Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. J weer ROODE ROZEN. MCDRDBRABAND li amsm HEERENBAAI FEUILLETON DOOR EKWUÖJ m 9£ury SUMMER 11- WOENSDAG 5 FEBRUARI 1930. 58e JAARGANG. een un- i is. ten ilk. en, ïn. r 't >nt- pe- len we lde het Dit blad T*r»chJJnt WOENSDAG en ZATERDAG. Abonnementsprijs per S maanden 1.25. Franco per post door bet geheele rjjk 1.40. Brieyen, Ingezonden stukken, gelden, ens. franco te eenden aan den Uitgerer. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. WAALWIJKSOHB STOOMDRUKKERIJ, ANTOON TIELMN. Telefoon Mo, UL Telefr.-Adre»: ECHO. Prfja Oer AdyertenÜBn 20 cent per regel; mlntmnm 1.60. B# contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. AdvertentiSn moeten Woensdag en Vrfldag des morgens om aiteriDk g aar ln ons bfsplt EERSTE BUAD. Vergiftiging der Jeugd. De Communistische propaganda is zich ook tot de arbeidersschooljeugd gaan uitstrekken. Door manifesten, vol met in de kindertaal getransponeerd communistisch jargon, tracht men de jeugd op te ruien tot den klassenstrijd en den haat tegen de .bourgeoisie." Hierbij staat men niet stil In Amster dam heeft één z.g. Pioniergroep reeds twee schoolcellen opgericht, terwijl er twee vaste schoolkranten verschijnen. Regelmatig wordt de jeugd aan de aldus gezegende scholen dus het communistisch vergif verstrekt 't Is de vraag, of de kinderen hun knikkers en hun springtouw zullen vergeten voor deze onverteerbare lec tuur, maar al te gerust mogen we daarop niet zijn. Waakzaamheid is voor de betrokken autoriteiten ten zeerste geboden. Deze methode van jeugdvergifliging \s echter al geen monopolie der communisten meer. In Duitschland doen de ultra-nationalistische kringen er ook al aan mee. In 't Kerstnummer van „Jungstahlhelm" stond het vol gende kinderversje Ich wünsch mir keine Bücher, Keio Spielzeug wird begehrt. Ich wünsch als Deutscher Junge Mir nur ein wehrhaft Schwert Zum Stechen und zum Schlagen, Damit ich einst als Mann In Deutschlands Freiheitstagen Die Heimat schützen kann. Dus hierin wordt als wensch van een .echten" Duitschen jongen vertolkt dat hij (notabene met Kerstmis 1) een zwaard krijgt, geschikt om ermee te steken en te slaan. Er is met een zwaard wel niet veel te beginnen in dezen modernen oorlog, maar voor de romantische verbeelding der Wodanverheerlijkers komt dat er [een paar Wybert- tabletten! Zij bescher men tegen verkoud heid en infectie. niet op aan. ^Men kan er eens mee lachen. Laat men echter wel weten dat hier zaden worden uitgestrooid, die kunnen uit groeien tot lianen, verstikkend voor de gezonde Christelijke gedachte. De worsteling om de ziel der jeugd is in onze dagen een allervoornaamste taak, een allergewichtigste plicht. T. BINNENLAND, De terugkeer van de Hertog Hendrik uit de West uitgesteld. Op verzoek van den nieuwen gou verneur van Curasao is de terugkeer van Hr. Ms. Hertog Hendrik uil West- Indië uitgesteld, toidat de gouverneur (die, zoo men weet, Vrijdag uit ons land is vertrokken) zelf den stand van zaken in verband met hei verblijf van dit oorlogsschip heeft bezien en hij heeft geoordeeld of het verblijf in de West al dan niet noodzakelijk is. De eerepromotie van Prinses /uliana. We hebben Zaterdag nog in 't kort een en ander vermeld omtrent de eere promotie van H.K.H. Prinses Juliana. We willen hierop nog even terug komen. Prof. Huizinga de promotor zeide in zijn rede, o m. 