Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. ROODE ROZER. !laitslaitoiir_ ie lEtmtiitivirlHiiMu m tij FEUILLETON NUMMER 77. ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1930. 53e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. I ranco p. post door 't gebeele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-AdresECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. DE TARIEFMUREN. Men weet hoe verschillendelanden, het een na het ander, hunne tarieven voortdurend verhoogen. Amerika en Duitscbland zijn daarvan de laatste sprekende voorbeelden. Ook de indus trie dezer streek ondervindt daarvan de zeer nadeelige gevolgen en als de regeering en degenen die haar inlichten hun oor goed te luisteren leggen, dan zullen zij ervaren dat onze industrieën ontzettend gehandicapt worden, door de invoerrechten in tal van landen speciaal Duitschland, terwijl in ons land vrij o! tegen een iaag invoerrecht wordt inge voerdde statistieken die elke maand ook door ons hieromtrent worden gegeven, spreken duidelijk genoeg. Wij weten wel dat het vraagstuk een zeer moeielijk is, dat zoo niet is opgelost, dat een algeheele vrijdom over de wereld de ideale toestand zou scheppen, maar tevens, dat het niet kan blijven voortgaan, dat men ons overal buiten stuurt en wij betrekkelijk vrij binnen laten en zelfs niet produ- ceeren wat hier noodig is, al geeft een hoog invoerrecht op verschillende artikelen ook anderzijds weer z'n groote nadeelenniettemin kan het zoo op den duur niet blijven. Qelukkig verkeeren verschillende kleinere staten in dezelfde situatie en komen er teekenen dat deze elkander willen steunen, elkander de hand reiken; dan is reeds veel gewonnen, dan wordt een goed voorbeeld gegeven, dat misschien langzaam ook andere landen aantrekt.. De groote economische conferentie 't vorig jaar onder Colljn heeft niet veel succes gehadde besprekingen te Geneve thans zullen 't zelfde resultaat wel hebben, tenminste wat de groote rijken betreft. Maar er klinkt ook een ander geluid en gelukkig staat weer Nederland op de bres. In de tweede commissie heeft o.a. onze gedelegeerde Mr. Trip een zeer Interessante redevoering gehouden over de huidige economische vraagstukken. Allereerst besprak Mr. Trip de meestbegunstigingsclausule. Spr. be pleite dat de bestudeering van deze kwestie aan hét economisch Volken- van „De Echo van het Zuiden." door HEDWIG COURTHS-MAHLER. Gladys had Josta eenige keeren voor haar dagboek zien zitten, en eens toen zij naar haar toe kwam en zich over haar schouders boog, las zij op oen pas begonnen bladzijde „Mijn Rainer, als je wist, hoe ik naar je verlang, hoe ik je liefheb!" Josta vermoedde niet, dat Gladys deze woorden gelezen had. Zij zag °ok niet het nadenkende gezicht van haar zuster. Gladys streed met zichzelf. Zij had Je woorden uit het dagboek in haar geheugen geprent. Een oogenblik stond zij, nadat zij van Josta was heengegaan voor het venster in haar hamer, toen keerde zij zich vastbeslo ten om, zette zich aan haar bureau tje en schreef „Lieve zwager, Veroorlooft u mij, dat ik u met de zen brief lastig ben. Maar mijn hart zijn zwaar om mijn lieve zuster, om- Jat zij zoo ongelukkig is en mij niet .jvil zeggen, wat haar zooveel verdriet bondscomlté zal worden toevertrouwd. Mr. Trip acht een loyale toepassing van deze clausule tegenover de vrijhandelslanden noodzakelijk, daar anders de handhaving der vrijhandels politiek moeilijk zal worden, en het wereldbelang eischt dat die landen die thans vrijhandelsland zijn dat ook in de toekomst blijven. Mr. Trip zeide dat de Nederlandsche regeering vast besloten is al 't moge lijke te doen om de economische samenwerking tusschen de staten te bevorderen, doch een algemeene tariefs verlaging acht hij op het oogenblik nog niet te verwezenlijken. De Nederlandsche regeering is be reid toe