dIMMT ZUIDEN Fa. A. v. d.Wee-Cools DEN BOSCH SCHOORSTEEN MANTELS No. 2. Zaterdag 4 Jan. '30. 53e Jrg- tweede blad. y ge nieuwe Ministers. De heer D. Hans vindt dat Jhr. Ruys over zijn nieuwelingen, het klaverblad IS van vier tevreden kan zijn. Hij schrijft H in De Vrijheid" Voor den Minister van Onderwijs hebben wij, eerlijk gezegd in het be gin ons hart van ouwe-parlementatre- persrot vastgehouden. Want bij de algemeene beschouwingen maakte hij nog al een pooveren indruk. Z'n rede leek, in oratorisch opzicht, letterlijk naar niets, er zat geen lijn en geen bouw in en het was een ware hutspot van door—elkaar gestampte onder- werpen. De speech deed me denken aan de onvergetelijke ratjetoe uit m'n soldatentijdwe wisten nooit wat het precies was en er werden op de kom- pie prijsraadsels uitgeschreven, om de ietwat zonderlinge substantie te ana lyseeren. Zóó was 's ministers eerste begrootingsrcde. Voeg daarbij (de op merking ts ook al in de dagbladpers gemaakt) dat z'n uiterlijk nu niet be paald imponeert en ge kunt u voor stellen, dat de indruk schraal was. Maar gedurende de verdere dagen kwam daarin een aanmerkelijke ver- andering. Gelukkig. Het scheen of de minister zich beier op dreef gevoelde, oi hij meer durfde, of hij de planken—koorts had over wonnenhij sprak beter, luider en beslister. Bovendien maakte hij den indruk van zich in de zaken zeer goed te hebben ingewerkt, want al waren z'n antwoorden kort, zij raakten ge woonlijk de kern van de zaak en hij bleek van de vele onderwerpen en hun antesedenten goed op de hoogte. Mijn persoonlijke eind indruk is dan ook dezeal ts het nog te vroeg, om een definitief oordeel te veilen, voorloopig scnijnt mij volstrekt geen aanleiding aanwezig om de benoeming van dezen bewindsman te critiseeren. Dat staats lieden als Nolens en Heemskerk hem na aanneming zijner begrooting kwa men gelukwenschen, zal den minister goed nebben gedaan, en zal hem ver moedelijk het laatste restant schuch terheid tn zijn optreden nog wel doen overwinnen. Want hij heeft nog een zekere bedeesdheid, die absoluut over bodig is. De drie andere eerste—jaars hadden van bedeesdheid niet den minsten last. Minister Reymer, Heer van Water staat, Posteiijen, Zuiderzee, Wegen, Mijnen, Radio enz. bracht evenals z'n ambtgenoot van Defensie die natuurlijke losheid en gemakkelijkheid van beweging en optreden mee, die vrucht zijn van een veeljarige aanra king met het parlementaire leven en wat mr. Reymer betreft ook van een veeljarige burgemeesterschap. Niettemin was het een verrassing te bespeuren, hoe de heer Rhymer van de duizend—en—één onderwerpen, die zijn departement raken, op de hoogte was, en met welk een vlotte welsprekendheid hij zijn kennis aan den man wist te brengen en ieder het zijne te geven. De indrek van zijn ministerieel debuut was dan ook on- verdeeld gunsiig, te meer, waar bij t deze bewindsman blijkbaar niet aan wezig is de bloedverwantschap met den vermaarden Jantje van Leiden, die bij zijn voorganger van dag tot dag merkbaar bleef. Arbeid Vermoedelijk hebben we in den heer Verschuur onzen beweeglijksten bewindsman. Terwijl minister Terpstra van de eerste tot de laatste seconde in z'n stoel bleef zitten, maakte minister Verschuur den indruk, of hij een maniac-kerige liefhebber is van paar- denvleesch. Hij liep maar. Alles bij elkaar genomen heeft hij tijdens de behandeling van zijn begrooting, zoo ongevéer een vierdaagschen afstand- marsch afgelegd, weshalve hij op het daaraan verbonden ridderkruis aan spraak mag maken. Gewapend met een klein papiertje, waarop hij zijn notities maakte, kuierde hij door de zaal van de Tweede Kamer der Staten- Generaal. De verdediging van zijn begrooting ging hem zeer goed af. Hij