Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ilOODE R0ZE|i.
M
iffi
f tUILLt I on
saia
HEEREN-BAAI
ZATERDAG 12 APRIL 1930.
53e JAARGANG.
Dit blad raracb^Bt
WOENSDAG ea ÏATBBDAG.
Abonnem euteprfjper 8 maanden IJS.
franco per poet door het geheels rflk 1.40
Brieven. Ingeaonden stukken, gelden, «on
franco te eenden aas dam Uitgever.
UITGAVE i
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. R. Telerr.-AtfreeKCHO.
Prfe dar Adrertantltn
80 «ent per regel; mtmtmnm 1,50.
Bf contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
AdvertentlAn moeten Woensdag en Tridag
dee morgens om altarlik 9 nar ln oas bealt
DIT NUMMER BESTAAT UIT i
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Vergiftiging van het
geschil.
De zonderlinge kali—affaire, waarin
politieke sentimenten het goed geloof
in zaken fairness eener Fransche maat»
schappij beschaamden, wordt in de
pers nog levendig besproken.
Hoezeer de zakelijke argumenten
werden vertroebeld door onzuivere
bij overwegingen, kan men opmaken
uit de volgende bekentsnis, welke
bet .Handelsblad van Antwerpen"
losliet; „Het gaat (bij deze kali
transactie) om onze verdere onder
handelingen voor de herziening van
het verdrag van 1839,
Het Amsterdamsche „Handelsblad"
merkt naar aanleiding van deze
woorden op
Met dit beginsel als „Leitmotiv"
krijgt de Antwerpsche actie, met de
Fransche toegevendheid der laatste
dagen, zeer bijzondere beteekenis.
Antwerpen moet en zal Rijnhaven
worden, en het Fransche belang
moet en zal worden vergroot, zoodat
ook Frankrijk onmiddellijk belang
zal krijgen bij een nieuwe Antwer
pen— Rijnverbinding en stetker nog
dan tevoren (in de Rijnvaartcom
missie en elders) met België front
zal maken tegen Nederland.
In Nederland moge men zich
daarvan terdege rekenschap geven.
De verbreking van een commercieel
contract onder Belgische pressie,
door een maatschappij, waarin de
Fransche regeerir g den toon aan
geeft, is op zrchzelf ai een symptoom.
Maar de politieke argumentatie,
waarmede deze handelwijze door
verantwoordelijke Belgische bladen
wordt goedgepraat en geprezen, is
nog veel bedenkelijker.
juist die politieke beteekenis.
welke de Belgen aan deze commer-
cleele zaak zoo duidelijk gegeven
hebben, zal, vreezen wQ, de oplos
sing van het Nederlandsch-Belgische
geschil niet vergemakkelijken, meer
dan ooit blijkt het voor Nederland
zaak om op zijn hoede te zijn.
van „De Echo van het Zuiden."
door
1
hedwig COURTHS-MAHLER.
31.
..Wanneer ik nog niet geweten had,
■jat ik dat alles vergeten ben, zou ik
aet nu bemerken. Vroeger had ik zulk
e«t brief niet zoo rustig in myn hand
bunnen houden."
..Dat doet me genoegen, Rainer. De
hertog heeft zijn zuster in een parti
culier schrijven van je verloving in
kennis gesteld".
Draaf Rainer las de kaart van de
groothertogin. Ze was aan den minis-
ter gericht en luidde
..Uwe Excellentie kan overtuigd
D'n. dat ik mij hartelijk verheug over
e blijde gebeurtenis in Uwe familie.
'°ge uwe dochter een rijk en volko-
®en geluk beschoren zijn, moge het
aar vergund zyn niet slechts geluk-
'8 te zijn, doch ook gelukkig te ma-
en. Dat is voor ons vrouwen, toch 't
°°gste. In het geluk der menschen,
'e ons na zijn, vinden wij het eigen
geluk. Wilt U het jonge paar uit mijn
aam groeten en gelukwenschen?
veneens groet u zelf. Excellentie.
