l
lilii
I
ling heb Ik de toelichting van B. en
W. geiezen, maar tucn rijzen cr by mij
bcdcuKuigen up. Lie kiasae ïnüectirig
in He pers. Debating is geDaseeiU up
het neturpcil, en ctu is ac ldatsic jaren
in dcze gemeente oinnoog gegaan.
Wanneer we straks OcpaaiU neuocti
in welke klasse ae gemeente gcplaalst
zal worden vuur dc gcmecniclunda
belasting, dan komen we vuur 'i tell
te siaan, dat de ungenuwden een zeer
gruul vuuidcel ki^gcu in de belasting,
die piofi.eercn dan nug veel sterker,
Bovendien is de peis. belasting een
vertecriiigsüeiasiing, en net is niet
altijd juist dat een perceel met een
hoogere nuurwaarde een bewijs is van
gruutcre wclgesteidneid. Menscncn met
gtuute gezinnen zuilen b.v. vanzelt een
gruuter buis noodig hebben, en uuk
kan het voorkomen dat men duur
ertenis in een buts woont dat teiieiijk
te gruut is, docb dat men niet gtaag
venaal omdat uuk de vuoruudcis er
gewuund hebben. Zou het daarom niet
gcwenscnt zyn in een buugere kiasse
te gaan? Het verlies zou dan kunnen
wurden gedekt duor opcenten op de
iundsbeiasiing.
Wctb. Michael. Ik heb met aandacht
geluisterd naar de wuuruen van den
beer v. d. Wiliigenbutg. Wat nij zegt
van dt^ rangscbtkking in de 7e klasse,
meen ik center up gucde grunden te
moeten besnijden, want de peisuneeie
belasting siaat niet op bet buurpeii,
maar ver daar beneden. Wanneer er
menscnen zijn die duur erlems ut wat
dan uuk een gruuter buis bewunen
dan zy tetlciyk wei kunnen, dan zuu
ik biciuit de gcvuigtrckkiug moeten
maken dal zy een kleinere woning
moeten betrekken, en de menseden
met een g.uoi gezin zullen er toen al
geuueg op Vjoruh gaan. ik gciuut dat
de Ocduciing van ucii wetgever zuiver
is vastgelegd in bet vouistel van B.
en W. Urn ie laten zien bue iedereen
van de nieuwe beias>ingiegeling pro
fheert, zuu ik den Sccreiaiis willen
verzoeken eenige cytcis te geven.
v. d. Wiiiigcnbuig. Wanneer ik ge
zegd heo dat de pctsuneele belasting
geoaseerd is up de nuurprys, heb ik
dat bedoeld in dien zin ais de wetgever
zien dal gedacht heelt, teder zal my
tucn wei toegeven dat iemand niet uil
hctbcboeiy in een buis gaat wonen
dal by such.s bczwaariyk zai kunnen
bekostigen. Br zyn dikwyls grundige
redenen waarom men geen andere
woning beiickt.
Veih.ijden. Wij hebben al kapitaal
vlucht genoeg gezien uit Capehe, daar
moeten we voor oppassen.
Men kan wei zeggen op andere
plaatsen moet men ook belasting be
lasting betalen, maar daar heeti men
dan uuk weer betere wegen, vermakt-
lykbedtn enz. voor in de plaats, ik
kan my volkomen vereenigen met het
voorstel van B. en W, Het platteland
wurdt niet alleen ontvolkt, maar ook
ontkapiiabseerd en men moet wel be
denken, dat de menscnen met kapitaal
ln ieder geval indirect groote werk
gevers zijn.
De Secretaris leest dan eenige cijfert,
voor. By een inkomen van f iUOU
betaalt men ihans f 7.73 en in de toe
komst i 4 95.
Bij een inkomen van f 200 betaalt
men nu t 15 en in de toekomst f 11
Bij een inkomen van f 3000 wordt
de vermindering ln evenredigheid veel
lager, n.l, I 30 op het geheele bedrag.
De heer v. d. Willigenburg zegt geen
voorstel te zullen indienen, waar hij
inztei, dat de raad zijn gedachte niet
deelt. Bovendien heelt men ieder jaar
gelegenheid om de belasting le her
zien.
Het voorstel van B. en W. wordt
met algemeene stemmen aangenomen.
