l lilii I ling heb Ik de toelichting van B. en W. geiezen, maar tucn rijzen cr by mij bcdcuKuigen up. Lie kiasae ïnüectirig in He pers. Debating is geDaseeiU up het neturpcil, en ctu is ac ldatsic jaren in dcze gemeente oinnoog gegaan. Wanneer we straks OcpaaiU neuocti in welke klasse ae gemeente gcplaalst zal worden vuur dc gcmecniclunda belasting, dan komen we vuur 'i tell te siaan, dat de ungenuwden een zeer gruul vuuidcel ki^gcu in de belasting, die piofi.eercn dan nug veel sterker, Bovendien is de peis. belasting een vertecriiigsüeiasiing, en net is niet altijd juist dat een perceel met een hoogere nuurwaarde een bewijs is van gruutcre wclgesteidneid. Menscncn met gtuute gezinnen zuilen b.v. vanzelt een gruuter buis noodig hebben, en uuk kan het voorkomen dat men duur ertenis in een buts woont dat teiieiijk te gruut is, docb dat men niet gtaag venaal omdat uuk de vuoruudcis er gewuund hebben. Zou het daarom niet gcwenscnt zyn in een buugere kiasse te gaan? Het verlies zou dan kunnen wurden gedekt duor opcenten op de iundsbeiasiing. Wctb. Michael. Ik heb met aandacht geluisterd naar de wuuruen van den beer v. d. Wiliigenbutg. Wat nij zegt van dt^ rangscbtkking in de 7e klasse, meen ik center up gucde grunden te moeten besnijden, want de peisuneeie belasting siaat niet op bet buurpeii, maar ver daar beneden. Wanneer er menscnen zijn die duur erlems ut wat dan uuk een gruuter buis bewunen dan zy tetlciyk wei kunnen, dan zuu ik biciuit de gcvuigtrckkiug moeten maken dal zy een kleinere woning moeten betrekken, en de menseden met een g.uoi gezin zullen er toen al geuueg op Vjoruh gaan. ik gciuut dat de Ocduciing van ucii wetgever zuiver is vastgelegd in bet vouistel van B. en W. Urn ie laten zien bue iedereen van de nieuwe beias>ingiegeling pro fheert, zuu ik den Sccreiaiis willen verzoeken eenige cytcis te geven. v. d. Wiiiigcnbuig. Wanneer ik ge zegd heo dat de pctsuneele belasting geoaseerd is up de nuurprys, heb ik dat bedoeld in dien zin ais de wetgever zien dal gedacht heelt, teder zal my tucn wei toegeven dat iemand niet uil hctbcboeiy in een buis gaat wonen dal by such.s bczwaariyk zai kunnen bekostigen. Br zyn dikwyls grundige redenen waarom men geen andere woning beiickt. Veih.ijden. Wij hebben al kapitaal vlucht genoeg gezien uit Capehe, daar moeten we voor oppassen. Men kan wei zeggen op andere plaatsen moet men ook belasting be lasting betalen, maar daar heeti men dan uuk weer betere wegen, vermakt- lykbedtn enz. voor in de plaats, ik kan my volkomen vereenigen met het voorstel van B. en W, Het platteland wurdt niet alleen ontvolkt, maar ook ontkapiiabseerd en men moet wel be denken, dat de menscnen met kapitaal ln ieder geval indirect groote werk gevers zijn. De Secretaris leest dan eenige cijfert, voor. By een inkomen van f iUOU betaalt men ihans f 7.73 en in de toe komst i 4 95. Bij een inkomen van f 200 betaalt men nu t 15 en in de toekomst f 11 Bij een inkomen van f 3000 wordt de vermindering ln evenredigheid veel lager, n.l, I 30 op het geheele bedrag. De heer v. d. Willigenburg zegt geen voorstel te zullen indienen, waar hij inztei, dat de raad zijn gedachte niet deelt. Bovendien heelt men ieder jaar gelegenheid om de belasting le her zien. Het voorstel van B. en W. wordt met algemeene stemmen aangenomen. 7. Voorstel van B. en W. tot hit aangaan van een geldleening van t 85ÜÜ ten behoeve der elecinficatie van Sprang en Vrijh.