1
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Onze Kamersnan Kaoohandel.
TFüTll e t o n
ROODE ROZEN-
i££sShksÊÊË
J
1
m
me^ABDUSjtuixtt
NUMMER 17-
WOENSDAG 26 FEBRUARI 1930.
63e JAARQi
Dit blad varaebttat
WOENSDAG en ÏATIEDiO.
Abonnementeprfl s per 8 maanden 12E
STranco per poet door het geJieele ril* 1.40.
Brieven, Ingeaonden atnhken, gelden, «na.
franco te aenden aan dan Uitgever.
dit nummer bestaat urr
TWEE BLADEN.
UITGAVE»
WAALWIJEEfCHE STOOMDRUKKERIJ AN TOON TIELEN.
Telefoon No. M fdcfr^Adm: ECHO.
Prfa der AdverteatMn:
20 pent per regelminimum 1(0.
BQ contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel
Adver ten tién moeten Woensdag en Vrijdag
dee morgens om mltarlllk 0 nas la «u bost!
EERSTE BLAD.
Naar aanleiding van het .vorig ar
tikel onder bovenstaand-en titel, over
genomen uit de Tilburgsche Courant,
vestigt men van belangstellende zijde
onze aandacht op een artikel over dit
onderwerp onlangs verschenen in „De
Tijd". Wij laten dit om het belang
der zaak ook voor onze lezers, hier
volgen:
Men schrijft ons uit het Zuiden
Hoewel de Kamers van Koophandel
en Fabrieken geen wetgevende macht
hebben en haar bevoegdheden dus be
grensd zijn, treedt steeds meer aan
het licht, dat zij in haar na-oorlog-
sche gedaante een belangrijke rol ver
vullen in het economisch en maat
schappelijk leven. Dit is zeker geen
specifiek Zuidelijk verschijnsel. Maar
hier in het Zuiden hebben we, mis
schien meer dan elders, kunnen er
varen, dat het nieuwe, of beter ge
zegd, dat het herboren instituut een
beteekenisvolle taak te volvoeren
heeft. Toen de reorganisatie der Ka
mers destijds aan de orde was, is wei
eens twijfel gerezen, of de nieuwe op
zet wel de moeiten en kosten waard
was. Hare populariteit was bovendien
ook hierom beneden nul, omdat de
inschrijvingen in het zoogenaamde
Handelsregister door duizenden klein
nijveren en klein-middenstanders als
een verkapte vorm van alweer een
nieuwe belasting werden aangevoeld.
Zoo gebeurde het, dat weinig vreug
de-uitingen werden gehoord bij de
komst van deze herborene. Het ge
beurt vaak, dat in de praktijk des le
vens iets méévalt, waar tegenover
„men" aanvankelijk sceptisch stond.
Van de Kamers van Koophandel in
haar na-oorlogschen vorm kan buiten
twijfel worden getuigd, dat ze zeer
zijn meegevallen, Wie zou de streek-
Kamers van nu nog voor de plaatse
lijke Kamers van vroeger willen rui
len?
Betere ontplooiing van krachten.
De werkwijze der nieuwe Kamers
biedt vooral in de landelijke centra
veel betere gelegenheid tot ontplooi
ing van krachten. In de groote steden
van „De Echo van het Zuiden."
steeds Wybert-tabletten
meenemen, zoo gamv
'hebt U kou gevat, lastig
■zijn de gevolgen.
des lands, in Amsterdam, Rotterdam
e.d. zal men dat uiteraard niet zoo
zeer voelen. Ook de vroegere Kamers
konden er zich financieel wel vrij be
hoorlijk bewegen. In de provincie
plaatsen en vooral in de allerkleinste
Kamers echter was het „armoe-troef"
een chronisch verschijnsel, in zoover
re dan, dat van een behoorlijk „bu
reau" geen sprake kon zijn. In menig
geval kreeg de secretaris van zulk 'n
Kamer van Koophandel een jaar-
lijksch douceurtje van 50 of 100,
welke uitgave plus enkele noodzake
lijke bureaubehoeften, werd bestre
den uit het subsidie der gemeentekas.
Het behoeft weinig betoog, dat, aller
eerst in de Kamers der kleine ge
meenten (maar waar niet zelden een
belangrijke tak van industrie of han
del was!) bij vrijwel totaal ontbreken
van den nervus rerum van flink
naar buiten tredende actie bezwaar
lijk sprake kon zijn. Voor de „jaar
verslagen" b.v. werd een „commissie
van redactie benoemd. Zij bestond
uit eenige leden der Kamer mitsga
ders den secretaris en, als alles goed
ging, gebeurde het wel eens, dat het
jaarverslag, laten we zeggen van 1919
nog vóór het einde van 1920 het licht
zag en aan autoriteiten, wetgevende
lichamen en aan de pers kon worden
toegezonden.
