Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ii S. O. s. laiManlii^ Alle Aceouetaeiswerhzaamheden en II MÉasBS FEUILLETON NUMMER 97. ZATERDAG 7 DECEMBER 1929. 52e JAARGANG. UITGAVE: WA AL WIJK SCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. SS. Teleur.-Adres: ICHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. Nederlandsch fabrikaat. Er is in de Provinciale Staten van Noord-Holland een interessant debat gevoerd over de vraag, of er door het Provinciaal Bestuur niet te veel be stellingen in het Buitenland worden geplaatst. En vooral was het merkwaardige in dit debat, dat daarbij twee sociaal democraten tegenover elkaar kwa men te staan. De heer Kupers, de secretaris van het N.V.V. heeft het pleit opgenomen voor het Nederlandsch fabrikaat. O.m. zeide hij: Uit de Memorie van Antwoord blijkt, dat van een bedrag van 4 millioen, bijna 2 1/2 millioen naar y het buitenland is gegaan en slechts 1 1/2 millioen in Nederland is ge bleven. O.m. is een opdracht van 250.000 aan kabels in Duitsch- land geplaatst, terwijl er toch een uitstekende kabelfabriek (de Ned. Draad- en Kabelfabriek) in Neder land is. Ook zijn er twee turbo-generato ren bij een Engelsche firma ge kocht, terwijl de Nederlandsche in dustrie, uitstekend in staat was ge weest deze te leveren. Ondanks de eensluidende adviezen, welke Ged. Staten hierover ontvangen hebben, om deze generatoren in Engeland te koopen, meen ik daartegen be zwaar te moeten maken, omdat wij alles in het werk moeten stel len om de Nederlandsche industrie te bevorderen. De groei der bevol king, tengevolge waarvan jaarlijks 20.000 arbeidskrachten emplooi vragen op de markt, eischt dit. Er is echter nog een overweging steeds Wybert-tabletten meenemen, zoo gauw ^hebt U kou gevat, lastig ér zijn de gevolgen. NAAR HET ENGELSCH. J. SCHEEPENS. 124. Henson voelde dat zijn laatste uur geslagen was. Dat behoefde hem nie mand te vertellen. Als er niet iets als een wonder gebeurde, zou hij binnen enkele oogenblikken een lijk zijn, en het leven had hem nog geen minuut zóó begeerlijk toegeschenen als op 't moment. „Je had heelemaal geen reden om me te verraden, lafaard!" ging Mer- ritt voort. „Ik wil bekennen dat ik niet tot veel goeds in staat ben, maar ik heb toch nog nooit een makker verraden, en ik zal het ook nooit doen! Dat kan ik je met 'n gerust hart verzekeren. Meer dan één heeft me minder mooi behandeld, maar ik heb hen altijd hun eigen weg laten gaan en voor jou ben ik altijd een trouw werker geweest...." „Het was niet over jou, Merritt, dat ik dien brief schreef, maar „Houd je mond!" siste Merritt woedend. „Als je me nog één van je leugens durft te vertellen, zal ik je kaken verbrijzelenI k was het wel degelijk! Ik heb een paar dagen ge leden rechercheur Scotter zien zwer ven in Moreton Wells en ik kon hem ternauwernood ontsnappen. Even la- die in dezelfde richting dringt. De economische barometer loopt sterk achteruit. Er is een depressie op komst, waarvan de gevolgen nog niet te overzien zijn. In alle landen heerscht reeds groote werkloosheid. Het is vooral de taak der over heid de Nederlandsche industrie te .bevorderen. Ook ten opzichte van artikelen, die vroeger nooit in Hol land gemaakt zijn, dient men de zaken anders te bekijken, dan te genwoordig het geval is. Men moet de Ned. Industrie een kans geven. Ik wijs in dit verband op den bouw van een groote brug door een Duitsche firma, welke m.i. even goed door Hollanders zou kunnen zijn gemaakt. Bovendien was de bewuste Ne derlandsche firma bereid om sa men te werken met de Engelsche, die thans de opdracht gekregen heeft. Dan zouden althans de Hol- landsche arbeiders een deel van het werk kunnen doen, doch ook dit is niet geaccepteerd. Deze wijze van bevordering der Nederlandsche industrie houdt geen protectie in. Men zal elk ge val op zichzelf moeten beoordeelen, waardoor men tegelijkertijd de veiligheidsklep in handen heeft en indien men in Nederland te duur is, nog altijd naar het buitenland kan gaan. Aan Nederlandsche arbeiders worden in het buitenland tal van ter kon ik nog juist bijtijds ontglip pen aan rechercheur Bonson in Brigh ton. Onder zijn oogen bijna ben ik je huis binnengegaan. Morgen om dezen tijd zit ik tusschen vier muren, dat weet ik, maar ik wil toch eerst mijn wraak bekoelen!" De laatste woorden werden met groote beslistheid uitgesproken. Re ginald Henson maakte zich dan ook geen illusie omtrent hun beteekenis. Toch besloot hij nog een laatste list te baat te nemen: hij gooide het over een anderen boeg. „Ik heb me vergist", begon