zit vol plannen, en nu zeg ik niet, dat die allemaal even prachtig en even wenschelijk zijn, maar in ieder geval vestigde hij den indruk dat hij iets wil. Hij spreekt rustig, loopt op het pad van zijn welsprekendheid kalm voort, maar maakt af en toe 'n klein huppelpasje van ironie. Wèlzal vooral bij dezen minister gezien de zwaarte en de gecompliceerdheid van z'n taak het etndvoordeel van den verderen arbeid moeten afhangen, maar ook hier kan geconstateerd wor den, dat het debuut goed was. En eindelijk de Minister van niet meer van Oorlog van Defensie, van Verdediging. Terecht. Nederland voert nooit oorlog, zal nooit oorlog voeren. Nederland ver dedigt zich alleen, als het moet. De naamsverandering is als een sym bool. Nu, minister Deckers zélf kan zich óók verdedigen. Een begrootirtgsrede van drie-en-een half uur. En doorloo pend goed, en zakelijk -en welspre kend. Maar men herinnert zich mis schien wel, wat wij van dezen be windsman bij zijn optreden hebben gezegd Hij is uit het goede hout gesneden. En hij heeft, door vele aantrekkelijkheden in zijn figuur eenvoudig, openhartig en frtsch als hij Is de sympathie der Kamer. Zoo werd de verdediging van zijn be grooting voor hem tot een succes, al vindt hij natuurlijk altijd bij de eind stemming de „ontwapenaars" tegen over zich, waaronder de iewat zon derlinge heer Floris Vos, die zich meer en meer als een aanhangsel der vrijzinnig-democraten ontpopt LAND- EN TUINBOUW. Werk in den Bloementuin in den Winter. Onze agent voor Kaatsheuvel c.a. SCHOOLSTRAAT Geef haar uwe DRUKWERK ORDERS op en U is verzekerd van goed en billijk werk op ELK gebied. WAALW1JKSCHE S100MDRUKKERIJ ANT00N TIëLLN In het vooruitzicht van den winter worden alle maatregelen getroffen om de planten zoo goed mogelijk tegen de winterkoude te beschutten. De niet- wintetharde perkgewassen zijn reeds lang naar binnen gebracht. Maar er zijn nog zooveel andere planten, welke onvermijdelijk buiten moeten blijven: bloembollen, vaste planten en heesters. De afgeloopen winter heeft genoeg bewezen, hoeveel verwoesting ook onder deze buitenblijvers kan worden aangericht. Zoo zelfs, dat wij het gelaten moesten aanzien, dat veel verloren ging, dat anders zonder bezwaar in leven bleef. Maar tegen zoo'n koude was het op den duur niet mogelijk de noodige voorzorgs maatregelen te treffen. Menigeen, die het anders zoo nauw niet nam, zal nu dubbel op zijn hoede zijn en 'n extra bedekking aanbrengen. Toch moeten we daartegen waarschu wen. Vooreerst mag het bedekken van de niet volkomen Jegen den winter bestand zijnde planten niet te vroeg plaats hebben. De juiste tijd richt zich in elk geval naar de weersomstan digheden. Zoolang geen strenge vorst heerscht, mag de bedekking niet te zwaar zijn, ja moet liever zoo goed als geheel achterwege blijven. In ons ongestadig klimaat kan echter plotse ling een vorst periode optreden en daarom moeten we dekmateriaal bij de hand hebben om 't desgewenschi dadelijk te kunnen gebruiken. Dit moet van een zeer luchtige samen stelling zijn Blad en tu fstrooisel nemen spoedig veel vocht op, de eerste gaat gauw rotten en het laatste sluit de lucht te veel af waardoor de planten verstikken. Dennentakken vormen 'n uitstekend dekmateriaal, doch zijn niet altijd en overal evengoed verkrijgbaar. Goed dekmateriaal is ook stroo en bladriet, verder het plantaardig afval, dat men gewoonlijk .ruigte" noemt, lange zaaigrassen, kort riet, enderge lijke dat men in slootwallen aantreft. Goed dekmate. iaal hebben we ook in den tuin zelf, in den vorm van de af gesneden stengels der vaste planten. Hoe moeten we nu dekken? De gewone vaste planten, welke zoo goed als winterhard zijn, worden, zoodra het begrint te vriezen, afgedekt, doch