IE ECUS VAN HET ZUIDEN
No. 52. Zaterdag 29 Juni '29. 52e Jrg.
TWEEDE BLAD.
GEMEENTERAAD.
HAARSTEEG.
De Raad der Gemeente Haarsteeg-
Hedikhuizen vergaderde Donderdag
avond onder voorzitterschap van den
Edelachtb. heer Burgemeester van
Bokhoven.
Aanwezig alie leden.
De notulen worden na voorlezing,
behoudens een kleine wijziging, on
veranderd vastgesteld.
Ingekomen stukken en mededeelin-
gen
a. proces—verbaal van kasopneming
bij den Gem. Ontvanger en het G.E.B.
waarbij alles in orde werd bevonden
b. Schrijven van de Stierenvereeni-
ging Haarsteeg, waarbij andermaal
verwezen wordt naar een vorig adres
inzake subsidie.
Winkel. In de vorige vergadering is
dit ook al besproken geweest en toen
er voorgesteld werd om f 37 50 te
geven, was ik er tegen, omdat zoo'n
bedrag veei te klela is voor een Stie-
renvereenigingen f 100 vond ik toen
te hoog. Maar nu ik er eens goed heb
over nagedacht ben ik toch tot andere
gedachten gekomen. De vereeniging
zou er nu eigenlijk de dupe van
worden omdat Vlijmen zoo weinig
geeft en dat vind ik jammer. Daarom
ben ik er nu wel voor om f 100 te
geven.
v d. Brand. Dat is nog al veel.
Dobbelsteen. De vorige keer werd
het afgestemd. Van Hemert heeft toen
gezegd, laat ons den middenweg
nemen en geeft ze f 75, Dat stel ik
nu voor.
Van Hemert. Ik ondersieun het.
Winkel. Ik ben van gedachte dat
onze vereeniging er niet de dupe van
moet worden omdat Vlijmen zoo wei
nig geeft, (tot v. d. Dobbelsteen). Er
is veel, heel veel geld noodig om een
Stierenvereeniging behoorlijk in stand
te houden. Een boer weet dat beter
dan U.
Dobbelsteen. Maar ik begrijp niet
dat u dan pas nu met deze factoren
komt. Hebt U dat dan niet in de
vorige vergadering nog niet geweten
Als de vereeniging nu het dubbele
krijgt van Vlijmen, dan mag ze te
vreden zijn.
v. d. Brand. Dat vind ik ook.
Winkel. Maar nu is men er de
dupe van.
Dobbelsteen. Zoo erg is het niet.
Voorzilter. We moeten ook niet
altijd naar andere gemeenten kijken.
Dobbelsteen. Pardon, in dit geval
moeten we het wel doen, omdat de
helft der vereeniging ingezetenen van
Vlijmen zijn.
v. d. Water. Ze leven daar als
broeders onder eikaar met Wijk E.
De Raad kan er toch niet tegen
zijn om f 100 te geven. Hoe beter 't den
boer gaat, des te beter 't ook voor de
gemeente is, want het komt tenslotte
weer in de gemeentekas terug.
Dobbelsteen. Enfin, ik handhaaf
mijn voorstel van f 75. Laat ons er
verder niet over spreken, Er schijnt
intusschen iets anders afgesproken te
zijn.
Winkel Dat is niet waar.
v. d. Water. Praat er toch niet meer
over.
Winkel. Zoo de waard is.
.Voorzitter. Ik breng 'i voorstel in
stemming van f 100.
Tegen stemden de leden v d. Brand,
v. d. Dobbelsteen en van Hemert.
Voorzitter. Van den pastoor heb ik
bericht gekregen dat men bereid is de
schooi te Hedikimizen Oi-er te nemen,
maar het woonhuis voorhands nog niet.
De aanbesteding voor de verbouwing
heeft ai plaats gehad en Kramer uit
Genderen was de laagste inschrijver,
nl. 15050.
Voorts wordt er nog een begrooting
overgelegd van f589.25 voor schooi-
meubelen en 1435.50 voor aanschaf
fing van nieuwe leermiddelen en
andere schoolbenoodigdheden.
Dobbelsteen, Met dat laatste zou ik
zoo maar geen genoegen nemen. Er
staan dingen op, zooals taalboeken
e.m.adie men voor een paar jaar
geleden pas heeft aangeschafi. Toen
is er f800 voor uitgegeven. Nu drijft
het hoofd van de school het ioch wei
een beetje er op.
v. Hemert. Ik geloof dat de Inspectie
er zoo achter heen zit.
