
zelfs voor velen de gedachte aan een
orgel in het vergeetboek zal zijn
geraakt.
Voor oningewijden lijkt de kwestie
van het orgel zoo doodeenvoudig, en,
te oordeelen naar hetgeen ik van ver
schillende personen in den loop der
laatste jaren vernomen heb, meen ik
de meest gangbare opinie te mogen
formuleeren als volgt
"We hadden vroeger een prachtig
.orgel; dat orgel woiüi nog siccus
.bewaard, en er bcnueit uus nicis
.anders te gebeuren aan het weer op
.te bouwen!"
Ueze bewering is echter slechts in
zeer betrekkelijke mate waar, meinet
gevolg, dat ue conctussie met opgaat,
anders zou hel orgel immers ai rang
in ue kerk staan. Dal evenwei uit
oorueei in de gedachten aer Waal-
wijkers, vooral de oudeien, ais nel
ware is ingeroest, kon ik nog onder
vinden voor enkele weken, toen ik
een noogstaand oud-Waaiwtjker den
lot van ons orgel ongeviaaga hooide
verkondigen met zuik eerr vuur en
klem in zijn redeneeimg, dat het on
geveer ais een neiiigacnennts zou
moeten woiden bescnouwd, wanneer
er ook maar één plank ot spijker aan
zou worden vertimmerd 1
We hadden een prachtig orgel
Zeker, zeker 111 Er is steeds een
groote roep uitgegaan over de scnoort-
ncid en den noogen adeldom der
klanken, welke ons orgel bezat,
ledereen prees net Instrument, niet
alleen degenen, die er dagelijks mede
in aanraking kwamen, maar ook
vreemde organisten, orgelbouwers en
musici van naam waren steeds vol lot
o verde zeldzaam scnoone klankkleuren
van het orgel, ik zelf zou de laatste
willen zijn, om het tegendeel te be
weren ik heb altijd dapper meege
holpen om de lotirompet over de
goede hoedanigheden van ons orgel
te blazen, o vei al waar de kans zich
daartoe aanbood.
Ook mijn broer Jan, die zoo vaak
het instrument bespeeld heeft, was
altijd vol enthousiasme over de pracht
volle regtsterkleuren van het orgel,
waaraan hij ten zeerste gehecht was,
en eindelijk onzen onvergetelijken
vader z.g. die gedurende bi jaren
organist onzer parochiekerk was,
wiens persoonlijkheid en wijdgeroemd
orgelspel de ouderen onder mijne
geachte lezers zich nog levendig zuilen
herinneren, was het orgel om zijne
edele eigenschappen zoodierbaar.dat
hij het steeds .zijn" orgel noemde.
Het spreekt dan ook van zelf, dat
wij steeds met angstige belangstelling
de verdere lotgevallen van het orgel
gevolgd hebben en reeds vóór den
afbouw der nieuwe kerk in stijgend
ongeduld meermalen bij den Z.E H.
Pastoor vragen gesteld hebben, ot er
nog geen plannen omtrent heropbouw
van het orgel bestonden, nieuwsgierig,
wat er toch van zou groeien. Het was
ook bij dergelijke gelegenheden, dai
ik mijn uiterste best deed, om de
aandacht van al degenen, van wie ik
maar eenigszins kon vermoeden, dat
zij eenigen invloed konden uitoefenen
op mogelijke plannen, te vestigen op
de groote kunstwaarde van ensorgei,
welke bij heropbouw niet mocht ver
loren gaan, noch verknoeid worden.
Deze intense belangstelling deed mij
dan ook reeds 5 jaren geleden besluiten
mij schriftelijk te wenden tot onzen
Z.E.H. Pastoor, in de vaste overtuiging,
dat niemand anders 'zich het lot van
het orgel zou aantrekken, daarbij
tevens met recht vreezend, dat het
orgel zou worden opgebouwd, zooals
het vroeger geweest was, in welke
vrees ik nog gesterkt werd door ver
schillende uitlatingen van bevoegde
personen, waaruit mij bleek, dat het
Kerkbestuur daartoe overhelde wegens
beperkte geldmiddelen Deze handel
wijze moest echter a tout prix voor
komen worden, hetgeen U uit het
vervolg van mijn artikel zal duidelijk
worden.