Uw toegenegene
nmlachend Rainer den minis-
„Het Huisgezin" spreekt van ver
giftiging van het Nederlandsen—Bel
gische geschil:
Indien het zoo ver komt, dat een
vreemd land niet meer vrij is be
sluiten te nemen overeenkomstig
zijn belangen, maar om politieke
overwegingen België moet bevoor-
deelen en ons land acnterstellen,
bestaat er op oplossing van het oude
geschil feitelijk geen uitzicht meer.
Men kan zooveel nota's wisselen
als men wil, in de samensprektngen
de uiterste correctheid en hoffelijk
heid aan den dag leggen, in den
geest van verzoeningsgezindheid
zelfs zoo ver gaan, dat men aan het
eeuwfeest der revolutie deelneemt,
de belangentegenstelling wordt
verscherpt en deze beiangentegen*
stelling belet een minnelijke schtk-
king.
We krijgen in anderen zin een
herhaling we zitten er feitelijk al
midden in van den toestand, dien
we van 1830 tot 1839 nebben
beleefd.
En wij zien niet goed, hoe wij
wie dan ook minister van Buiten-
landscne Zaken is uit dat warnet
van in hoofdzaak economische
moeilijkheden moeten geraken.
Het meikwaardige ts wel, dat bij
alle natuurlijke sympathie, welke wij
yoor de Vlamingen hebben, net juist
het Vlaamsche gedeelte van België
is, dat ons de moeilijkheden berok
kent: eerst de kanalenkwcstte, nu
weer de kali—verschepingen.
Wij zijn benieuwd naar bet laatste
wooid in dit incident en vreezen,
dat de Belgische pers den gang naar
Brussel, Antwerpen en Luik zelfs
voor de goedmoedigsten onder ons
moeilijk zal maken,
en ten slotte.
Hei „Uirechtsch Dagblad schrijft:
Wij zien Antwerpen aanspraak maken
op vestiging van den stapel, uit
hoofde van politiek—Belgische over
wegingen. Ja, de openhartigheid waar
mede sommige regeertngsgezinde
Vlaamsche bladen in België het mo
nopolte voor Antwerpen etschen als
beiooning voor den door België aan-
Frankrijk verleenden politieken steun
is verbijsterend.
Zooals men weet, is het een van de
„Wie had kunnen gelooven, dat ik
eens zulke woorden van haar hand
zou lezen."
„Gelukkig dat het zoo is, beste Rai
ner. Ik verheug me daarover voor jou
en voor Josta", antwoordde de minis
ter, terwijl hij den brief weder bij zich
stak.
Spoedig daarna kwam Josta terug.
Graaf Rainer keek naar de klok.
„O, reeds zoo laat! Dan kan ik van
hier dadelijk naar het station gaan
om mijn broer te halen".
„Je verheugt je zeer op zijn komst,
nietwaar?" vroeg Josta glimlachend.
Hij knikte en zijn warme grijze
oogen glansden.
„Ja, Josta. Henning is een stuk van
mij. We houden veel van elkaar. Hij
heeft me al geschreven, dat je een
hoekje van je hart voor hem moet
inruimen. Hij zal ons dikwijls op
Ramberg bezoeken. Tot nu toe kwam
hij zelden en nu weet ik ook de oor
zaak daarvan. Gerlinde maakte met
haar rouwkleeren een belemmerenden
in.l. uk op hem. En - Is hu niet lachen
kan, voelt hy zich niet goed. Hij is een
zonnekind."
•iosta dacht, dat ook zonder rouw
kleeren Gerlinde beklemmend op
iemand werkte. Maar ze hield die ge
dachte voor zich. In ieder geval sym
pathiseerde zij het haar toekomstigen
zwager in een gevoel van afkeer voor
Gerlinde.
