Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ROODE ROZEJi.
Rile AccooiitanfswerftmiMii
FEÜILLETO
HEERENBAAI
1
BEKENOMAKING.
NUMMER 52.
ZATERDAG 28 JUNI 1930.
53e JAARGANG
Dit blad varackSjnt
WOIN8DAG en ZAUBDAG,
Brieven, Ingebonden «tnttan, gelden, nu.
franco te Benden uua Ann Uitgever.
Aboimementeprfl e per 8 maantieat 1.25.
Tranco per post door het geheel» xfk 110.
UITGAVE i
WAALWIJKSOHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Tetefooa No. 8& Telccr.-Adrec; 1CMO.
Prfa dar Advertemtlta
20 cent per regelmtmhu.m f 1,6#,
Bf contract flink rabat.
Bedamee 40 cent per regel
AdvertentJfa moeten Woensdag en Yrfdag
dea morgeue oir %tt*rtgk var in oaa baalt
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
Voorwereldlijk
Omtrent het tuchtprobieem op school
heeft „De Katholieke School" enkele
beschouwingen gegeven, waaraan het
volgende is ontleend
Met genoegen hebben wij geconsta
teerd, dat de belangstelling voor dit
probleem is gewekt.
Het feit dus, dat de onderwijzer tegen
onwillige leerlingen machteloos staat
en dat 't de wetgever is, die hem
machteloos heeft gemaakt en houdt,
schijnt men steeds duidelijker te gaan
beseffen.
En naarmate 't juiste begrip van den
toestand meer veld wint, stijgt de kans
op verbetering.
Volhouden dus.
Hoe sommige hersens intusschen nog
vol wanbegrip zitten, bleek onlangs
voor de Roermondsche rechtbank nog.
Een onderwgzer (hoofd) stond te
recht wegens „mishandeling".
De kindertjes waren eerst gehoord
door den rijksveldwachter, de kleuters
stonden nu met hun meester helaas
voor den rechter.
Het ligt niet in onze bedoeling hier
over die zaak zelf uit te weiden maar
wel willen we even wijzen op 't feit,
dat dit schoolhoofd een jongen, die
gisteren zijn onderwijzer najouwde en
vandaag in school weerspanning was,
ten slotte een tik gaf met een bordlat.
Daarover toonde de politierechter
zich volgens verslag in de „Limb.
Koerier" zeer verontwaardigd en noem
de het zelfs schandalig.
N.B. Stonden de leerlingen erbij
misschien toen meester daar gekapit
teld werd
En de ambtenaar van 't O.M. beti
telde het voor straf op de knieën
zitten alsvoorwereldlijk
Men begrijpt nu de resthet hoofd
der school werd veroordeeld. De bengel,
die zijn onderwijzer najouwde en zich
in school weerspannig toonde, had
aan 't langste einde getrokken. Hij
geniet de bescherming der Neder-
landsche wet, de nagejouwde onder
wijzer niet 1
Of hij den volgenden dag nog niet
wat harder heeft gejouwd, vermeidt de
historie niet.
Maar waarom zou hij niet?
Wie doet 'm wat?
„Ze blijven hem immers van zijn
lijf" en wat maait hij om de rest i
Een klap is schandalig, op de knieën
zitten is voorwereldlijk, strafwerk
van „De Echo van het Zuiden."
door
HEDWIG COURTHS-MAHLER.
52.
Hoe vreeselijk zou het voor mij wor
den, wanneer ik hem een last werd,
als het hem speet met mij getrouwd
le zijn. Nog blijft er voor mij alleen
nog de dood over. Ik heb bijna geen
hoop meer, dat ik zijn liefde kan ver
overen. Mijn Rainer mijn geliefde
man, wanneer je kon vermoeden, wat
ik lijd. In je goedheid zou je hevig
medelijden met me hebben. Dikwijls
voel ik, dat ik het niet meer kan ver
dragen zoo naast je te leven. Ik denk
dan aan mijn stille Waldow. Daar zou
ik rustig met mijn herinneringen kun
nen leven. Maar neen, Rainer, het ver
langen om je te zien, zou me toch naar
je terugdrijven, trots de zekerheid dat
ik niets voor je ben. Waar is mijn
trots gebleven? Niets dan verlangen
naar je liefde is er in mijn hart."