—Capelie. B. en W. stellen vuur de leening aan te gaan bij de Coöp. Boerenleen bank te Capelie, tegen 43/4°/0 a pari, met een aflossingen van t 5Uu per jaar. De beer Verhcijden vraagt hoeveel aansluitingen er by de oprichting van het net waien. De Voorzitter zegt, dat er toen 80 aansluitingen waren, doch dat dit getal thans beduidend gestegen is. 8. Mededeellngen. De Voorzitter zegt, dat de totaie verlichting van de belasting door de nieuwe fi.iancieeie verhoudingswet zal bedragen f 16000. In de volgende vergadering zullen de voorstellen aan den raad worden voorgelegd. By de rondvraag, verzoekt de heer Kraak B. en W„ een schrijven te rich ten tot de directie der Ned. spoor wegen om verbetering te brengen in den overweg aan de Nieuwevaart. Daar moet men dikwijls zeer lang wachten (soms wel 20 minutetmis schien was hei door het atnaken van enkele wagens te voorkomen. Weth. Michael zegt hier ook veel voor te voelen. Indertijd heeft hij hei verkeer aan den overweg gecontroleerd, maar dikwijls siondcn heele rijen auto's en flcisen ie wachten. De heer Verheijden zou meteen wil len vei zoeken om de bediening dei sluiiboomen voorlaan niet meer vanat hei station te aoen plaats hebben, daai heeft men er totaal geen uitzicht op Nog vorige week botste een auto legen de ooomen op. De heer Kersi vraagt hoe het staat met de verbetering der wegen. De Voorzitter zegt, dat dit de aan dacht van B. en W heeft. De heer v. d. Willigenburg vraagt of men niet zoo kunnen trachten een uitkeering uil het Rykswegenionds te krijgen. De heer Sneep zegt, dat men belet ineens een goede verbetering kan aan brengen, dan geregeld mei lapwerk te komen. Dan komt men op den duut nog veel duutder uit. Daar geen der leden nog het woord verlangt, sluit de Voou tte de open bare vergadering en gaai de raad over in geheime zitting. DRUNEN. Afscheid oud-burgemeester Mr. H. Loeff. Alvorens de vergadering van Don derdagavond geopend werd, nam de Raad afscheid van den oud-burge meester den Edelachtb. Heer Mr. H. Loeff. Voor de laatste maal nam Mr. H. Loeff plaats in den voorzitterszetel en nadat den loco-burgemeester van Speijck de vergadering met den chris- telijken .groet had geopend, nam de scheidende burgemeester bet woord. Afscheidsrede Mr. Loeff. Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. I; De vos en het eendje. 1. Een vos liep op een zomermorgen A'leen door 't groene woud. Hij speurde ijvrig om zich henen Of in het dichte hout 2. Geen vogel zich verscholen had, Geen haasje of konijn wanf, Ach, wat deed zijn leege maag Dien dag het vosje pijn. 3. Maar hoe hij zocht en waar hij keek Tot Reintjes grooten spijt Was nergens iets te vinden dat Kon dienen tot ontbijt. 4. Verdrietig gfng hij 't bosch toen uit Kwam aan een waterplas, waar mooglljk Zoo hij dacht, wel iets Voor hem te vinden was. 5. Verscholen achter 't hooge riet, Dat aan den oever stond, Keek over '1 stille watervlak Hij onderzoekend rond. 6. Geruimen tijd stond hij op wacht Maar achter 't hooge riet Een hartelijk applaus klonk na de ze toespraak en hierna nam Weth. v. Halder het woord om den oud-burge meester namens den Raad toe te spreken. Maar ach. geen vogel liet zich zien Tot Reinljes groot verdriet. 7. Doch eindlijk, tot zijn blijdschap, ja Daar werd bij iets gewaar Wel ver van hem verwijderd nog Daar zwom een eendenpaar. 8. En achter d' oude eenden aan Daar zwom een lustig troepje Van eendjes, dartiend door elkaar Een ailervroolljkst groepje. 9. Toen onze vos 't gezelschap zag Dacht hijnu opgepast Vast worden van dat jonge goed Een paar door mij verrast. 