Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. II lil! 1II IET 1111. li Vrouwenhanden heeren-baai FEUILLETOn HUMMER 83. ZATERDAG 18 OCTOBER 1930. 53e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. ONVEILIGE SEINEN. In de Prov. Noordbr. Bossche Crt. lezen we dezer dagen onder „Op den uitkijk" een interessant artikel „Onvei lige seinen", dat we in verband met onze driestar van Zaterdag 1.1. „Donkere wolken" hier gedeeltelijk overnemen, emeer waar het tevens een juiste kijk leeft op 't geen onze regeering voor beeft met onze weermacht. Het blad wijst er op dat Ciaudel, bekende Fransche gezant en dichter, een oudeihoud vertelde van zijn onwrikbaar vertrouwen in Briand, den tredesminister, wiens krachtige pogingen in Amerika en elders met lartstocht worden gevolgd, omdat hij vast en zeker overwinnen zal. En ondertusschen wordt Briand in arljs bespot en gehoond. Dezelfde Ciaudel vertoefde in Berlijn, aar zag hij de voorbereidselen en den aftslag der verkiezingen. Ook kent hij in fandgenooten waar velen zich schrap alten tegen elke toenadering tot den «rwonnenen over den Rijn, Hij wcr'di t elf jaar na Versailles testelljk ontvangen te Berlijnhij vordt er gehuldigd om z'n tooneeistuk .Columbus". Hij is onder de bekoring ekomec vajn de pracht van het mooie droomland, ;an de kracht der steden, ndustrie en volkswil, van de orde en lucht en werkzaamheid. Het blad zegt dan Stoomend over den oceaan moet toudel genoten hebben van 't tafereel zlner droomende oude vechtjas Afistide Briand over de flarden der oorlogsvlaggen heen toetredend op iermania, in haaf dwangbuis van ersailles, de armen gestrekt om haar It omhelzen.... Droomen De werkelijkheid is grauw als een 'tic herfstdag. van „De Echo van het Zuiden. Naar het Engelsch door J. VAN DER SLUYS. HOOFDSTUK I. HET ONGELUK. Miles Harding, de dokter met de 6'ootste praktijk in het dorp Grant 's' en omgeving, trok zijn stoel dicli- naar het venster, stak een pijp aan aam het laatste medice-tijdschrift 'an een tafeltje op. Het raam van de ""leerkamer stond wijd open, de at mosfeer van den Juliavond was vol !an Hen geur der rozen, waarom de a'n van den dokter in de heele streek 5°emd was. Niet dat er menschen in 'en tuin geduld werden, uitgezonderd enkelen die zelf buitengewone lief- lebbi Hard! nnj in tuinieren hadden; want lng was een eenzelvig man en be- Ve zijn patiënten kwamen er zelden nooit bezoekers op de „Four Cor- Hij «iet was een zeer knap medicus, die ter; Z1jn tijd mee ging; geheel verschil- e van het gewone type dorpsdok- s en het was hieraan ook te danken Het gaat niet goed met den strijd voor den vrede. Overat laait het smeulende vuur van 1918 weer op. Europa heeft zijn evenwicht nog niet hervonden. De mannen van den Stahihelm in Duitschland maken het moeilijk aan algemeenen vredeswil te gelooven. De felle nationalisten in Frankrijk grijpen eike gelegenheid aan, om te zeggen dat Briand op den verkeerden weg is. De bewapening der^volkeren is nog niet geremd. Overal zijn onveilige seinen te be- speuren. En de moeilijkheden in handel en nijverheid verergeren de onrust, die bij de groote mogendheden tot uiting komt. Ook Nederland is onrustig. De minister van landsverdediging heeft aan de Staten—Generaal een zoogenaamd vlootplan aangeboden hij heeft gelden aangevraagd om de Nederlandsche weermacht te besten digen. Let welweermacht, niet aanvals- macht. De Nederlandsche Regeering heeft geen reden om