Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Onze HandelsnoSitiek.
Bel Buis der Stille Smarlea.
W
STER-TABAK
Koe ze vroeger
FEÜILLETOil
BeAeerf itiet-rochers
NUMMER 50.
ZATERDAG 22 JUNI 1929.
52e JAARGANG.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. S& Telegr.-Adres: ECHO.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
De zevende paragraaf van 't Program
1929 van de Katholieke Staatspartij is
gewijd aan „Handel en Nijverheid".
De twee punten, die betrekking heb
ben op de handelspolitiek, luiden als
volgt
t. a. Het instellen van een onder
handelingstarief ten einde de mogelijk
heid tot het sluiten van handelstrac-
taten met andere landen open te
houden.
b Zoo noodig steun aan bepaalde
takken van volksbestaan door bijzon
dere invoerrechten, voornamelijk als
afweermiddel tegen dumping practij
ken, wanneer deze tot gevolg zouden
kunnen hebben, dat het Nederlandsch
bedrijfsleven blijvend zou worden
geschaad.
2. Betere inrichting van de afdee-
ling Handel en Nijverheid, mede met
het oog op economische voorlichting
en het sluiten van handelstractaten.
Tweeërlei wordt dus gewenscht.
Vooreerst een wijziging van de
Tariefwet in den zin van een dubbel-
tarief.
Thans toch is de toestand zóó. dat
wij een tariefwet hebben, die geldt
voor aile landen, waaruit waren in
ons land worden ingevoerd. Of wij
met dat land al of niet een handels-
tractaat hebben gesloten, of wij
van dat land al of niet de meest—
begunstigings—clausule hebben ver-
kregen het doet er niet toe; ieder,
die in ons land waren invoert, betaalt
het in de Tariefwet vastgestelde invoer- j
recht.
In de meeste landen is de tarief
wetgeving zoodanig, dat men bij het
onderhandelen over een handelstractaat
bepaalde concessies kan doen. Men
kan mits natuurlijk het andere land
ter compensatie ook extra-voordeelen
toezegt voor bepaalde goederen
het invoerrecht verlagen. Wij kunnen
dat niet. In den regel komen dus onze
onderhandelaars met leege handen. Ais
wij voor bepaalde goederen een gun
stiger positie willen bedingen, dan
zegt natuurlijk de tegenpartij„goed,
maar wanneer ik u dat toesta, wat
krijg ik dan van u En dan moeten
onze onderhandelaars in den regel
zeggenniets, want onze tariefwet
geeft ons geen vrijheid, u gunstiger
te behandelen dan een ander.
In den regel staan wij dus met
leege handen.
Niet steeds Zoo konden wij bij de
onderhandelingen met Duitschland
over een handelstractaat toezeggingen
doen omtrent de verlenging van het
aan Duitschland verleende krediet.
Of van dit ruilobject toen een vol
doende handig en kaufmgnnisch ge
bruik is gemaakt, laten wij daar. Maar
wij hadden tenminste iets, waaromtrent
wij coficessies konden doen in ruil
voor door ons van Duitschland ver
langde concessies.
Zoo stond het ook bij de onder
handelingen over een handelstractaat
met Tsjecho—Slowakije. Door dit
land, waar een sterke agrarische partij
is, werd de invoer van groenten sterk
gecontingenteerd. Maar het voert naar
ons land veel schoenen uit Nu was
in die dagen bij ons het Schoenen-
wetje op komst. Daarin werd de invoer
van schoenen gecontingenteerd. Door
nu aan Tsjecho Slowakije een grooter
contingent schoenen toe te kennen,
dan aanvankelijk in de bedoeling lag,
kon een aanzienlijk hooger contingent
voor invoer van groenten verkregen
worden.
NAAR HET ENGELSCH.
J. SCHEEPENS.
77.
Merritt kwam lomp binnengestapt,
en scheen met moeite zijn verlangen
te onderdrukken om nu eens goed
van de gelegenheid gebruik te maken.
Op zijn gelaat kon men een grijns
lach lezen, in zijn oogen blonk reeds
de trots over zijn triomf. Hij had zich
klaarblijkelijk zoo juist laten knippen
en scheren, maar ondanks deze verbe
teringen en ondanks zijn geestelijke
kleedij had de heer Merritt nu juist
niet het uiterlijk van die menschen,
die men gaarne na zonsondergang in
een donkere laan zou ontmoeten.