Graaf Henning had werkelijk eerst
het plan gehad, niet naar Ramberg te
gaan. Hij had zich voorgenomen zijn
vacantie ergens anders door te bren
gen. Maar het verlangen naar Josta was
sterker dan al zijn goede plannen en
daarom had hij zich eindelijk naar Rai
ders wenschen gevoegd. Hij pralatte
BuitenluchtGezond en heerlijk f
Ja, dat wéét ik allemaal
Maar de lucht van DOUU/E EGBERTS
Uit mijn pijp is ideaal.
't Js genot bij volle teugen.
Het is geurig zacht en fijn,
Het brengt in mijn mannenleven
Reuzengeur en zonneschijn.
verschaft U ivolketi vangmof.
zich in dat zijn verlangen ;naar Josta
al bevredigd zou zijn, wanneer hij haar
zoeten glimlach weer zou zien. En wan
neer hij wist, dat zij met Rainer geluk
kig was, zou hij toch wel meester over
zichzelf zijn. In zijn binnenste leefde
echter de angst, dat Josta haar liefde
aan zijn broeder zou hebben geschon
ken. Maar deze angst verloochende hij
voor zichzelf. Wanneer hij eerlijk was,
moest hij zich bekennen, dat alleen de
gedachte, dat Josta Rainer niet lief had
hem het leven dragelijk maakte. Tever
geefs had hij getracht zich te verstrooi
en en zich van zijn hartstocht te gene
zen. Het hielp niets. Wakend en in zijn
droomen zag hij haar voor zich. En nog
altijd droeg hij haar klein kanten zak
doekje op zijn hart. Hij liefkoosde het
wanneer hij alleen was en fluisterde
dan de liefste naampjes.
Ware Josta zijn schoonzuster niet
geweest, dan zou hij om haarbezit
gestreden hebben. Maar zij behoorde
Rainer, die haar j liefhad.
Gedurende de manouvres had Hen
ning zijn smart en verlangen iets kun
nen Jvergeten, maar in Berlijn terugge
keerd, werd hij weer des te heviger ge
kweld. Toen ontving hij twee dagen
voor zijn,vertrek Josta's brief. Hij be
vatte slechts eenige zusterlijke woor
den. Maar deze brief bracht hem toch
in een roes van zaligheid. Zij had nog
aan hem gedacht. Hij bedekte het pa
pier waarop haar hand gerust had.
met innige kussen. En ook dezen brief
droeg hij met het zakdoekje altijd bij
zich. Den volgenden middag ging hij
zelf naar het atelier om de teekening
te halen. Het was hem een lieve ge
dachte iets voor haar te doen; voor
maken doet-ie niet, nablijven wil zijn
vader niet hebben.
Wie doet 'm wat?
Waarom zou hij zijn onderwijzer
niet najouwen als hij daar den lust
'toe gevoelt?
En waar zóó de zaken staan daar
meent men iets te bereiken met circu
laires, tuchtweken en dergelijke?
Boter aan de galg gesmeerd, ais niet
eerst de wetgever ingrijpt.
Ais na 't verschijnen van 't Rapport-
Rutgers de Lager Onderwijswet toch
weer op de helling moet, zal men dan
eindelijk ook eens denken om 't tucht
probieem
Wel ons kapitaal, maar
niet onze producten.
Dr. Max de Vries, stelt in het jongste
nummer van „In- en Uitvoer" de vraag,
of ons land, dat van de zoGgen. Young-
leening een onevenredig groot gedeelte
voor zijn rekening heeft willen nemen,
bij de onderhandelingen er niet eens
op had kunnen wijzen, dat wij nog
andere artikelen voor export beschik
baar hebben dan k?oitaal alleen.
geen geld hadihij het aan een bediende
toevertrouwd.