Graaf Rainer nam afscheid. Hy
wilde Josta eerst rustig de hand kus
sen, maar zijn gevoel sleepte hem
mee. Hij legde zijn arm om haar hals
en kuste haar op den mond. En weer
voelde hij in haar een zacht, schuw
verzet en haar lippen schenen leven
loos. Zy duldde zyn kus, zonder hem
bitterste verwijten van Vlaanderen aan
den Belgischen Staat en zijn leiders
dat België door zijn deelnemen aan
den wereldoorlog het Vlaamsche bloed
zou hebben opgeofferd aan belangen,
die niet de belangen van Vlaanderen
waren en dat het na den oorlog die
politiek heeft voortgezet door het
sluiten van het Fransch—Belgisch
militaire verdrag.
De juistheid van dit verwijt heeft
de Belgische regeering steeds
ontkend, maar thans, in de verbolgen
heid over de vermeende bevoorrech
ting van Rotterdam in de kali-kwestie,
komt de waarheid plotseling aan den
dag en zegt men openlijk, dat men,
indien men zou geweten hebben, dat
Frankrijk de bewezen diensten met
zoo groote ondankbaarheid zou be—
loonen, zich wel twee maal zou hebben
bedacht. Openlijk wordt het in België
uitgesproken, dat wanneer Frankiijk
voor zijn kali de uiivoerhaven zou
kiezen, die het meest economisch is,
België bij eene volgende gelegenheid
zal hebben te overwegen, welke hou
ding het in politiek en militair opzicht
zal aannemen. „Wilt gij, Rotterdam Uw
uitverkorene maken, laat Holland U
dan in de ure des gevaars ook ver
dedigen 1" „Qeen geld, geen Zwitsers",
heette dat vroeger. „Geen Fransche
kali, geen Viaamsch bloed", schijnt
het devies te zijn van de tegenwoor-
Dat deed hem pijn. Den geheelen
weg peinsde hij erover, hoe hij dat zou
kunnen veranderen. En weer kwam
hij tot de slotsom, dat hij geduld zou
moeten hebben om niet alles te be
derven.
Josta zat intusschen in haar bou
doir en schreef in haar dagboek om
haar gevoelens lucht te geven. En ten
slotte schreef zij:
„Ik heb nu ook gravin Gerlinde lee-
ren kennen. En ik had op het oogen-
blik van de ontmoeting het gevoel,
dat ze mij haat. In haar oogen zag ik
een vreeselijken blik, waarvan ik tot
in mijn binnenste schrok.
Maar het moet verbeelding zijn ge
weest, in de laatste dagen ben ik een
weinig nerveus. Waarom zou ze mij
haten? Omdat ik haar opvolgster
ben? Zij is zeer trotsch en tortsche na
turen dalen niet graag van hun hoog
te af. Maar ik kan daar toch niets aan
doen. Elke andere vrouw, die met
Rainer zou trouwen, zou toch meeste
res op Ramberg zijn geworden. Zij is
heel knap en mooi en zou zeker beter
als slotvrouw gepast hebben dan ik.
Maar dat zijn dwaze gedachten. Ger
linde was immers zoo lief en vriende
lijk voor iny, zij wil een vriendin, een
zuster voor my zyn. En nu heb ik 'n
onverklaarbaren afkeer van haar.
Dat is niet goed van my. Ik wil
mijn best doen, dat gevoel te over
winnen. Misschien leer ik haar toch
vertrouwen en liefhebben. Ik zou het
graag voor Rainer doen, die niet mex--
ken mag, hoe onsympathiek Gerlinde
me nu nog is. Och nu heb ik plot
seling geheimen voor hem! Hij mag
niet weten, dat ik hem liefheb en ook
niet, dat ik Gerlinde niet vertrouw.
Zulke geheimen maken mijn hart zoo
dige Belg sche politieki Wreeder dan
bij geleg< nheid van deze kali geschte
denis is de politiek van Antwerpen's
burgemeester nooit geformuleerd.
V De geheimen der prijzen
politiek.