niet anders dan wanneer de planten zelf volkomen droog zijn. Rondom de planten tenminste a's deze in den winter het blad grooterideels 'behouden, strooien wij droog blad of ruigen mest, er voor zorgende, dat de blad rozetten zelf onbedekt blijven en ook het hart der plant geheel vrij blijft De planten hebben dan een beschutte omgeving gekregen, en de aarde rond om de planten blijft eenigszins vorst vrij, wat de onderaardsche deelen ten goede komt Begint het hevig te vrie zen. dan strooien we heel luchtig wat ruigte over de planten heen, zoodat de koude wind niet tot het hart der plant kan doordringen, maar niettemin bij iets milder weer, b.v, midden op den dag de frissche lucht toch vrije toegang heeft. Heeft men planten, welke reeds bij minder strenge koude gedekt moeten worden, dan kan men hierover heeti een oude mand of een uit latwerk vervaardigd kistje heen zetten, en dit kan men verder met blad en turf- strooisel afdekken. Er blijft op die manier eenige ruimte rondom de plant. S. PLUIMVEETEELT. Belangwekkende cijfers. Elk jaar verschijnt er een verslag van den landbouw in Nederland, waarin belangwekkende gegevens ver strekt worden, ook voor onzen pluim veeteelt. Uit het verslag over 1927 willen we enkele gevallen naar voren brengen. De pluimveestapel is weer aanzienlijk uitgebreid vooral in het Westen. Met die uitbreiding gaat een verbetering van de kwaliteit ge paard, terwijl meer zorg aan de huis vesting besteed wordt. Thans, 1929, mogen we aannemen, dat in ons land tusschen 25 en 26 millioen kippen zijn. Voorwaar geen kleinigheid. Van de rassen komen de Witte Leghorns het meeste voor, dan vol gen de Barnevelders, die in aantal gelijk bleven, eindelijk de Reds, die iets vermeerderden. De Noordhol- landsche Blauwen hebben speciaal voor Noord-Holland beteekenis. Men tracht het ras te verbeteren, wat eier- productie betreft. De Welsummers staan nog in het teeken van proefne ming en verbetering der productie, zonder dat het een algemeen aan vaard ras is. Wat maar gelukkig is, gezien de geweldige reclame, die er aanvankelijk voor dit ras gemaakt werd, terwijl er nog niets met zeker heid van de productie te zeggen viel. De financieele uitkomsten zijn in 1927 betrekkelijk gunstig geweest. Men neemt aan, dat op boerderijen, waar de kippen vrij uitloopen, onge veer ƒ2.per kip werd overgehou den. Bij het houden van kippen in rennen is de toestand waarschijnlijk iets minder gunstig geweest. In 1927 werden 63.354.000 K.G. meer eieren uit-, dan ingevoerd. On geveer 71% van den totalen uitvoer werd door Duitschland afgenomen. Daarnaast was-ook Engeland een be langrijke afnemer. De totale uitvoer van versc.he eieren bedroeg 63.904.000 K.G. met een waarde van ongeveer ƒ51 millioen. Bovendien gingen er nog 3.880.000 K. G. koelhuiseieren en 2.714.000 K.G. kalkeieren uit. De uitvoer van slachtkippen is zeer sterk toegenomen. In 1926 be droeg deze uitvoer 1.940.900 stuks, in 1927 2.831.000 stuks. Duitschland was ook hier weer de voornaamste afnemer met 2.649.000 stuks. Roermond zette 151 millioen, Arn hem 79 millioen, Venlo 38 millioen, Barneveld 31 millioen, Leeuwarden en Amersfoort 28 millioen eieren om. In 1927 werden 65 cursussen in pluimveeteelt gegeven, welke werden gevolgd door 1038 deelnemers. Dat is toch eigenlijk nog veel en veel te wei nig, temeer, waar Noord-Brabant, Limburg en Gelderland met het leeu wendeel gaan strijken. In Zeeland werd zelfs geen enkele cursus gege ven. In Groningen 1, in Utrecht 3 en Noord-Holland en Drente 4, Zuid- Holland en Friesland 5. VIT HET DAGBOEK VAN PIETER POR. 28 Dec. Raadsverslag gelezen. Niet veel bijzonders. Voortaan niet alleen bij elk onderwerp beschouwingen houden, maar ook nog over