DE ECHO VAN HET /UITEN
««"Abdijsiroop
Stop vlug
dien GRIEP-aanval
TWEE HE BLAD.
lets omtrent de Hervormde Kerk aan
de Haven.
door
J. van der Hammen Nicz.
XXIII.
Wij willen nu trachten duidelijk te
maken hoe ruim anderhalve eeuw ge
leden gehandeld werd met een predi
kant, die om zijn buitensporig gedrag
was ontzet van den dienst der kerke.
In 1772 was n.l. te Waalwijk komen
wonen Ds. Johannes Antonius Aemi
lius, vroeger predikant in Suriname.
Den 27 Maart 1774 trad hij de verga
dering van den kerkeraad binnen en
gaf de volgende stukken ter lezing
over
1. „Een acte van demissie van den
„kerkeraad van Amsterdam van den
„7 October 1771, welke verklaarde
„hem, Ds. Aemtlius, voor ontzet te
„houden van den dienst der kerke te
„Suriname, onder ernstige bestraf-
„finge van zijn buitensporig gedrag
„geduurende zijn verblijf te Parama
ribo en hartelijke vermaning tot een
„opregt berouw én dadelyke verbete-
„ring des levens, zonder zijn E. even-
„wel gecensureert te hebben".
2. „Een extract uyt de notulen
„des classis van Zuid-Holland, gehou
den binnen Dordrecht den 29 en 30
„October 1771, behelsende:
„a. Dat Ds. Aemilius op vertoo-
,ning van voornoemde resolutie van
„de E. classis van Amsterdam ge-
„vraagt had of het zijn E. volgens die
„resolutie vrystond het bondszegel
„des H. Doops te bedienen, b. Een be-
kentmaking, dat voornoemde clas-
„sis, zoo veel hy onder hun opzicht
„behoorde, hem niet anders kon be
schouwen dan als een predikant, die
„van den H. dienst ontzet is en dien
„volgens meent, dat hy zig behoorde
„te onthouden van de waarneming
„van eenig deel der H. bediening, als
mede van alle gebruyk der H. bonós-
„zegelen, zoo lang zijn zaak blyven
„zal in den staat, waarin zy thans is.
3. „Een brief door zijn E. gezon-
„den den 17 April 1773 aan de E.
„classis van Zuid-Holland binnen
„Dordrecht, waarin zijn E. van de
„handelingen des E. classis van
„Dordrecht, aan wiens voorgestelde
„meening tot hiertoe zig gedragen
„had, nadere elucidatie verzocht, als
„mede, zoo de E. classis van Dord
recht zijn regter is, van, nu af aan
„door deselve classis gestelt te wor-
„den onder 't opzigt van den WelEer-
waarden kerkenraad van Waalwijk.
4. „Eindelijk een missive aan zyn
„WelEd. door den scriba van de clas-
„sis van Dordrecht geschreven den
„20 April 1773, waaruyt blijkt, dat de
„classis blijft inhaereren haar voor
tgaande resolutie: latende zy (dit zijn
„de eigen woorden) UwE. voorts over
„aan het noodige opsigt van den Wel
eerwaarden kerkenraad van Waal-
„wyk en de WeiEerwaarde classis
„van 's-Bosch, als onder welke Uw
„Eerw. tüans wegens syne residentie
„sorteert".