Maar Chris liet bij haar begroeting
hier natuurlijk niets van blijken en
geruimen tijd voordat zij Kasteel Lit-
timer bereikten, was zij er in geslaagd
den heer Merritt zich volkomen op
zijn gemak te doen gevoelen. Hij
sprak over zichzelf en over zijn ver
leden, pochend op zijn kunde van het
„vak". Slechts nu en dan herinnerde
hij zich dat hij toch eigenlijk de rol
te spelen had van bekeerling en sprak
dan weer zalvend van het nieuwe le
ven dat hij begonnen was. Bell bestu
deerde hem met alle aandacht: hij
las in den geest van den booswicht
als in een open boek.
Toen de auto tenslotte voor het
terras van het kasteel stil hield, stond
lord Littimer reeds hen op te wach
ten en zag den heer Merritt kalm aan.
„Zoo, is dit de heer, die u mee
wenschte te brengen voor het diner?"
vroeg hij, grimmig. „Ik heb hem al
eens ontmoet in gezelschap van on
zen waarden neef, ReginaldZoo
dat...."
j Chris zag lord Littimer smeekend
aan. Merritt grinnikte vriendelijk. En
Bell, op zijn gewone, tactische manier
leidde den vreemdeling naar de bibli
otheek, alvorens Littimer en Chris de
hall betraden.
„Mijn waarde jongedame", zei h\j
rustig, „ik houd van origineele ideeën
en excentriciteit trekt me aan als een
magneet. Maar tot nu toe heb ik het
altijd beneden me geacht om aan één
tafel aan te zitten met menschen, die
in de gevangenis hebben gezeten. En
i dat staat op het gelaat van uw nieu
wen vriend duidelijk te lezen!"
„Natuurlijk, hij heeft „gezeten",
gaf Chris glimlachend toe.
„Dan laat mij u een voorspelling
doen en u verklaren, dat die man er
spoedig weer terecht zal komen.
Waarom brengt ge hem hierheen?"
„Omdat het absoluut noodzakelijk
is", zei Chris stoutmoedig. „Die man
kan mij helpen kan ons helpen
Lord Littimer. Ik ben niet wat ik
schijn ten slotte. En in uw huis be
vindt zich een schurk, met wien ver
geleken deze Merritt maar een on
schuldig kind is. Die schurk heeft uw
leven verwoest en dat van uwe kin
deren en familieleden; mijn leven
heeft hij al sinds jaren ondragelijk
gemaakt. En ik ben hierheen geko
men om hem te ontmaskeren en recht
te laten wedervaren, en om aan ons
allen weer den vrede, de rust en de
veiligheid terug te bezorgen. Ik kan
u niet meer zeggen, maar ik bid u,
laat mij, om dit te bereiken, mijn
Zoo hebben in ons land van het
Schoenenwetje niet alleen de schoen
fabrikanten en hun arbeiders geprcfi
leerd, maar ook.... de luir ders
Omgekeerd sprongen mei een ander
iand de onderhar delingen over een te
sluiten handelstractaat af, omdat onze
onderhandelaars er maar niet in konden
slagen, om den buitenlandschen heeren
ons standpunt duidelijk te maken, dat
wij alle landen bij den invoer op ge
lijken voet behandelen, of ze al of
niet ons bij het sluiten van een han
delstractaat ter wille zijn.
Het program 1929 vraagt dus.
daarom, wat men in de wandeling
wel met een wat al te krasse uitdruk
king pleegt te noemen: een vecht—
tarief.
Laten wij de zaak maar eens htel
eenvoudig voorstellen. Het is onze
bedoeling, een invoerrecht van 8pCt.
te tuffen. Men wil dan in de wet
bepalen, dat het invoerrecht zal zijn
16 pCt., maar dat bij handelstractaten
eigen weg volgen."
„O!" riep Littimer somber uit, „dus
ge speelt hier slechts een soort mas
kerade?"