't volgende, waaruit blijken kan op welke wijze de prinses haar studententijd heeft benut. Hij zeide o m. Uw diploma vermeldt „een uitne- menden ijver den lust tot onderzoek, helder begrip" en ten slotte „oorspron kelijkheid van geest". De leider van het dispuut op „'t Waerle" zou dat alles nog met een enkel woord wen- schen toe te lichten en hij is erztker van „De Echo van het Zuiden." door HEDWIG COURTHS-MAHLER. 12 Beklemd streek zij de losse krulle tjes van haar blanke voorhoofd, die in het zonlicht als roodachtig goud schitterden. Met alle kracht dwong zij zich tot kalmte. Ofschoon zij het liefst weggeloopen zou zijn, bleef zij staan en glimlachte hem onzeker en hulpeloos toe. „Je moet geuld met me hebben, Rainer ik moet eerst leeren me er aan te gewennen dat je niet meer oom Rainer voor me bent". Zij kwam hem in haar liefelijke schuchterheid, met haar lieven, hul- peloozen glimlach, zoo aantrekkelijk en betooverend voor, dat hij zijn bloed onrustig door zijne aderen voel de stroomen. Als zij nu den blik, waarmee hij haar aanzag, zou gezien hebben, zou zij wel aan zijn kalmte en bedaardheid getwijfeld hebben, 't Was hem in het geheel niet gemak kelijk, rustig te schijnen en alleen de vrees, haar te verschrikken en te ver ontrusten, gaf hem de kracht er toe. Hij moest geduld hebben, dat zag van, dat allen, die aan die avonden van levendig gesprek mochten deel nemen, met hem zullen instemmen. Uitnemende ijver en lust tot onder zoek Zij wortelen, schijnt het ons, in een geestdrift des harten, om toch vooral de dingen waarlijk goed te verstaan, niet slechts oppervlakkig, ze tot op den bodem te doorgronden. Een behoefte, die het u zelve soms moeilijk maakte, om bij een uitspraak vrede te vinden en anderen, om u te overtuigen. Helder begrip. Hoe dikwijls ver ried het zich in den vorm van een zin tot nauw wegende critiek. Uw promotor weet het bij ondervinding, hoe goed men tegenover u moet toe zien, om zelfs niet in schijn met zich zelf in tegenspraak te komen. Want het ontgaat u niet en dan moet de ander maar zien, dat hij zich recht vaardigt Oorspronkelijkheid van geest. Wanneer een vraag van alle kanten bekeken scheen, dan kwam meer dan eens de prinses met een „ja maar dat onaangeraakte gronden aanroerde hij in. Zij had het recht, dat te eischen. Hij moest rustig wachten, tot zij zich van zelf in feeder vertrou wen tot hem wendde en zijn liefkoo- zingen als iets vanzelfsprekends aan vaardde. Of zij ze ooit zou beantwoorden vroeg hij zich af. Het kwam hem nu zoo begeerens- waardig voor. Maar tegelijk over viel hem de twijfel daaraan- Zij heeft mij immers niet lief, zij weet in het geheel niet wat liefde is. Het moest wel bekoorlijk en verlok kend zijn in haar jonge ziel de liefde te wekken. Zalig de man, die zijn hart voor zulk een reine jonge liefde open kan stellen. Wat is zij mooi wat liefelijk en bekoorlijk. Zoo dacht hij. En hij vergat heele- maal, dat hij in kalm overwegen van de omstandigheden en „zonder lief de" om haar hand had gevraagd. Welk een tijd lag er tusschen nu en het oogenblik, dat hij haar gevraagd had. Hij vond, dat elke minuut van dezen tijd hem een nieuw gevoel ge geven had. En nu toch wist hij niet hoe zijn hart in dezen korten tijd ver anderd was. Of was die verandering reeds vroeger ingetreden Hij ademde diep. „Ik zal altijd geduldig zijn, lieve kleine Josta. Wees tegen mij zoo rustig en vertrouwelijk als