Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
9
li
FEUILLETON
GEMEENTERAAD.
NUMMER 47.
WOENSDAG 12 JUNI 1929.
52e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprfls per 3 maanden 1.25.
Franco per post door het geheele rtJk 1.40.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, ena.
franco te zenden aan den Uitgever.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 88. Telejjr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advertentlën
20 cent per regel; minimum 1.80.
Bfl contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag on Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit
zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Weerbaarmaar zuinig.
Bezuiniging op militaire uitgaven
is sinds jaren de leus, En dat die
leus toch meer practische uitwerking
heeft dan men wel eens meent, kan
met de cijfers worden aangetoond.
Met dankbaarheid dienterkend.dat
in deze richting belangrijke stappen
zijn gedaan.
Van de zijde der eenzijdige oniwa-
penaars wordt echter nog steeds de
onjuiste voorstelling gewekt, dat er
op Leger en Vloot niet of weinig zou
zijn bezuinigd, waartegenover men
dan de even onjuiste bewering
plaatst, dat er voor. onderwijs en so-
ciaie uitgaven geen geld beschikbaar
is.
Een paar nuchtere, sprekende cij
fers haalt „De Vrijheid" aan;
„De laatste Staatsbegrooting, die
voor het jaar 1929, vermeldt, benoo-
digd zijn voor
Onderwijs 150'/a millioen
Leger en Vloot tezamen 99 millioen
Nationale Schuld 32 millioen
Arbeid, enz. 76 millioen
Financiën 68 millioen
Waterstaat 55 miilioen
Deze cijfers behoeven geen com
mentaar.
Landmacht vraagt 58 millioen, Zee
macht 4l millioen, Arbeid alleen 76
en Onderwijs de helft meer dan
Land en Zeemacht tezamen.
Nu de bezuiniging op Defensie.
In 1922 kostte onze Defensie 131
millioen. in 1929 is dit bedrag terug
gebracht tot 99 millioen een bezui
niging dus van 32 millioen 'sjaars.
welke voor de militaire uitgaven zelfs
40 millioen bedraagt, daar de posten
voor pensioenen en wachtgelden (waar
ook geen onfwapenaar aan wil raken)
in deze jaren met 8 millioen gestegen
zijn.
»h „DB BOHO VAN HUT ZÜIDBN".
NAAR HET ENGELSCH.
J. SCHEEPENS.
74.
„Dat was inderdaad zeer practisch
van u gedacht", sprak Bell weer met
een goedkeurend knikje.
„De edele heer werd me voorge
steld als een bekeerden bandiet, een
van de dwalingen zijn weegs terugge
keerde dief die „geestelijke" gewor
den was. Alsof men dat zoo maar ge-
looven zou, en dan vooral van een
„vriend" of „kennis" van den heer
Reginald Henson! Ik moet u zeggen,
dat ik wel nooit grooter misdadigers
tronie heb gezien. En wat me wel 't
meest frappeerde, was wel zijn af
schuwelijk afgeplatte duim!"
„Zijn wat!" riep Bell verbaasd, ,,'n
Duim als de kop van een slang, met
een kleine rose nagel in het midden?"
„Dat is onze man! Dus u heeft
hem al eer ontmoet?"
„We hebben elkaar ontmoet, op
mijn weg hierheen", zei Bell droogjes.
„De schurk stuurde de dogkart weg
van het station, opdat ik naar het
kasteel zou moeten loopen en hij wil
de me onderweg aanvallen. Maar ik
verwachtte half iets van dien aard,
en ik was dus op mijn hoede. En hij
was de man met den duim. Ik zou
Veertig millioen daling dus in de
laatste zeven jaar."
SPRANG-CAPELLE.
De Raad dezer gemeente vergader
de Maandagmiddag 3 uur ten gemeen
tehuize onder voorzitterschap van den
Edelachtb. heer Burgemeester Meijer.
Afwezig Weth. Middelkoop en het
lid Sneep.
1. De notulen der vorige vergade
ring werden onveranderd vastgesteld.
2 Ingekomen stukken.
a. Verschillende goedkeuringsbe
sluiten van Ged Staten
b. schrijven van mej Covée, dat zij
hare benoeming als onderwijzeres in
dank aanneemt,
c. Verslag der gemeente over 1928
d. Schrijven van de gemeente Was
pik. houdende verzoek om een bij
drage tot atkoop van den eigen weg
van Hamers, de opheffing van den
tol daarop en 't onderhoud daarvan.