10. Steeds nader kwamen de eenden nu Bemerkten Reintje niet, Die hongrig, maar geduldig ook, Daar loerde achter 't riet. Oplossingen van de vorige mek. 1 Vrienden in den nood honderd in een lood 2 b els blauw hut w Rede Weth. v. Halder. Hierna sprak de heer A. v. d. Wiel als oudste raadslid als volgt: Rede A. v. d. Wiel. Namens het personeel der Secre tarie sprak de gemeente-secretaris. Rede Secretaris. Als secretaris der gemeente acht ik mij verplicht, ook namens het gc- meentepersoneel dank te brengen voor het vele dat gij voor ons hebt gedaan, en voor de welwillende sa menwerking die wij altijd van U heb ben mogen ondervinden. Ik hoop dat U in uw nieuwe stand plaats alles naar wensch zal gaan. Van den heer W. v. d. Wiel, die in de raadsvergaderingen nog wel eens van andere zienswijze dan de voorzitter deed blijken, was het 'n bui tengewoon sympathiek gebaar om bij het afscheid ook zijn waardeering uit te spreken; voor het vele dat burge meester Loeff voor de gemeente ge daan heeft. Toespraak W. v. d. Wiel. g ark groen een n z uwe zwart ark t Nieuwe Raadsels. I Ik ben letters. een spreekwoord van 32 12—2—3 ligt langs de groote rivieren 6—13—4 oude inhoudsmaat 29—28—30—31 32 beteekent „gereed" 19—20—18 meisjesnaam 14—9—10—11 lichaamsdeel 1—7—8—21—13—6 plaats in Gelderland 15—16—23 verkorte jongensnaam 5—17—6—25—24 ioofboomen 22—27—26 telwoord De heer Verhoeven sprak hierna als volgt: Toespraak Verhoeven. Ook ik als lid van den Gemeente raad kan niet nalaten een kort doch welgemeend afscheidswoord tot U te spreken. De gemeente Drunen had nog veel van U te verwachten. Wees er van verzekerd, dat het vele goeie wat gij voor de gemeente gedaan hebt, steeds in aangename herinnering bjj ons zal blijven. Ik hoop, dat het U en de Uwen in uw nieuwe standplaats voorspoedig zal gaan, en dat Gods beste zegen op uw toekomstigen ar beid moge rusten, en dat de band die U en de Drunenaren steeds heeft om sloten, nog nauwer aangehaald en nog meer versterkt zal mogen wor den. Met een kort woord brengt Mr. Loeff dank aan den Raad voor de sympathieke woorden die hem op de zen avond zijn toegesproken en hij z°gt, dat Drunen bij hem steeds in aangename herinnering zal blijven. Nadat hij alle raadsleden en ook de op de publieke tribune aanwezige ge meentenaren de hand had gedrukt, verliet de heer Loeff de vergadering. De vergadering. Voorzitter is de loco-burgemeester Weth. van Speijck. Alle leden zijn aanwezig. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken, w.o.: a. Nota van aanmerkingen gem.- rekening 1929; b. Koninklijk Besluit d.d. 3 Juli 1930 no. 93 tot goedkeuring der ver ordening tot wijziging der verorde ning op de heffing van plaatselijke inkomstenbelasting. Deze stukken worden voo kennis geving aangenomen. c. Verzoek der Gebrs. de Munnik te Drunen, Wolfshoek, om aan hen onderhands te verkoopen de voorma' lige schoenfabriek „Brabant" om daarin een woonhuis met schoenfa briek te vestigen. De heer Verhoeven vraagt, wan neer deze aanvrage is ingediend, waarop de Secretaris antwoordt, dat dit op 8 Aug. geweest is. De heer Verhoeven merkt nog op, dat de Raad in een der vorige verga deringen heeft doen uitkomen om 't gebouw zoo mogelijk voor fabriek te verkoopen, liever dan er 'n slachthuis van te maken. Van dit laatste zietspr. toch niet veel komen. Spr. zegt dat het besluit van den Raad om de voor keur te geven aan verkoop, moet blij ven gehandhaafd. De heer Pijnenburg zegt niet op de vergadering te zijn geweest, waarop door den Raad het gebouw voor