idïerleert in dil lad.
De voorz. zegt, dat een en ander
overeenkomstig de huurvoorwaarden
is. De opvolger van den heer Hakbijl
zal het kantoor vermoedelijk wel op
de oude voorwaarden huren.
Aldus wordt besloten.
g. Verzoek van den heer Pruijser om
voor zijn woonhuis aan de Koestraat
een kolk te mogen maken.
Voorzitter We hebben tegen inwil-
ligif g van dit verzoek geen bezwaar
mits 'n kleine recognitie als erkenning
van gem. eigendomsrecht wordt gege
ven en de heer Pruijser de rooster
boven de kolk goed va3tzet. Anders
bestaat het gevaar dat de jeugd ermee
over de straat gaat spelen.
Conform voorstel wordt besloten.
h. Verzoek van P. Goosens, die de
functie van gemeentebode. assistent
van politie, nachtwaker en haven
meester vervult en daardoor een
totaal salaris geniet van 950 gulden
per jaar, om salarisverhooging.
De Voorz. zegt, dat het voor een
kleine gemeenie steeds 'n moeilijkheid
blijft, om dergelijke functies behoorlijk
te saiarieeren. Zijn salaris is als volgt
gespecificeerdGemeentebode f 300
nachtwaker f 300.—, assistent van
politie f 200.— havenmeester f 120
B. en W. stellen voor om het salaris
voor assistent van politie met f 100
te verhoogen.
TimmermansU zegi, dat het voor
'n kleine gemeente moeilijk is derge
lijke functies behoorlijk te saiarieeren
maar als ze werkelijk noodig zijn mag
dat motief niet steeds gelden. Dat is
niet billijk. Waar de opbrengst van
havengelden ongeveer f 500 f 600
bedraagt, vraag ik me af, of het niet
wenschelijk is om het salaris als
havenmeester te verhoogen.
Voorzitter. Daaraan hebben wij nog
niet gedacht. Maar het leek ons, gezien
de vele diensten welke hij als assis
tent van politie verricht, dat dit salaris
wel het eerst voor verhooging in aan
merking zou komen.
Timmermans ik maak er geen voor
stel van. 't Is my hetzelfde en voor
Gaossen zal het ook wel gelijk blijven
Fuldauer. Zijn de verschillende
functies wel noodig Ik vind het sa
laris ook niet hoog en kan mij daar
om zeer goed met het voorstel van
B. en W. vereenigen.
Voorzitter Noemt U mij dan eens 'n
functie op welke niet noodig zou zijn.
Fuldauer. Ik weet het niet. Het is
ook maar een vraag van me.
Voorzitter. Een gemeentebode kun
nen we niet missen. We hebben hier
maar een vasten politieman zoodat een
assistent toch zeker noodig is. Voor
het innen van de haven- en kadegelden
hebben we een havenmeester noodig
en een nachtwacht kan ook niet ge
mist worden.
Fuldauer. ik dank U voor Uw toe
lichting. Nu komt mij een salarisver
hooging .zeer zeker billijk voor.
De Raad gaat hiermede accoord.
Rondvraag.
De Voorzitter deelt mede, dat de
verkoop boomen f 4185 heeft op
gebracht. Spr. stelt vervolgens voor
aan den volontair ter secretarie, dhr
P. Vermeer, een gratificatie te geven
van f 160.
Timmermans Ik heb er geen be
zwaar tegen, mits het geen verkapt
salaris is, en het gegeven wordt met
de bepaling, dat de grat ficatie vol
gend jaar geen recht wordt.
besloot zij, deze tweede ontmoeting
voor haar vader te verzwijgen en een
derde voor te bereiden, waarbij zij den
verstoorder van hare genoegens eens
een staaltje zou toonen van haar
wijsheid en moed.