„Inderdaad. Dat geef ik toe. Zet
mij buiten de deur als u wilt, weiger
om mee te werken tot het welslagen
van mijn plannen. U kunt mogelijk
mij op het oogenblik verkeerd beoor-
deelen en straks zult u mogelijk nog
slechter van mij denken. Maar ik
zweer u, dat ik handel met de zuiver
ste en edelste bedoelingen en even
goed in uw eigen belang als in het
mijne."
„Dus ge zijt eigenlijk niet gerech
tigd tot het dragen van den naam
dien ge hebt aangenomen?"
„Neen, dat beken ik ronduit. Maar,
u moet óók niet vergeten, dat ik u dit
thans vrijwillig beken, terwijl ik het
absoluut niet behoefde te doen. De
zaken kunnen er niet slechter voor
staan dan op het oogenblik. Wilt u,
wilt u mij vertrouwen?"
Chris' stem beefde terwijl zij sprak
en er stonden tranen in haar oogen.
Als door een plotselinge ingeving
legde Lord Littimer de hand op de
schouders van Chris Lee, en staarde
haar geruimen tijd doordringend aan.
„Welnu dan" sprak hij tenslotte
met een vriendelijk zuchtje, „ik zal
op je vertrouwen. Ik heb natuurlijk
van den beginne af gevoeld, dat ik je
vertrouwen kon. .En ik zal me niet
verdiepen of bemoeien met je plan
nen, want als ze slagen, zegt ge im
mers, dat het ook in mijn voordeel
zal zijn! En al zoudt ge hier een huis
vol boeven willen binnen loodsen, ga
je gang! Het zal alleen de buren
nieuwsgierig maken en de handen in
elkaar doen slaan en daar houd ik
wel van".
„En u staat achter me en keurt al-
daarop reductie kan worden gegeven
tot 8 pCt.
Stel dat wij zoo'n wet hebben, dan
kunnen wij, wanneer wij bijv. met
Duitschland over een handelstractaat
onderhandelen, tegenover concessies,
bijv. ten aanzien van groenten en
machines, ook onzerzijds concessies
doen voor de goederen, die Duitsch
land bij ons invoert, door daarvoor
het invoerrecht te verlagen van 16
tot 8 pCt.
Voor ieder, die een beetje koop
mansgeest heeft, is deze zaak glas
helder, en hij vindt, dat het eigenlijk
van zelf spreekt. Een handelstractaat
sluiten is een daad van koopmans
schap. Men moet das loven en bieden.
Voor wat, hoort wat.
Een andere fout is ook, dat bij ons
de handelstractaten behandeld worden
aan het Departement van Binnenland
sche Zaken, een Departement, dat
meer den naam heeft van heel deftig,
dan van bijzonder kaufmSnnisch aan
gelegd te zijn.
Daarom wordt in punt 2 gevraagd,
dat de economische voorlichting in
het sluiten van handelstractaten moet
komen bij het Departement van Arbeid,
Handel en Nijverheid en dat daarom
de Afdeeling Handel en Nijverheid
beter ingerichl moet worden.
Wat hier gevraagd wordt is volko
men logisch en vanzelfsprekend.
les goed wat ik zeg en doe, nietwaar?"
vroeg Chris.
„Zeker: daarin kunt ge op mij re
kenen. Ik geloof wel, dat het ten slot
te een interessante avond gaat wor-
den. Ik geloof bijvoorbeeld niet, dat
mze dierbare neef Reginald Henson
blij zal zijn, van avond hier Merritt
te zien dineeren. En als er soms le
pels of vorken verdwenen zijn, stel
ik jou ervoor verantwoordelijk."
Chris begaf zich naar haar kamer,
ten zeerste in haar schik met de wen
ding welke de gebeurtenissen hadden
genomen. Haar durf en schitterende
doortastendheid waren geslaagd, daar
waar beleefdheid zeker niet het ge
ringste succes zou hebben gehad.
En Littimer had er van af gezien
al te scherpzinnige vragen te stellen.
Vanaf haar kamer zag ze Bell met
Merritt wandelen op het terras van
het kasteel, de laatste sprak druk,
met veel geweldige gebaren en knab
belde op een fijne sigaar, welke Bell
hem had gepresenteerd, als een hond
op een been.