7. Voorstel van B. en W. tot hit
aangaan van een geldleening van
t 85ÜÜ ten behoeve der elecinficatie
van Sprang en Vrijh.—Capelie.
B. en W. stellen vuur de leening
aan te gaan bij de Coöp. Boerenleen
bank te Capelie, tegen 43/4°/0 a pari,
met een aflossingen van t 5Uu per jaar.
De beer Verhcijden vraagt hoeveel
aansluitingen er by de oprichting van
het net waien.
De Voorzitter zegt, dat er toen 80
aansluitingen waren, doch dat dit getal
thans beduidend gestegen is.
8. Mededeellngen.
De Voorzitter zegt, dat de totaie
verlichting van de belasting door de
nieuwe fi.iancieeie verhoudingswet zal
bedragen f 16000.
In de volgende vergadering zullen
de voorstellen aan den raad worden
voorgelegd.
By de rondvraag, verzoekt de heer
Kraak B. en W„ een schrijven te rich
ten tot de directie der Ned. spoor
wegen om verbetering te brengen in
den overweg aan de Nieuwevaart.
Daar moet men dikwijls zeer lang
wachten (soms wel 20 minutetmis
schien was hei door het atnaken van
enkele wagens te voorkomen.
Weth. Michael zegt hier ook veel
voor te voelen. Indertijd heeft hij hei
verkeer aan den overweg gecontroleerd,
maar dikwijls siondcn heele rijen
auto's en flcisen ie wachten.
De heer Verheijden zou meteen wil
len vei zoeken om de bediening dei
sluiiboomen voorlaan niet meer vanat
hei station te aoen plaats hebben, daai
heeft men er totaal geen uitzicht op
Nog vorige week botste een auto legen
de ooomen op.
De heer Kersi vraagt hoe het staat
met de verbetering der wegen.
De Voorzitter zegt, dat dit de aan
dacht van B. en W heeft.
De heer v. d. Willigenburg vraagt
of men niet zoo kunnen trachten een
uitkeering uil het Rykswegenionds te
krijgen.
De heer Sneep zegt, dat men belet
ineens een goede verbetering kan aan
brengen, dan geregeld mei lapwerk te
komen. Dan komt men op den duut
nog veel duutder uit.
Daar geen der leden nog het woord
verlangt, sluit de Voou tte de open
bare vergadering en gaai de raad over
in geheime zitting.
DRUNEN.
Afscheid oud-burgemeester
Mr. H. Loeff.
Alvorens de vergadering van Don
derdagavond geopend werd, nam de
Raad afscheid van den oud-burge
meester den Edelachtb. Heer Mr. H.
Loeff.
Voor de laatste maal nam Mr. H.
Loeff plaats in den voorzitterszetel
en nadat den loco-burgemeester van
Speijck de vergadering met den chris-
telijken .groet had geopend, nam de
scheidende burgemeester bet woord.
Afscheidsrede Mr. Loeff.
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
I;
De vos en het eendje.
1.
Een vos liep op een zomermorgen
A'leen door 't groene woud.
Hij speurde ijvrig om zich henen
Of in het dichte hout
2.
Geen vogel zich verscholen had,
Geen haasje of konijn wanf,
Ach, wat deed zijn leege maag
Dien dag het vosje pijn.
3.
Maar hoe hij zocht en waar hij keek
Tot Reintjes grooten spijt
Was nergens iets te vinden dat
Kon dienen tot ontbijt.
4.
Verdrietig gfng hij 't bosch toen uit
Kwam aan een waterplas, waar mooglljk
Zoo hij dacht, wel iets
Voor hem te vinden was.
5.
Verscholen achter 't hooge riet,
Dat aan den oever stond,
Keek over '1 stille watervlak
Hij onderzoekend rond.
6.
Geruimen tijd stond hij op wacht
Maar achter 't hooge riet
Een hartelijk applaus klonk na de
ze toespraak en hierna nam Weth. v.
Halder het woord om den oud-burge
meester namens den Raad toe te
spreken.
Maar ach. geen vogel liet zich zien
Tot Reinljes groot verdriet.
7.
Doch eindlijk, tot zijn blijdschap, ja
Daar werd bij iets gewaar
Wel ver van hem verwijderd nog
Daar zwom een eendenpaar.
8.
En achter d' oude eenden aan
Daar zwom een lustig troepje
Van eendjes, dartiend door elkaar
Een ailervroolljkst groepje.
9.