Wie de huidige toestanden beziet,
gewestelijke Kamers met uitmuntend
geoutilleerde bureaux, behoorlijk be
zoldigd personeel en jaarverslagen
over 1929, die bij tientallen in de
maand Januari 1930 verschijnen,
voelt reeds aanstonds onder hoe veel
betere ontplooiing van krachten door
de huidige Kamers kan worden ge
werkt.
De hand aan den ploeg.
De ruimere bewegingsvrijheid leidt
er vanzelf toe, dat beter de hand aan
den ploeg kan worden geslagen. In
een kort bestek, als deze beschouwin
gen zijn, kunnen we uiteraard niet te
zeer in bijzonderheden afdalen. Men
raadplege echter eens de dezer dagen
weer door de verschillende Kamers
verstrekte opgaven inzake het vragen
van inlichtingen uit het Handelsregis
ter. Men leze verder de Nieuwjaars
redevoeringen der voorzitters en neme
last not least, kennis van de soms lij
vige boekdeelen, welke jaarverslagen
heeten. Op deze beide laatste punten
mag vooral de aandacht gevestigd
worden. Geven zij niet een spiegel
beeld van wat onder economisch op
zicht leeft in den kring van iedere
Kamer en krijgen we door de verza
meling dezer Nieuwjaarsspeeches en
jaarverslagen niet een nauwkeurig
beeld van den welvaarts- en bedrijfs-
toestand van practisch een geheel
landsgedeelte? Punt voor punt wor
den de kwesties, voor een streek van
belang, aangeroerd. Zij verstrekken
een menigte inlichtingen uit aller
beste bronnen; zij leggen den vinger
op wondeplekken, ja dragen niet zel
den zelfs een polemisch karakter.
Als de voorzitter der Amsterdam-
sche Kamer van Koophandel bij hoog
en bij laag beweert géén actieve han
delspolitiek te voeren, kan men uit
vele Zuidelijke Kamers een heel an-
leren toon beluisteren. Zóó is voor 't
Zuidelijk economisch leven de Kamer
van Koophandel een spreekbuis ge
worden. En daarnaast een actievoe
rend lichaam. Wij denken hier b.v
aan de suikerindustrie.
Zoowel de Kamer van Koophandel
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
18
Zoo dacht het kameniertje in alle
stilte, terwijl zij flink en handig alles
voor haar meesteres gereed legde.
Een kwartier later zat gravin Ger
linde voor haar toilettafel, terwijl de
kamenier haar hielp met de kostbare
voorwerpen van schildpad en goud uit
de necessaire van de gravin. Zij bor
stelde het zachte, niet zeer volle
blonde haar, terwijl zij met verfijnde
handigheid een kapsel maakte, dat
het haar op zijn voordeeligst deed
uitkomen. Toen kwamen de witzijden
ragfijne kousen en de elegante witte
schoentjes aan de beurt. En ten slotte
knoopte zij handig de gekozen japon
vast, die in mooie plooien om de volle
gestalte viel. De hals en de fraai ge
vormde armen bleven vrij en om het
slanke middel droeg zij een breede
zwart fluweelen ceintuur als eenige
herinnering a. d. afgeloopen rouw.
Ten slotte legde Hanna om den
hals van haar meesteres een kostbare
parelsnoer, dat tot op haar middel
neerviel! De paarlen waren van zeld-
digden een groot vermogen.
Hanna wist evengoed als haar
meesteres dat dit parelsnoer eigenlijk
gravin Gerlinde niet meer toebe
hoorde. Het was een stuk uit de ju-
weelen van de familie Ramberg, dat
slechts door de tegenwoordige vrou
wen gedragen mocht worden.
Maar aan deze bepaling stoorde
gravin Gerlinde zich niet. Zij was
evenmin geneigd dit familiesieraad
aan een ander af te staan, als zij van
plan was naar het weduwenhuis te
trekken.
Zij vermoedde niet, dat er al een
vrouw was, die haar dit sieraad en
haar rechten als meesteres zou kun
nen bestrijden.
Nu was zij met haar toilet klaar.
Zij was tevreden met van trots
vlammende oogen en een zegevieren
den glimlach bekeek zij haar spie
gelbeeld.
„Wit kleedt me niet minder goed
dan zwart en met de rouwjapon leg
ik ook mijn treurig gezicht af. Het
zaligste leven zal je uit mijn oogen
tegenstralen, Rainer. En nu wil ik
met alle middelen trachten je te ver
overen. Jouw hart wil ik bezitten
en de plaats aan jouw zijde." Zoo
dacht zij en haar oogen glansden van
wilskracht en hartstocht. Juist toen
zij zich langzaam van den spiegel af
wendde, meldde de kamenier haar
„Zooeven is de graaf aangekomen,
ik heb het van uit het venster ge
zien."
