DE ECHO Villi HET ZUIDEN Uw Kindie. No. 59. Zaterdag 26 Juli '30. 52e Jrg. TWEEDE BLAD Nieuwe Jobstijding. Een nieuwe Jobstijding voor onze agrariërsFrankrijk kondigt 'n aantal belangrijke tariefsverhoogirigen af voor producten van landbouw en veeteelt Het „Handelsblad" verneemt daar omtrent uit Parijs de volgende opsom ming. Oud Nieuw tarief, tarief frs. frs. Varkens per 100 K O. 75 100 Speenvarkens per stuk 1125 15 Versch varkensvl. 100 K G. 125 175 Bevr. varkensvl. 100 K.Q 65 125 Reuzel (bruto) 100 K G. 75 175 Reuzel geraff 100 K G. 120 250 Harde Kaas 100 K.G. 60 100 Aardappelen ondergaan in het sei zoen dat Frankrijk ze niet noodig heeft tusschen 1 Juli en 1 Maart daaraan volgende een verhooging van 6 op 15 frs. per 100 K G. Voor aardappelmeel wordt het recht van 70 op 120 ge bracht. Van de verhooging van het recht op kaas zijn uitgezonderd Zwitserland met welk land op 8 dezer een han delsovereenkomst gesloten is, en Italië, in verband daarmee noemt het num mer van het tarief, dat vroeger sprak van „frommages dits de Hollande en de Gruère" nu nog slechts de Hol- landsche kaas. De verhooging van het invoerrecht op harde kaas komt dus vrijwel uitsluitend op ons land neer. Het zou zeker in hooge mate ge- wenscht zijn, dat ook tusschen Ne derland en Frankrijk een handelsver drag tot stand kwam, voegt het Am- sterdamsche blad daaraan toe. Wie zal het ontkennen Maar de onder handelingen over zoo'n verdrag ple gen nogal eens lang te duren en intusschen zitten onze boeren met de gebakken peren, of liever gezegd met hun reuzel, varkensvleesch en kaas, nu de uitvoer aan steeds meer grenzen wordt geblokkeerd. Straks zal onze visscherij ook zoo'n prettige boodschap uit Parijs krijgen. De Fransche Kamer heeft ten aan zien van de rechten op zeevisch. voor zij uiteenging, een wetje aangenomen, waarbij het recht verhoogd werd vol gens een bijgevoegd tableau. Dit tableau was er echter niet bij, zoodat de regeering te dien aanzien ais het ware een blanco chèque in handen heeft. Op het oogenblik is bij de be trokken diensten nog geen inlichting te krijgen omtrent de verhooging van dit voor ons land zoo belangrijke in voerartikel. Maar komen zal die verhooging, daar kan men van op aan. Ondanks alle fraaie vertoogen en papieren conventie beheerscht het nationaal belang, en dat alléén, steeds meer het handelsverkeer, Men kan daarover toornen, men kan daarover jammeren, maar een feit is het. Waar gaan wij heen Luik en Antwerpen. De wereldtentoonstellingen te Luik en Antwerpen. Men kan zich een wereldtentoonstel ling het best voorstellen als een stad van paleizen en jaarbeursgebouwen, met dit verschil dan natuurlijk, dat bijna niets uit steen is opgetrokken en de verschillende gebouwen elk voor zich den aard en bouwtrant weergeven van het land dat zij vertegenwoordigen. In Luik komt men de tentoonstel- lingsstad binnen door een geweldige poort, waarna men de Maasbrug, die expres voor de tentoonstelling gebouwd is, oversteekt Men staat dan opeens midden in die tijdelijke stad en er zijn zooveel wegen, dat men niet weet hoe er aan te beginnen. Het is dan ook raadzaam om niet alles te willen zien, daarvoor zou men een maandje va- cantie moeten nemen, wat voor ieder een niet altijd even gemakkelijk is. Een zeer mooi en tevens origineel paviljoen is dat van Egypte, dat als een oude Egyptische tempel is opge trokken. Ook van binnen is dit pavil joen schitterend verzorgd; vooral de prachtige kunstvoorwerpen en de weel derige salonameublementen trekken bijzonder veel aandacht. Ook Italië is hier uitstekend voor den dag gekomen met een reusachtig modem gebouw, waarin de meester stukken der italiaansche nijverheid zijn geëxposeerd. Hier zijn o a. enkele der nieuwste locomotieven, in gebruik bij de Italiaansche spoorwegen, te zien. Wat treinen betreft, verschillende der nieuwste