Toen onze vos 't gezelschap zag
Dacht hijnu opgepast
Vast worden van dat jonge goed
Een paar door mij verrast.
10.
Steeds nader kwamen de eenden nu
Bemerkten Reintje niet,
Die hongrig, maar geduldig ook,
Daar loerde achter 't riet.
Oplossingen van de vorige mek.
1
Vrienden in den nood
honderd in een lood
2
b
els
blauw
hut
w
Rede Weth. v. Halder.
Hierna sprak de heer A. v. d. Wiel
als oudste raadslid als volgt:
Rede A. v. d. Wiel.
Namens het personeel der Secre
tarie sprak de gemeente-secretaris.
Rede Secretaris.
Als secretaris der gemeente acht
ik mij verplicht, ook namens het gc-
meentepersoneel dank te brengen
voor het vele dat gij voor ons hebt
gedaan, en voor de welwillende sa
menwerking die wij altijd van U heb
ben mogen ondervinden.
Ik hoop dat U in uw nieuwe stand
plaats alles naar wensch zal gaan.
Van den heer W. v. d. Wiel, die
in de raadsvergaderingen nog wel
eens van andere zienswijze dan de
voorzitter deed blijken, was het 'n bui
tengewoon sympathiek gebaar om bij
het afscheid ook zijn waardeering uit
te spreken; voor het vele dat burge
meester Loeff voor de gemeente ge
daan heeft.
Toespraak W. v. d.
Wiel.
g
ark
groen
een
n
z
uwe
zwart
ark
t
Nieuwe Raadsels.
I
Ik ben
letters.
een spreekwoord van 32
12—2—3 ligt langs de groote rivieren
6—13—4 oude inhoudsmaat
29—28—30—31 32 beteekent „gereed"
19—20—18 meisjesnaam
14—9—10—11 lichaamsdeel
1—7—8—21—13—6 plaats in
Gelderland
15—16—23 verkorte jongensnaam
5—17—6—25—24 ioofboomen
22—27—26 telwoord
De heer Verhoeven sprak hierna
als volgt:
Toespraak Verhoeven.
Ook ik als lid van den Gemeente
raad kan niet nalaten een kort doch
welgemeend afscheidswoord tot U te
spreken. De gemeente Drunen had
nog veel van U te verwachten. Wees
er van verzekerd, dat het vele goeie
wat gij voor de gemeente gedaan hebt,
steeds in aangename herinnering bjj
ons zal blijven. Ik hoop, dat het U
en de Uwen in uw nieuwe standplaats
voorspoedig zal gaan, en dat Gods
beste zegen op uw toekomstigen ar
beid moge rusten, en dat de band die
U en de Drunenaren steeds heeft om
sloten, nog nauwer aangehaald en
nog meer versterkt zal mogen wor
den.
Met een kort woord brengt Mr.
Loeff dank aan den Raad voor de
sympathieke woorden die hem op de
zen avond zijn toegesproken en hij
z°gt, dat Drunen bij hem steeds in
aangename herinnering zal blijven.
Nadat hij alle raadsleden en ook de
op de publieke tribune aanwezige ge
meentenaren de hand had gedrukt,
verliet de heer Loeff de vergadering.
De vergadering.
Voorzitter is de loco-burgemeester
Weth. van Speijck.
Alle leden zijn aanwezig.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken, w.o.:
a. Nota van aanmerkingen gem.-
rekening 1929;
b. Koninklijk Besluit d.d. 3 Juli
1930 no. 93 tot goedkeuring der ver
ordening tot wijziging der verorde
ning op de heffing van plaatselijke
inkomstenbelasting.
Deze stukken worden voo kennis
geving aangenomen.
c. Verzoek der Gebrs. de Munnik
te Drunen, Wolfshoek, om aan hen
onderhands te verkoopen de voorma'
lige schoenfabriek „Brabant" om
daarin een woonhuis met schoenfa
briek te vestigen.
De heer Verhoeven vraagt, wan
neer deze aanvrage is ingediend,
waarop de Secretaris antwoordt, dat
dit op 8 Aug. geweest is.
De heer Verhoeven merkt nog op,
dat de Raad in een der vorige verga
deringen heeft doen uitkomen om 't
gebouw zoo mogelijk voor fabriek te
verkoopen, liever dan er 'n slachthuis
van te maken. Van dit laatste zietspr.
toch niet veel komen. Spr. zegt dat
het besluit van den Raad om de voor
keur te geven aan verkoop, moet blij
ven gehandhaafd.