De gravin knikte minzaam en
vriendelijk.
„De zwarte kleeren kun je uit de
voor Zeeuwsch-Vlaanderen als die
voor Westelijk Noord-Brabant heb
ben de laatste jaren krachtig uiting
gegeven aan hunne wenschen, welke
op steunverschaffing aan dezen be
langrijken tak van nijverheid zijn ge
richt. Laatstgenoemde Kamer organi
seerde zelfs een groote landelijke ver
gadering te Bergen-op-Zoom. Talrijke
andere Kamers wijzen op de hinder
palen die b.v. de exportmogelijkheid
van Zuidelijke fabrieken in den weg
staan. Ook worden lichtpunten aan
gewezen, zooals in het verslag der
Bossche Kamer over de daar ter stede
van oudsher zoo belangrijke sigaren-
industrie. Alles bijeengenomen, treedt
in het totaal van redevoeringen en
verslagen der Limburgsche, Brabant-
sche en Zeeuwsche Kamers een dui
delijk Zuidelijk industrieel en econo
misch beeld naar voren, en men zal
goed doen, de waarde van het te
berde gebrachte materiaal, dat geput
is uit het volle bedrijfsleven, niet te
onderschatten. Vooral ook hierom
niet, omdat zij uiting geeft aan han-
dels-politiek-gedachten, welke vol
strekt niet altijd evenwijdig lo ipen
met die, welke uit de groote steden
plegen te worden gehoord.
Stad en land.
Op één punt willen we nog de aan
dacht vestigen, met name op wat
vice-voorzitter Smits zeide in zijn
Nieuwjaarsrede bij de opening der
vergadering van de Kamer van Koop
handel voor de Langstraat. Hij wees
op de nadeelige gevolgen, ook in so
ciaal opzicht, van den trek naar r.'e
stad, en herhaalde den reeds vroeger
in jaarverslagen uitgedrukten wensch
dat men van hoogerhand meer aan
dacht zal schenken aan de belangen,
welke handel en industrie ten platte-
lande hebben, o.a. ten aanzien van 't
vakonderwijs. Wij zien hier een Ka
mer, dus eene aangelegenheid beplei
ten, die naast een economische, zeker
en in niet mindere mate een sociale
en godsdienstige strekking heeft. Dit
feit op zichzelf typeert allicht meer
dan iets anders de belangrijkheid der
plaats, welke de Kamers van Koop
handel geleidelijk in ons maatschap
pelijk leven zijn gaan innemen. Wie
dan ook gedurende de laatste weken
in „De Tijd" den zakelijken inhoud
der verschillende Nieuwjaarsredevoc-
ringen van de diverse voorzitters las,
zal het wel eens kunnen zijn met de
uitspraak, dat de Kamers van Koop
handel in hun na-oorlogschen vorn;
zich tot een in het kader dér tijdsom
standigheden volkomen passend in
stituut hebben ontwikkeld.
BRONCHITIS U overvalt,
de prikkelende hoestbuien U zoo
benauwd maken en het slapen be
letten, grijp dan naar de sltjmop-
lossende. hoeststillende Akkers
Abdijsiroop, welke Uwe adem
haling weer diep en vrij maakt.
1; 'etS I „i„k» Abdijsiroop te U
"nieuws- Het is gAk de te nemen
if
bruiken."
Hanna knikte blij en kuste haar
meesteres dankend de hand.
Zij wist zeer goed, waarom gravin
Gerlinde zoo goed gehumeurd was,
zoo goed als zij ook altijd de redenen
van haar slechte buien kende. Het
zou haar niet ingevallen zijn, de kost
bare afgelegde kleeren zelf te dragen.
Zij zond ze naar Berlijn naar een
zaak, waar men gaarne dergelijke
kleeren aan actrices verkocht en er
behoorlijke prijzen voor betaalde.
Daar de gravin tamelijk verkwis
tend was bij het aanschaffen van haar
toiletten en een japon nooit lang
droeg, had Hanna daardoor een aar
dige bijverdienste. Maar zij wist ook
heel goed, dat de «gravin deze weelde-
derige levenswijze niet meer zou kun
nen volhouden, wanneer zij in het
weduwenhuis zou wonen.
Voorloopig scheen graaf Rainer 't
nog vanzelfsprekend te vinden, dat
de rekeningen van de gravin door
zijn rentmeester betaald werden. Hij
had met haar nog nooit over haar ver
anderde uitgaven gesproken en zij
vermeed dit punt eveneens. Waarom
daarvan te spreken, als het toch haar
voornemen was, alles bij het oude te
laten?
Hanna had er dus evenzeer belang
bij, dat haar meesteres voor de twee
de maal op Ramberg zou heerschen
als deze zelf.