Dobbelsteen. Als er een beetje ge
praat wordt met den Inspecteur, is er
wel wai mee te bereiken. Ik stel voor
om er opnieuw over te confereeren.
v. Hemert. En vragen wie die reke
ning heeft opgemaakt.
Dobbelsteen. Daaraan heeft men
niet veel.
Voorzitter. Het is het beste om dit
punt nog aan te houden en eerst een
bespreking te hebben.
v. d. Water. Dat vind ik ook goed.
Aldus wordt besloten,
Aangezien er geen bezwaren zijn
ingekomen, wordt conform wettelijk
voorschrift besloten, de Openbare
Schooi aan den pubiieken dienst te
onttrekken.
Van het kerkbestuur van Haarsteeg
is ingekomen een dankbetuiging voor
de verleende subsidie ad f2500.
Men is voorts bereid de woning
over te nemen, maar een prijs van
f4000 acht men te hoog, aangezien
het huis volgens deskundigen voor
f 1000 verbouwing behoeft.
Dobbelsteen. Ik dacht dat ons voor
stel al heei schappelijk was. Maar ik
ben er niet voor om het voor een
appel en een ei weg te geven. Nu
krijgen we er nog f300 van.
v. d. Brand. Ik ben 't met je eens.
v. d Water. We zijn ze terwille
geweest om met algemeene stemmen
direct f2500 te geven, en nu kon de
pastoor ons toch ook wel wat ter
wille zijn.
Dobbelsteen. Zoo denk ik er ook
over.
Voorzitter. Ais ze het voor f3000
kunnen krijgen, is-men er nog niet
eens zoo heei blij mee.
Dobbelsteen. Maak er dan een
ander gelukkig mee. Voor f 3000 wil
ik het wel hebben.
De Voorzitter deelt mede, dat van
de fa. Kerkhoff, Aarle—Rixtel, offerte
is gedaan voor vernieuwing van de
uurwerken en klokken te Haarsteeg
en Hedikhuizen.
Dobbelsteen. Waarom moet men
nu bij één firma slechts prijs vragen
Er zijn toch meer klokkenbouwers.
Andere leden sluiten zich daarbij aan.
Besloten wordt ook bij andere firma's
prijsopgave te vragen.
De Voorzitter leest dan voor een
circulaire van den Commissaris der
Koningin inzake brandweermiddelen
voorziening.
Onder de leden worden dan ter be
oordeeling voorgelegd enkele afbeel
dingen en beschrijvingen van de savai
brandbluschapparaien.
v. d. Water. Ik stel voor om een
paar wagentjes aan te schaffen van
pl,m. 200 L.
Dobbelsteen. Ik denk, dat 'i boter
aan de galg is gesmeerd.
Voorzitter. Maar u hebt toch dfe
aanschrijving gelegen.
i Liiy.
Het is lang, héél lang geleden, dat
ik een sprookje van jou hand mocht
plaatsen. Je hebt toch nog wel iets
in portefeuille 1
Schrijf eens een lettertje en stuur
me zoo mogelijk komende week de
boeken weer terug.
Groete aan je familie.
Sterkte en zon!
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
Beste iotigelai.
Het wordt zoo zachtjes aan weer
tijd, aan onzen raadsel- en puzzlewed-
strijd te denken. Van verschillende
zijden werd me al gevraagd: .Oom
Wim, komt U spoedig mei de raad
sels?" En stilletjes dacht men er zeker
bij„en de prijzen
Stel je gerust, jongelui, Oom Wim
denkt aan al zijn vriendjes en vrien
dinnetjes.
En dat zijn er héél wat hoor
Ik heb tusschen onze verhaaltjes
door al een paar maal moeilijke en
gemakkelijke raadsels ter oplossing
gegeven, om je speurzin reeds een
beetje te oefenen voor den grooten
wedstrijd, welken wij nu weer gaan
houden.
Onze jaarlijksche prijswedstrljden
zijn een stijgend succes geworden.
Bij eiken wedstrijd kan ik met ge
noegen vaststellen, dat de belangstel
ling voor en rond ons hoekje nog
steeds vooruitgaande is.
Natuurlijk vertrouw ik ook ditmaal
weer op jullie aller medewerking. Ik
reken vast op allen die vroeger al
meededen, en verwacht dit jaar ook
veei nieuwe gezichten. En niet alleen
uit Waalwijk, maar ook van naburige
plaatsen, waar eveneens de „Echo"
druk gelezen wordt.