De heer Pijnenburg zegt niet op de
vergadering te zijn geweest, waarop
door den Raad het gebouw voor
slachthuis bestemd is. Hij voelt er
echter ook meer voor om het te ver
koopen aan de industrie. Het besluit
van den Raad kan nog wel gewijzigd
worden, zegt spr.
De Voorzatter zegt geen bezwaar
te hebben; tegen een event, verande
ring, wanneer de Raad zulks noodig
oordeelt in het belang der gemeente.
Van links naar rechts en van boven
naar beneden zij'n wij bloemen, die
nu In voile tuinen te vinden zijn.
medeklinker
voorzetsel
zeevisch
het gevraagde woord
lid van het vorstelijk huis
leeft in Indië in de bosschen
medeklinker
x
Van links naar rechts en van boven
naar beneden ben ik iets, wat men In
vele huiskamers kan hooren.
het gevraagde woord
plaats in Groningen
plaats in Z.-Holland
vele jongens lezen
graag over ons
lekkernij op Oudejaars
avond
wordt vroeg In 'I voor
jaar gegeten
nachtroofvogels
waschmiddel
loofboom
voegwoord
medeklinker
xxxxxxxxxxx
xxxxxxxxxx
xxxxxxxxx
xxxxx
xxxx
t
De W.n.-Burgemeester, mijne Heeren, is zoo
vriendelijk geweest mij in de gelegenheid te
stellen om voor den aanvang dezer raadsverga
dering van U en de gemeente afscheid te nemen.
Tot mijn groote spijt was ik door omstandig
heden zelf verhinderd, om vóór den datum van
15 Augustus, den dag dat ik als burgemeester
dezer gemeente eervol ontslag heb gekregen, zelf
nog een raadsvergadering hij een te roepen en
daarom verheug ik mij ten zeerste, dat deze ge
legenheid alsnog geboden wordt.
Ik herinner mij, M. H., nog als den dag van
vandaag, het plechtige oogenblik, dat ik door
den oudsten wethouder, thans bijna acht jaren
geleden, als burgemeester van Drunen in deze
raadszaal werd geïnstalleerd.
Kil jBjgj||M
Wat de toekomst toen zou brengen? Ik wist
het niet, maar wel mocht ik direct in deze ge
meente ondervinden een zeer groote mate van
bereidwilligheid om samen te werken en een
groote hoeveelheid van werkelijk goede trouw.
Een tweede blijk van ondubbelzinnige harte
lijke bejegening mocht ik ondervinden, toen ik
thans ruim twee jaren geleden van mijn huwe
lijksreis in deze gemeente terugkeerde. De feest
dag, dien gij en Drunen's burgerij mij en mijn
echtgenoote toen hebben bereid, zal steeds in de
meest aangename herinnering bij mij en mijn
echtgenoote blijven bewaard.
Thans n.l. is het de laatste maal, dat ik in
deze raadszaal in Uw midden zit. Wat de toe
komst van acht jaren geleden ons heeft gebracht,
daarover zal ik niet oordeelen. Dit eene kan ik
U slechts zeggen, dat ik gedurende de afgeloopen
periode steeds gedaan heb, wat ik meende dat
mijn plicht was te doen.
Maar als ik thans voor de laatste maal in Uw
midden vertoef, dan rust op mij ook nog een
laatste aangename plicht.
Op dc eerste plaats dan aan U heeren wethou
ders, mijn buitengewonen dank voor den grooten
steun en de medewerking, die gij mij gedurende
die acht jaren steeds hebt gegeven en voor de
prettige samenwerking, die ik steeds van U heb
mogen ondervinden. Ik geloof, voor zoover ik
mij herinner, niet, dat er ooit een onaangenaam
woord of een verkeerd gezegde in onze wethou
dersvergaderingen is gebezigd. De van U onder
vonden vriendschap heb ik op bijzonder hoog en
prijs gesteld en deze vriendschap heeft mij mijn
burgemeestersambt nog extra veraangenaamd.
Heeren raadsleden, ook aan U mijn oprechten
en hartelijken dank voor de welwillende houding,
die gij steeds mijnerzijds hebt aangenomen. Gij
hebt mij door Uw ambitie en door Uw ijver om
de gemeentebelangen naar best vermogen te be
hartigen, steeds den noodigen prikkel en de noo-
dige werklust gegeven, om mijn arbeid met ple
zier te verrichten.