Voorzitter. Wij meenen, dat de be
trokken weg voor onze gemeente niet
van zooveel belang is, dat 't een bij
drage in de kosten van afkoop en
onderhoud zou wettigen. Daarom
stellen wij U voor op 't verzoek af
wijzend te beschikken.
Verheijden. Men zou 't gemeente
bestuur in overweging kunnen geven
om zich tot het bestuur van den Bin
nenpolder te wenden. Dat is de aan
gewezen weg.
Voorzitter Ja er ligt een stuk pol
derweg tusschen.
Michael Wij hebben gemeend af
wijzend te moeten beschikken, omda
de weg van Hamers voor Capelle van
geen belang is, de opheffing van de
tol tenminste niet. Als wethouder heb
ik er met den eigenaar over gespro.
ken, en toen vertelde hij me, dat het
geen tol is, maar eer. eigen weg. De
tol kan men dus niet opheffen, zonder
den weg af te koopen. In 't raadsver-
slag van Waspik heb ik gelezen, dat
men zich ook tot de K. N, A. C. en
den A.N. W. B. zou wenden om een
bijdrage. Maar Hamers zegt, dat hij
den weg niet wil afstaan, en als men
hem wil koopen, zou hij zooveel vra
gen, dat 't niet te betalen is. Daarbij
komt nog iets anders. Wanneer Ha
mers zijn weg kwijt is, dan zal zijn
café ook niets meer waaid zijn. Daar
om houdt hij er zoc aan vast.
Verheijden. Dan heeft 't ook geen
zin om er den polder nog bij te halen.
Michael. Voor ons is 't van geen
belang en de Capelsche menschen
die van den weg gebruik maken, wor
den niet lastig gevallen. Automobilis
ten worden wel aangehouden.
Kerst. Is er ook iets van bekend
welk bedrag hij vraagt of weet U ook
hoe groot ons aandeel kan zijn Dat
zouden wij eerst eens kunnen infor-
meeren. Als we nu met een kleinig
heid aan een algemeene verbetering
konden meewerken, dan is er alles
voor. Ten slotte is 't daar toch een
lastige post. De Capelsche menschen
die daar langs komen zullen geen zin
hebben pm er dadelijk aan te leggen
omdat ze pas van huis zijn gegaan.
het je wel eer verteld hebben, maar
ik vergat het, toen ik zoo met bewon
dering naar je diplomatieke optreden
keek tegenover Lord Littimer. Toen
ik dus den aanval had afgeslagen,
vluchtte de ellendeling in de richting
van de heuvels. Natuurlijk ging hij
Henson vertellen, dat het plan mis
lukt was en dat hij dus maar zien
moest om de andere ets in zijn macht
te krijgen. Als hij mijn Rembrandt
had kunnen veroveren, zou de andere
natuurlijk zijn blijven hangen. En ik
had natuurlijk niet met de al zeer
ongeloofwaardige geschiedenis kun
nen aankomen bij Lord Littimer, dat
men mij juist onderweg van mijn
eigendom had beroofdMaar ik
onderbreek uw eigen verhaal
„Welnu, ik had dien duim reeds
eer nauwkeurig bestudeerd. Dat was,
zooals ik u vertelde, toen ik den
schurk naar het kasteel zag komen
langs de klippen aan den zeekant. Ik
leunde over het terras, toen ik hem
verschijnen zag in een breede licht
strook, daar over de klippen gewor
pen door het licht uit den toren. Ik
vergat dat ik in den schaduw stond en
hij me dus onmogelijk kon zien. Daar
om trok ik schielijk mijn hoofd terug
en zoodoende viel mijn diamanten
haarspeld bijna voor de voeten van
den indringer. Hij zag het, bekeek de
vondst even en stak de speld met een
tevreden gemompel in den zak. Ik wil
de hem bijna iets toeroepen, maar ik
bedacht mij. Ik kreeg plotseling een
ingeving dokter Bell ik kreeg een
idee schitterend!"
Hier hield Chris even op, en liaar
oogen glinsterden van blijdschap, Bell
zag haar aan vol belangstelling en be
wondering.