PETRUS DE BREE, pr.
Seminarie „Beekvliet",
St. Michiels-Gestel.
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
Rustig leven bovenal.
De veldmuis at maar rustig door,
Zijn buikje at hij rond.
En waar hij ook maar henen keek,
Steeds 't oog iets lekkers vond.
De stadsmuis deed van harte mee
En weerde zich geducht,
Maar lette onder 't eten door
Op elk verdacht gerucht.
Nog lang ze samen zaten zoo
Daar spitste stadsmuis d'ooren.
Keek angstig naar de kelderdeur,
Daar scheen hij iets te hooren.
Maar neen, 't was rustig overal;
Ja. toch. de deur ging open.
Een kiertje maar en o, zoo zacht
Wie kwam daar aangeslopen?
Onrustig keek de stadsmuis rond
En hield voortdurend 't oog
Op 't pootje, dat zich in de kier
Wat heen en weer bewoog.
Opeens, door d' opening van de deur
Vloog nu een poes naar binnen,
De stadsmuis dachto wee, dat 's mis,
3<at moeten we beginnen?
BINNENLAND.
Oplossing der Romeinsche kwestie
te Utrecht herdacht.
Te Utrecht werd Woensdagmiddag
in de groote Tivoli zaal, in een
buitengewone vergaaeriug van den
Algemeenen Neatri. Katholiekendag,
op plechtige wijze de oplossing van
üe Romeinsche Kwestie gevierd.
De zaal was geheel bezet.
Toen mgr. L. Scnioppa, pauselijk
internuntus, mgr. H. v. d. Wetering,
aartsbisscnop van Utrecht en de
bisschoppen mgrs. Diepen, Hopmans
en Scnrljrien in hun purper kleed
binnenkwamen, stond het publiek op
en huldigde hen door applaus. y
De meest vooraanstaande geestelijke
en wereldlijke autoriteiten waren hier
aanwezig, uit alle rangen en standen.
Daar waren o.a. Mgr. Hopmans en
Mgr. Diepen. De Katholieke Ministers
Waszink en Lambooij; de leden van
den Raad van State, mr. dr. G.,F. M.
Baron van Hugenpoth tot Aerdt, mr.
J. j. I. Harte van TeCKlenburg en mr.
dr. D. A. P. N. Kooien. Mr. W. M.
van Lanschot, voorzitter van de Katho
üeke fractie in de Eerste Kamer.
Vertegenwoordigers van de georgani
seerde Kathoiltke standen van Neder
land. Daar waren Z.Exc. J. M. F.
Graaf Du Monceau opperceremonie
meester van H. M. de Koningin, mr.
E. O. J. M. Baron van Hövell tol
Westeiflier, Commissaris der Koningin
in Limburg, jhr. mr. dr. A. B. G.
van Rijckevorsel, Commissaris der
Koningin in Noord Brabant, mr. F. J.
van Lanschot, burgemeester van
's Hertogenbosch en mr. L B. van
Oppen, burgemeester van Maastricht.
Voorts waren er de Rectoren
Magnifici prof. Dr. Hoogveld en prof
ur. Goossens en presidenten van de
Groot Seminarie, enz. Kortom hier
was heel Katholiek Nederland bijeen.
Na een openingswoord met den
Christel, groet van den voorzitter,
Baron van Wijnbergen, hield Mgr
v.- d, Wetering in 't Fransch een toe
spraak tot Z.Ex. den intern. Mgr.
bchioppa.
Wel was hij voor zichzelf niet bang
Hij zou wel kunnen vluchten
Maar voor zijn neef, de veldmuis, viel
Wel groot gevaar te duchten.
„Vlucht neef", riep hij zoo hard hij kon,
„Vlucht snel den kelder uit".
