Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
-I
1
Abdijsiroop
-BONBONS-
DE
HEERENBAAI
verflF
isme- en mooerae
Atelier SCBREÜRS,
ROODE ROZEN.
FEUILLETON
Hlli!
ST,
Iets Nieuws!
Vuchterstraat 52 - 's-Bosch - Tel. 614.
Vrieseplein 1 - Dordrecht - Tel. 323.
1 EH2a
ergebt;
le ver,
AND
-M
■r Plüij
van Be
dit nummer bestaat uit
Beterschap?
Togen
Hoest
Bronchitis
Verkoudheid
Influenza
Heeschheid
Keelpijn
Asthma
/e rovJctaêak
tübtemmdA&di
V^outv^
ECHTE FRIESCHE
20-50ct. per ons
Wordt vervolgd.
TRIE.
ECT1E
>pbare
f).
SCH.
ZATERDAG 25 JANUARI 1930.
53e JAARGANG.
eden,
c'e Let
gist'
„De C
!n Bi
voot
1 auto,
Vinkt
en i,;,
wagel
alette
;rd §i
e hei
uur
en oït
lorgeu
van
1930.
J,
ers. -.
ent.
Snijd
1930
Schijn
Smaal
straat
van 1
/an Ei
oom
i. B.
Lerkbu
tig en;
tO. 1
Piuspli
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Langstraatscbe Courant*
an
aat 2'
.6 ni
lumk
29.
1 Fitte,
v M
Andf
1 z vl
•t 5 ju'
I Pijnt:
de Wi
n.
1000.
14511
19731
i
13302,
100.
i. 1930.
1000.
ƒ400.
16595
14626,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG an ZATERDAG.
Abonnementsprijs 8 maanden 1JSB.
Franco per post door bet geheele rflk 1.40.
Brieven. Ingezonden stokken, gelden, ens.
franco ta «enden aan dan Uitgever,
UITGAVB i
WAALWIJKPOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. SS. Telefr.-Adres: ECHO.
Prfls der AdvertentlBn
20 cant par regal; minimum l.BO.
Bfl contract flink rabat.
Raclamas 40 cent per regeL
Advertentlfin moeten Woensdag en Vrjjdag
des morgana om alterLtjk 9 in In ons baalt
Ha.
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
LOOP DER BEVOLKING IN
NEDERLAND OVER 1928.
Aan de statistiek van den loop dei-
bevolking in Nederland over 1928, die
het Centraal Bureau voor de Statistiek
heeft uitgegeven, wordt het volgende
ontleend
Op het einde van 1928 telde ons land
7.730.577 inwoners (49.68 pet. mannen
en 50.32 pet. vrouwen).
Bij vergelijking der cijfers met die
van vroegere jaren zien we, dat het
aantal der vrouwen voortdurend min
der wordtop 1000 mannen waren in
1830: 1045 vrouwen, in 1928 slechts
1013. De toeneming der bevolking be
draagt 1.37 pet., in 1927 1,32 pet. (door
geboorte-overschotten 1.38 pet., in 1927
1.30 pet.) door meer vestiging dan ver
trek 0.01 pet. (in 1927 0.02 pet.).
Het aantal levend geborenen 179.028
(1000 meisjes tegen 1054 jongens) be
draagt 23.3 per 1000 inwoners (23.1 in
1927). Niettegenstaande het huwelijks
cijfer (aantal huwenden per 1000 in
woners) sedert 1840, (laten we enkele
schommelingen buiten beschouwing)
weinig verandering ondergaat, is het
geboortecijfer aanmerkelijk gedaald,
hetgeen uit onderstaand staatje duide
lijk blijkt.
Perioden Huwenden per Levend aange-
en jaren. 1000 inwoners. gegevenen resp.
levend geborenen
per 1000 inw.
1840-1849 14.8 33.5 1)
1880—1889 14.3 34.7 1)
1910—1919 14.7 26.8 1)
1927 14.8 23.1 2)
1928 15.2 23.3 2)
1) Levend aangegevenen.
2) Levend geborenen.