Men hoort (en leest) geregeld klach
ten over het feit, dat de kleinhandels
prijzen de groothandelsprijzen zoo traag
volgen, wanneer ze de helling afgaan
Het graan is zoo goedkoop, zucht
de huismoeder, maar het brood? En
de kolfie en de thee en de steenkolen
en weten wij veel welke andere goe
deren van massa productie en massa
consumptie hoe zit dat toch, vraagt
de Nieuwe Tilburgsche Ct.
Ja, hoe zit het? Laat de heeren
economisten, die geverseerd zijn ln
de vragen van kapitalistische pro
ductie om de winst en niet om de
behoefte hun pen stomp schrijven
op een antwoord maar hoe zit
het
Toen H M. de Koningin—Moeder
met prinses Juliana de bloemen
tentoonstelling van Aalsmeer be
zochten, was het een prachtige
Hollandsche voorjaarsdag. Het on-
gt venaard eigenaardig bloemendorp
lag te blikkeren in een zonnigen
wind en langs al de straten en bij
al de huizen, straalden rood—wit
blauw er. oranje—blanje—bleu de
Nationale kleuren, nog fleuriger
haast dan de bloemen in de ten
toonstelling en op de veiling.
Want de veiling stond niet stil voor
het vorstelijk bezoek en bij hei
mooie weer. Men moest trouwens
wel omdat de aanvoer zoo groot was
„ja, ja", zei de kweeker, „dat
zonnetje kost ons geld. Er komt te
veel en de prijzen zijn gedrukt".
Rozen gingen tot voor 2 cent per
stuk „daar zijn ze niet voor te
kweeken" zeiden de vaklui.
Maar er waren ook bloemventers,
verschillende van het levendige volk
dat in de groote steden zoo gaarne
met bloemen leurt. „De laatste kas
rozen van het jaarl"
Nu, dat konden ze in Aalsmeer
moeilijk uitschreeuwen, al waren ze
brutaal genoeg. Zoo brutaal, dat ze
aan de belangstellende bezoekers ln
het veilinglokaal zelf, voor de ge
wat zou ik dan gelukkig zijn."
Gravin Gerlinde liep, nadat haar
bezoek was heengegaan, als een ge
tergde leeuwin door haar kamers,
rusteloos, met bleek gelaat en onheil
spellend fonkelende oogen. Soms bleef
zij staan en staarde niet afgetrokken
blik naar één der oude meubelstuk
ken. Eindelijk zonk zij .oe i .en dtr
hooge leuningstoelen. Ook deze had
den in de leuningen het familiewapen
der Rambergs, een ever, die over drie
rozen springt. Gerlinde keek er even
naar en dacht aan de beteekenis van
dit wapen.
Een voorvader der graven Ram
berg was met zijn vorst op de jacht
geweest. Deze had een wilden ever
willen dooden. Daarby was zijn speer
gebroken en hy was gevallen. De ge
wonde ever had zich op den vorst ge
stort, maar in het laatste oogenblik
was de graaf van Ramberg voor hem
gesprongen en had den ever gedood.
Maar daarby werd hij zelf gewond.
De vorst was aan zijn ziekbed ge
komen met zijn gemalin en deze had
den gewonde drie roode rozen op zyn
kussen gelegd, als teeken van haar
dankbaarheid. En daarna had de
vorst den graven Ramberg het wapen
schild gegeven met den springenden
ever, de gebroken speer en de drie
rozen er op. Van dien tijd af golden
bij de graven van Ramberg roode ro
zen als een geluk aanbrengend sym
bool.
Deze oude geschiedenis kwam gra-
vin Gerlinde weinig interessant voor.
Wat kon haar het verleden schelen?
Vele voorwerpen, die haar omgaven,
hadden een belangwekkender geschie
denis, maar geen enkele had haar op
andere gedachten kunnen brengen.