En al deze plannen en voornemens
al deze hoop en verwachtingen, die
den persoon van den graaf betroffen,
waren intusschen onmogelijk gewor
den.
salon in één van de hooge leuning
stoelen en hield achteloos een boek
in haar mooie handen. Haar voetjes
steunden op het vergulde haardhekje.
Zij bood een zeer hijzonderen aanblik.
Haar lichte kleeren staken mooi af te
gen het diepe koningsblauw. Wel pas
ten de vergulde rococo-meubelen met
hun gebogen vormen niet bij haar
moderne verschijning. Men zou in dit
vertrek liever een vrouw uit den ro-
coco-tijd gezien hebben, maar schoo-
ne vrouwen bieden een heerlijk beeld
in iedere omgeving. Droomerig hield
zij haar blonde hoofd gebogen en haar
oogen blikten verlangend en hoopvol.
Haar lippen brandden warm en gloei
end in haar bleek gezicht en haar sier
lijke ooren waren eveneens rood, het
geen bij haar een teeken van ingehou
den opwinding was.
Zij wachtte op graaf Rainer.
Reeds was er meer dan een half
uur verloopen sinds hij thuis was en
hij had zich nog niet bij haar laten
„zien. Wel wist zij, dat hij tegenover
haar altijd de vormen in acht nam en
dat hij nooit in reiskleeren in haar
salon zou komen; hij zou zich dus ze
ker eerst verkleeden; maar haar ze
nuwen waren tot het uiterste gespan
nen en elke minuut scheen haar een
eeuwigheid.
Zij werd zoo zenuwachtig, dat haar
een gevoel van angst overviel, dat zij
hem in het geheel niet meer zou zien
dien avond.
Wat moest zij dan doen? Zij ge
loofde het niet te kunnen verdragen.
Juist vandaag mocht hij niet van
haar wegblijven, nu haar geheele we-
BINNENLAND.
Een eentonig verhaal.
De „Standaard* schrijft het volgend
merkwaardige stukje;
Het zijn wel ontstellende dingei
waarvan het .Handelsblad^" ve>haa
in zijn artikelen over de erq 6 e 1
le Zaanstreek.
Het is een drama van steeds met
'erloren buitenlandsche mark>en",va
ijstpelierijen, die ten ondergaan, va
navermout- en gorifabricage, die doe
ten worgtriomf van dumping ten oi
lergang gedoemd is.
Polen ging als afzetgebied voor d
rijstpelterij door hooge tariefmure
'erloren. In Krakau zocht Hollandse
kapitaal door oprichting van een pe
lerij, die Poolschen arbeid benut, no
te redden wat te redden is.
In Nederland word» Duitscbe go
voor 11 gulden de 100 Kg aargeb»
den. In Duitschland kos» dezeifde goi
20 gulden, maar In Nederland ka
dergelijke lage tfferte gedaan wordei
omdat de Duitscbe regeering een
uitvoerpremie van 10 Mark geeft.
was.
Toen haar opgewondenheid haa
hoogtepunt bereikt had, hoorde z
buiten zijn snellen, veerkrachtige
tred. Zij richtte zich luisterend op.
Vergistte zij zich niet? Maar nee
daar opende de lakei reeds de deu
en diende den graaf aan. Een zucl
van verlichting ontsnapte aan haa
lippen. Zij gaf den bediende een te<
ken, dat hij den graaf zou binnenk
ten.
Graaf Rainer trad binnen en kwaï
met een stralend, vroolijk gezicht o
haar toe. Zij reikte hem met een b(
tooverenden glimlach haar hand.
„Eindelijk weer hier, lieve neef! J
hebt me met je gezelschap zoo vei
wend, dat ik me in deze dagen eer
zaam en verlaten voelde", zei zij o
den zachten vleienden toon, dien zi
als het noodig was, kon aanwendei
Zijn blik gleed verheugd over haa
gestalte.
„Ik verheug me, Gerlinde, je in ee
witte japon te zien voor het eer!
weer zonder rouwkleeren. Dat wil i
als een goed voorteeken beschouwen
zei hij hartelijk, terwijl hij haar han
kuste.
„Een voorteeken? Waarvoor?
vroeg zij, hem met een stralende
blik aankijkend.
„Dat zul je dadelijk wel hoorei
Maar zeg me eerst, hoe het je gaat
Zij glimlachte lief.
„Goed, sinds jij weer op Rambei
bent", plaagde ze. „Ik was erg b<
droefd dat je zonder afscheid te m
men weggegaan was en ik heb n
erg verveeld."
Illl
(Zuiden
aalwpscbe en Langstraatsclie Coorani
ïfiftr hl ft ii wp
Tutn \'on vorlonrfon noor Viovv*
C