Hierbij zij opgemerkt, dat sedert 1924
splitsing is gemaakt tusschen de leven
loos aangegevenen, die doodgeboren
waren en die welke bij de geboorte
leefden. Laatstgenoemden zijn bij de
levend aangegevenen opgenomen, waar
door een overzicht wordt verkregen
van het totaal aantal levend geborenen.
Op het platteland blijkt de geboorte
sedert 1900 grooter te zijn dan in de
steden.
Met betrekking tot de levenloos aan
gegevenen (na 1923 doodgeborenen) zij
opgemerkt, dat zoowel bij wettig als bij
onwettig geborenen het relatieve aan
tal sedert de periode 187079 dalende
is.
Bedroeg het aantal levenloos aange
gevenen in de periode 187079 5.19 per
100 geborenen, in 1920—23 was dit
3.78. Het aantal doodgeborenen bedroeg
in 1924 2.60 per 100 geborenen, 2.54 in
1925, 2.48 in 1926, 2.59 in 1927 en 2.51
in 1928.
Het aantal onwettig geborenen (in
de groote gemeenten belangrijk grooter
dan in de kleine) bedroeg in 184049
5.01 per 100 geborenen, daalde daarna
voortdurend om, in 1928 op 1.87 te ko
men.
Door echtscheidingen werden in '28
2701 huwelijken ontbonden of 1.84 per
1000 echtparen, terwijl 444 scheidingen
van tafel en bed of 0,30 per 1000 echt
paren plaats vonden. In 185059 be
droegen deze cijfers resp. 0.15 en 0.04.
De sterfte is sedert 184049 (26.56
per 1000 der bevolking) zoo goed als
geregeld gedaald tot 1914 (12.35). In de
oorlogsjaren 1914—1917 is zii gestegen
i tot 13.12 en in 1918 tot 17.22 (griep-
j epidemie), waarna weder, hoewel met
schommelingen, daling intrad, om in
1928 een cijfer te geven, kleiner dan
ooit te voren (9.61).
I De sterfte is op het platteland groo-
ter dan in de steden. Zij is onder de
vrouwen lager dan onder de mannen,
hoewel de percentages voor beide ge
slachten elkaar naderen.
OP DEN WEG DER
In de Belgische „Action Nationale"
had de vorige week een zelfs voor dit
land buitengewoon dwaas artikel ge
staan. Daarin werd opnieuw de voor
stelling gewekt, als zouden honderddui
zenden Nederlandsche Limburgers
snakken naar aanhechting van dit ge
bied bij België. Zij zonden daarvan doen
blijken door een pelgrimstocht naar
Luik in het eeuwjaar van België's be
vrijding. Daar zou een openluchtvoor
stelling worden gegeven die de pijnlij
ke Nederlandsche overheersching van
Limburg in beeld zou brengen op een
voor ons land opzettelijk kwetsende
wijze. Dat schijnt de Brusselsche regee
ring nu toch te bar te zijn geworden.
In de „Neptune" verloochent Pierre
Nothomb, de voorzitter van het Comité
de politique nationale dit plan in een
briefje, waarvan wij den onvriendelij-
ken toon nu maar over het hoofd zul
len zien. De Brusselsche berichtgever
van de „N. Rt. Crt." meent, dat o.a. te
mogen toeschrijven aan een wenk van
hooger hand. Daar heeft men het blijk
baar toch wel wat heel dwaas gevon
den, Nederland uit te noodigen tot deel
neming aan de herdenking van België's
onafhankelijkheid en dan vlak erbij
Thuis;
Akker's
Abdijsiroop
Buiten:
AKKER's
Het is gelukt de van
ouds bekende Abdij
siroop te „stollen" tot
een gemakkelijk in
den zak mee te nemen
„bonbon", met be
houd van al de gene
zende bestanddeelen.
Alom verkrijgbaar.
60 cent per doos.
look in */a onsen, '/j ponden en pondenf
^Vraagt ïlurïUut/cetierfa paJyeü*£
76
tza
SEDERT 1753
een vertooning toe te staan, die voor
Nederland opzettelijk kwetsend zou zijn
geworden.