En al mocht er al eens ooit bij onze beraad
slagingen een oogenblik zijn geweest, hetzij aan
deze, hetzij aan Uwe zijde, dat het hoofd een
beetje te heet gebakerd was, ik ben er van over
tuigd, dat gij Uw scheidenden burgemeester zijn
tekortkomingen, waar nu eenmaal ieder aardsch
mensch aan lijdt, volgaarne zult vergeven, gelijk
ik natuurlijk van zelfsprekend ook gaarne de
Uwe vergeef, zoodat ik slechts de aangenaamste
herinneringen aan U allen met mij zal nemen.
Secretaris, ontvanger en hulp-administrateur
van het G.E.B., ook aan, U een woord van bijzon
deren dank. Gij hebt d,oor Uwe volijverige werk
zaamheden steeds in dergelijke mate mij bijge
staan, dat ik slechts vol lof over U allen moet
zijn. Terwijl de secretaris zich reeds op een
mooien staat van dienst van circa 3 kruisjes mag
beroepen, ben ik er ook van overtuigd, dat den
bekwamen heer de Wildt en den vluggen heer
Elshout, nog een mooie toekomst wacht, wat ik
hen van harte toewensch.
Gemeente-opzichter en gemeente-politie. U drie-
en heb ik leeren kennen en hoogschatten als
mannen uit één stuk. Ik ga er trotsch op, dat ik
mij eenmaal Uw chef heb mogen noemen. Voor
Uw persoon en voor Uw werk heb ik steedis een
zeer groote- achting gehad; gij kunt er van ver
zekerd zijn, dat ik diezelfde achting steeds voor
U zal blijven houden. Ontvangt ook gij mijn
hartelijken dank, In welken dank ik ook gaarne
de rijksveldwachter en het corps Kon. Marechaus-
sée betrek, voor zoover zij hier hun zeer gewaar
de diensten hebben gepraesteerd.
Vervolgens ook een woord van groote erken
telijkheid aan de pers, die mij steeds op de meest
voorkomende wijze in alles heeft geholpen.
En als ik thans, om U niet langer op te hou
den, moet eindigen, dan gaan mijn, laatste, maar
daarom niet minder hartelijk gemeende woorden
van dank uit tot Drunen's burgerij.
Binnenkort zal ik de gemeente Drunen gaan
verlaten, de gemeente, waarin mijn vader zaliger
als Notaris zulk een gelukkigen tijd heeft door
gebracht en waarin mijn moeder zooveel vriend
schap heeft mogen ondervinden. Wees er van
overtuigd, dat het scheiden van mijn geboorte
plaats, waar ik een groot gedeelte van mijn leven
heb doorgebracht en waar ik zoo'n heerlijken
zonnigen tijd heb gekend, zooveel hartelijkheid
heb mogen ondervinden, ook mij zwaar valt.
Mogen de ingezetenen van Drunen hunnerzijds
de overtuiging bij zich blijven dragen, dat bur
gemeester Loeff het zeer zeker in alle opzichten
steeds buitengewoon goed met hen heeft gemeend
en dat niets hem liever was, dan de welvaart
van Drunen te zien vermeerderen; mijnerzijds
zal Drunen en Drunen's burgerij steeds een bij
zondere plaats in mijn hart blijven innemen.
Het gaat U, mijne heeren, en Uwe respectieve
huishoudens, het gaat Drunen en Drunen's bur
gerij in de groote toekomst allerwege goed, dat
Is voorzeker de hartewensch van Uw scheidenden
burgemeester en van zijn echtgenoote, die ook
al zoo bijzonder aan deze plaats en zijn inwo
ners was gehecht.
Edelachtb. Heer,
Het zij mij vergunt bij Uw afscheid als burge
meester, namens het gemeentebestuur, een kort
woord tot U te mogen spreken. Was het voor ons
een aangename t$ak U nu ruim 7 jaren geleden
het welkom te mogen toeroepen, heel andere ge
voelens bezielen ons nu, nu wij afscheid van U
moeten nemen. Wij zijn steeds getuige geweest
van Uw werken in het belang der gemeente en
wij kunnen niet schatten hoeveel Drunen in U
verliest. Wij zullen niet trachten uiteen te zet
ten, wat U in Uw kort, doch zegenrijk bestuur
voor de gemeente hebt gedaan. Wel is het ons
een behoefte te verklaren dat naar onze over
tuiging de dlrijfveer van Uw werken steeds is
geweest het algemeen belang te dienen zonder
aanzien des persoons.