slachthuis bestemd is. Hij voelt er echter ook meer voor om het te ver koopen aan de industrie. Het besluit van den Raad kan nog wel gewijzigd worden, zegt spr. De Voorzatter zegt geen bezwaar te hebben; tegen een event, verande ring, wanneer de Raad zulks noodig oordeelt in het belang der gemeente. Van links naar rechts en van boven naar beneden zij'n wij bloemen, die nu In voile tuinen te vinden zijn. medeklinker voorzetsel zeevisch het gevraagde woord lid van het vorstelijk huis leeft in Indië in de bosschen medeklinker x Van links naar rechts en van boven naar beneden ben ik iets, wat men In vele huiskamers kan hooren. het gevraagde woord plaats in Groningen plaats in Z.-Holland vele jongens lezen graag over ons lekkernij op Oudejaars avond wordt vroeg In 'I voor jaar gegeten nachtroofvogels waschmiddel loofboom voegwoord medeklinker xxxxxxxxxxx xxxxxxxxxx xxxxxxxxx xxxxx xxxx t De W.n.-Burgemeester, mijne Heeren, is zoo vriendelijk geweest mij in de gelegenheid te stellen om voor den aanvang dezer raadsverga dering van U en de gemeente afscheid te nemen. Tot mijn groote spijt was ik door omstandig heden zelf verhinderd, om vóór den datum van 15 Augustus, den dag dat ik als burgemeester dezer gemeente eervol ontslag heb gekregen, zelf nog een raadsvergadering hij een te roepen en daarom verheug ik mij ten zeerste, dat deze ge legenheid alsnog geboden wordt. Ik herinner mij, M. H., nog als den dag van vandaag, het plechtige oogenblik, dat ik door den oudsten wethouder, thans bijna acht jaren geleden, als burgemeester van Drunen in deze raadszaal werd geïnstalleerd. Kil jBjgj||M Wat de toekomst toen zou brengen? Ik wist het niet, maar wel mocht ik direct in deze ge meente ondervinden een zeer groote mate van bereidwilligheid om samen te werken en een groote hoeveelheid van werkelijk goede trouw. Een tweede blijk van ondubbelzinnige harte lijke bejegening mocht ik ondervinden, toen ik thans ruim twee jaren geleden van mijn huwe lijksreis in deze gemeente terugkeerde. De feest dag, dien gij en Drunen's burgerij mij en mijn echtgenoote toen hebben bereid, zal steeds in de meest aangename herinnering bij mij en mijn echtgenoote blijven bewaard. Thans n.l. is het de laatste maal, dat ik in deze raadszaal in Uw midden zit. Wat de toe komst van acht jaren geleden ons heeft gebracht, daarover zal ik niet oordeelen. Dit eene kan ik U slechts zeggen, dat ik gedurende de afgeloopen periode steeds gedaan heb, wat ik meende dat mijn plicht was te doen. Maar als ik thans voor de laatste maal in Uw midden vertoef, dan rust op mij ook nog een laatste aangename plicht. Op dc eerste plaats dan aan U heeren wethou ders, mijn buitengewonen dank voor den grooten steun en de medewerking, die gij mij gedurende die acht jaren steeds hebt gegeven en voor de prettige samenwerking, die ik steeds van U heb mogen ondervinden. Ik geloof, voor zoover ik mij herinner, niet, dat er ooit een onaangenaam woord of een verkeerd gezegde in onze wethou dersvergaderingen is gebezigd. De van U onder vonden vriendschap heb ik op bijzonder hoog en prijs gesteld en deze vriendschap heeft mij mijn burgemeestersambt nog extra veraangenaamd. Heeren raadsleden, ook aan U mijn oprechten en hartelijken dank voor de welwillende houding, die gij steeds mijnerzijds hebt aangenomen. Gij hebt mij door Uw ambitie en door Uw ijver om de gemeentebelangen naar best vermogen te be hartigen, steeds den noodigen prikkel en de noo- dige werklust gegeven, om mijn arbeid met ple zier te verrichten. En