Als men daarmee vergelijkt dat de
burgemeester van Den Haag niet
schroomde tot zaaluitdrijving over te
gaan om te verhinderen dat voor de
Roomsche Reisvereeniging in zijn stad,
dr. Borms zou optreden, zoolang de
Belgische delegatie der Haagsche con
ferentie hier nog was, dan is inderdaad
deze stap van de Belgische regeering
niet meer dan men zou mogen ver
wachten. Helaas tot nu toe te vergeefs
en daarom verheugt het ons, dat thans
van regeerngswege zou zijn ingegrepen
om het plan der Action Nationale te
verijdelen.
van „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
En zoo hielden de beide verloofden
tegenover elkaar een groote kalmte
vol, die zij beiden in het geheel niet
bezaten. Dat hielp hen, om uiterlijk
snel weer in evenwicht te komen,
maar innerlijk werden zij daardoor
steeds onrustiger.
Het diner verliep schijnbaar vroo-
lijk en harmonisch. Toen het voorbij
was, werd de minister weer door za
ken in beslag genomen en graaf Ram
berg nam voorloopig afscheid om
naar het paleis Ramberg terug te
keeren. Toen hij Josta goedendag zei,
kon hij zich plotseling niet meer be-
heerschen. Hij trok haar in zijn ar
men en kuste haar op den mond, voor
zij er aan denken kon, hem af te we
ren. Als wezenloos lag zij een oogen-
blik aan zijn hart en zij had luid kun
nen schreeuwen, toen hij haar lippen
aanraakte.
„Hij deed het slechts uit plichts
gevoel", dacht zij, en haar mond gaf
den kus niet terug; zij duldde hem
zonder hem te beantwoorden. En
toen hij haar losliet, was zij bleek en
zij zag hem niet aan.
„Ik heb haar verschrikt", dacht hij
en maakte zichzelf verwijten, dat hij
zich niet had kunnen beheerschen en
zich met een handkus tevreden had
gesteld.
Josta was naar haar vader gegaan
en de minister legde zijn arm om
haar schouder.
„Nu kindje, wat ben je ernstig en
bedrukt. Heb je Rainer uit de volheid
van je hart je antwoord gegeven?"
vroeg h\j.
Zij verborg haar gezicht aan zijn
borst. Hoe graag had zij haar hart bij
hem uitgestort. Maar wat zij voelde,
zou zij zelfs niet tot haar moeder ge
zegd hebben, en zeker niet tot haar
vader.
„Ik ben alleen een weinig bang,
papa omdat ik u al zoo spoedig
moet verlaten."
Hij stieelde Raar over 't haar.
„Dat is de loop der dingen, mijn
lief kind. Ik moet daarin berusten.
En ik doe het graag, want ik weet,
dat je bjj Rainer in de beste, trouw
ste handen bent. Een beteren man
dan hij zou je nooit kunnen vinden.'
„Dat weet ik, papa."
„En dit bewustzijn is meer waard
dan een vluchtig opkomende harts
tocht, Josta. Ik geloof, dat je goed ge
kozen hebt en aan Rainers zijde een
rustig, bestendig geluk zult vinden."
Josta knikte slechts, spreken kon
zij niet. Want haar jonge ziel ver
langde meer dan een rustig, bestendig
geluk, zooals haar vader dat voor
haar bedoelde.
Toen Josta zich op den avond van
dien dag in haar kamers terugge
trokken had om naar bed te gaan,
zette zij zich nog een oogenblik voor
haar schrijftafel. Zij haalde haar dag
boek te voorschijn, dat zij al hield
sinds den dood van haar moeder.
Zij had er zich aan gewend alles,
waarmede zij anders tot haar moeder
zou zijn gegaan, aan dat boek toe te
vertrouwen en het was haar steeds
meer een behoefte geworden, haar
doen en denken neer te schrijven.
Zij bladerde door de beschreven
zijden en las hier en daar eenige
woorden. En op iedere bladzijde vond
zij den naam „oom Rainer".
Hij was zoo met haar innigste zijn
saamgeweven, dat zijn naam haar al
tijd uit de pen vloeide. Al wat zij met
hem beleefde, was voor haar altijd
van belang geweest.