de notulen. Zoo blijft men bezig en heeft men vrijwel geregeld het woord. Wat wordt men hier toch royaal. Als men 10.sub sidie vraagt, krijgt men 50. Nu is men bang, dat men den grond in de van Cooth- straat niet kwijt raakt; waar om liet men hem dan bij den verkoop niet aan particulie ren, die er zin in hadden? Dan was er geen risico ge weest. Typisch, als 't raadslid v. d. W. voor een voorstel steun noodig heeft, behoeft hij slechts even naar v.m. Baard wijk en v.m. Besoijen te knik ken en klaar is Kees. Vooral het jongste raadslid uit het Oosten is daartoe blijkbaar gaarne bereid; ook diens op vattingen worden hoe langer hoe duidelijker, dunkt mij. Las lijst van benoeming van leden van commissies. Waarom niet van de Tee- kenschool? Is die toch niet opgedoekt? Hoe zit dat? Waarom moet voor raads lid v. d. W. een andere maat staf aangelegd worden dan bij anderen. Als hij zich vergist, dan moet men hem niet ont zien, evenmin als andeie raadsleden. 1 Jan. Veel heil voor Uw blad. Veel heil voor de gemeente. Veel heil voor de industrie. Sommige raadsleden wat minder praat voor de tribune. Andere wat meer zelf- cn standvastigheid. Nog anderen meer werk kracht in het belang der ge meente. Den Voorzitter een even krachtige leiding. 2 Jan. Bericht gelezen omtrent het dansen met Kermis. Voor de café's zonder dans gelegenheid mogelijk een goe de maatregel, niet voor 't ker misterrein, geloof ik. Maar laat de menschen vrij hun kermistijd te besteden zooals ze 't liefst willen; in dansgelegenheid, in café, of bij de spullen, zou buurman zeggen. Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. jaar moed NIEUWJAAR 1930. Beste fongelui. We hebben deze week het oude afgesloten en zijn met nieuwen aan een nieuw jaar begonnen. Maar we mogen het nieuwe jaar niet beginnen alvorens een onderzoekenden terugblik te hebben geworpen op het jaar dat al weer achter ons ligt. Zon der uitzondering moeten we dat alle maal doen, zoowel jong als oud, rijk en arm. En mijn trouwe volgelingen zullen natuurlijk ook eens even na denken over 1929. Als we rustig het afgeloopen jaar overzien en wat we zoo al gedaan hebben, dan zullen we eerlijk moeten bekennen, dat we niet steeds dèt ge daan hebben, wat we ons bij het begin van 1929 voorstelden te zullen doen. dat we natuurlijk ook niet steeds En Tielet dat hebben bereikt wat we dachten te bereiken. In sommige oogenblikken waren we te slap, te lui, ongehoorzaam en zoo al meer. Nu is het niet erg prettig op eigen verkeerde dingen terug te zien, maar als we van 1930 een beter jaar willen maken en het ons ernstig voornemen is om niet meer in oude fouten terug te vallen, dan moe ten we uit onze tekortkomingen van 1929 leeren om sterker en beter te worden. Bij onzen terugblik op 1929 moeten we zorgen voor ons zelf steeds eerlijk te blijven en strenger dan voor ande ren. Ook in de schijnbaar allerkleinste zaken. We noemen eens een enkel voorbeeld. |an heeft zich bij het begin van 1929 ernstig voorgenomen om het geheeie jaar door geen oogenblik te laat op school te komen of ook maar één middag zonder geldige redenen thuis te blijven. De eerste maanden ging het heel goed. Maar op een Maandagmorgen blijft Jan een beetje luieren en komt tien minuten te laat op de les. Gebroken is het goede voornemen, jan heeft er later spijt van en nu hij toch niet het jaar zal kunnen eindigen met de stipte nakoming van zijn toch mooie voornemen, nu komt het nog eenige malen voor dat hij te laat op school komt. Met Rietje is het evenzoo gegaan. Die had geregeld 9'/a voor schrijven, het hoogste cijfer van de geheeie klas. Een enkele keer had ze 9 en 8 gekregen. Bij het begin van 1929 zei ze tegen haar oudersnu wil ik het geheeie jaar steeds 