al mocht er al eens ooit bij onze beraad slagingen een oogenblik zijn geweest, hetzij aan deze, hetzij aan Uwe zijde, dat het hoofd een beetje te heet gebakerd was, ik ben er van over tuigd, dat gij Uw scheidenden burgemeester zijn tekortkomingen, waar nu eenmaal ieder aardsch mensch aan lijdt, volgaarne zult vergeven, gelijk ik natuurlijk van zelfsprekend ook gaarne de Uwe vergeef, zoodat ik slechts de aangenaamste herinneringen aan U allen met mij zal nemen. Secretaris, ontvanger en hulp-administrateur van het G.E.B., ook aan, U een woord van bijzon deren dank. Gij hebt d,oor Uwe volijverige werk zaamheden steeds in dergelijke mate mij bijge staan, dat ik slechts vol lof over U allen moet zijn. Terwijl de secretaris zich reeds op een mooien staat van dienst van circa 3 kruisjes mag beroepen, ben ik er ook van overtuigd, dat den bekwamen heer de Wildt en den vluggen heer Elshout, nog een mooie toekomst wacht, wat ik hen van harte toewensch. Gemeente-opzichter en gemeente-politie. U drie- en heb ik leeren kennen en hoogschatten als mannen uit één stuk. Ik ga er trotsch op, dat ik mij eenmaal Uw chef heb mogen noemen. Voor Uw persoon en voor Uw werk heb ik steedis een zeer groote- achting gehad; gij kunt er van ver zekerd zijn, dat ik diezelfde achting steeds voor U zal blijven houden. Ontvangt ook gij mijn hartelijken dank, In welken dank ik ook gaarne de rijksveldwachter en het corps Kon. Marechaus- sée betrek, voor zoover zij hier hun zeer gewaar de diensten hebben gepraesteerd. Vervolgens ook een woord van groote erken telijkheid aan de pers, die mij steeds op de meest voorkomende wijze in alles heeft geholpen. En als ik thans, om U niet langer op te hou den, moet eindigen, dan gaan mijn, laatste, maar daarom niet minder hartelijk gemeende woorden van dank uit tot Drunen's burgerij. Binnenkort zal ik de gemeente Drunen gaan verlaten, de gemeente, waarin mijn vader zaliger als Notaris zulk een gelukkigen tijd heeft door gebracht en waarin mijn moeder zooveel vriend schap heeft mogen ondervinden. Wees er van overtuigd, dat het scheiden van mijn geboorte plaats, waar ik een groot gedeelte van mijn leven heb doorgebracht en waar ik zoo'n heerlijken zonnigen tijd heb gekend, zooveel hartelijkheid heb mogen ondervinden, ook mij zwaar valt. Mogen de ingezetenen van Drunen hunnerzijds de overtuiging bij zich blijven dragen, dat bur gemeester Loeff het zeer zeker in alle opzichten steeds buitengewoon goed met hen heeft gemeend en dat niets hem liever was, dan de welvaart van Drunen te zien vermeerderen; mijnerzijds zal Drunen en Drunen's burgerij steeds een bij zondere plaats in mijn hart blijven innemen. Het gaat U, mijne heeren, en Uwe respectieve huishoudens, het gaat Drunen en Drunen's bur gerij in de groote toekomst allerwege goed, dat Is voorzeker de hartewensch van Uw scheidenden burgemeester en van zijn echtgenoote, die ook al zoo bijzonder aan deze plaats en zijn inwo ners was gehecht. Edelachtb. Heer, Het zij mij vergunt bij Uw afscheid als burge meester, namens het gemeentebestuur, een kort woord tot U te mogen spreken. Was het voor ons een aangename t$ak U nu ruim 7 jaren geleden het welkom te mogen toeroepen, heel andere ge voelens bezielen ons nu, nu wij afscheid van U moeten nemen. Wij zijn steeds getuige geweest van Uw werken in het belang der gemeente en wij kunnen niet schatten hoeveel Drunen in U verliest. Wij zullen niet trachten uiteen te zet ten, wat U in Uw kort, doch zegenrijk bestuur voor de gemeente