Nadat bovenaangehaalde beschei
den door den kerkeraad waren gele
zen, verzocht Ds. Aemilius of de ker-
keraadsleden hem van nu ai' onder
hun opzicht wilden nemen, aan welk
verzoek met algemeene stemmen werd
voldaan. Dientengevolge werd hem zes
en een halve maand later, n.l. den 9
October, de volgende attestatie ver
strekt:
„De heer Jan Anthony Aemilius,
„gewezen predikant op Paramaribo,
„van ons verzogt hebbende een getui-
„genis van zijn gedrag en wandel on-
„der ons, zoo verklaren wy, onderge-
„teekenden, by dezen: dat zyn E. zeer
„neerstig is geweest in het waarne-
„men van den openbaren godsdienst,
„en nadat zijn E. op vertooning eene»
„briefs van de eerwaarde classis van
„Zuid-Holland verzogt had, onder het
„opzigt van den kerkenraad dezer
„piaatse te worden gestelt en aange
nomen, zig (zoo veel wy weten) in zoo
„verre onberispelijk gedragen heeft,
„dat wy geen zwarigheid zouden maa-
„ken Z\jn E. tot het gebruyk van des
„H.H. avondmaal toe te laten, indien
„de E.* classis van Zuid-Holland be
liefde hare meening, dat zijn E. zig
„daar yspi behoorde te onthouden, in
„te trekken en aan zijn E. daarvan
„bewijs, te laten toekomen". (Volgen
de handteekeningen der kerkeraads-
leden).
Deze attestatie zond Ds. Aemilius
aan de classis van Dordrecht, waarop
deze den 1 November 1774 het volgen
de schrijven richtte aan den Waal-
wijkschen kerkeraad
WelEerwaardige Heeren en
Broederen,,
In onze classicale vergadering, ge
houden den 25 en 26 October laatst
leden, ingekomen zijnde een brief van
den heer J. A. Aemilius, vergezelt van
een attestatie van den Eerw. kerken
raad van Waalwijk, heeft de Wel-
Eerw. vergadering my gelast U Wet-
Eerw. per missive dank te zeggen,
dat U WelEerw. in deze zaak niets
gedaan hebt zonder toestemmen on
zer vergadering, en voorts U Wel
Eerw. te berigten, dat onze classis uit
aanmerking van al het gepasseerde
met den heer Aemilius en in conside
ratie nemende, hoe hy in zynen brief
aan deze vergadering niet de minste
teekenen van berouw of eenige bely-
denis van leedwezen geeft van zynen
vorigen wandel, voor zig zeiven eenige
zwarigheid maken zoude, eer zy hem
tot het gebruik des H. Avondmaal
toeliet; maar indien de kerkenraad
van Waalwijk voor hun geen zwarig
heid maken hem daar aan toe te la
ten, dat de E. classis het zelve wel ly-
den mag. Ik meene dus aan den
last, my opgelegt, voldaan te hebben,
en hebbe de eer, na U WelEerw. Godc
en den woorden Zyner genade aanbe
volen te hebben, my met achting en
Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden.
TWEE DEUGNIETEN.
Ja. waarlijk, 't was een open plek,
Waar zij zich nu bevonden.
Een veld. waar ook geen halmen meer,
Slechts korte stoppels stonden.
Ze konden nu naar links en rechts,
Ver om zich henen kijken.
Behoefden voor de halmen nu,
Niet telkens uit te wijken.
Ze waren beiden in hun schik,
En wat zoo lang zij zochten,
Dat heerlijk graan, zij hoopten vast,
Dat zij het hier vinden mochten.
Zoo was het ook. 't Gemaaide graan,
Lag op den grond gespreid
Hier was voor belde haantjes nu,
Een heerlijk maal bereid.
En bij het maaien waren ook,
Veel korrels dik en rond,
£>oals ze nooit nog zagen tkuis,
Gevallen op den grond.
Die pikten ze nu maar daad'lijk op.
Ze deden zich te goed.
Ze smulden maar naar hartelust,
Wanter was overv oed
Zij merkten niet, toen zij daar zoo,
ja 't veld te smullen liepen,
Dat aan den rand van 't korenveld,
Twee groote mannen sliepen.
Die mannen hadden na hun maal,
E«n poosje rus» genomen.
Dm na den arbeid lang en zwaar,
Eens heerlijk te bekomen!
Een zak met brood lag dicht bij hen,
Geopend op den grond,
En 't leek wel dat die groote zak,
Bewaakt werd door een... hond.
De haantjes hadden niets bemerkt,
Zij bleven smullen maar.