zich voor te bereiden tot een aanval. Dat doet zij ook niet. Zij bereidt zich niet ten oorlog. Zij gelooft niet in de juistheid van het oude gezegde: bereidt u ten oorlog, wanneer gij den vrede wilt. Zij wil enkel zorgen, dat zij in staat blijft, de onafhankelijkheid, de zelfstandigheid van Nederland te verdedigen, zooals zij dat in 1914 gedaan heeft. Een der staatkundige partijen heeft besloten, geen man en geen cent voor de instandhouding der Nederlandsche verdedigingsvloot toe te staan. Zij meent hiervoor goede redenen te hebben. En nu gaan haar aanhangers den boer op met lijsten om te teekenen tegen de vlootwet. Wij hebben reeds argelooze men schen ontmoet, die op zulke lijsten dat hij mijlen in den omtrek de druk ste praktijk had; maar kennissen of vrienden had hij in de drie jaren dat hij in Grantley woonde nagenoeg niet gemaakt. Zijn gezicht had strenge trekken; zijn blauwe oogen waren heel koel en rustig; de lijnen om zijn mond ver rieden een heerschachtige natuur, dik wijls glimlachte hij sarcastisch en meer dan eens had zijn scherpe tong hem vijanden bezorgd. De Juliavond was stil en drukkend heet. Zware donderwolken', hingen aan den horizon, geen blaadje bewoog en alle geluiden die van den stoffigen weg kwamen waren in den tuin duide lijk hoorbaar. Een blaffende hond, een schreiend kind, het hobbelen van een kar het drong alles tot den vredigen rozentuin door; en zoo nu en dan klonk het rollen van den donder van over de verre heuvelen. „Goddank, dat ik met m'n werk klaar ben", peinsde de dokter; „We krijgen zwaar weer en ik ben zoo moe als een hond." En behagelijk vlijde hij zich in zijn leuningstoel en wilde zich juist in zijn tijdschrift verdiepen, toen het zoemen van een motor het gerom mel van den verren donder een oogen- blik overstemde en even daarna hoor de hij 'n auto voor z'n deur stilhouden. „Mevrouw Derfield wil u een oogen- blik spreken, meneer." Andrew, zijn bediende en manusje-van-alles ver scheen op den drempel; „ik moest u zeggen dat zij de zuster is van Sir Lu ke Framley. Zal ik haar hier binnen laten?" „Wel neen," was het korte ant- geteekend hebben: omdat zij tegen den oorlog zijn. Wie van ons is dit niet? Doch daarom gaat het nietl De Regeering ziet onveilige seinen in en buiten Europa. Zij neemt haar maatregelen. Zij wil zorgen dat Neder land beschikt over de noodige krachten om, evenals in 1914, ie zeggen en met nadruk te zeggen, dat het geen vreem den in eigen huis toelaat en geen onrecht duldt tegen de bewoners van dit land hier en overzee. Enkel menschen, die dag en nacht deuren en vensters open laten, mogen de lijsten tegen de vlootwet teekenen, dan blijven zij trouw aan hun beginsel. De anderen doen verstandig, wanneer zij zeggen, dat de onafhankelijkheid, zelfstandigheid en vrijheid van Neder land hun te lief zijn, om een verzoek te teekenen, dat in strijd is met de redelijkheid. Wij allen willen den vrede. Maar weerloosheid en onveiligheid wil niemand, zelfs niei degenen, die rondgaan met de leuze „geen man en geen cent". Dat is gebleken in 1914, toen alle partyen in de Staten—Generaal zich als één man plaatsten achter de Regee ring en als uit één mond riepen„Ik zal handhaven 1" Knollen voor citroenen. Het is reeds heel wat jaren, dat op de meetings van de socialisten enorme spandoeken worden rondgedragen, waarop in vlammende letters de eisch tot medezeggingschap staat geschreven. Vermoedelijk beslaat de tijd, dat over