hebt gedaan. Wel is het ons een behoefte te verklaren dat naar onze over tuiging de dlrijfveer van Uw werken steeds is geweest het algemeen belang te dienen zonder aanzien des persoons. Wij meenen dan ook niet te mogen nalaten U onzen verplichten dank te brengen voor al het geen gij in die| 7 jaren voor de gemeente hebt ge daan. Drunen zal U wel moeten missen, doch vergeten zal het U nooit. Eindelijk spreek ik nog de hoop uit dat het U en de Uwen ln Uw nieuwe standplaats welga en dat Gods besten zegen U ruim moge toe vloeien. Edelachtb. Heer Burgemeester, Als oudste lid van de Gemeenteraad acht ik mij verplicht U bij Uw heengaan een kort woord toe te spreken. Toen de couranten Uwe benoeming tot Burge meester van Vught bekend maakten, was dit voor ons een pijnlijke verrassing, daar wij U graag als Burgemeester van Drunen hadden behouden. De redenen hiervan zijn velerlei. De belangen onzer gemeente waren bij U in zeer goede han den, de gemeenteraadsvergaderingen werden door U op de prettigste wijze geleid, alles werd door U in de puntjes nagegaan, zuinig, en stipt recht vaardig beheerd. Voor eiken stand van Drunen waart gij een raadsman; wanneer gij voor boe ren of burgers iets kon doen, waart gij altijd klaar; heel veel zaken zijn door U met veel re sultaat geregeld. U leefde met Uw volk mee en meermalen was Drunen getuige, zoowel arm als rijk, van Uw groote genegenheid voor alle Dru- nenaren. Werd U op vergaderingen genoodigd, dan waart gij present en vaak waren wij getuigen van Uw groote kennis en ontwikkeling. Wanneer overal de belangen behartigd werden zooals Gij dit hier gedaan hebt, dan zou het een heel andere maat schappij zijn, dan was er geen Volkenbond en geen Vredespaleis noodig. Het eerste verlies dat Drunen lijdt is dus het verlies van U als Burgemeester. Het tweede verlies voor ons dorp is het moeten missen van Uw geachte vrouw, die dikwijls de armen bezocht en met een gulle hand hen ter zijde stond en troost bracht waar het noodig was. Het derde verlies voor onze gemeente is ook, dat nu weldra Uw hooggeachte Moeder ons dorp zal verlaten, zoodat nu ook velen dezen steun zullen moeten missen. Ik geloof, djat ik niet alleen namens ons, ge meenteraadsleden, maar namens geheel Drunen spreek, als ik zeg dat het heengaan der familie Loeff ten zeerste wordt betreurd. Zij kan er echter van verzekerd zijn dat de aangenaamste herinneringen van haar zullen bewaard blijven. Wij hopen, mijnheer de voorzitter, dat het U in Vught bijzonder goed mag gaan. Wij felici- teeren Uw nieuwe gemeente van harte met haar nieuwe burgemeester en wij brengen U hier openlijk hulde voor Uw werken in het belang van onze gemeente. EdelAchtb. Heer, Nu U afscheid van onze gemeente neemt, meen ook ik een woord) van dank tot U te moeten richten. Ik wensch U dan van harte geluk met Uw be noeming tot burgemeester der schoone gemeente Vught en ik zeg U dank voor het vele dat gij in deze moeilijke jaren voor ons gedaan hebt Gij hebt onze gemeente in de juiste banen ge. leid en nooit hebben wij vergeefs bij U aange klopt, altijd hebt gij ons welwillend te woord gestaan. Ook aan Uw vrouw heeft Drunen veel te dan ken. Steeds bracht zij troost en hulp waar dat noodig was. Voor alles wat gij voor den arbeidersstand van Drunen hebt gedaan, breng ik U bij deze harte lijk dank en ik hoop dat het U en Uw familie in Uw nieuwe standplaats voorspoedig moge gaan. X .X XXXXXXX X .X. XXXXXXXX XXXXXXX XXXXXX XXX XX X

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 6