altijd. En denk er altijd aan, dat het mijn in nigste streven is, je gelukkig en blij te maken," zei hij zoo kalm hij kon. Zij keek langs hem heen in de verte en zijn kalmte kwam haar als on verschillig voor. Zij dacht, dat hij haar slechts had willen kussen, om- MAtfSCttAPPy VAN VERZEKERING OP HET LEVEN en al het verworvene weer op losse schroeven zette. Meestal bleek dan zulk een opmerking gesproten uit die zucht, om van het bijzondere door te dringen tot het algemeene, die van zooveel gewicht is voor hetgeen men noemt weter.schappelijken zin. Van de academische vrijheid hebt gij bij de keuze van velerlei stof een ruim gebruik gemaakt. Zeer diep lig gende en algemeene vragen hebben u beziggehouden, als de beginselen der godsdienstgeschiedenis. Van verre en vreemde dingen hebt gij willen kennis nemen van Chineescbe toestanden, van Russische zoo goed ais van Fransche letterkunde, van Oud-Ger- maansche mythologie, van verschillende tijdperken en onderwerpen uit de ge- scniedenis. Oogenschijnlijk wellicht een al te bonte keuze, maar die toch eenigermate werd bepaald en bijeen gehouden door den eigen aard van uw levenden drang tot kennis. Een programma niet van vakwetenschap, maar van wetenschappelijke ontwik keling, gericht op het begrijpen van beschavingsverschijnselen. Ook in dit opzicht zou men in uw studie aan deze universiteit een teeken willen zien van iets van meer dan persoonlijke strekking en beteekenis. Vergun ons, deze promotie ook te zien ln het licht van een bevestiging en bekroning van een tijdperk, dat wij sinds een menschenleeftijd zijn inge gaan, de dertig jaren, die gij juist met uwe studiegenooten hebt gevierd het tijdperk van de volledige in trede der vrouw aan de universiteit. Het verschijnsel bepaalt zich niet tot Nederland, het vervult de wereld, en legt reeds daarmee het zwijgen op aan hen, die aan zijn heilzaamheid twijfelen. Het is onze beschaving zelf, die hierin zich nieuwe banen breekt De stemmen zijn zoo goed als ver stomd die vroegen, of het nuttig, of het noodig was, dat ook de vrouw zou studeeren. Zij wilde het, aldus moest het. Doch /^)OUVVf\ ECHTE FRIESCHE 20-50cf.perons 'Vnaojft llur Wtrikeiier 'n dat zulke teederheden tot de plichten van een verloofde behooren. Zoo vond ook zij haar kalmte te rug, en om op een ander onderwerp te komen, zei ze „Wij spraken zooeven van de hof feesten. Nu valt me in, dat je toch al die jaren daaraan niet hebt deel genomen. Waarom heb je dat niet ge daan Een vluchtig rood vloog over zijn voorhoofd. Dat zag Josta, toen zij hem weer aankeek. Zij bemerkte ook, dat hij zeer onzeker en verlegen deed. „Ik heb werkelijk iangen tijd geen deel er aan genomen," antwoordde hij ontwijkend, zonder haar vraag te beantwoorden, „maar in de toe komst wil ik het toch weer doen aan de zijde van mijn jonge, mooie vrouw." Zij wierp het hoofd trotsch in den nek met afwerende beweging. „Complimenten mag je niet ma ken anders kom ik heel vre md tegenover je te staan," stootte zij uit en haar gezicht trilde zenuwachtig. Hij was blij, dat zij niet op een antwoord aandrong. „Dat was geen compliment, Josta, maar het constateeren van feiten." Zij liep naar het venster en keek naar buiten om haar gezicht voor hem te verbergen. En toen hij naast haar kwam staan, zei ze, terwijl zij zich tot een vriendelijken glimlach dwong „Maak me maar een standje, Rai ner Ik heb je nog niet eens voor de