„Ik heb het den man laten hou
den", ging ze na een oogenblik voort,
langzamer en met nadruk, „met het
oog op de toekomst. De man had het
voorwerp gestolen en ik was in staat
het te bewijzen. Het was zoo goed als
zeker, dat hij de diamanten ster zou
heieenen, en dat heeft hij op het
oogenbilk ongetwijfeld gedaan: en
daarom hebben we hem in onze
macht. We behoeven alleen, te ontdek
ken, waar de diamanten zijn ge
bracht ik kan een eed afleggen als
men mij vraagt of ik, ze zag stelen en
de politie zal daarna de woning van
den kerel doorzoeken. Dan zullen ze
ook de vermiste Rembrandt aantref
fen. Die zal de waarde heer Merritt
toch wel niet durven verpanden".
„Ook al kent hij er de werkelijke
waarde van,'waaraan ik twijfel", zei
Bell peinzend. „Henson zal zijn helper
wel niet te veel vertellen. Laat mij u
geluk wenschen met uw idee, juf
frouw Chris. Die diamanten ster is in
onze handen een machtig werktuig en
u heeft bovendien altijd de zekerheid
dat u het voorwerp terug zult kunnen
bekomen. En wat gaan we nu verder
doen?"
„Natuurlijk een bezoek afleggen bij
mijnheer Merritt", zei Ch'ris onmid
dellijk. „U vergeet, dat ik zijn adres
heb. Ik stel ten zeerste belang in den
welstand van crimineele personen en
u niet minder. Ik heb in den gids de
namen opgezocht van een paar men
schen, die veel aan dergelijk werk
doen, en ik ben van plan op kasteel
Littimer een bazaar te houden ten
Maar daar ligt nog een andere weg,
kan dat niet verbeterd worden
v. d. Hoeven. Dat is een zandweg.
v. d. Wiliigenburg. Ik kan mij wel
vereenigen met het voorstel van B.
en W. We worden niet alleen ge
vraagd om een bijdrage van afkoop,
maar ook in de kosten van onderhoud.
En waar er nog klachten komen over
onze eigen wegen ben ik er niet voor
om voetstoots een anderen weg in
orde te brengen.
Rijken. Van ons maken er velen
van den weg gebruik, ik ben er wel
voor om met een kleine vergoeding
iets tegemoet te kernen.
Weth. Michael herhaalt nog eens
zijn vorig gezegde. Afkoop van den
weg zal een dure geschiedenis wor
den. Als deze gemeente er met een
kleine bijdrage toe kan meewerken,
voelt spr. er wel iets voor Echter niet
om ook een deel van 't steeds weer
terugkeerend onderhoud te dragen.
We kunnen nu wel een redeneering
opzetttn maar we weten eigenlijk nog
niets. Wat Waspik vraagt behoeven
we ten slotte nog niet te geven. We
staan toch vrij om te vragen wat het
kost.
Voorzitter. Zujlen we 't dan aan-
houden tot een volgende vergadering
Michael. Dan stel ik voor om eerst
nadere gegevens aan Waspik te vra
gen
v. d. Wiliigenburg. Maar dan wek
ken we de verwachting op, dat we
wel genegen zijn op zekere voorwaar
den mee te werken. M.i. is 't belang
niet zoo groot om er kosten voor te
maken.
Rijken: 't Is voor 't verkeer een
algemeen belang. Zien we maar eens
naar Waalwijk Die gemeente gaf aan
Drongelen f 200 voorwegverbetering,
en dat is een mooie verbetering ge
worden. Daar heeft iedereen belang
bij.
v d. JVilligenburg. Ik vind, dat we
eerst onze eigen wegen in orde moe
ten brengen.
Rijken. Methet huidige snelverkeer,
smaakt als room
bate van het werk der reclasseering
van ontslagen gevangenen, begrijpt
u! En ik wilde aan mijnheer Merritt
een adres vragen. Zoudt u niet den
ken, dat het zóó zal lukken?"
„Dat zal inderdaad zeer veel kan
sen bieden", zei Bell.
De eenigszins grillige stad More-
ton Well werd spoedig bereikt en ook
de straat waar de heer James Merritt
woonde. Het was een eenvoudige wo
ning van tw7ee etages en de bewoner
was klaarblijkelijk thuis.
Chris trippelde vroolijk naar bin-
nen, gevolgd door Bell, voordat de
man de vieze aarden pijp neer kon
leggen, waaruit hij rookte en het smoe-
i zelige hemd kon knoopen, dat hij
droeg en waarop de stijve predikan-
tenboord moest worden vastgemaakt.