De veldmuis deed zich juist te goed
Aan heerlijke beschuit.
(Wordt vervolgd).
geeft menige huisvrouw en dienstbode ruwe
en roode werkhanden. Ueze worden weder
om spoedig gaaf, zacht en blank door Purol.
Alph. Laudy, Hoofdredacteur van
de Tijd hield een grooie herdenkings
rede, gemeld „Met Te Deum van
Rome en Ncderiana".
Na een woord van hulde tot den
60 jarigen baron van Wijnbergen ln
verband met diens zilveren jubileum
als Kamerlid, betoogde spr., dat de
droefenis om den gevangen Vadei
thans in het 50ste priester jaar van den
3aus veranderd is in vreugde, nu wij,
zeide spr., den Paus koning kunnen
begroeten in een vrije stad en ineen
souvereinen siaat.
Het kan niet anders, aldus ging spr.
voort, ot wij denken op dezer, dag
aan mgr. dr. Scnaepman, die de
wereldlijke souvereiniieit der pausen
het staande wonder Gods noemde,
dat alleen door een wonder Gods kan
worden hersteld.
Het Romeinsche vraagstuk, waarin
bijna 60 jaar het vrije bestuur dei
kerk verankerd en verzekerd lag, is
opgelost in den Naam en den God
dtlijken band 'der Drievuldigheid. Het
Te üeum van den St. Preter boven
het onderaardsch klankbord dermee-
trillende catacomben werpt langs de
toppen der vervoerde vreugde zijn
echo's in den samengolvenden beurt
zang van de kathedralen der wereld.
ln dezen wereldzang der zusterker
ken treedt vandaag het kerkelijk
Nederland met een nationale stem en
een eigen timbre van liefde. Langer
dan dertig jaar hebben de Hollandscht
zouaven op hun biddende en mar-
cheerende veldtochten de bergen van
talië gekleurd met het geslachtofferde
bloed der Hollandsche liefde als een
teeken, dat het zouaven-regiment er
zijn doortocht had gehouden. (Hierop
volgde een ovatie voor de aanwezige
oud zouaven.
Spr. wees verder op het gouden
priester jubileum van kardinaal van
possum en op het aanstaand 80ste
levensjaar van mgr. van de Wetering.
Spr. betreurde, dat de vertegen
woordiging van Nederland bij den
pauselijken stoel is geofferd, aan
de partyschappen van spelers op poli
tieke winst.
Al nam dan, zoo ging spr. verdei
een toevallige ontmoeting van jaloer
sche en op elkander weddende partijen
even on koninklijkalson-Nederlandsch
het verbindingsteeken tusschen Ne
derland en Rome weg in een ruwt
beweging van polderpolitiek, zij kan
onze vaderlandsche en katholieke
gevoelens niet verminderen, om in dit
ubeljaar als den koning en de koningin
van den vrede in één roep in onzt
vereeriging te vieren: Z. H. Paus
Pius XI en H.M Koningin Wilhelmina
(daverende toejuichingen.)
Hij herdacht verder de zoo ver
trouwde Pausfiguren, die lOOzeidt
spr. Christus in de vaticaanscht
gevangenis zijn kruis hebben nage
dragen.
Met een geestdriftig woord eindigde
spr. zijn schitterende rede onder lang*
durige toejuichingen
Vervolgens werd de vertegenwoor-
Met de Kat naar school.
Toen Hans Scheffers om tien mi
nuten voor negenen met een mond
vol brood en een geopend wiskurade-
boek in zijn hand langs de straten
holde ln de door niets gemotiveerde
hoop nog op tijd op school te komen
en zijn les te kennen, zag hij plotse
ling twee straten van zijn woning
Molly zijn poes op de stoep zitten.
Ze was vuil van het stof en hield
haar beide pooten over een met de
grootste moeite uit een vuilnisbak op
gediepte vischgraat, welke zij aan haar
houding te oordeelen, tot het uiterst»
wilde verdedigen.
Hans zou voor niets ter wereld zijn
geliefkoosde poes daar laten zitten.