Dén volgenden avond reeds ging zij
naar het riviertje en deed zooals al
tijd. Onder het spel naderde zij ech
ter met de honden de stille bocht en
zag den smid niet, die daar juist zijn
netten gezet had en aan den anderen
kant in de schaduw van dichte eiken
en elzen met lange roeispanen op 'n
wankel vlot stond. Toen zij echter
met krachtige hand een blank ge
schaafd stuk hout in een wijden boog
over het water slingerde en de hon
den in het water plonsden, stiet de
smid, in de uiterste toorn over de
publieke wandaad, de spaan plotse
ling in den grond en het vlot schoot
uit de schaduw van het kreupelhout
naar voren, waar het avondlicht nog
een helderen schijn wierp en hi,;
stuurde het recht op de doggen aan,
die kronkelend en hijgend voorbij
trachtten te zwemmen.
Hoog zwaaide de smid nu de zware
roeispaan, en een oogenblik zweefde
hij dreigend boven de koppen der
beide dieren, zoodat Gabriele, bezorgd
over haar lievelingen, een gil gaf en
afwerend de handen uitstrekte.
Op dat oogenblik echter kantelde
het lichte vaartuig onder de al te hef
tige beweging van den smid. De man
verloor het evenwicht en stortte in
den stroom.
Gabriele stond als verstijfd van
schrik over de plotselinge wending
der zaak en er kwam een zeker ge-
Voorzitter. Een recht wordt het
nooit.
De Raad gaat met het voorstel
accoord.
Het lid Fuldauer wijst op de nood
zakelijkheid van uitdiepen der haven.
Wanneer de haven niet goed bevaar
baar wordt gemaakt, zegt spr. is het
mogelijk dat een groote firma hier niet
meer zal ierugkeeren.
De Voorzitter antwoordt, dat voor
uitbaggering van de haven een post
op de begrooting is gebracht. Wil
men echter de geheele haven bevaar-
baar maken, dan is er een zeer groot
bedrag mee gemoeid, n.l, f5 a f6000,
Voorzitter. Het plan is al klaar en
we denken er in het voorjaar mee te
beginnen.
Timmermans. Zou het dan niet
wenschelijk zijn om het'voetbalterrein
te verleggen.
Voorzitter. Dat is toch taak van de
vereeniging.
Timmermans. Als de straat wordt
doorgetrokken wordt door ons het
voetbalterrein in het gedrang gebracht.
Als gemeente moeten wij ook helpen
de sport in goede banan te leiden en
daarom mogen wij ook wel een cent
n het zakje doen.
Voorzitter. Dat ben ik niet geheel
met U eens. Wij geven het terrein
aan de vereeniging voor f 1.— per
jaar. En de uitbreiding van de ge
meente zal toch niet opgeofferd mogen
worden aan de voeibal. Het verleggen
van het terrein zal toch maar tijdelijk
zijn.
Timmermans. In andere gemeenten
zien we, dat voor den aanleg van
sportterreinen groote bedragen door
het gemeentebestuur worden uitgegeven.
Voorzitter, ik wil met U wel eens
naar het terrein gaan zien wat er aan
te doen is. Maar ik heb den indruk,
dat de vereeniging te veel geld heeft.
Zij stelt n.l. heeleinaal geen prijs op
het behoud van sommige donateurs.
Timmermans. Tot diegenen behoor
ik ook.
Voorzitter. Zoo, hebt U ook al die
eer 1
Timmermans. Ja, maar daarom zie
ik nog wel het goede doel.
Voorzitter. We zullen wel eens kijken.
Hierna ging de Raad in geheime
zitting.
BINNENLAND.
Minister Deckers.
Minister Deckers, onze oud afge
vaardigde. die meermalen in ons
midden was om met z'n kiezers te
praten, is van den beginne af mei
sympathie begroet.
Hoe hij z'n eerste ooriogsbegrooting
de vorige week verdedigde mogt
blijken uit de beschouwing van den
Kamer-overzichtschrijver van de N. Rolt.
Crt. het liberale hoofdblad, dus in de
politiek verre een medestander van
den minister, van wien we dus zeker
een objectief in elk geval geen rechts
oordeel mogen verwachten Hij schrijft
dan o.m.
ft
Minister Deckers behoort tot het
drietal ministers, waarop in het voor-
loopig verslag over Hoofdstuk I der
rijksbegrooting geen critiek geoefend
is Ruys—DonnerDeckers! Ziehier
het gespaarde triode overige zes
ministers zijn in de afdeelingen aller
voei van triomf in haar hart, toen
zij den bedreiger van haar honden
zoo gestraft zag. Toen echter de smid
weer bovenkwam en zijn hulpgeschrei
met het bruischen van den stuw,, die
vlak bij was, uitklonk, en Gabriele
aan de onhandige bewegingen van
zijn ledematen zag, dat hij niet zwem
men kon en dat hij om zijn leven wor
stelde, was alle leedvermaak verdwe
nen en schrok zij hevig.