Zij liepen vlug en vroolQk rond,
Niet denkend aan gevaar.
Wordt vervolgd.
DE GEBROKEN RUIT.
Zoo, ben je weer terug uit het
Zuiden, mevrouw Roodborstje, zei de
oude appelboom.
Ja, daar ben ik weer, antwoord
de zjj, na een heerlijk bad genomen
te hebben aan de oevers van het meer
tje. Mijn man en ik kwamen een paai
dagen geleden al hier terug, maar wy
zijn nog steeds op zoek naar een plek
je, om ons nestje te kunnen bouwen.
Want, vervolgde ze met een knipoogje
naar links, de spreeuwen hebben ons
nest ingenomen, dat wij verleden jaar
gebouwd hebben. Maar, je moet niet
denken, dat wy het erg vinden, want
het nest was al oud en het dak lekte,
maar zoodoende hebben we nog steeds
geen nieuwe woning ontdekt.
Nu, antwoordde de appelboom,
als je wilt kun je gerust je nest in
mijn takken maken, de andere vogels
doen dat ook.
Dat is wel heel vriendelijk van
je, hoor, antwoordde mevrouw Rood-
broederlyke genegenheid te onder
schrijven. (Geteekend; Ludóvicus
Kluit, predikant te Zuid-Beierland en
scriba der classis).
Daarop werd, op verzoek van Ds.
Aemilius, den 7 December deszelfden
jaars kerkeraadsvergadering belegd,
op welke hy ootmoedig verzogt, dat
deze E. vergadering beliefde hem tot
het gebruik van des Heeren H. Avond--
maal toe te laten, betuigende een hart
grondig leetwezen over alle immer
meer gegevene ergernissen, 't zy aan
wien of waar ter plaatse, met harte-
lyke smeekbede om door Gods geest
bekwaam gemaakt te worden tot een
heiligen wandel, zig tot dien einde
ook aan de voorbidding van deze ver
gadering aanbevelende.
Dit verzoek werd door den kerke
raad ingewilligd, maar deze drukte
Ds. Aemilius op het hart om door een
heilig gedrag van de opregtheid zyner
betuiging bewyzen te geven. Geduren
de het tijdsverloop van 7 December
1774 tot 14 April 1776 ontving hij, op
verzoek, nog vijf kerkelijke attesta
ties, alle min of meer op elkander ge
lijkende: den 16 April 1775, den 18
Juni, den 1 October, den 10 Januars
1776 en den 14 April 1776 en den 14
April 1776, waarvan de laatste aldus
luidt:
De WelEerwaardige heer Johan
Anthony Aemilius, gewezen predi
kant van Paramaribo, zig van hier
zullende begeven naar Legden ter
waarneming van den predikdienst,
van ons verzogt hebbende het noodig
getuigenis van zijn gedrag en wandel
onder ons, zoo verklaren wy onder-
geschrevene het diensaangaande op
den 10 January laatstleden gegeven
getuigenis, door zijn Eerwaarde aan
den Hoog Eerwaardigen Deputatis
Synodi van Zuid-Holland vertoond,
m alles tot heden toe te vernieuwen,
met bede, dat Gods goede Geest zijn
Eerwaarde geduurig geleide, de be-
dagtzaamheid der Heiligen bestendig
over hem de wagt houden en deszelfs
predikdienst Gode aangenaam moge
wezen en met eenen ruymen zegen
voor zig en degenen, die hem hooren
zullen, agtervolgt worden.
Ruim vier en een half jaar lang
moest Ds. Aemilius dus boeten voor
zijne in Zuid-Amerika begane mis
slagen. En welke waren deze? Tot
mijn spijt moet ik het antwoord op
die vraag schuldig blijven. Ondanks
de vele aanteekeningen over hem in
de handelingen van den Waalwijk-
schen kerkeraad geboekt, wordt er
nergens met bepaalde woorden ge
zegd, wat zijn misdrijf was. Zou het
zoo erg geweest zijn, dat het niet
mocht worden genoemd? Ik kan het
moeilijk gelooven, want de aanteeke
ningen daarvan ademen geen vijandi-
gen of bitteren geest. Maar waarom
wordt er dan geen bepaald feit ge
noemd? Waarom alleen gesproken
van zijn buitensporig gedrag en gege
ven ergernissenWas het overspel?