ECHTE FRIESCHB
WSQctptram
Iegenheid, rozen die een half kwar
tier te voren een paar centen „en
gros" waren geveild, aanboden
voor... twintig cents per stuk".
Groothandels- en kleinhandels
prijzen. Hoe zit het?
Twintig cents, mooie rozen,
oranje-nationaal.
Geheel in de lijn van dit staaltje
van prijzenpolitiek ligt deze mede*
deeling van „Het Volk":
Op denzelfden dag, dat 55 000
uien aan de veiling te Grootebroek
Kweekt sterke Jongen.
Toekomstige Kampioenen I
lste voorwaarde: Voegt dagelijks bij het
drinkwater een fiieelepel aviol.
een waarborg voor de gezondheid
van kweekduiven en jongen.
2de voorwaarde: Acht dagen voor het
paren moet men de kweek-duiven
purgeeren met DEPUROL-PHien.
3de voorwaarde: Vanaf den 15den dag
geeft men den jongen duiven ge
durende acht dagen eiken avond
een versterkingspfl HOEMATOL.
Dtt het geheim der Kampioenen,
Depurol (0.70 per dooi; Hoeroitol (I.- p. doo«
Aviol tl.- p. B .con j 1 2 Liter i 330t 1/1 Liter 16.-
Alom verkrijgbaar. Weer niet wende men zich tot
N.V. VERKOOPKANTOOR PREPARA
TEN DIERENARTS DOMICENT
ven Alkemedeetreet 19 - ROTTERDAM
Vraagt gratis en franco „Het Hand
boek voor Duivenhouders" of het hand
boek ,,Het fokken van Piuimdleren".
looze chngen zonder ze te zien. Zy
zag iets anders voor haar geestesoog
een slank, mooi meisje met prach
tig kastanjebruin, haar en donkere
wonderlijke oogen. Mooi was dat
meisje en jong. En Rainer noemde
haar zijn verloofde en zag haar met
innige blikken aan. Zijn stem klonk
week en teeder, wanneer hij „lieve
Josta" zei. Maar Josta von Waldow's
oogen blikten rustig en koel, wanneer
zij haar verloofde aanzag en haar
stem was niet minder rustig, wan
neer zij met hem sprak. In haar ade
ren klopte niet het verlangen naar
zyn liefde, zooals in de hare. Zij werd
zijn vrouw, omdat hij haar een mooie
plaats aan zijn zijde bood. En daarom
moest zij zelf in verbanning. Kon zij
dat meisje maar van zijn zijde ruk
ken!
„Als wenschen konden dooden
zou ik haar dooden!" knarste zij
tusschen haar tanden en een harts
tochtelijke haat misvormde haar ge
laat. En steeds moest zij zich weer
indenken, hoe teeder graaf Rainer
naar Josta gekeken had.
„Hij heeft haar lief", dacht zij, ril
lend als van koude. „Maar hij weet
ook, dat zij hem niet lief heeft en
daarom moet hij zijn gevoelens ver
bergen. Dit bewustzijn móet hem
kwellen, zooals het my kwelt, dat liij
mij niet liefheeft. Dat moet my een
troost zyn. En in dit punt zal ik hen
beiden treffen. Zij zullen niet geluk
kig worden, zoolang ik tusschen hen
in sta. Pas op, mooie Josta, hoedt je
er voor hem gelukkig te maken! Ik
zal het niet dulden al moest ik er
een misdaad om begaan. Je zult hem
niet gelukkig maken. Hij is van mij,
hij behoort my door mijn liefde. En
üailwljbsclt en Laigstraatsehe Courant,
1
Te: Baardwijk! A. Verheijden, Hoogeinde; Drunen:
Gez. Sikkers: Elshout: D. Vermeulen, Drogist;
Geertruidenberg: Wed. G. Weterings, Markt; Kaats
heuvel: A. v. Amelsfoort-v. Boxtel, Markt; Raams-
donksveer: A. Th. W. v. Hulst, Heereplein 33;
Waspik: J. C. Besters, A 138.