Pak aan, schreeuwde zij haar
honden toe, in de hoop, dat die puike
zwemmers den hulpelooze konden
redden. Maar in hetzelfde oogenblik
zag zij met ontzetting, dat de smid in
dwazen angst voor de dieren, rade
loos om zich heen sloeg.
Toen gooide zij plotseling vastbera
den haar mantel uit, sprong in het
water en zwom met krachtige slagen
naar het vlot, dat langzaam rond
draaide, daar het in de strooming
lag. Zij bereikte het vlot, dreef het
zwemmend voor zich uit naar den
drenkeling, die er zich aan vast
klampte en terwijl de honden, die
meenden, dat hun meesteres in ge
vaar was, den smid loslieten, bracht
zij hem naar den kant. Zonder te
spreken nam zij haar mantel weer
op, deed hem aan en liep vlug naar
het stadje, dat reeds in schemering
gehuld was; de honden die huilden
van vreugde, volgden haar onmiddel
lijk.
Daar stond de smid. Hij schudde
zich als een poedel, blies het water
uit den mond en neus en staarde dan
de vlugge gedaante na, die zich ijlings
verwijderde.
Nog was de toorn niet uit zijn ge-
minst ontzien, al heeft het openbaar
debat over het geheel een welwillend
karakter gedragen en al heeft meer
dan één minister (en hierbij denken wij
in het bijzonder aan de nieuwelingen)
tot dusver de verwachtingen overtrof
fen.
Maar minister Deckers was dan ge
spaard, reeds van den aanvang af.
Men kende hem in de Kamer sinds
ettelijke jaren als een ijverig, nauw
gezet en eerlijk manmen mocht en
vertrouwde hem. De sympathieke ge
zindheid te zijnen opzichte beklijfde
op zijn minst tot het oogenblik, waorop
lij zijn groote rede begon. Immers,
de minister kon die rede aanvangen
met een woord van harteiijken dank
voor de welwillende ontvangst ter
inker- en rechterzijdeslechts voor
den heer Wijnkoop maakte hij, met
schertsend commentaar, een uitzonde
ring.
En daarna Wie zonder de typische
bewustzijnsmenging (om het zoo gun
stig mogelijk voor te stelien), die som
mige eenzijdige ontwapenaarskenmerkt
zijn oordeel over deze rede foimuleert
zal moeten erkennen, dat het aanvanke
lijk vertrouwen in den minister van
defensie niet misplaatst wasdat hij
althans een vlot spreker bleek, die
zich snel en goed in menig onder
werp, heeft ingewerkt en die er op
uit is, het meeleven van de manschap
pen te bevordeien. Natuurlijk behoeft
men het hierom nog niet in alle op
zichten met den minister eens te zijn,
maar het is ai veel, dat hij een sfeer
van vertrouwen weet te scheppen.
Is deze minister in enkele opzichten
te optimistisch heeft hij, die het
indertijd tegenover minister Lamboiy
heeft doorgedreven, dat de aftrek van
vier maanden voor de voorgeoefenden
bestendig bleef (in stede van tot drie
maanden verminderd te worden), ge
lijk als hij gelooft, dat bij een jaar
trial het vooroefeningsinsiituut aller
minst een faillure zal blijken? Dank
baar voor de verklaring van den heer
Tilanus, dat hij zou afwachten wat
de minister ervan makkie, dat hij,
ofschoon tegenstander van de tegen
woordige regeling, het allerbeste
hoopte van 's ministers beleid te dezen
aanzien, riep de minister uit: .Ik
hoop, dat dit loyale vooibeeld in het
leger navolging zal vinden". Koestert
de overigens niet achterdochtige mi
nister in dit opzicht eenigen argwaan
Speurt hij in het leger schier alom
verwoede tegenstanders van het voor
oefeningsinstituut? Of vermooit hei
oog van den vader (want zoo mag
men den heer Deckers wel bijkans
noemen) een kindje, dat altijd zal
blijven sukkelen schrijft hij ten on
rechte aan .het personeel" toe wat
een gevolg van aangeboren gebreken
is in elk geval zal in den vervolge
minder dan ooit gezegd kunnen wor
den, dat het vooroefenings-inslituui
van bovenaf gesaboteerd wordt. De
minister is voornemens .het rende
mentder vooroefeningen zooveel moge
lijk te verhoogen".