te treden tot conventies, waarbij de landen met een liberale handelspolitiek zich zullen verbinden tegenover alle landen met een protec tionistisch stelsel, om de bestaande liberale politiek te handhaven, mits de protectionistische staten den uitvoer uit vrijhandelslanden zullen vergemakke lijken. Vervolgens zette Mr. Trip 't stand punt van Nederland tegenover de wenschen van de Zuid—Oost Euro peescbe landbouwstaten, uiteen Tot het verleenen van preferentieele rech ten door de West—Europeesche staten aan deze landbouwstaten, zal Neder land niet kunnen meewerken, daar daardoor de kosten der levensmiddelen voor het Nederlandsche volk verhoogd zouden worden. In verband met dit denkbeeld van mr. Trip, heeft hij verder medegedeeld dat, op initiatief van Noorwegen, be sloten is om in ieder geval een afspraak tot stand te brengen tusschen de Scandinavische landen en Nederland, waarbij deze staten zullen overeen komen om hoe ook de handelspolitiek van die landen in de toekomst zou mogen veranderen, in ieder geval onderling dezelfde vrijhandelsbeginse len tegenover elkanders goederen te zullen blijven toepassen, zooals die thans bestaan. Wij zijn dan tenminste gewaarborgd tegen hoogere invoerrechten in Dene marken, Zweden en Noorwegen en moeite wordt gedaan om ook Engeland eiri België voor deze overeenkomst te winnen. Men moet zijne advertenties plaatsen in een blad dat veel verspreid en ook gelezen wordt maakt. En nu heb ik gedacht, u kunt mij misschien zeggen, waarom mijn zuster is weggegaan van haar man, die zij toch zoo zeer lief heeft in haar arme hart. Ik heb gelezen in haar dag boek, als ik haar gezien over de schou- der: „Mijn Rainer, als je wist, hoe ik naar je verlang, hoe ik je liefheb!" Is dat niet erg? Waarom moet mijn arme Josta van verlangen verteren naar haar man? En waarom wil zij niet bij hem, als zij hem liefheeft zoo zeer? Of heeft graaf Rainer mijn arme Josta niet lief? O, dan is hij zeer dwaas. Ik kan dat niet gelooven. Ik denk, hij heeft ook ongelukkig uitge zien, als ik op Ramberg was. Toe, graaf Henning, ik ben u zoo dank baar als u mij alles schrijft wat u zelf weet van dat en hoe ik kan helpen mijn zuster. MiSschien doe ik een groote domheid, misschien heeft ech ter ook gemaakt Josta een groote domheid. U bent een gentleman en zeggen mij dat eerlijk en maken mijn domheid weer goed. Ik heb een zoo groot vertrouwen voor u. Toe, helpt u mij, dat mijn zuster weer vroolijk zijn kan. Ik heb haar zoo lief en kan niet zien, dat zij moet schreien en steeds schreien en dat zij altijd kust vol verlangen den brief van haar man en zijn portret en nooit hem zelf. In groote zorg of ik een domheid gedaan, groet ik als uw schoonzuster Gladys van Waldow. „Wilt u aan Maggie Brown adres- seeren, dat Josta niets merkt?" Toen graaf Henning dezen brief Overbodige Demonstratie, De S D A.P. en het N.V.V hebben hun petitionnement tegen het Vlootplan van Minister Deckers voornamelijk om twee redenen georganiseerd. In de eerste piaats, omdat de Sec. Dem. nu eenmaal periodiek behoefte hebben aan ietwat grootscheepsche agitatie. En ten tweede, omdat de groepen in de S.D.A.P., die al een paar jaar tegen elkaar vechten, nu tijdelijk haar twisten terzijde kunnen stellen om gezamenlijk op te trekken voor een ietwat geforceerde parade, die Indruk wekkend zou zijn als de leiders zelve niet zooveel moeite hadden om er een ernstig gezicht bij te bewaren. Vooruit stond vast. dat dit petition nement op de andere partijen in de Staten-Generaal geen indruk kan maken, zegt „de Tijd". Men is op 1 Sept. met het inzame len van handteekeningen huis aan huis begonnen. In ziekenhuizen en aan den uitgang van bioscopen worden lijsten ter onderteekening aangeboden. Thans deelt de partijsecretaris mede, dat reeds 300.000 handteekeningen zijn geplaatst. Een aantal lijsten zijn nog in