locomotieven, slaap», salon- en restauratiewagens zijn te bewonde ren in de afd. Transport. In deze hal zijn geheele treinen opgesteld, ook zijn hier reusachtige tank- en goede renwagens te zien. België zelf is natuurlijk zeer goed vertegenwoordigd. Vooral de mechani sche afdeeling is zeer interessant. Ge weldige assen voor turbines en motoren van 10 000 P.K zijn hier tentoonge steld. Verschillende machines zijn in werking zoo bijv. bij de textiel Industrie: het spinnen door de groote self-actors en het weven op de weef getouwen door de ingewikkelde Jackard machines.Ook Is er een sigarettenfabriek ingericht, waar de sigaretten machinaal gemaakt en verpakt worden. Een aardige expositiehal is die van Luxemburg, waar niets anders te halen is dan bier, wijn en champagne. Geen wonder dat de stands der Luxemburg- sche brouwerijen en wijnhuizen druk bezocht worden en dat 't Luxemburgsch paviljoen meer op een gezellig café dan op een tentoonstelling lijkt. Ook de mijnafdeeling is zeer belang wekkendhier heeft men zelfs een .echte" mijn ingericht, die voor het publiek toegankelijk is. Verschillende afdeelingen houden er een bioscoop op na, wat natuurlijk een aangename afwisseling is. Van de andere paviljoens zijn de belangrijkste dat van de stad Luik, van de Belgische Provinciën, van Polen, van de suikerindustrie van de electri citeit en van Holland. Antwerpen geeft direct een groot- schere indruk dan Luik. De entrée is hier geweldig: een groote poort, waaronder standbeelden der d, ie Bel gische koningen. De geheele aanleg van de stad is hier veel mooier en geordender dan in Luik. Er is een groot centraal plantsoen, waar de brcede lanen op uitkomen. Het Nederlandsche paviljoen, dat in Luik, mede door zijn lage ligging, weinig opviel, is hier een geweldig gebouw, geheel in modernen stijl opgetrokken. Het gebouw met zijn hooge vierdeelige torens, zijn groote platte muurvlakken en kleine vensters is een der mooiste van de geheele tentoonstelling, zoodat ons land hier zijn naam op het gebied der moderne architectuur heeft hooggehouden. Voor al trekken in dit paviljoen de aandacht de havenwerken onzer groote zeeha vens. Het Engelsche paviljoen is, als sym bool van het eiland, geheel door een breede gracht omgeven. Een klein doch keurig paviljoen is dat van Noorwegen, waar de voort brengselen der vischvangst, Noorwe gens' specialiteit, zijn geëxposeerd. Italië heeft ook hier een geweldig gebouw, dat zeer veel publiek tot zich trekt. Van de overige hallen zijn de voor naamste het paviljoen van de stad Antwerpen, van Perzië, van Brazilië, van de Congo, van Hamburg en Bre men, van Finland en van de suiker industrie. De Vlaamsche kunst is ondergebracht in de pas gebouwde moderne kerk op het tentoonstellingsterrein. In deze kerk is een schat van kantwerk, oude ker kelijke vaten enz. grëxposeerd. De schilderkunst is te zien in het naast de kerk staande museum, dat ook van steen is opgetrokken. 's Avonds biedt de verlichting een feeëriek schouwspel. Het hoofdplein is één Hchtsprookjaeen groote licht fontein, die meters hoog het water opspuit, nu, in blauwe, dan weer in groene, roode, paarse of kristallen stra ten. Daarachter het grillige Congo- paleis in rooden gloed, het groote hotel en de hoofdingang, in een zee van licht gezet door de groote schijn werpers. De groote avenues met ver lichte zuilen en bloembakken en kleine fonteintjes zijn als een droom Aan de andere zijde is nog zoo'n Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het huidje maar droog houdt met Purolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. Beide Artikelen verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten. plantsoen met een lichtfontein. Men ziet in de verte de verschillende be lichte paviljoens opsteken het kleurige gebouw van Noorwegen, het imposante paviljoen der