Dat de minister de motie-Ter Laan
(contingentsvermlndering)resoluutheefi
afgewezen, behoeft niet te verwonderen.
Verdere vermindering van onze infan-
trie (want daarop vooral zou het neer
komen) zou volgens minister Deckers
.voorhands zeker in strijd met de
belangen van 's lands defensie" zijn
Rondborstig heeft de minister toe-
moed geweken, langzamerhand ech
ter verbaasde hij zich meer en meer
over de wakkere daad en de ruwe
baas voelde een wonderlijk gevoel
van weekheid over zich komen. Op 't
donkere, sombere water terugblik
kend, voelde hij nog eens de be
nauwdheid van den doodsangst, die
hij doorstaan had en duidelijker dan
ooit stond het hem nu voor oogen,
hoe onrechtvaardig zijn strijd tegen
Alexander eigenlijk was. Met een laat-
sten blik zocht hij de lichte gestalte
in de verte, luisterde naar het geblaf
der doggen en ging daarna vlug naar
huis.
Daags daarna meldde zich een
knecht bij Alexander aan. Hij droeg
een zware gevulde vischfuik over den
schouder, legde ze op den vloer neer
en gaf den verbaasden burgemeester
onder beleefde groeten een brief van
den smid.
Alexander maakte hem open en
las met verwondering, wat daar met
ongeoefende hand geschreven stond.
„De visschen zijn van u en die nog in
de rivier zwemmen ook, en wanneer
u wilt, zal ook het water van u zijn,
voorzoover ik het niet voor mijn sme
derij noodig heb. Groet van mij uw
dappere dochter en zeg haar, dat ik
haar voortaan met rust zal laten, zii
mag met hare honden naar believen
spelen."
Nu eerst vernam Alexander wat er
gebeurd was. Hij ging nog denzelfden
dag naar de rivier en bracht een be
zoek in de smidse. De mannen, die
zoolang in vijandschap geleefd had
den, sloten vrede en hebben nog me
nig jaar samen de netten uitgezet.
gegeven, dat de geoefendheid en
speciaal de samenwerking van de
verschillende troepenonderdeelen nog
te wenschen laat. De minister ver
trouwde. dat hierin spoedig verande-
rng ten goede zal komen.
Ook in de toekomst wil de minister
allerminst den overgang van jonge,
knappe reserve officieren naar het
corps beroepsofficieren tegengaan. Voor
deze laatsten hoopt hij „eenig meer
perspectief in de bevorderingen"
te kunnen bereiken, ook ai omdat hij
even ongunstig ais de Kamer oordeelt
over de .dubbel-rangen".
Zooveel over het leger. Wat de
vloot betreftbij de suppletoire be
grooting voor 1930, .die binnen niet
te langen tijd komt", zal de Kamer in
de gelegenheid worden gesteld, het
vlootvraagstuk zoowel voor Ind als
voor Nederland in zijn geheel te over
zien.
Voorhands weten wij uit de memorie
van antwoord alleen dit ééne, dat de
minister eenige uitbreiding van de
vloot in Indië overweegt, doch dat
deze met het oog op onze financieele,
personeele en materieele krachten
slechts geleidelijk zal kunnen geschie
den. Dit sluit reeds in, dat amende
menten van defensie-nihilisten gelijk
de heer K. ter Laan, die indië b.v. de
duikbooten wil onthouden, welke
dienen ter vervanging van onzeewaar
dig, oud materieel, bij dezen minister
geen zweem van kans hebben.
Omtrent de maritieme bescherming
van Cura^ro vernamen wij, dat deze
over eenigen tijd afdoende zal worden
geregeld; de opiumjager De Arend
(een „opiumschuit" volgens mr. Van
Rappard) zal daar over eenige maan
den weer worden vervangen.