omloop. De actie duurt nog tien dagen en de inspanning wordt verdubbeld Laat ons nu even aannemen, dat men tegen einde Sept. hr viervoudige bereikt, derhalve dat het petitionnement met 1.200.000 handteekeningen zou kunnen pronken. Wat bewijst dat cijfer dan nog? Het leert volstrekt niets nieuws. Im mers, het is algemeen bekend, dat er onder de kiesgerechtigden in Nederland alleen ruim 1.100 000 voorstanders zijn van nationale ontwapening. Een blik op de verkieztngscijfers van 1929 leert het volgende: Voor nationale ontwapening: Partijen Stemmen S.D.A.P. 804 714 Vrljz. Dem. Bond 208 979 Communisten (L. de Visser) 37 678 (Wijnkoop) 29 863 Rev. Soc. Partij 21.812 Dem Partij 9 083 Soc. Dem. Volkspartij 2 156 1 114285 Tegen nationale ontwapening: Alle andere partijen met 2.265.218 stemmen. Het valt nog te bezien of het peti tionnement de twaalfhonderdduizend handteekeningen haalt. Maar zelfs ókn nog blijkt de ver tooning overbodig te zijn. En agitatie is ook wat waard BINNENLAND- KANTOREN: TILBURG Boerhaavestraat 24. Telephoon 1625. Hoek Bossche weg. EINDHOVEN, Stratumsche Dijk 2 A. Telephoon 3717. ontving, keek hij ernaar, als begreep hij van dat alles niets. Maar den grappigen brief vond hij zoo bekoor lijk en ontroerend, dat hij hem nog eens overlas. Doch hij las hem niet ten einde. Bij de aangehaalde woor den uit Josta's dagboek hield hij op en dacht na. Toen las hij het einde: dat Josta het portret van haar man kuste. Het bloed schoot hem plotse ling naar het gezicht. Nu werd het hem opeens duidelijk dat Josta niet van Ramberg gevlucht was, omdat zij Rainer niet liefhad. Er moest daar voor een andere reden zijn. Hij dacht en peinsde en kwam met zijn gedach ten steeds dichter bij de waarheid. Zou 't mogelijk zijn dat Josta en Rai ner elkaar pijnigden, omdat zij elkaar liefhebben en die liefde voor elkaar verborgen hielden door een dwaas misverstand?" Opgewonden streek hij over zijn voorhoofd, ging aan zijn schrijftafel zitten en schreef het antwoord op Gladys brief. Lieve schoonzuster! Het verheugt mij, dat je zooveel vertrouwen in mij stelt. Wat er tus schen Josta en Rainer is, weet ik ook niet recies, ik ken slechts de treuri ge oorzaak van Josta's vertrek. He laas ben ik zelf daarin niet onschul dig. Misschien kan ik deze schuld bij gelegenheid mondeling biechten. Nu slechts dit: ik weet, dat mijn broer zijn vrouw boven ales liefheeft en zeer ongelukkig is over haar vertrek. Er moet een misverstand tusschen hen beiden heerst De economische cri is. Het „Volk" verneemt, dat de N.V. Nieuwe Margarinefabrieken te Rijs wijk, welke onderneming via Calvé Delft bij de Margarine Unie is aan gesloten, haar bedrijf zal stopzetten. Aan de arbeiders wordt bij hun ont slag een uitkeering van een week loon voor ieder dienstjaar verstrekt. Van de honderd arbeiders aan deze fabriek zijn er thans reeds ongeveer 50 ont slagen. Een en ander houdt verband met de concentratie in de margarine industrie op Rotterdam. Deze concen tratie brengt echter voor Rotterdam zelf geen uitbreiding van werkgelegen heid. Integendeel is het aantal man nelijke arbeiders bij de Margarine Unie te Rotterdam in den laatsten tijd tot ongeveer de helft ingekrompen. Slechts het vrouwelijke personeel heeft eenige uitbreiding ondergaan. In de Rotterdamsche afdeeling van de Kunstzijdefabriek is weer een groot aantal ontslagen gegeven. In het einde der vorige week hebben wederom ongeveer 75 k 100 arbeid sters ontslag gekregen. In den loop van het laatste jaar is het werk in dit A.K.U.