Dronkenschap? IJdele vragen! Ik ben
wijlen Dr. E. Laurillard te Amster
dam veel dank verschuldigd voor de
vriendelijkheid, waarmee hij de re-
borstje, maar ons nestje is lang niet
zoo sterk als dat van de meeste an
dere vogels en wij moeten eigenlijk 'n
vogelhuisje hebben om ons nestje in
te kunnen maken.
Dan weet ik een plekje, dat voor
jullie geknipt is, zei een heel zacht
stemmetje.
Het bruine huis, dat vlak bij de uit
gespreide takken van den appelboom
stond, had het gesprek tusschen den
boom en mevrouw Roodborstje afge
luisterd en vervolgde nu:
De kinderen hebben een tijdje
geleden by mij op den zolder gespeeld
en Bobby, die aan het ballen was,
gooide precies zyn bal door het raam
heen, zoodat de ruit natuurlyk brak.
Ik ben er zeker van, dat het gat in de
ruit groot genoeg is voor jou om in
en uit te vliegen en vlak tegenover de
ruit is een balk, waarop je prachtig
je nestje zou kunnen bouwen.
Wel bedankt, zei mevrouw
Roodborstje vriendelijk en weg vloog
ze.
Eenige weken later op een Zater
dagmiddag, kwam de eigenaar van 't
bruine huis uit de stad naar huis toe
en had onder zijn arm een heel dun
pak. Zijn vrouw en de kinderen kwa
men lachend hem tegemoet, waarop
mevrouw zei:
Zoo man, heb je nu eindelijk 'n
ruit meegebracht om in het zolder
raam te zetten?
Meneer maakte het pak open en
haalde er een ruit uit, welke hij met
een doek afwreef, tot ze blonk als 'n
spiegel, waarna hy voorzichtig de zol
dertrap opliep.
Moeder had nog slechts één knoop
aan de blouse van Bob gezet en de
oudste dochter had nog slechts één
bloem op een kleedje geborduurd en
Bob en zijn zusje hadden nog maar
6 maal de bal naar elkaar toegegooid,
toen vader weer beneden kwam met
de ruit weer in zijn handen. Hy
wendde zich tot moeder en zei:
Ik kan de ruit er niet inzetten.
Waarom niet?, vroeg moeder,
haar naaiwerk neerleggend.
De oudste dochter liet haar bor
duurwerk even rusten en Bob en zijn
zusje vergaten te ballen van belang
stelling.
gisters van den Amsterdamschen ker
keraad omtrent deze zaak heeft nage
zien; toch was dat onderzoek vruch
teloos: zelfs de naam van Ds. Aemi
lius wordt er niet genoemd.
(Wordt vervolgd).
tfe uilkdootbraak te Nieuw*
KuijK op 3U December lÖBu.
Voor de Borst"
ABDIJSIROOP-BONBONS (Gestolde Abdijsiroop!
Ja, zei Vader, ik geloof, dat het
T beste is, als wy met ons allen maar
eens even naar den zolder gaan, dan
kunnen jullie zelf zien waarom niet.
Zoo gingen zij nu allen achter el
kaar de zoldertrap op en stonden wel
dra vlak voor het raam met de gebro
ken ruit. Vader wees op den balk
recht tegenover het raam en daar
ontdekten zy nu een heel klein en
teer vogelnestje, waarin vier kleine,
kale roodborstjes lagen, die waar
schijnlijk pas een dag of twee oud
waren. Ze deden hun snaveltjes wyd
open, want ze dachten natuurlyk, dat
zij eten kregen. Juist kwam er een ge
fladder door het raam en even later
kwam moeder Roodborstje naar bin
nen, haar bekje vol voedsel voor haar
kindertjes. Zij schrok erg toen zij al
die vreemde menschen daar bij haar
kindertjes zag en vloog angstig pie
pend heen en weer.