De minister heeft voorts o.a. nog
gesproken over de watervliegtui
gen, over de kazerneering van de
mariniers te Rotterdam, die vermoe
delijk verbeterd zal worden en over
de werf te Hellevoetsluis, waaromtrem
opnieuw een commissoriaal onderzoek
zal plaats hebben.
Wij zouden den minister onrecht
aandoen, als wij niet onze bewonde
ring uitten voor de even waardige als
zakelijke wijze, waarop hij het vraag
stuk der eenzijdige ontwapening
heeft behandeld. Het was vernietigd
voor den heer Marchant, die in
hulpeloos gespartel onzakelijke inter
rupties trachtte te plaatsen. Ook
de socialisten kregen hun part.
Maar tot hun eer moet gezegd wor
den, dat zij veel rustiger en correcter
reageerden dan de leider der vrij
zinnig democraten, die het zelfs niet
infradignitatum achtte, hoonend mede
te applaudisseeren, toen bravo's weer
klonken aan het einde van 's ministers
knappe rede.
Ja. wel een knappe redeDe
minister heeft 31/, uur lang gesproken
en in steeds stijgende mate de aan
dacht geboeid Hoevelen doen het den
heer Deckers na
Aan onze Katholieke Landgenooten.
Kerstmis nadert en daarmede een
reeks van feestdagen, die den ge-
loovigen Christenen zoo innig dierbaar
zijn. Daar hangt een heilige, vredig
vreugdige stemming om deze dagen,
die ons nader brengen tot het Kind
in de kribbe, Dat liefde geeft en liefde
vraagt.
Mogen wij U. ter liefde van dit
Kindje, een vriendelijk verzoek doen?
Zorg mede met ons, dat der christe
lijke matigheid geen geweld wordi
aangedaan in deze ernstige plechtig)
dagen. En met name voor wat hei
gebruik van alcoholische dranken
betreft. Huiselijke gezelligheid en
groote, gul geboden gastvrijheid, doen
wel eens meer schenken en gebruiken
dan met de matigheid is overeen te
brengen. Wij vragen Uwe medewerking,
om er voor te waken dat geen
alcoholleed de vreugde dezer dagen
verstoren komt.
Moge de viering van Kerstmis en
Nieuwjaar geen droeve herinnering
nalaten aan feiten en voorvallen, onder
invloed van alcohol geschied.
Matigheid en voorzichtigheid in
dezedagen bijzonder beoefend
zullen er toe bijdragen het besluit
van het oude en het begin van hel
nieuwe jaar gelukkig te doen zijn
Namens de Federatie Sobriëtas,
J. G. Suring, Voorzitter.
C. J Terwtsscha v, SchelHnga, pr.
Secretaris.
BUITENLAND.
L)e Puus bULien het Vaticaan.
Tegen vijf uur verlieten Maandag
morgen drie auto's de Vaticaan stad
In de eerste auto zat de gouverneur
van de Vaticaansche stad, Mgr. Serafi ii
en de commandant van de pauselijke
noblesse. Palatini. In de tweede auto
bevonden zich de Paus met den pre
laat Mgr. Caccia Dominioni, terwijl
zich in de laatste auto eenige leden
van het pauselijk gevolg bevonden
Geheel onopgemerkt reden de drie
auto's door de straten van de Eeuwige
Stad naar de Kathedraal van St. Jan.
Daar werd de Paus verwelkomd door
Kardinaal Pomptli. die Z. H. door de
Kerk naar het altaar leidde en hem
volgens de traditie de sleutels van de
basiliek, een gouden en een zilveren
aanbood. Na geknield het cruc fix, dat
Kardinaal Pomptli hem bracht, te
hebben gekust knielde de Paus voor
het tabernakel en terwijl het orgel een
nymne deed hooren, begaf hij zich
naar het hoofdaltaar waaronder de
hoofden van de apostelen Petrus en
Paulus rusten. Na de Mts verliet de
Paus het gebouw, toegejutchd door'n
aantal priesters en seminaristen, die
het nieuws vernomen hadden en zich
ouiten de Kathedra 1 hadden verzameld.