9'/2 voorschrijven halen Maar toen Rietje op een zomer namiddag erg laat was met haar huis werk doordat ze veel boodschappen had moeten doen voor moeder en buiten een paar vriendinnetjes stonden te wachten om met haar naar de hei te gaan, wel, toen werd ze zóó onge duldig, dat ze haar schrijfwerk vreese- lijk gehaast afpende, zonder eenige aandacht en den volgenden dag met rooden inkt eronder zag staan „voor de eerste maal slordig werk, 5'/2". Laat ons nu allemaal ernstig voor nemen, om voor dit nieuwe jaar niet meer oude fouten te herhalen. We moeten 1930 tegemoettreden met een schoone lei. Durf gerust een mooi voornemen te maken en doe dan je best om het stipt na te komen. Begin het nieuwe jaar met frisschen moed, met vernieuwden ijver. Doe in alles steeds je uiterste best zoowel op school als thuis. Neem je voor. om in de omgeving waar je bent een stukje zon te brengen. Natuurlijk kun je geen enkel goed voornemen uit of door je zelf ten uitvoer brengen. Daarbij heb je de hulp noodig van O. L. Heer. Je moet dus ook eiken dag tot den goeden God bidden, dat Hij je zal helpen Wanneer je deze raadgevingen van me nakomt, dan zult je eens zien, dat 1930 voor jullie in alle opzichten een beter jaar zal worden. Dat wensch ik al mijn lieve nichtjes en neefjes. Voor ons hoekje gaan we het nieuwe jaar ook weer met frischen moed en nieuwe plannen tegemoet. Daarbij roep ik jullie aller medewerking in. Blijft ons hoekje getrouw volgen I Doe steeds mee aan onze wedstrijden en help onze rubriek te vullen met eigen op stelletjes en versjes. Dat doen we, he 1 Nogmaals, veel goeds in 1930, ook voor jullie ouders. Dag allemaal Jullie aller Oom WIM. CORRESPONDENTIE.^ Nelly D. Waalwijk. Hartelijk dank voor je goede wen- schen. Ik wensch jou en je ouders, broers en zusjes, wederkeerig alle goeds. Ik heb met belangstelling je opstelletje gelezen. Dat heb je aardig gedaan. Als er plaatsruimte is, wordt het nog vandaag in ons hoekje afge drukt. Kijkt maar eens. Dag Nelly. MIJN VOGELTJE GEVLOGEN. Bij ons op de kast stond 'n kooitje met een kanarievogel er in. Moeder had het beestje eens gekocht van een koopman, die met tamme kanaries langs de deur ging. Ge kunt begrijpen, dat ik gelukkig was met mijn vogeltje. Geen dag ging voorbij of Moeder deed de kooi open en dan vloog „Pietje" overal heen. Ik bedoel natuurlijk alleen in de kamer. Als moeder zei„Zoek, Pietje, zoek!" dan sprong het lieve diertje op den grond, zocht en zocht, totdat het eindelijk een speld, een draadje of een houtje gevonden had, en bracht dat bij Moeder. Geen won der dus, dat ik met m'n vogeltje zoo blij was. Eens op een dag. dat ik in de kamer kwam, was Moeder er niet. Kom, dacht ik, nu zal ik Pietje ook eens uit zijn kooi laten. Ik klom op een stoel, deed het deurtje open en.... hip! Pietje was er al uit. Weet ge wat er gebeurde? Het is verschrikkelijkDe kamer was juist geveegd en gestoft, en nu stonden de ramen wijd open. Pietje ging in het open raam zitten. Verschrikt liep ik 't na en riep zoo hard ik kon„Pietje, Pietje, hierHet beestje dacht zeker dat ik 't kwaad wilde doen, want in plaats van naar zijn kooltje te vliegen, vloog 't naar buiten en zat weldra boven op 't dak. Opeens begon 't buiten te flikkeren en te rommelen en te kletteren. Wat was dat? Onweer met een regenbui 1 Pietje werd doornat en kon niet meer vliegen. Toen de bui bedaard was, klom Vader op het dak om het diertje te halen. Maar ja wel, een groote kat was hem voor. Eer hij ze kon weg jagen, had ze mijn vogeltje beet, en alles wat ik van mijn lieve kanarie terug kreeg waren twee veertjes uit zijn staartje. En die twee veertjes bewaar ik nog. NELLY DEKKERS. Jfl

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 5