stad Anlwerpen.dat zich weerkaatst in den grooten vijver. De vuurtorenlichten in een der to rens van het Nederlandsch paviljoen werpen hun stralenbundels onophou delijk in de lucht. De verlichting alleen al is een* sprookje om nooit te vergeten. Een speciale attractie is het café stadje .Oud België". Zoo precies zijn de gevelijes nagebootst, dat men ze absoluut blijvend waant opgetrokken Hier is alles café, behalve de kerk, waarin een theater is ondergebracht. De waarden met hun heldere, kleur rijke pakken en de meisjes In hun wijde, lange rokken geven aan het geheel een echt gezellige stemming. Voor vermaak is overigens nog vol doende gelegenheid op het groote kermisterrein, waar verschillende bui tengewone attracties te genieten zijn. BUITENLAND. De bevolking van België. Blijkens een opgave van het depar tement van Binnenlandsche Zaken,telde het koninkrijk België, de districten Eu- pen en Malmedy inbegrepen, op 31 Dec. 1922 in totaal 8.060,189 inwoners waarvan 3,995,156 mannen en 4,065,033 vrouwen. Vergeleken bij het totaalcijfer van 31 December 1928 nam de bevolking met 56.920 Inwoners toe. Geboorten werden er 145 542 ge boekt in 1929, wat ongeveer hetzelfde cijfer is als voor 1929het aantal sterfgevallen steeg echter van 102,270 tot 115,901, wat vooral aan den stren gen winter wordt toegeschreven. Het overschot van de inwijking op de uitwijking was aanzienlijker dan de vorige jaren en bedroeg 26,434 tegen slechts 13,674 in 1928 en 11,228 in 1927. De, uit den vreemde, Inge weken personen vestigden zich hoofd zakelijk in Henegouwen (mijnbekken van Charleroi), te Brussel en omstre ken, te Luik en omgeving en te Ant werpen. De bevolking der Ver. Staten. De bevolking der Ver. Staten wordt volgens een voorloopige berekening op grond van de uitslagen der telling van ongeveer 40 van de 48 staten op ongeveer 123 000 000 geraamd. Dat is een vooruitgang van 17'/4 millioen in den loop der jongste 10 jaar. Een vermakelijk tooneeltje. Tijdens de plechtigheid op 21 dezer, in het Cinquantenairepark, waren op sommige oogenblikken, de 40,000 oogen der genoodigden, die zich op de olficfeele estraden bevonden, niet gevestigd op de sprekers die, achter eenvolgens, uit naam var. de wetge vende. uitvoerende en rechterlijke macht hulde kwamen brengen aan de dynastie en, in de eerste plaats, aan koning Albert, maar wel op het doch tertje van prins Leopold en prinses Astrid, dat de sprekende heeren wel bizonder vervelend bleek te vinden. Het was de eerste maal dat het, ge heel in het wit gekleede prinsesje, een officieele plechtigheid bijwoonde. Weldra glipte het van de knieën van prinses Astrid, wandelde eerst een poosje guitig heen en weer op het koninklijk verhoog, trachtte toen op knieën te klimmen van koning Albert en koningin Elisabeth om ten slotte, vol bewondering en verbazing, voor ministerpresident Jaspar, met de witte kuif en een overvloed van ridderordes en kruisen, te blijven staan. Een hof dame trachtte het prinsesje weg te krijgen maar dit slaagde niet en de minister-president moet zich toen wel tot een beklimming leenen en al zijne kruisen van dichtbij laten bekijken en betasten. Dit gaf een journalist, die, met zijne collega's, het vermakelijke tooneeltje- gadesloeg, een ondeugend woord in den mond, dat spoedig opgeld maakte „Monsieur jaspar n'est pas seulement un gouvernant,, c'est aussi une gouvernante". De troebelen in Egypte. De correspondent van de Daily Telegraph te Kaïro meldt, dat koning Foead de door de Wafd verlangde buitengewone zitting van het parle ment niet zal bijeenroepen. In Egyptische kringen slaat men met groote bezorgdheid de activiteit gade van de agenten der onafhankelijkheids beweging. en als de Britsche regee ring, aldus meldt het conservatieve blad, haar vriendschappelijke houding tegenover de Wafd-partij niet opgeeft, zal de