dien eisch al gepraat is wel 'n kwart eeuw. Medezeggingschap werd in 't roode kamp voorgesteld als 't meest naiuuriyke wat een arbeider in zijn bedrijf kon verlangen en de tegen werpingen van patroonszyde of alléén maar het naar voor brengen van moeiiykheden in deze kwestie, werden gedoodverfd als reactionaire uitingen van afschuweiyke kapitalisten. Het mooiste misschien ook 't ieelijkste by dit alles was 't feit, dat trots de daverende leuzen en de knetterende moties geen enkel socialistisch bedryt er over dacht om zelf die medezeg gingschap in te voeren. Tot voor weinig jairen kwam dit niet eens op in de hoofden van de „bewuste" mee- tinggangers en motiesproducenfen. Wanneer de „burgeiyke" pers dan ook wees op die eigenaardige tweeslachtig heid, dan zweeg men haar eenvoudig dood of schold haar uit om iets anders. De steeds vallende druppel holt echter den steen uit en eindelijk begonnen de arbeiders in de socialistische be- dry ven wakker te worden en verzoch ten aan directies dat te doen, wat van 'n ander begeerd werd! Groote ont steltenis! Niemand van deze heeren haalde het in zyn hoofd, om direct te geven wat men vroeg. De geheele Partij kwam in actie en tenslotte werd schoorvoetend besloten tothet in. stellen van 'n studie-commissie voor de roode dagbladpers. Dezelfde bladen, die dag in dag uit de „kapitalisten" hadden uitgescholden om het uitsteilen van de medezeggingschap gingen nu echte friescfte woord, „ik zal haar in de spreekkamer ontvangen, net als ieder andere pa tient." En toen Andrew de deur ach ter zich sloot, zei de dokter zacht voor zich heen: „Wat moet die hier? Ik kan die aristocratische vrouwen niet uit staan." Er was een strenge en ongenaak bare uitdrukking in zijn gezicht toen hij een oogenblik later zijn spreekka mer binnenkwam, waar een kleine, smaakvol gekleede dame vlug op hem toe kwam. „Wilt u alstublieft dadelijk mee gaan," hijgde ze, zonder hem te be groeten. „Ik ben met mijn auto geko men en zou u liefst direct mee terug nemen. Ik geloof niet dat we een mi nuut hebben te verliezen, het is een kwestie van leven en dood." Zij sprak geagiteerd en in haar op winding legde zij haar hand op zijn linkerarm; haar gezicht was heel bleek, er was een bezorgde uitdruk- i king in haar oogen. „Is het een dringend geval?" vroeg Harding kortaf. „Is er iemand ziek op het Huis?" „Er is een ongeluk gebeurd. Op den weg van het station kwam een huur rijtuig aan en het paard schrok voor de auto van mijn broer. Er volgde een vreeselijke botsing en de arme dame die in het wagentje zat is gewond. Ik ben bang dat zij er heel slecht aan toe is. Gaat u alstublieft dadelijk mee?" „En die gekwetste dame?", vroeg Harding. „Is zij op het Huis?" „Ja, ja, zij is op het Huis", ant woordde zijn bezoekster ongeduldig. „Ze hebben mij gezegd dat u de dichtst bijzijnde dokter was en ik ben dadelijk weggereden. Misschien hebt u Sir Lu ke wel eens ontmoet, ik ben zelden hier; ik logeer op het oogenblik op 't Huis". „Ik ken Sir Luke oppervlakkig." Harding's toon was koel. Zijn kennis making met Sir Luke Framley was niet van aangenamen aard geweest, daar de beiden heeren sterk van mee ning bleken te verschillen over slecht- gebouwde huisjes, waarvan Sir Luke eigenaar was. „Dus die dame in het huis van uw broer is zwaar gewond?" „Ik geloof dat ze stervende is." Me vrouw Derfield's stem trilde. Het is vreeselijk zoo wit als haar gezicht is en zoo moeilijk de ademhaling