Zonder dat het Romeinsche publiek
er iets van merkte reden de drie auto's
weer terug naar het Vaticaan, waar
bij den ingang de Zwitsersche garde
stond opgesteld, die de wapens pre
senteerde. De Paus zond na zijn terug
keer een dankbetuiging aan Kardinaal
Pomptli voor de wijze waarop deze
de H. Mis had geleid.
Reeds langen lijd maakt 't verlaten
van het Vaucaan door den Paus een
onderwerp van de gespreken In en
ouiten Rome uit. De Paus gaf er de
voorkeur aan den eersten toent buiten
net Vaticaan geheel onopgemerkt te
maken. Zeits in de allernaaste omge
ving van den Paus wist men niets
van zijn voornemen en alleen de
personen, die hem Maandagmorgen
nebben vergezeld, waren er van op
de hoogte Morgen zal in deSi.Pieier
de plecmlge h. Mis van dankzegging
worden opgedragen, ter gelegenncid
van het gouden priesterfeest van den
Paus. waarbij dan duizenden aanwezig
zuilen zijn.
Over het bezoek van den Paus aan
de St. Jan van Lateranen valt nog te
melden
De ltaliaansche regeering was in
den loop van den nacht van het
voorgenomen gezoek verwittigd.
De basiliek was schuierend verlicht
en de pilaren waren met roode doeken
oespannen. Terwijl de Paus zich voor
net opdragen der H. Mis voorbereidde
zong het zangkoor onder leiding van
mgr. Casimirt het „Tu es Saccrdos
magnus".
De Paus, geassisteerd door kardinaal
Pompiii, m&r. Giordtni en andere
dignitarissen droeg de H. Mis op aan
net Pausaltaar.
Onder de H. Mis voerden de
seminaristen Qregonaansche en Pales-
trijnsche gezangen uit.
Toen dc Paus weer plaats nam op
den troon, kwamen het kapittel van
de Si, Jan van Laieranen, de semina-
nslen en de poectientiart der basiliek
nem de gebruikelijke eerebewijzen
brengen.
Daarna werd het „Te Deum" ge
zongen.
Vervolgens begaf de Paus, zooals
gemeld, zich omgeven van zijn stoet
naar het paleis van Lateranen, waar
hij een eenvoudig ontbijt gebruikte in
de eerste zaal van het „proiane"
museumgedeette,
Daarna bezocht hij in gezelschap
van mgr. Marcheiti, den secretaris
generaal der Congregatie van de
Propaganda, en mgr. Eicoli, 't missie
museum. Hq keerde om 9 u. 20 incognito
naar het Vaucaan terug.
Alle bladen zijn ter eere van deze
gelegenheid met speciale edities ver
schenen.
's Middags werd in de basiliek van
Lateranen een plechtig „Te Deum"
gezongen, waarna de zegen met het
Allerheiligste werd gegeven door den
kardinaal-vicaris Pompili.
Aan de plechtigheid namen deel
alle hier aanwezige kardinalen, het
gezamenlijke corps diplomatique, de
pauselijke hofstaat, paters-generaal en
procuratoren van alle religieuse or
den, vertegenwoordigers der semina
ries en Katholieke vereenigingen, als
mede de pastoors van Rome.
Ook de Romeinsche adel was sterk
vertegenwoordigd en voorts pelgrims
uit alle deelen van de wereld.
Z.H. de Paus schonk aan de basi
liek van Lateranen een gouden kelk,
ter herinnering van de deelnemers
aan de historische plechtigheid van
den dag van gisteren en liet de
gedenkplaatjes met de beeltenis des
Pausen en een Latijnsch opschrift
verdeelen, waarin aan den eersten
gang des Pausen sinds 59 jaren naar
de St. Jan van Lateranen herinnerd
wordt.
Duitschland's financieele
moeilijkheden.
Naar de Duitsche bladen van be
voegde zijde vernemen, zal het rijk
ten gevolge van de tot stand ge
brachte credietregeling in staat zijn
te voldoen aan alle verplichtingen
met ultimo December. Er bestaat dus
geen reden tot bezorgdheid.
De ambtenarensalarissen zullen ten
volle uitbetaald worden.