Door enkele neefjes en nichtjes is
me gevraagd, of men zelf eens een
eigen gemaakte puzzle mocht inzen
den.
Natuurlijk moogt ge dat.
Wanneer de puzzle dan aan de noo-
dige eischen voldoet, zal ik er gaarne
een plaatsje aan geven, zoo noodig
als de groote „prijs—puzzle."
Nu geef ik jullie veertien dagen ge
legenheid om een puzzle in elkaar te
zetten.
Voor de beste puzzle stel ik een
mooi boek beschikbaar.
Doe nu je besi eens.
Onze groep van vaste medewerkers-
(sters) is weer uitgebreid met een
nichtje uit deze omgeving, met name
Alie.
Ze heeft me toegezegd, geregeld
bijdragen voor ons hoekje te zullen
zenden, waarvoor ik natuurlijk zeer
dankbaar ben.
En nu, jongelui, lot volgende week.
jullie aller
OOM WIM.
CORRESPONDENTIE.
Alie de V.
Er is nog plaats aan onze redactie
tafei. ik schuif gaarne een stoel bij
voor jou, naast Piet, Alexander en de
andere trouwe medewerkers.
Je pennevruchtjes zijn beslist heel
aardig en ik ruim er gaarne een
plaatsje voor in
T. z. t. stuur je me zeker nog wel
meer.
Bij voorbaat dank.
Groet ook je ouders.
De stevige vijf.
Piet.
Nog een weekje geduld, besle
vriend, en ,ik plaats het eerste gedeelte
van het sprookje „Het dappere Kleer-
makertje".
Deze week gaat de eerste penne-
vrucht van een jongedame voor. En
je bent hoffelijk genoeg om dat goed
te keuren.
Brief volgt zoo spoedig mogelijk.
WINKELEN.
door ALIE.
Een dagje waren we in Amsterdam
om te winkelen. Tante, Moeder, Miep
(mijn nichtje) en ik.
Ik vond het een corvé, steeds bleven
ze voor een winkel staan waar ik
heelemaal niets aan vond en als Miep
en ik een winkel ontdekten die ons
aantrok, moesten we wat opschieten,
want je kunt toch niet overal blijven
slaan. Om deze hevige ergernis te
boven te komen, besloten Miep en ik
in een portiek fe gaan staan om de
mama's voorbij te laten en dan onzen
eigen weg te gaan. In een drukte ais
hier lukt dat natuurlijk dadelijk. Wli
liepen samen, nadat wij ons overtuigd
hadden dat tante's groene hoed heele
maal verdwenen was, dezelfde straat
weer een eindje terug en voelden ons
nu vrij als een vogeltje om te doen
en te laten wat we zelf wilden.
„O, zeg, kijk eens wat een dot
(Miep zit nog vast aan haar kost
schooltaaltje en spreekt gedurig van
„dot," „snoezig* en zoo meer) van
een jas", zei Miep ineens, mij voor
een etalage van Gerson trekkend.
„Beeldig, wat zou die chic staan.
Zou jij die durven dragen Excen
triek hé
„Nou, maar ik zou best eeiis willen
zien hoe hij ons staat. Kijk, daar nog
zoo'n snoes", zei Miep weer.
Ineens kreeg ik een lumineus idee.
„Laten we ze gaan passen".
„Ga weg. Zoo'n stel blagen. Ze
schoppen ons er vast uit", zei Miep.
„Ben je razend, zeg Jij hebt zoo'n
ouwelijk hoedje op en ik lijk in mijn
mantelpak ook vast wel 20", vond ik.
En voor ze nog iets in wist te
brengen, had ik Miep, gelijk met een
dame, de deur waar we viak voor
stonden, ingeduwd Binnen in de
groote electrisch verlichte zaal was
een drukte van winkelende dames. Even
wiide Miep zich terugtrekken, maar
ik hield haar stevig vast, en toen er
een juffrouw op ons afschoot om te
vragen wat we zochten, had ze heel-
Dobbelsteen. Zeker, er moet iets
gebeuren, maar we hebben tijd tot
1930.
v- d. Water. Voorloopig zou men
de oude haven en de wetering bij v,
Engelen kunnen uitbaggeren overeen
lengte van 50, dan kan men ten minste
water krijgen als er brandgevaar is.
v. Heeswijk. Dan moef je op, twee
piaatsen baggeren, ook tegenover de
veldwachterswoning, anders bereikt
men nog slechts een klein gedeelte.