Even daarna zag ze hoe Littimer
hen beiden opzocht en zich in het ge
sprek mengde. Meer dan eens drong
zijn vroolijk gelach tot haar door.
Het was overduidelijk, dat de eigen
aardige edelman behagen schepte in
het vreemdsoortige gezelschap van
den ontslagen tuchthuisboef. Maar
Littimer had zich trouwens nooit op
zijn adellijke geboorte laten voorstaan
en was in den omgang altijd een edel
man geweest.
Ten slotte kwam de dogcart thuis
en stapte Henson uit. Hij zag er ver
moeid en angstig uit: een weinig
goeds voorspellende plooi stond
dwars tusschen zijn twee zware
wenkbrauwen.
Hij deed zichzelf geweld aan om
ik las in een blad onderstaand
stukje en vindt het interessant genoeg
om het U ter plaatsing aan te bieden:
Het argument, dat het (leger) tegen
de legers der groote Staten geen ge
wicht in de schaal legt, Is door het
gebeurde in dezen oorlog niet ver
sterkt, maar verzwakt.
Mr. P. J. Troelstra.
De Wereldoorlog en de Sociaal
democratie, 1915, blz. 100.
Zoolang er in den oorlog waren
equiiibreerende machten, konden wij
ons stellen op het standpunt van den
tijdelijken Voorzitter van den Minis
terraad, die zegt:
Wij verweren ons, koste wat het
kost, tegen degenen, die onze neutra
liteit schenden en dan verdedigen wij
ons tot het uiterste.
Mr. H. P. Marchant,
rede 2e Kamer, 7 Nov. 1918.
Daarom loopt de beweging voor het
„geen man en geen cent" uit op pure
demagogie, en moet de stroom voor
de ontwapening, die zich in haar uit,
in internationale richting worden ge
leid.
Mr. P. J. Troelstra,
De Wereldoorlog en de Sociaal
democratie, 1915, blz. 126.
beleefd en voorkomend te zijn, toen
Chris hem quasi onverschillig voor
bij wandelde.
Hij wilde gaarne van haar verne
men, waar lord Littimer, zijn oom,
was.
„Ik meen dat hij op het terras wan
delt", zei ze luchtig. „Ilc geloof dat
hij al een heelen tijd met dien vriend
van u, dien dominé, bezig is u weet
wel, dat van de doornen geredde
schaap".
„Merritt!" deed Henson verbaasd.
„Bedoelt u dat Merritt met hem
spreekt op het oogenblik? En ik ben
hem op gaan zoeken ik bedoel, ik
ben naar Moreton Wells geweest.
Waarvoor is hij gekomen?"
Chris opende een paar onschuldig
verwonderde oogen, toen ze zei:
„Wel, ik heb hem hier gehaald. Ik
stel veel belang in mannen van zijn
soort!"
HOOFDSTUK XXXVII.
EEN ANDER TELEFONISCH
BERICHT.
Henson deed moeite om te glim
lachen en een hand te geven, toen hij
zich bij Merritt en de overigen voeg
de. Maar zoodra beide mannen alleen
waren, liet hij het masker vallen en
begon Henson op woedenden toon:
„Jou onbeschaamde, duivelsche
schurk", zei hij, tusschen de tanden
brommend, „hoe durft ge je hier te
vertoonen? Je hebt je werk voor het
oogenblik gedaan en hoe eer je zorgt
dat je je hondenhok in Londen weer
opgezocht hebt, hoe beter het voor je
zal zijn. Als ik moest denken dat je
iets in je schild voert dat me niet
aanstaat, zou ik je nu al verplette
ren".
Wordt vervolgd.
De Echo van het Zuiden,
Waalwpscbe en Langstraatsche ('niiranl,
-mm
Dit blad verschijnt 1
WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco per post door bet geheele rflk 1.40.
Brieyen, Ingezonden stukken, gelden, enk.
franco te eenden aan den Uitgever.
Prijs der AdvertentlBn
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bi) contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regeL
Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag
des morgens om uiterlijk 9 uur In ons bezit
ajjn.
„DE BOBO VAN HET ZUIDEN".
m
LichteOeurige
ROOKTABAK
ROODHTER
THEODORUS
NIEMEIJER
GRONINGEN
t