—bedrijf zoo verminderd, dat van de 1300 arbeiders en arbeid sters er nog slechts 400 over zijn. stand moeten wij trachten uit den weg te ruimen. Misschien is het. ons gegeven, deze ons zoo dierbare men- van hun smart te bevrijden. Willen wij ons verbinden? Heb je den moed, lieve Gladys, iets ongewoons te doen? Ja, ik zie je vroolijke oogen al glan zen. En nu vraag ik je: tracht Jrsta haar dagboek eenige dagen af te ne men, zonder dat zij het merkt na tuurlijk. Het zal wel gaan, als je het ernstig wilt. Stuur het mij dan dade lijk verzegeld per expresse en aan geteekend. Je behoeft er geen woord hij te schrijven. Al het andere neem ik op mij. Niemand dan mijn broe der zal het boek inzien, mijn eere woord staat je daarvoor borg. Wil je mij, al is het maar een woord, tele- grafeeren of je het doen wilt? Ja ot neen?" Nogmaals hartelijk dank voor je vertrouwen. Je weet niet, wat voor 'n weldaad je me door je vraag hebt ge daan. Ik verzoek je vriendelijk haast te maken, daar mijn verlof bijna om is en ik naar Berlijn moet terugkee- ren. Ik verwacht in elk geval dadelijk je telegram. Een hartelijken en eerbiedigen groet Je zwager Henning von Ramberg". Graaf Henning bracht dezen brief dadelijk zelf weg. Daarna diende hij voor alle zekerheid een verzoek in, om zijn verlof wegens ernstige fami lieomstandigheden te verlengen. On rustig wachtte hij den volgenden dag In verband met de slapte In het bedrijf zijn Zaterdag j 1. op de Rotter damsche en Schiedamsche werf van de N V. Wilton's Machinefabriek en Scheepswerf in totaal 750 arbeiders ontslagen. Een driehonderd arbeiders werken om de andere week Op het oogenblik werken er tusschen de 2700—2800 arbeiders op deze werf. Ongeveer 130 arbeiders van de Haven-Arbeiders-Reserve der Scheep, vaartvereeniging Ncord hebben Zater dag wegens slapte ontslag gekregen. Maandagmorgen heeft een aantal ar beiders voor het kantoor der Scheep- vaartvereeniging Noord een demon stratie gehouden. De Koningin en de Prinses bij de leger oefeningen. Woensdagmiddag om 12 u. 17 zijn de Koningin en Prinses Juliana te Deurne aangekomen voor een bezoek aan de manoeuvres in Limburg. De Koningin was vergezeld door vice- admiraal Bauduin, baron Bentinck en jhr. Storm van Schravesande. H.M. werd bij deze manoeuvres rondgeleid door H baron van Voorst tot Voorst; de Prinses door den ordonnance- officier kapitein Pfaff De hooge gasten toonden veel be langstelling voor de oefeningen en bleven geruimen tijd in de buurt, waar deze werden gehouden. Het weer was zeer goed en de belangstel ling van het publiek was groot. Met deti trein van 6 u. 46 zijn de Koningin en Prinses |uliana uit Venlo naar Den Haag teruggegaan. De censuur van de radio-contróle. commissie. De toespraak, welke de heer A de Vries, voorzitter van de V. A. R. A„ dadelijk, nadat zij Henning's brief had gelezen een telegram „Ja, ik wil het doen. Verzoek het bewuste omgaand terug aan Maggie's adres. Gladys." Dezen dag" zaten Gladys en Josta in het schemeruur thee te drinken. Gladys stond op en verliet onder 'n voorwendsel de kamer. „Ik ben dade lijk terug, Josta, verontschuldig mij een oogenblik", zeide zij. Josta knikte en bleef in gedachten verzonken zitten. Gladys sloop naar Josta's kamer en ging op de tafel toe. De sleutel er van was reeds in haar bezit, dien had zij te voren reeds uit Josta's hand werkmandje genomen. Zij opende haastig het vak, waar zij wist dat Josta's dagboek lag en nam het eruit. Toen sloot zij de schrijftafel weder en stak den sleutel bij zich. Vlug liep zij naar haar ka mer, waar Maggie haar wachtte met lak en een lakstempel. Snel pakte Gladys het boek in het gereedliggende papier, plakte het geschreven adres erop en gaf het Maggie, die klaar stond om het pakje naar de post in het dorp te brengen. Gladys keerde naar haar zuster te rug. Zij was 'n weinig bleek en haar' handen sidderden. Ik hoop, dat ik geen domheid gedaan heb, dacht zij. Maar Henning had immers niets van haar gevraagd, dat Josta kon scha den. En hij moest niet denken, dat zij geen moed bezat. De Echo van het Zuiden, Waalwpsche en Laigstraatsefce Courant* 77. étrT

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1