hij ne derig. „Het spijt me erg, Merritt, het ■spijt me vreeselijk. Ik ben geheel van streek geraakt de laatste dagen, en ben bang geworden. Maar het is nog niet te laat. Je weet dat je altijd meer geld hebt verdiend bij mij dan in dienst van anderen. En ik ga thans het land verlaten." „Zoo, ga je het land verlaten?" herhaalde Merritt tergend langzaam. „Zeker in een eerste klas coupé een bezoek brengen aan alle hoven in Eu ropa? En ik word dan zeker zooiets als eerste secretaris van zijne excel lentie, minister die en die. Ja, dat is wel een program, mijnheer Regi nald Henson waardig." „Ik zal je honderd pond geven om te zorgen dat je hier uit het land komt!" „Honderd pond!" lachte Merritt medelijdend. „Die heb ik op 't oogen- blik gelukkig niet van je noodig. Toen ik vernam, dat gij me verraden had, heb ik je op mijn beurt aan lord Littimer verraden en hij heeft me on middellijk honderd pond uitbetaald. Dus ik heb je geld en je gezelschap belemmeringen in den weg gelegd, terwijl buitenlandsche arbeiders hier volkomen vrij kunnen wer ken. Ter bestrijding van de werk loosheid zal daarom de Nederland sche industrie bevorderd moeten worden. Ik ben bovendien van meening, dat de buitenlandsche fabrieken in sommige gevallen leveren onder kostprijs. Daarom mag de overheid zich niet op het gewone koopmans standpunt stellen en moet ook an dere factoren laten gelden. Men zal zeggen: dat is een reëel standpunt. Dat heeft inderdaad niets met protectie te maken. Dat is een voudig uiting geven aan een voorkeur voor het eigen fabrikaat met het oog op de belangen onzer eigen industrie. Dat is een gezonde waarschuwing te gen de neiging, om al wat uit het bui tenland komt, als beter te beschou wen. Maar partijgenoot Dr. v. d. Waer- deji rook daarin toch protectie. Vrij- niet noodig. En nu zullen we er met een maar een eind aan maken óók!" De groote steen werd boven Hen- son's hoofd opgeheven, die reeds de dalende beweging zag en in z'n ver beelding zich den schedel reeds ge spleten zag. Het was nu tijd om in te grijpen. In een seconde had hij Mer- ritt's anderen arm weggetrokken en beet hij zijn belager den duim tot bloedens toe. Met een kreet van woe de en pijn liet deze opeens den steen los, dien Henson snel opraapte, waarna hij hem met een vuistslag onder de kin van zijn borst wierp. Merritt rolde over het gras en Hen son was in een oogwenk op de been. De groote steen plofte met groote kracht vlak naast Merritt in 't gras. Nog kreunend en sissend van pijn was de laatste echter ook weer over eind gekrabbeld en sloeg blindelings op Henson in. Indien deze echter niet zoo zenuwachtig ware geweest, zou Merritt bij een worsteling zeker het onderspit hebben moeten delven. Maar nu was Henson bang voor een handgemeen en hij draaide zich om en begon zoo hard hij kon in de rich ting van de stad te vluchten, Merritt uiterst verwonderd achterlatend. „Hij is bang van me!" mompelde hij. „Maar toch moet het zóó niet af- loopen, m'n waarde!" En hij begon de achtervolging. Dwars over een heuvel wilde hij Reginald Henson, die den weg volg de, den pas afsnijden. Maar deze be merkte de manoeuvre, keerde op z'n schreden terug en zette het op oen loopen in de richting van Longdeau Grange, met Merritt onmiddellijk op z'n hielen. Hij slaagde er echter niet heid, blijheid, ook als anderen ons leelijk dwars zitten met allerlei be lemmerende maatregelen, is zijn leus. Het is onjuist te meenen, aldus zei hij, dat wij tot welvaart kunnen ko men, als wij buitenlandsche produc ties en leverancies weren. Zoo men er toe overgaat Nederlandsch fabri kaat te bevoordeelen, zullen wij spoe dig geheel door tariefmuren zijn in gesloten. Nu is er heelemaal geen sprake ge weest van wering van buitenlandsche leveranties. Er zal wel niemand zoo naief zijn, om te meenen, dat wij hier in Nederland alles en nog wat kun nen vervaardigen, dat we ons hier moeten opsluiten in eigen zelfgenoeg zaamheid aan onze grenzen het einde der wereld zien. Maar het gaat eenvoudig om de aloude waarheid, dat het hemd na der moet zijn dan de rok. 