mooie rozen bedankt, die je vanmor gen gestuurd hebt." Hij keek haar glimlachend aan. in haar onweerstaanbaren drang naar de universiteit heeft de vrouw tevens van deze de richting en de reden van bestaan omgebogen. Het is niet de vraag, of alle vrouwen, die ter studie gaan, ook afstudeeren, noch of zij even goede vaklieden zullen zijn als de mannen, maar of de universiteit haar bieden kan, wat zij begeeren en behoeven: een hoogere, wetenschap pelijke ontwikkeling, die kan bijdragen, om door haar draagsters de maat schappij te behoeden voor de ver vlakking en vergroving, die haar bedreigen. In dien zin van een kweek plaats te vormen van hoogere weten schappelijke cultuur, reeds lang een functie der universiteit in de Engelsch sprekende landen, ziet ook de Neder- landsche zich een taak voorgeschreven „Ik had gehoopt, dat je eenige van die bloemen op je japon zou dragen." Zij maakte een afwerende bewe ging, daar zij voelde dat zij bloosde. „Zij zouden maar verwelken en dat zou jammer zijn." Hij had het liefst gezegd „Zouden ze een mooier dood kun nen vinden dan aan jouw hart te sterven maar hij sprak het niet uit. Zij zou het belachelijk hebben ge vonden. „Op mijn leefijtd mag men niet meer ongestraft den verliefden Romeo spelen," dacht hij. En hardop ging hij voort „Zeker zouden ze verwelkt zijn, maar ze zouden dan hun doel hebben vervuld om jou te sieren." Zij haalde de schouders op. „Nu versieren ze mijn kamer en vervullen evenzeer haar doel," zei ze schertsend. Dadelijk daarop trad de minister binnen en zij babbelden met hun drieën. Toen spraken zij af om den volgenden dag samen een uitstapje te maken. En in den loop van het ge- j sprek zei graaf Rainer schertsend Ik heb vandaag tevergeefs gewacht of je je belofte zou vervdilen, Josta." „Welke belofte „Je wilt mij toch met je dogcart een vensterparade brengen Zij gingen op zijn scherts in. „Die belofte deed ik onder andere omstandigheden," zei ze lachend. „Ik wilde oom Rainer een venster parade brengen. Voor een verloofde past dat niet. Dat is hoogstens ver oorloofd tegenover waardige oude heeren." Zij vermoedde niet, dat zij met haar „waardige oude heeren" een ge voelige plek bij hem getroffen had, omdat hij werkelijk bezorgd was, dat hij te oud was voor haar. Toch bleef hij bij zijn scherts. „O, ik geloof dat zoo'n goede oude oom het veel beter heeft dan een bruidegom." „Ja, wie zich lichtzinnig in gevaar stort, komt daarbij om," plaagde zij. Hij was blij, dat zij haar ouden, vroolijken toon weer teruggevonden had en hij bleef dien volhouden. Zoo kwam het verloofde paar langzaam, uiterlijk tenminste, in zijn evenwicht terug. Zij gingen op dien vroolijken toon voort en toen graaf Rainer daarna afscheid nam, toonde Josta hem een lachend gezicht. Maar toen zij een oogenblik alleen in haar kamer zat, was haar gezicht ernstig en treurig en zij schreef in haar dagboek „5 Mei. Ik weet niet of ik het zal uithouden. Het is zoo moeilijk Rainer koel te behandelen. Als hij vermoe den kon, hoe het er in mijn hart uit ziet Of hij er erg van schrikken zou Hij zal het nooit vernemen. Waarom hij zoo verlegen bloosde, toen ik hem vroeg, waarom hij al die jaren niet aan het hof geweest is Wordt vervolgd. De Echo van het Zuiden, jWaalwpschc en Langstraatscbe Courant, t de k&vrurfc&uU (oofc ln y» onsen, pottdon cn pond«n) SEDERT 1753

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1