gaat. Ik heb nog nooit iemand zien sterven." „Goed, antwoordde Harding op grimmigen toon. „Ik zal met u mee gaan." Hij pakte vlug enkele benoodigdhe- den in een zwarte tasch en zwijgend opende hij de deur en liet het kleine dametje uit; steeds zwijgend volgde hij haar naar de lichtblauwe auto die voor zijn deur stond. Evenals de be zitster was de) auto klein en smaakvol en de kleur paste bij het zachte blauw van haar japon en het blauw van haar oogen. Maar Harding had lang gele den opgehouden om notitie te nemen van de kleur van vrouwenoogen; be halve de vrouwen, die als patiënten bij1 hem kwamen vermeed hij zorgvul dig de leden van het andere geslacht. De opmerkingen die zijn begeleidster gedurende den rit maakte beantwoord de hij zoo kort mogelijk en Anstice Derfield, die een dergelijk gebrek aan 20-50et. per ons ze er zelf toe gepresfwerden aan het bestudeeren van het vraagstuk. Erg eenvoudig blijkt dit niet geweest (maanden verstreken tenminste) tot eindelijk vorige week werd afgekondigd dat de „medezeggingschap" voor het personeel der socialistische pers wei. dra zou beginnen. We plaatsen het woord medezeggingschap tusschen aanhalingsteekens, want wat men de kameraden verstrekt, heeft evenveel van medezeggingschap weg als 'n knol van 'n citroen, De geheele zaak komt hierop neer, dat by voorname kwesties een delegatie uit het personeel haar meening daarover mag zeggen en met die meening zai dan „ernstig rekening gehouden worden". Dat is alles! Ook by de roode bedrijven zal de directie de leiding houden, moeten houden, wyi dit niet anders kan om den wagen op den weg te houdenmet twee stuurlieden op den bok gaat dit nu eenmaal niet. Van anderen het onmo gelijke eischen is een klein kunstje. Zoodra men evenwel inplaats van critiek een voorbeeld verlangt, dan wordt 'n toontje lager gezongen. a/tijd mooi door Men moet zijne advertenties, plaatsen in een blad dat veel verspreid en ook gelezen wordt. aandacht niet gewend was van een celein, haar auto voorbeeldig bestuur- het bleek onmogelijk om met zoo'n brombeer een gesprek te voeren. Har ding moest overigens zijns ondanks er kennen, dat het kleine dametje naast hem, niettegenstaande het feit dat zij er uit zag als een beeldje van fijn por- celein, haar auto voorbeeldig bestudr- de en toen zij de hekken van het park inreden, dwong iets hem om te vragen: „Waarom bent u mijzelf komen ha len?" „Omdat ik, toen zij die arme stakker binnengedragen hadden, juist kwam aanrijden en toen hen ik direct naar u toegekomen, 't Was de vlugste ma nier!" Toen zij klaar was met spreken, stopte de auto voor de voordeur; de dokter stapte uit, belde en werd di rect binnengelaten. „Breng de dokter naar de dame, die straks binnengebracht is", zei mevrouw Derfield tegen den bedien de, en Harding die den man door de hall volgde, werd in een rijk gemeu belde kamer gelaten, vermoedelijk 't boudoir van een dame. Op een rust bank tegenover de deur lag een stille gestalte; daarnaast stond een oudere dame, in wie de dokter juffrouw Crotch herkende, de huishoudster van Sir Luke; een uitdrukking van groote opluchting kwam op haar ge zicht toen zij Harding zag binnenko men. „Goddank, dat u er bent, dokter", zei ze. „Ik was bang dat u te laat zou zijn. Ze is al ver heen". Wordt, vervolgd. De Echo van het Zuiden, faalwpsclie en Langstraatsche Courant, jfc....„„iiiiiniiniiiiiiint

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1930 | | pagina 1