Voorzitter. Goed en de aanschaffing
van een paar apparaten zullen we
aanhouden tot bij dc begroeiing waar
zouden we voorloopig een kiein ap
paraat koopen voor 40 en hier op
't Raadhuis hangen?
Dobbelsteen. Ik vind 't goed.
Aldus wordt besloten.
Rekening gezondheidscommissie.
Hieruit blijkt dat deze gemeente
f 68 moet bijdragen.
Schrijven inzake verbod rooken in
autobussen.
Voorzüier. Dat kunnen we wel aan
houden tot de algemeene wijziging
van de politieverordening aan de orde
komt.
v. Hemert. Dan heb ik ook nog iets
inzake de hondenbelasting.
De losloopende honden moesten
zwaar belast worden, 't Is verschrik
kelijk wat die beesten vernielen. De
menschen klagen er overal over.
Voorzitter, ik weet 't.
v. Hemert. 's Nachts halen ze kippen
weg, gooien melkbussen om en wroe
ten in den hof. Er moest een verbod
komen, dat ze een half uur voor
zonsopgang en na zonsondergang niet
meer mogen losloopen.
Voorzitter. We zullen dat overwegen.
Benoeming gddophaler bij hetG.E.B.
De volgende candidaten hebben zich
aangemeld
R v. Bijnen, R. v. Bladei, E C. v. d.
Heijden, L. v. d. Heijden, v. Assel-
donk en M. Heesbeen.
Benoemd werd dhr. E. C. van der
Heijden met 5 stemmen, 1 op L.v. d.
Heijden en 1 ongeldige stem.
Aangaan geldleening.
Besloten wordt een leening aan te
gaan tot een maximum van f 10.000
tegen 4'/a pCt.
Voorzitter. De Hooüandverpachting
heeft een gewone opbrengst gegeven,
waardoor we 't vermenigvutdigings-
cijfer op 2 moeten houden.
Wordt goedgekeurd.
Voorzitter. Vanmorgen werd me
door het Gouvernement gevraagd om
maai geen kans meer om te
Ik antwoordde uit de hoogte, op de
vraag van de winkeljuffrouw.
„De mantelafdeeling, boven, niet
waar?" „Juist dame, 2e eiage. De
iift is hier rechts", en gedienstig wees
ze ons de lift. Met een minzaam
„Dank U" lieten we haar staan en
schoten we in de lift naar boven.
Hier was het lang niet zoo druk als
beneden en ook hier kwam dadelijk
een juffrouw op ons af
Op onze vraag naar mantels, liet
ze ons in een klein paskamertje en
huppelde weg om mantels te halen
We keken elkaar eens aan en proest
ten. Daar stonden we nu in 'n klein
hokje met aan alle kanten spiegelglas
en ik voelde me op het oogenblik
angstiger dan Miep, die een plek in
de spiegel had gevonden waar ze een
buitengewoon breed hoofd in laad en
dit zoo mooi scheen te vinden dat ze
op een voorstel om weg te Ioopen,
antwoordde„Kind, stil nou, ik ben
beschadigt. Kijk ik nou eens hier 'n
groote kop hebben".
Gauw kwam de juffrouw weer bin
nen met de door ons uitgeduide man
tels over haar arm. Wij waren dadelijk
weer de dames, ik paste de snoezige
mantel er. Miep, die een sleek kleiner
is dan ik, trok een zwart zijden mantel
aan met veel plisee's, die haar stond
als een dominee met een toga aan en
waarmee ze dadelijk weer wandelde
naar de pas ontdekte piek in de
spiegel. Ik hield me zoo goed ik kon.
De juffrouw, heel gedienstig, hielp
ons en wijdde erg uit over het chique
model en de coupe enz. van de twee
mantels.
Ik vroeg maar eens den prijs van
de mantel die ons naar binnen had
gelokt.
„O, dame, heelemaal niet zóó prijzig.
Deze f130 en die vijftig gulden meer".
Achter mij klonk een verdacht ge
snuif van Miep, die haar toga uit had
gedaan en nu naar mij zat te kijken
met een gezicht van „knap jij het
maar op".
Ik zei zoo gewoon mogelijk: „Ja,
het valt me nogal mee. Laten we zóó
afspreken. Ik vraag mijn man of hij
er mee accoord gaat en bel dan dade
lijk de zaak op".