't Is hier een kwestie van nuchter practisch bekijken der werkelijkheid, die leert, Een S. O. S. heet het door de radio, wanneer men tracht door den aether iemand zoo spoedig mogelijk te waar schuwen. Dit SOS, dient om lijders aan bronchitis, hoest en benauwdheid te waarschuwen dat Akker's Abdij siroop het voor hen aangewezen middel is. dat ieder land voorkeur geeft aan den steun der eigen industrie. Terwijl men in het buitenland daarbij nog heel wat rigoureuser te werk gaat dan wij met de handhaving van onze economische weerloosheid tot het uiterste. Daarom kunnen we het betoog van den heer Kupers begroeten als een welkome bijdrage uit het socialisti- KANTOREN: TILBURG Zomerstraat 1B. Telephoon 1625. EINDHOVEN, Stratumsche Dijk 2 A. Telephoon 3717. sche kamp voor de meening, dat de Overheid bij het doen van haar be stellingen, allereerst erop bedacht moet zijn, of ze de eigen industrie daarmee niet kan bevoordeelen. De tegenstelling in de socialisti sche gelederen, welke hier tot uiting komt, is trouwens niet nieuw. Ook vroeger hebben andere vak- vereenigingsmenschen, als Henri Po lak en v. d. Walle, 't al eens aan den stok gehad met partijgenooten, die zweren bij de liberale opvattingen der toegespitste economische weer loosheid. Zij, de mannen van de praktijk, die den gang der industrie om zoo te zeg gen, dagelijks van nabij gadeslaan, weten wel, dat men met theorieën geen werk en geen brood krijgt, als anderen die theoriën eenvoudig aan hun laars lappen. in den afstand te verkleinen. Bijna zeker van zijn zaak liep deze, zonder zich meer in te spannen dan noodig was, achter den hijgenden Henson aan, die zoowel door zijn ge wicht als door zijn uitspattingen van den laatsten tijd zeer werd gehandi capt. Als er niet onverwachte hulp kwam opdagen, liep Henson's leven gevaar. Mogelijk dat er nog een of an dere dorpeling op den weg was. Maar Longdeau was slechts een klein dorp, en de inwoners hadden zich reeds lang ter ruste begeven. Doch plotseling slipte hij, strom pelde en Merritt was hem met een woesten overwinningskreet onmid dellijk bijna op den nek gesprongen. Doch Henson wist hem nog een zetje achteruit te geven en hij was er weer met nieuwen moed. als er in deze omstandigheden van moed kan wor den gesproken, vandoor gegaan, op den voet gevolgd door den woeden den Merritt, wiens heeten adem hij bijna in z'n nek voelde. Reginald Henson hijgde als een paard en zijn belager niet veel minder, daar het zwaar en moeilijk loopen was in het vrij losse duinzand. Reeds versche nen in de verte opnieuw de verlichte vensters van Longdeau Grange, maar het was toch nog een heele afstand, terwijl de gestadige achtervolging achter hem aan Henson bijna krank zinnig van angst maakte en zijn zenu wen in de war bracht. Nu renden ze den verlaten dorps weg over. Henson uitte een schreeuw van angst, maar door niets werd er op geantwoord, tenzij door den wak ker geschudden echo in de stille straat. Ons blad geeft speciaal voor Waalwijk, Sprang, Vrijhoeven- Capelle, Waspik, Kaatsheuvel, Drunen enz. de ALLERGROOT STE publiciteit. Merritt lachte afgrijselijk spottend om den angst die er in dezen onmach- tigen kreet opklonk en riep Henson een hoonende beleediging toe. Zulk een kinderachtige vrees had hij bij Henson niet verwacht. Opeens zette hij wat steviger door en' greep Hen son opnieuw bij zijn jas, doch op nieuw wist Henson zich met de kracht der wanhoop los te rukken, zoodat Merritt achterover tuimelde en te recht kwam op een hoop straatsteer n<en langs den weg. Op hetzelfde oogenblilc ontdekte Henson een ste vig eind hout. Hij raapte het op en keerde zich half naar Merritt om. Doch de wanhopige uitdrukking op diens gelaat was te veel voor hem, en opnieuw zocht hij zijn heil in de vlucht. Toen hij eindelijk den ingang naar het kasteel bereikt had, uitte hij op nieuw een kreet van angst, maar het eenig geluid dat er op volgde was het huilen der honden in het dichte kreu pelhout onder den vrij hoogen ring muur, welke om het buitengoed was opgetrokken. Er was niets aan te doen. De oude portier lag natuurlijk al meerdere uren in Morpheus armen, en hoorde niets, noch van het geroep, noch van het geblaf der honden. Doch zelfs de honden waren te verkiezen boven de wraak van Merritt, en Henson be dacht zich dan ook niet lang, en klom zoo snel mogelijk langs enkele uitgevallen steenen over den muur, waarna hij zich aan den anderen kant midden in het kreupelhout liet vallen. Wordt vervolgd. De Echo van het Zuiden, Waalwpsclie en Langstraatsclie Courant* Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Prfls der AdvertentlSn 20 cent per regel; minimum 1.50. Abonnementsprijs per 8 maanden 1.25. Franco per post door het geheels rflk 1.40. Brieven, Ingezonden stokken, gelden, ena. franco te nenden aan den Uitgever. BU contract flink rabat. Reclames 40 cent per regeL AdvertentUSn moeten Woensdag en Vrfldag des morgens om uiterlijk 9 nar In ons bezit ■Sn. *M „DM MOHO VAN HUT ZUIDEN".

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1929 | | pagina 1