Kom, zei Moeder nu, laten wy
naar beneden gaan, want het vogeltje
is zoo geschrokken van ons allemaal.
Wel, zei vader, toen zij allemaal
weer beneden waren in de huiskamer,
vindt je het zelf ook niet beter, dat
wij maar wachten met de ruit in het
zolderraam te maken, tot de vogeltjes
groot zijn, of zal ik het raam maar
wel maken?
O neen, riep Moeder, en groote
zus, zoowel als Bob en kleine zus rie
pen in koor: o neen.
Oplossingen van de vorige week.
1
Laat de linkerhand niet weten,
wat de rechter doet.
2
Zondag
ommen
naar
den
an
g
3
v
één
lorre
verhaal
braam
aar
I
Nieuwe Raadsels.
1
Ik ben een spreekwoord van 29
letters.
3—4—2122 godsdienstig gebouw
10—9 17 6 25 maat voor natte
waren
16 1 12 sprookjesfiguur
28—27--3 ligt langs onze groote
rivieren
26 14—15-5 hiermede droogt
men de ramen
13 23—7—26 2 plaats in de Betuwe
8 11 beteekent „reeds"
18—19—20 17 tegenovergestelde
liefde
29—10 lengte maat
2
Op de kruisjeslijn van links naar
rechts en van boven naar beneden
ben ik een modern vliegtuig,
xxxxxxxxx het gevraagde woord
xxxxxxxx j mgensnaam
xxxxxxx plaats in Zeeland
xxxxxx plaats aan de Zuiderzee
xxxxx plaats in Z— Holland
xxxx plaats In de Betuwe
xxx voorzetsel
xx voorzetsel
x medeklinker
3
Welke sleden kan men uit onder
staande letters maken.
GEN VILSINS
ARPERSPEME
MADEGNIPA
OUDERS, LEZEN UWE KINDEREN
ONS JEUODHOEKJE?
No.
8. Zaterdag 24 Jan. '31. 54e Jrg.
Na het eerste verslag talen wij thans
volgen üe berichten uit „Be Ecno" van
li januari lööi, waaruit ue omvang van
ue ramp reeus meer naar voren Koinl.
Sedert onzen tocht naar de doorbraak,
waarvan wy onzeii iezeis in ons vorig
nummer een zoo getrouw mogeiyk vei-
siag gaven, is ue toestand üaar veel ver-
anuerd. Toen vemeeruen er nog veie
menscnen in levensgevaar, die sedert
uoor uen opolierenuen moed van ver-
scnilienue siouimoeuige menschenvrien-
uen, van een wissen uooü zyn gyred.
Zonuagocntend waren, voor zoover
men non nagaan, alien, uie zich nog in
en op nutzen, op noot- of korenmyien
bevonden, aigehaaid en op veiliger piaai-
sen genracin; ook veel vee, dat men ver
toren waanue, is nog henouden. Zatei-
uag waren door de op net terrein aan
wezige soldaten, tenten opgeslagen, Waai
veten den nacnt in dooinracnten; dit
was voorat een goede maatregel om zien-
ten te voorkomen, die anuers door de
groote opnooping van menscnen in en
kele nuizen, uie nog watervry waren,
onvermyueiyk zouden uitgebroken zyn.
in een nuts o.a. overnacniten driehon
derd personen.