I Met buitengewone handigheid wip-
te Merritt een flesch en een glas on
der het tafelkleed, maar dit kon niet
verhinderen flat in de kamer de eigen
aardige geur bleef hangen van sterken
drank.
Merrit trok half het hoofd terug,
achterdochtig als vreezend een klap
te ontvangen. Zijn oogen gluurden
over Bell's schouder heen, alsof hij
verwachtte daarachter nog een scha
duw te zien verschijnen. Bell had
reeds meer dan eens het type van
zoo'n misdadiger gezien, die bang is
dat de poitie hem op de hielen zit.
„Ik ben blij, dat ik u thuis tref!"
begon Chris op vroolijken toon.
Merritt mompelde iets dat niet erg
complimenteus leek. Het was zeer dui
delijk, dat hij niet van dezelfde mee
ning was. Hij had Bell herkend en
vroeg zich af of ook deze hem her
mogen we er gerust flink achterheen
zitten om er de kronkelingen uit te
halen. Daaraan mee te werken is een
algemeen belang.
Verheijden. Zooals hier al gezegd
is, zullen we verwachtingen opwek
ken. Wanneer Waspik aan den eige
naar vraagt wat hij voor den weg
vraagt en hij eischt dan een abnor
maal hooge som. dan is het mogelijk
dat er een andere boer komt en in
zijn land een rechte weg uitzet. En
het slot is dan, dat Hamers de kous
op den kop krijgt.
Timmermans. Dat zou heel goed
zijn
Kerst. We dienen voor onze ge
meente twee zaken tegenover elkaar
af te wegen, m. I. wal kost 'tons, en
hoever is het nog een algemeen
belang.
Voorzitter. Zullen we dan eerst in
lichtingen vragen
In stemming gebracht wordt dit
voorstel met op twee na algemeene
stemmen aangenomen.
Tegen stemden de leden v. d. Wil
iigenburg en Vos.
3 Benoeming van voorzitter, leden
en plaatsvervangende leden van stem-
bureaux (Wegens niet—aanneming
benoeming
Benoemd werden: H. Kerst tot
voorzitter van stembureau III; v.Pelt
tot lid en J. Vos tot plaatsvervanger.
Tot lid van het Hoofdstembureau Ver
heijden en tot plaatsvervanger Sneep.
4. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot onderhandsche ver
huring van het voormalig schoolhuis
te Sprang.
Het huurcontract met J. Vei beek.
(huur f 208 per jaar) was reeds 1
kend zou hebben. Maar Bell zette een
onschuldig gezicht en verried niets.
Toch volgde hij Merritt's onrustige
blikken, totdat deze hieven rusten op
een rolletje vergeeld papier op den
schoorsteenmantel.
Die rol vergeeld papier was de
oude Rembrandt-ets en dat wist Bell.
„Zou ik ook even mogen gaan zit
ten?" vroeg Chris, zoo beleefd en zoet
sappig mogelijk.
Merritt maakte een stoel leeg,
waarop een hoop goedkoope sportbla
den lagen, en vroeg op niet al te be
leefden toon, wat de dame voor zaken
met hem te bespreken had.
Ch'ris nam er ruimschoots den tijd
van en begon heel langzaam. Terwijl
zij sprak kwam er langzamerhand 'n
breede grijnslach over zijn misdadi-
gersgelaat. Hij gaf toe dat hij al meer
van die dingen bij de hand gehad had.
Sinds Henson hem had gered, was de
politie niet half zoo nieuwsgierig
meer geweest en zijn oogenblikkelijke
toestand was het resultaat van vorige
diefstallen. Maar dit laatste feit hield
Merritt nochtans bescheiden voor
zich.
Maar het plan van mejuffrouw
Lee vond hij wel een mooi idee. Hen
son zou het misschien wel niet zoo
aardig vinden,, maar die kon in dit ge
val niet al te veel zeggen.
„Ik dacht, dat als u misschien met
ons mee zoudt willen komen om op
het kasteel te dineeren", drong Chris
aan. Ze sprak langzaam en naden
kend, de oogen op den grond gericht.
„Laten we afspreken, hedenavond.
Zoudt u dat willen?"
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zuiden,
Waalwybschc en Ungstraatsfle Courant,