Op zijn weg moest hij bij de Linden
passeeren. Daar zag hij plotseling een
slanke, voorname verschijning voor
zich ioopen. Als geboeid hing zijn blik
aan de kastanjebruine vlechten, die
onder den modernen stroohoed uit
kwamen. Dat is Josta, dacht hij. Maar
toen lachte hij zichzelf uit. Toch volgde
hij de dame met snelle schreden om
haar in te halen. Was het toch mis
schien mogelijk, dat Josta plotseling in
Berlijn was gekomen om inkoopen te
doen? Steeds sneller liep hij en bijna
had hij de dame bereikt, toen zij plot
seling voor een winkel bleef staan. Zij
wendde haar profiel naar hem toe.
Een fijne witte voile bedekte haar ge
laat.
Ja het was Josta.Het bloed steeg
hem naar het hoofd.
„Josta lieve Josta!" riep hij met
blijde stem. De jonge dame keerde hem
haar gezicht toe en j graaf Henning
trad met een verontschuldiging ver
schrikt terug. Wel waren het Josta's
oogen, die hem uit dit'meisjesgezicht
aankeken, wel waren het haar trekken
maar Josta was het niet, het was
een vreemde jonge dame, misschien
nog een, paar jaar jonger dan zij.
De vreemde keek den officier ver
baasd aan. Het was alsof zij iets wilde
zeggen. Een oogenbiik keek zij hem
schalksch aan. Graaf Henning streek
zich langs de oogen. Die glimlach met
dat kleine kuiltje'naast den fijngetee-
kenden mond het was een plagend
spook het was geheel Josta's glim
lach.
Maar toen ging de jonge dame vlug
Na ons enorm succes in Tiiburg, Eindhoven
en 's Bosch, zullen wij na een langere af
wezigheid, wederom Waalwijk bezoeken met
een van onze bekende enorme collecties
Heeren», Jongens-, Kinder
en Werkmanskleedlng,
als blauwe en fantasie-costuums, pantalons,
werkbroeken, regenjassen, demi-saisons,
manchester broeken, overall's in vier kleuren,
kantoorjassen en onze alom-bekende korte
grijze werkjas a 11,89.
Tevens een enorm uitgebreide collectie Goe
deren voor corpulente personen.
De verkoop duurt slechts 4 dagen en wel
Zaterdag 28, Maandag 30 Juni,
Dinsdag 1 en Woensdag 2 Juli, in de zaai van de WED.
FRANSSEN, Antoniusstraat 6. WAALWIJK.
KOMT ALLEN ZIEN. HET IS UW VOORDEEL.
VRIj ENTRÉE. VASTE PRIJZEN.
De Amsterdamsche Conlectietaandel.
Het is ongetwijfeld juist, dat Neder
land in deze internationale uitgifte
deelneemt, de vraag is echter of het
nu wel noodig was zoo'n groot bedrag
te nemeneen bedrag van f 73.000.000
nominaal beteekent dat f 64.45 millioen
door ons land ter beschikking zal
worden gesteld voor mobilisatie der
annuiteiten, waarmede we direct niets
te maken hebben. Frankrijk hoopt uit
deze leening 132.2 millioen dollar te
ontvangen. Engeland evenveel als het
plaatsen wil (50 000 000 dollar netto)
en ons land mag straks er op rekenen,
dat zijn landbouwproducten, eieren
etc. zoo zwaar bij invoer in Duitsch-
land belast worden, dat hier een
argrarische crisis zou dreigen, indien
zij er reeds niet was. Dit mag hier
wel eens gezegd worden, waar men
allerwegen over de moeilijkheden
spreekt, die onze landbouw en industrie
ondervinden, waar de vrijhandel aan
alle zijden in het gedrang komt en
waar men speciaal in die landen, waar
men de meeste Nederlandsche pro
ducten buiten de landsgrenzen tracht
te houden, slechts op één Nederlandsch
artikel prijs stelt: het Nederlandsche
kapitaal.