Ze naar huis brengen ging niet meer,
maar wat dan?
Hulpeloos keek de kat hem aan.
Toen plotseling een kloek besluit
nemend greep hij de kat bij haar nek
vel en stopte ze in zijn boekentasch.
Er mocht dan maar van komen wat
wilde. En toen naar scnool gerend.
Hijgend en blazend viel hij op het
laatste nippertje de klas binnen.
Hij zette voorzichtig zijn tasch met
inhoud neer onder zijn bank. Als die
verduivelde kat zich nu maar stil
wilde houden.
't Werd half elf en Hans begon a
hoop te krijgen, dat alles nog goed
af zou loopen tot op een gegeven
oogenblik een klagend miauw door
de klas klonk. De jongens proestten.
„Piet Heelstra!" gebood de ver
toornde onderwijzer, „verlaat oogen
blikkelijk de klas en maak voor stra
10 Fransche vertalingen, wij zullen
jou die geiuidmakerij wel eertsaflee
ren 1"
„Mijnheer, ik maak geen geluid",
protesteerde Piet.
„Zwijg"! bulderde de onderwijzer,
„doe wat ik je gezegd heb!"
Piet verliet zwijgend de klas.
Maar dat was Hans te machtig, een
ander hoefde niet gestraft te worden
voor waar hij de schuld van was Hi
stak zijn vinger omhoog en zei„Mijn
heer, Piet heeft niets gezegd, ik..
Verder kwam hij niet.
„Bemoei jij je met je eigen zaken
gebood de onderwijzer.
Nu hadden ze natuurkunde en allen
begaven zich naar het natuurkunde-
lokaal. Hans zeulde zijn tasch maar
weer mee, die kon hij toch niet laten
staan, als de kat er eens uitglipte
Er moest een proef gedaan worden
en daarvoor't lokaal donker gemaakt,
De proef begon en was juist op
het hoogtepunt, de onderwijzer hield
UIT HET DAGBOEK VAR
PIETER POR.
17 April. Vanmiddag van m'n 16-
daagsche reis uit het Zuiden
teruggekeerd. Best gesteld. Er
ligt nu een tafel vol kranten
en brieven.
Schokkende gebeurtenissen
kwamen niet voor.
Heb eerst eens rustig het
laatste raadsverslag doorgele
zen. 't Is wat te lang geleden
om er nog veel van te zeggen.
Timmermans heeft ware woor
den gesproken over de verhou
ding Baad en B. en W. Da's
juist gezien. Als het zoo van
weerszijden begrepen wordt,
is het voor mekaar. Soepel
eenerzij ds en tactisch van den
anderen kant. Laat men zoo
op den goeden weg blijven.
Gezochte critiek en afbreuksy-
steem thuis houden.
Het verwonderde me dat
Weth. Smolders zich niet ver
zette tegen verhooging school
geld Teekenschool. Da's toch
zeker een arbeidersbelang.
Had gaarne huldiging van
Jac. Sars bijgewoond. Ze heb
ben 'm fijn in de „blommetjes"
gezet. Da's ie waard. Met ge
noegen de hartelijke toespra
ken gelezen. Stem er mee in.
Sympathiek dat ook onze Bur
gervader een woordje gezegd
heeft.
Ben ook getroffen door de
huldiging van Ds. Louwe
Kooymans. Menschen van ver
schillende gezindten kunnen
toch wel prachtig samengaan.
Dat had men gerust in de
groote dagbladpers mogen zet
ten. Misschien zouden Ds.
Kersten e.a. daardoor „ziende"
zijn geworden.
Baardwijk, gaat zoo door!
Eert Uw goede burgers zonder
onderscheid. Zulke voorbeel
den werken goed, ook op Ds.
die nietKath. raadsleden ter
verantwoording durven roepen
als ze voor gem. subsidie stem
men voor een uurwerk aan een
R.K. toren.