tegenwoordige regeering moeten aftreden en zou Nahas Pasja wederom minister-president worden, hetgeen vergaande gevolgen zou hebben, daar Nahas Pasja zou eischen dat koning Foead de voorstellen zou onderteeke nen, die tot het huidige conflict in Egypte geleid hebben. Groote ramp te Coblenz. De feestvreugde te Cjbienz, in ver band met de ontruiming van het Rijnland, werd Dinsdagavond door een ontzettende ramp wreed ver stoord. Na afloop van een groot vuurwerk spoedden velen zich over de smalle pontonbrug CoblenzLüzel huis waarts. Toen er ongeveer 100 perso nen op de brug waren, stortte deze plotseling ineen, daar zij de zware be- Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. UIT WANDELEN. „Dag Marietje", riep nu moeder „Ga maar preltig wand'len hoor. Niet te ver en voor het eten Weer terug zijn, zorg daarvoor 1" Met een blij gezichtje stapte 't Kleine meisje naar het bosch, Waar de vogels lustig zongen Alles prijkte in zomer—dos. Ieder die 't lieve meisje Daar zoo prettig wand'len zag Met haar poppen in den wagen, Riep haar vriend'lijk goeden dag. Langzaam ging Marietje verder, O, wat was er veel te zien. Duizend vogels er wel vlogen 1 Duizend Nog wel meer misschien En wat bloeiden er veel bloemen 'k Zal straks, dacht het kind Als 'k terugga, er van plukken 'k Weet dat Moe dat aardig vindt. En zoo kijkend naar de vogels Naar de bloemen tusschen 't mos, Ging Marietje nog wat verder Langs het smalle pad in 't bosch. Ha, daar zag ze in de verle 't Boschpad maakte daar een bocht 't Hek al, en Marietje wist wel, Dat ze daar niet verder mocht. Eind'lljk bij het hek gekomen Zag ze, dat het openstond, Niemand was er die haar zien kon... Even keek zij in het rond. O, wat zou ik, dacht Marietje Graag nog even verder gaan, En die mooie bloemen plukken Die ik ginder nog zie staan. 'k Moest maar even die gaan halen, Kom ik stap er heen, heel vlug, Met die mooie bloemen ga ik Dan weer gauw naar huis terug. Wordt vervolgd. Het kleine vechtersbaasje. Moeder Ja m'n jongen. Mag ik buiten spelen? Bulten spelen, en je bent buiten lachte Moeder. Ja maar op het groole buiten. Groote buiten ja, want dit is het kleine buiten, dat ziet U toch wel En de kleine Johan draaide met zijn armen in het rond, en zei Daar is 'n muur en daar, en dat zijn de twee ramen van de kamer en daar heb u de muur met de deur, en als ik omhoog kijk dan zie ik pas de lucht, dus dit is toch het kleine buiten. Ja hoor, je hebt gelijk, en wil je nu heel graag naar het groote buiten Ja, Moe, mag ik? ja, je mag, als je mij belooft datje flink vechten zal. Toen, keek Johan zijn Moeder met 'n paar ongeloovige oogen aan en zei flink vechten. Ja, flink vechten, want je weet toch dat Moeder dat zoo graag heeft m'n jongen. Toen begreep hij zijn Moeder en tranen sprongen in zijn oogen. en gaf Moeder 'n zoen, en zei Moe, ik zal het niet doen, maar als die jongens buiten tegen mij beginnen dan moet ik toch terug vechten? O, neen, zei Moeder, dat moet je niet want, ten eerste wil onze Lieve Heer niet dat wij vechten, en als dan die jongens buiten tegen je willen vechten ga dan direct naar binnen, en sla zelf niet. Je weet het, dat je je Moeder er heel veel verdriet mee doet, en wie nog meer 1 Ik zal het probeeren Moeder om er aan te denken zei |an en gaf Moe 'n zoen en vloog de kamer uit, met den blij den uitroep: Jan, ik mag op het groote buiten spelen. Johan was heel rustig met 'n paar vriendjes aan het boompje verwisse len geweest en nu zouden ze gaan knikkeren, hij had wel honderd knik kers. het was al 'n half uurtje goed gegaan of daar komt 'n groote jongen uit de buurt aanloopen en vraagt of-ie ook mee mag doen (Piet Vermeulen geheeten) Dat mag. Maar dat is geen eerlijke jongen, en ziet in de kleine handjes van johan zooveel knikkers en wil ze door on eerlijk spel zooveel mogelijk tot eigen dom