En of de juffrouw nu achterdocht
had, of dat ze jaioersch was dat ik
een man had, ze werd ineens veel
koeler en stelde voor:
„Als mevrouw hier soms mijnheer
op wil bellen
Weer gesnuif achter me.
UIT HET DAGBOEK VAN
PIETER POR.
23 Juni. Een aangenaam woord ge
hoord over mezelf. „Weet je",
zei iemand, „waa'rom ik P.P.
sympathiek vind? Omdat hij
eerlijk is, niet periodiek port,
maar alleen dan als liet wer
kelijk noodig is". Dank je,
vriend, voo'r zulke vriendelijke
waardeering. Inderdaad, er
zijn menschen die altijd mee-
nen te moeten „poren", ook
dan als er geen wolkje aan de
lucht is. Dezulken porren om
te porren.
24- Juni. Buurman vroeg me hoe het
zit met den weg naar Roestel-
berg. Is dat nog steeds in be
werking? Wanneer hooren
we iets, dat dringt vooral te
gen het najaar.
En hoe is het toch met onze
„Oudheidkamer?"
25 Juni. Buurman kwam weer eens
aanloopen en andermaal
bracht hij het vlugschrift van
v. d. Waerden mee. Dat gaat
bedenkelijk worden, zei ie,
straks zal ieder raadslid nog
een eigen cou'rant moeten heb
ben. Dat zou zoo erg niet zijn,
als er werkelijk het algemeen
belang mee gediend wordt,
maar het krijgt nu allemaal
zoo'n persoonlijk karakter.
En wat haalt 't uit?
Niets.
Ja, misschien hier en daar
een heete kop. En daarmee is
't beter geen ernstige zaken
te doen.
20 Juni. Vandaag werd een familie
lid naar 't ziekenhuis in Den
Bosch gebracht. Toen peins
de ik weer over ons zieken
huis. Hoe zou het daarmee
staan?
Herinner me nog hoe er bij
de subsidiebehandeling door
sommige leden geweldig ach
terheen werd gezeten. Uitstel
kon 't niet hebben. Men kreeg
den indruk of reeds den an
deren dag met het grondwerk
begonnen zou worden.
Maar 't schijnt nog ver van
daar te zijn.
27 Juni. Gisteravond op debatavond
van de D.P. geweest. Veel
utopie gehoord. Van waar
achtige hervormers wordt
nog meer geëischt dan het
thuis over.
Ik kreeg het erg benauwd, trok vlug
mijn jas aan en wij gingen door de
deur van het paskamerlje, die de juf
frouw nog gedienstig voor ons open
hield en met een stijf „Dag Mevrouw"
tegen mij en „Dag Dame* tegen Miep,
liet ze ons voorbij
Ik wilde nog even stijf docrloopen,
maar daar stonden wij ineens voor
onze lieve mama's.
„Gut", zei tante, „daar zijn ze.
Waar hebben jullie in 's hemels naam
gezeten. Wij hebben overal rondge
keken, maar wij moesten terug naar
Gerson en wij.
En Ineens viel Moeder in
„Vervelende wichten. We hebben
toch al zoo weinig lijd en jij moet
nog een schoolhoedje passen, dat
duurt ook nog wel een uur en zeg
wat moeten jullie eigenlijk hier
Ik gaf maar geen antwoord.
De manteljuffrouw had vlak achter
mij verbazend veel te doen schijnbaar
en ik had heel graag een harden trap
naar achteren gegeven.
Miep zei ook niets, maar had een
vuurrood hoofd en de mama's, weer
druk in gesprek over de lieve japon
netjes waar ze langs kwamen, vroegen
voorloopig óók niet verder.
Een klein eindje verder was de
hoedenafdeeling en daar werd me de
eene rare hoed na de andere op m'n
hoofd gesjord. Ik liet ze maar haar
gang gaan om zoo gauw mogelijk
weg te kunnen. Miep stond met haar
rug naar me toe en ze schudde ver
dacht. Het gesprek van de moeders
was van de snoezige japonnen op de
beeldige hoedjes gekomen,
Een eindje verder, rondom onze
manteljuffrouw, stond een groepje
winkelmeisjes te lachen en naar ons
te kijken. Ik voelde me of ik in het
publiek een draai om m'n coren had
gehad, maar kon niet nalaten in de
spiegel tegen het lachende troepje
mijn tong uit te steken.
Brieven en bijdragen voor deze
rubriek te zenden aan
OOM WIM,
De Echo van het Zuiden, WAAL WI/K.
r»»-*-=-- M