Toen zij de beschreven zijden door
gebladerd had, en de eerste leege
bladzijde voor zich had, nam zij haar
pen en schreef:
„4 Mei Ik ben verloofd
de verloofde van graaf Rainer Ram
berg. En nu zal hij nooit meer oom 1
Rainer voor mij zijn. Wat ik daarbij
voel? Ik kijk in mezelf als in een we-
zen, dat ik vandaag voor het eerst
heb leeren kennen. En ik schrik van j
mezelf. Waar is mijn kalmte geble
ven? Verlangende, vreemde wenschen
zijn in mij wakker geworden, en een
sluier is van mijn ziel getrokken. Ik
heb Rainer lief ja, ik heb hem lief
met de liefde, die de vrouw in de ar
men van den man drijft, met onweer
staanbare kracht. Ik schrik zelf van
de grootte en diepte van dit gevoel
dat plotseling mijn geheele zijn ver
anderd heeft, en dat ik toch angstig
moet verbergen. Waarom Omdat
Rainer mij niet liefheeft, zooals ik
zou willen, dat hij mij lief had, om
dat zijn hart een ander toebehoort,
van wie hij zich, aan een wreeden
dwang gehoorzaamd, met smart heeft
losgemaakt. Ik hoorde het, toen ik
hem reeds mijn woord gegeven had.
Anders i—neen, anders had ik het
niet gedaan. Of toch O, ik ken mij
zelf niet meer. Waar is mijn trots
Ik ken slechts één angst hem voor
altijd te zullen verliezen. Dat is har
der dan de dood. Waarom heeft hij
mij gekozen Omdat ik juist op zijn
weg stond, omdat ik hem sympathiek
ben en omdat hij denkt, dat ik hem
nooit zal lastig vallen met een war
mer gevoel en nooit meer zal begee-
ren dan wat de andèr mij heeft over
gelaten. En ofschoon ik dat weet,
wil ik toch zijn vrouw worden. Waar
is je trots, Josta Maar hij zal nooit
te weten komen, hoe het er in mijn
ziel uitziet. Die gelofte doe ik mij zelf.
Ik wil koud en onbewogen schijnen,
zooals van morgen bij zijn eersten kus,
ik zal niet anders voor hem zijn, dan
wat hij zoekt een gemakkelijke,
sympathieke vrouw, die niets vraagt,
niets verlangt. Wat zou hij wel ge
daan hebben, als ik hem afgewezen
had Zou hij weggegaan zijn en een
ander gevraagd hebben Dat zou ik
niet hebben kunnen verdragen
neen, neen dat niet. Diep in een hoek
je van mijn hart leeft nog een
sprankje hoop, dat eens de dag zal
komen, dat ik hem mijn geheele lief
de, die ik verlang, sinds hij mij van
daag gevraagd heeft en me ziende
heeft gemaakt. Maar neen zijn
hart behoort toch een ander. Wie zou
zij zijn Wist ik het toch maar, kon
ik haar maar eens zien, om te weten
te komen, wie hem zoo bekoort.
Dwaze Josta, en wanneer je dat wist,
wat zou het je helpen Een man als
Rainer kan toch slechts eenmaal lief
hebben. Hij is niet onstandvastig en
trouweloos. Waarom mocht hij met
haar niet gelukkig worden O, dat
zal ik mezelf altijd moeten vragen en
altijd zal naast de liefde in mijn hart
de jalouzie voor die vrouw branden.
Rainer Rainer wat heb je van
daag mij wakker gemaakt God sta
me bij, dat ik me nooit aan je ver
raad. Ik heb je lief ik heb je
lief
Hier wierp Josta haar pen weg en
verborg haar gezicht in haar handen.
Een siddering overviel haar.
De regeerende hertog Karei had
met zijne Excellentie von Waldow,
verscheidene zaken van gewicht be
sproken en knikte hem nu vriendelijk
toe.
„Ik dank u, Excellentie, ik wil nu
niet langer uw tijd in beslag nemen.
Of hebt u mij nog iets mede te dee-
len?"
De minister boog.
„Zou Uwe Koninklijke Hoogheid
mij nog eenige minuten gehoor wil
len schenken voor een persoonlijke
aangelegenheid?"
„Zeker, met genoegen. Neemt u
plaats en spreek."
i jl i