krijgen. Daar kleine Johan ondanks zijn 6- jarigen leeftijd verbazend piender is, en al heel gauw bemerkt dat zijn knikkers zoo snel verminderen, raadt hij ineens dat die jongen oneerlijk speelt, en dat duldt onze driftige kleine vent niet, hij vliegt ineens op dien Piet af, en heeft hem 'n schop met zijn klompj en 'n flinke por met z'n vuistje, dat die jongen het uitgilt van de pijn, terwijl |ohan zegt. ik zal je leeren on- eerlijk spelen en weg rent hij naar huis. Maar Piet rent hem na en geeft hem nog heel gauw 'n schop vlak bij de deur van johan's huis, en deze be gint te huilen, en komt zoo binnen, en gaat als gewoonte in een hoek van de slaapkamer van Vader en Moeder staan huilen. In de huiskamer zit groote zus te naaien (deze was hij in zijn groot verdriet voorbij geloopen). Toen zijn gehuil wat verminderde, riep ze aan Johan. Wat is het met mijn kleine broertje. Heb je zoo'n verdriet Kan ik je ook helpen? Kom dan maar bij mij. En door dat zus die vragen aan hem deed was zijn gehuil opgehouden, en ineens begint hij zoo hard te lachen dat zus heel verwonderd van haar naaiwerk opkijkt en haar oog op dat lachende gezicht valt, begint zij ook te lachen en zegtneen maar, zoo is het huilen en zoo lachen. ja fijn, zei johan ik heb hem toch ook 'n heele harde schop en stomp gegeven, dan moet hij het maar niet doen. Wat niet doen vroeg zus. Wel valsch spelen. Wie speelden er dan valsch. Wel Piet van Sneeuwwitje. Piet van Sneeuwwitje? Wie Is dat? ja, dat weet je toch wel, die heele oude vrouw die daar ginds op dat hofje woont, en die haar eigen nog nooit gewasschen heeft, je weet wel die altijd zoo heel erg zwart ziet en als je langs haar heen gaat zoo heel erg Speel jij daar mee? O, neen, vecht jij daar mee Nu, ik weet wei dat Moeder daar weer heel veel verdriet van zal hebben als ik dit Moeder weer vertellen moet. Waar Is Moe? Truus? Boodschappen doen met tante Cor, en jij nu weer aan het vechten, die jongen had je wel dood kunnen slaan. Hoe oud is die jongen? Tien jaar. Tien jaar en jij vijf, dat is net de helft minder, hoe durf je. Durven zei Johan, durven, ik ben toch niet bang voor hem, want ik ben sterk, en hij ging vlak tegenover zijn zuster met zijn handjes in zijn broekzakken staan want de juffrouw van de school zei ook dat ik heel sterk ben. Dat jij sterk bent, dat geloof ik wel, maar nu komt Moeder dadelijk thuis en weet je nog wat je Moeder beloofd heeft eer je ging spelen, vroeg zus, nu hem scherp aanziende. Nu sloeg hij zijn oogjes neer, en handjes gingen uit zijn zakjes, en klom bi] zus op de schoot, en fluisterde haar in het oor, o lieve Truus, wil je het niet aan Moeder vertellen, want ik heb het Moeder beloofd niet te vechten en ik heb het wel gedaan, en hij snikte tegen zus haar hals en vroeg telkens maar, of Truus het niet zeggen wilde, want ik wilde het heusch niet doen en ik heb het toch weer gedaan, ik heb er toch zooveel verdriet van, had dan die groote jongen ook maar niet zoo valsch gespeeld. Dan had jij niet driftig behoeven te worden nietwaar zei Truus. Neen me lieve jongen wil ik je eens wat zeggen. Toen Piet er bij kwam, en je had gezien dat hij oneerlijk speelde, was jij naar huis moeten komen, dan wa ren je knikkers niet weg geweest en je had geen stomp van hem ontvan gen, en je had dan onze Lieve Heertje en Moeder niet zoo'n verdriet gedaan. Toen zus dit zei begon hij zoo te huilen dat zus hem vroeg. Vindt je het nu heel erg dat je ge vochten hebt. Ja ik wou dat ik het niet gedaan had. dan was Moeder niet bedroefd om mij en nu wel. Nu zei Truus als je er werkelijk berouw van hebt, dan zal ik het Moe der niet vertellen, want ik doe Moeder ook niet graag zulke verhalen. Ik vertel ook veel liever dat je heel lief bent geweest. Zeg je dat dan tegen Moe als zij thuiskomt.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 5