Wij meenen dan ook niet te mogen nalaten U
onzen verplichten dank te brengen voor al het
geen gij in die| 7 jaren voor de gemeente hebt ge
daan. Drunen zal U wel moeten missen, doch
vergeten zal het U nooit.
Eindelijk spreek ik nog de hoop uit dat het
U en de Uwen ln Uw nieuwe standplaats welga
en dat Gods besten zegen U ruim moge toe
vloeien.
Edelachtb. Heer Burgemeester,
Als oudste lid van de Gemeenteraad acht ik
mij verplicht U bij Uw heengaan een kort woord
toe te spreken.
Toen de couranten Uwe benoeming tot Burge
meester van Vught bekend maakten, was dit voor
ons een pijnlijke verrassing, daar wij U graag
als Burgemeester van Drunen hadden behouden.
De redenen hiervan zijn velerlei. De belangen
onzer gemeente waren bij U in zeer goede han
den, de gemeenteraadsvergaderingen werden door
U op de prettigste wijze geleid, alles werd door
U in de puntjes nagegaan, zuinig, en stipt recht
vaardig beheerd. Voor eiken stand van Drunen
waart gij een raadsman; wanneer gij voor boe
ren of burgers iets kon doen, waart gij altijd
klaar; heel veel zaken zijn door U met veel re
sultaat geregeld. U leefde met Uw volk mee en
meermalen was Drunen getuige, zoowel arm als
rijk, van Uw groote genegenheid voor alle Dru-
nenaren.
Werd U op vergaderingen genoodigd, dan waart
gij present en vaak waren wij getuigen van Uw
groote kennis en ontwikkeling. Wanneer overal
de belangen behartigd werden zooals Gij dit hier
gedaan hebt, dan zou het een heel andere maat
schappij zijn, dan was er geen Volkenbond en
geen Vredespaleis noodig.
Het eerste verlies dat Drunen lijdt is dus het
verlies van U als Burgemeester.
Het tweede verlies voor ons dorp is het moeten
missen van Uw geachte vrouw, die dikwijls de
armen bezocht en met een gulle hand hen ter
zijde stond en troost bracht waar het noodig was.
Het derde verlies voor onze gemeente is ook,
dat nu weldra Uw hooggeachte Moeder ons dorp
zal verlaten, zoodat nu ook velen dezen steun
zullen moeten missen.
Ik geloof, djat ik niet alleen namens ons, ge
meenteraadsleden, maar namens geheel Drunen
spreek, als ik zeg dat het heengaan der familie
Loeff ten zeerste wordt betreurd. Zij kan er
echter van verzekerd zijn dat de aangenaamste
herinneringen van haar zullen bewaard blijven.
Wij hopen, mijnheer de voorzitter, dat het U
in Vught bijzonder goed mag gaan. Wij felici-
teeren Uw nieuwe gemeente van harte met haar
nieuwe burgemeester en wij brengen U hier
openlijk hulde voor Uw werken in het belang
van onze gemeente.
EdelAchtb. Heer,
Nu U afscheid van onze gemeente neemt, meen
ook ik een woord) van dank tot U te moeten
richten.
Ik wensch U dan van harte geluk met Uw be
noeming tot burgemeester der schoone gemeente
Vught en ik zeg U dank voor het vele dat gij
in deze moeilijke jaren voor ons gedaan hebt
Gij hebt onze gemeente in de juiste banen ge.
leid en nooit hebben wij vergeefs bij U aange
klopt, altijd hebt gij ons welwillend te woord
gestaan.
Ook aan Uw vrouw heeft Drunen veel te dan
ken. Steeds bracht zij troost en hulp waar dat
noodig was.
Voor alles wat gij voor den arbeidersstand van
Drunen hebt gedaan, breng ik U bij deze harte
lijk dank en ik hoop dat het U en Uw familie
in Uw nieuwe standplaats voorspoedig moge
gaan.
X
.X
XXXXXXX
X
.X.
XXXXXXXX
XXXXXXX
XXXXXX
XXX
XX
X