18 April. Mooie voorjaarsdag. Van
middag wandeling naar Roes-
telberg gemaakt. Het wordt
tijd dat de paden worden na
gezien. Laat de Raad daar
eens een paar honderd gulden
aan verwerken. Hier meer
rede en recht dan de Klei. Is
er in samenwerking met Loon
op Zand niets te bereiken?
Daar moet men ook eens de
handen uit de mouwen steken.
Waalwijks Belang moet nog
maar eens in Kaatsheuvel gaan
porren. Het wordt hoog tijd.
19 April. Kom nogmaals terug op
terrein voor de Gasfabriek.
Gaat men nu toch de zaak
doorzetten? Waarom zou men
een buisje met een vloeistof boven een
gasvlam, toen er een paar vurige kat-
tenoogen vlak bij zijn hand spook
achtig gloeiden. Han's kat waslosge
broken. Nieuw tumult. De onderwijze*
liet het buisje vallen en stak zijn vin
ger in de gasvlam.
Hij slaakte een gil van pijn. Hei
licht werd aangeknipt en een ge
schreeuw en gejaag begon Hans deed
dapper mee. Hij zat onder zijn bank
en toen de kat vlak bij hem kwam,
ving hij ze behendig op en stopte ze
ongezien in zijn tasch.
De onderwijzer was in de meening
dai het de kat der concierge was en
wel ergens een heenkomen gezocht
had. Ze was tenminste nergens meer
te zien.
De les werd voortgezet en toen de
bei luidde, begaf Hans zich met een
opgelucht gemoed naar de directeurs
kamerhij klopte aan.
„Zoo Hans", zei de directeur, „ik
wou je juist hebben. Weet jij iets van
dat gemiauw af „Ja, mijnheer", ant
woordde Hans, „maar Piet Heelstra
heeft het niet gedaan."
„Jij dan misschien?"
„Nee mijnheer".
„Wil je me dan zeggen wie de
schuldige is?"
„Ja mijnheer."
„Dat valt mij van je tegen Hans",
zei de directeur, „ik had niet gedacht
dat jij je makkers zou verradtn".
„Dat doe ik ook niet, mijnheer"
zei Hans, en zonder wat te zeggen
opende hij zijn tasch en liet de kat
zien.
De Directeur zette groote oogen op
van verbazing.
„Hoe kom je aan die kat", vroeg
hij. Hans vertelde hem de toedracht
der zaak. O wee, dacht hij, wat zal
er nu gebeuren. Werd hij misschien
van school gejaagd Of kreeg hij mis
schien een onoverkomelijke partij
strafwerk? Maar neen, zijn directeur
scheen zelfs te glimlachen.
„Deed je het niet expres vroeg hij
„Nee mijnheer", antwoordde Har.s
uit den grond van zijn hart
„Nou, ga dan maar gauw naar huis,
>k zal wel zorgen dat het met Piet
Heelstra in orde komt."
Johan de Graaf.
Nieuwe Raadsels.
1.
Van boven naar beneden en van
links naar rechts ben ik een plaatsin
Zuid Holland.
x medeklinker.
x insect.
x vrucht.
x jongensnaam,
xxxxxxxxx gevraagd woord.
x we luisteren naar
de stem van ons..
x voedzame drank.
x uitroep,
x medeklinker.
2.
Ik ben een woord van 3 letters.
Met een b ben ik rond
Met een h ben ik van binnen leeg.
Met een m ben ik een dier.
Met een n ben ik een jongensnaam-
Met een v ben ik niet leeg.
Met een w verwarm ik.
3.
Ik besta uit 27 letters en ben de
eerste regel van een bekend school
liedje.
1—2—6—24 wordt bij het
grasmaaien gebruikt.
8 23—1 meisjesnaam.
10—3—9 19 plaats in Zeeland.
7—17 27 rond voorwerp
20 21 22— 11 2526 nadeel.
4 15 13 is niet droog.
14—12 15—20 kunstvootwerp.
2—12—5 - 25 grondsoort.
2—17—18 hemellichaam.
11 16 verkorte meisjesnaam.