Waar ligt hier de fout Men had
hier toch een prachtige gelegenheid,
om zonder dat men het vrijhandels
principe ontrouw werd, een zekeren
invloed uit te oefenen.
verder. Graaf Henning staarde haar na.
Ik geloof, dat ik hallucinaties heb,
dacht hij, of Josta heeft een dubbel
gangster. Eindelijk vermande hij zich
en ging verder langzaam achter de
jonge dame aan. Hij deed het willoos,
en zijn oogen hield hij niet van de gra
cieus voor hem loopende gestalte af.
Dicht bij de Parizer Platz verdween zij
plotseling in de vestibule van een groot
voornaam hotel. Henning liep een eind
door, maar keerde plotseling terug en
ging nogmaals het hotel voorbij. Als
door een magneet getrokken, keek hij
weer de vestibule in en zag toen het
jonge meisje naast een.oudere vrouw
staan, die een zwarte japon droeg en
die, naar haar houding te oordeelen,
innige kussen. En ook dezen brief
meisje scheen levendig tot haar te spre
ken. Gaarne had hij haar nog eens
aangekeken, maar zij keek zijn kant
niet op. In gedachten verzonken liep
graaf Henning verder.
De ontmoeting had zijn verlangen
naar Josta nog versterkt. Hij riep een
rijtuig aan om naar het atelier te rijden,
waar hij de teekening moest halen, om
dat zijn tijd door dit voorval beperkt
was geworden. Toen hij naar huis reed,
pnoest zijn rijtuig langs de Linden. Om
dat juist de voertuigen van een andere
richting moesten passeeren, moest het
zijne een oogenbiik stilstaan. En toen
zag hij het meisje met de kastanje
bruine vlechten nog eens. Zij zat in 'n
auto met de vrouw in 't zwart en .reed
hem voorbij. Alsof zij zijn blik voelde,
keek zij ter zijde en zag hem met haar
groote, donkere oogen aan. Zij herken
de hem. Een schalksche glimlach speel
de om haar mond.
KANTOREN:
TILBURG Boerhaavestraat 24.
Telephoon 1625. Hoek Bossche weg.
EINDHOVEN, Stratumsche Dijk 2A.
Telephoon 3717.
Indien hij had kunnen hooren, wat
het meisje 'tot haar begeleidster zeide,
dan zou hij nog veel onrustiger zijn
geworden. Het gesprek werd in het En-
gelsch gevoerd:
„Maggie, daar zat in een rijtuig de
jonge officier, die mij zoo straks met
Josta aansprak. Hij keek mij weer zoo
vreemd aan. Is dat niet merkwaardig?
„Ja, miss Gladys, dat is het. Maar 't
zal zijn, zooals u denkt: de officier zal
een goede kennis van Josta von Wal
dow zijn. En die moet zeer op u ge
lijken", antwoordde de dame, die met
Maggie aangesproken werd.
Miss Gladys knikte met glanzende
oogen.
„Je kunt begrijpen, Maggie, dat ik nu
nog nieuwsgieriger ben, Josta von Wal
dow te zien. Als we klaar zijn met onze
inkoopen, hoop ik bericht te hebben,
waar ze woont en waar ik haar vinden
kan. Dan reizen we er dadelijk' heen.
Weet je, Maggie, dat ik het liefst den
jongen officier naar haar had ge
vraagd?" i
„Dat kan ik me denken, Miss. In Uw
plaats had ik het ook gedaan."
Miss Gladys lachte.
„O, hij had me zeker boos aangeke
ken en me de inlichting geweigerd.
Hier in Duitschland is dat anders
dan bij ons in Amerika. Hier is dat on
gepast."
„Ja miss Gladys, dan is 't goed, dat
u 't niet gedaan hebt."
Wordt vervolgd.
aalwjjfesclie en Langstraatsche
Clinge Dooreabot
ECHTE FRIESCHE
20-50 CT. PER ONS