Wat ue toestand der gemeente zelve
hetreit, die is anerongelukkigst. Aan de
iNoordzyde is, vanai net nuis van den
Ueer Loetl, tot aan de iaan van net kas
teel van ünsenoort, om zoo te zeggen,
geen ènkei gebouw onhescnadigd; ver-
scniilenae zyn geneel tngesiort, andere
gedeeneiyk; zens de nieuw gebouwde
kerk en toren toopen groot gevaar. Om
aue mogeiyke ongelukken te voorkomen
Uy eene mogetyke instorting van uen
toren, zyn aue nuizen tn ue nabijheid
uer kerk geevacueerd, terwijl net ge-
houw zeti zooveet mogelijk Uoor het aan
brengen van zandzakken gesteund is. Be
Nooruzyde der straat ligt hyna X meter
lager uan de Zuidzyde, hierdoor ont
staat een sterke strooming, die tusscnen
de huizen diepe geuten vormt, waardoor
oe fondamenten onuermynd worden.
In de Peperstraat, voor de doorbraak,
zyn 17 huisjes Uoor den stroom medege-
sieurd.
Bet water valt, maar de circulatie
wordt zeer bemoeilijkt door de zand
banken, die zien overal tusschen de geu
ten bevinden. Be doorbraak zelve is gis
teren opgemeten en gebleken 161) meier
lang te zyn. Be heringing zai een lengte
hebüen van 600 meter. Vele materiaien
daarvoor zijn reeds aangevoerd; daar er
echter nog geen ballast genoeg was, is
men nog niet kunnen beginnen.
Levensmiddelen waren in voldoende
hoeveelheden aangevoerd; er ontbrak
echter vaatwerk en zout om het vieesch
dat gescnikt was voor consumptie, te
zouten; door de goede zorg der commis
sie te Waalwyk is een en ander ver
schaft.
Onmogelijk is het op te geven, hoe
veel vee is omgekomen. Gelukkig echter
zyn vele menscnen, die men reeds dood
waande, nog in leven. Voor zoover men
meent zeker te weten, zyn drie men-
schenlevens te betreuren.
Gister heeft de Commissaris der Ko
ningin de doorbraak bezocht en zich
nauwkeurig op de hoogte van den toe
stand gesteld. De geruenten, die hebben
geioopen omtrent den dood van een 10-
ial personen, vonden hunnen oorsprong
in het volgende
Verleden Donderdag waren twee Bos
sche schippers met een bootje bezig
menschen uit hunne woningen af te ha
len. In dit bootje beVönden zich L. Mid
delkoop met vrouw en 2 zoons, Jan de
Hoog met vrouw, Lourens van Iersel en
vrouw, deze laatste was blind. De boot
met deze tien personen werd door den
hevigen stroom tegen een struik omver
geworpen. De geheele familie Middel
koop en een der schippers klemden zich
aan de omgeslagen boot vast en dreven
zoo weg; vrouw van Iersel verdween
spoedig in de diepte; zij is niet meer
gezien en zonder twijfel verdronken;
vrouw de Hoogh, die zich een korten
tijd aan haren man vastgeklemd hield,
dreef weg tot aan de gemeente Haar
steeg en is daar tot ieders verwondering
levend opgevischt en hersteld. De Hoogh
en van Iersel hebben anderhalf uur tot
aan den hals in het water gestaan, zich
vasthoudende aan takken van een haag,
om niet door den stroom te worden mee
gesleept, terwijl een der schippers zich
zwemmende op een hopeest redde. De
familie Middelkoop en een der schip-
Griep is een ziektetoestand, die door
Abdijsiroop op een bijzondere wijze wordt
bestreden. Abdijsiroop houdt de ontwikke
ling en het verder razen yan een
griep-aanval tegen, door de taaie slijm -
bezwangerd met ziektekiemen - uit te
drijven. Abdijsiroop kalmeert het hoesten,
verzacht de plekken, die ruw en rauw
zijn In Uw keel, en Uw gestel ondervindt
den gunstigen invloed. Onovertroffen bij
Hoest - Griep Bronchitis - Asthma.
Alom verkrijgbaar. Prijs Fl. 1.50, Fl. 2.75, Fl.4.50
Gebruik buitenshuis Abdijsiroop-Bonbons
(60 cl.). Dan bespoedigt Ge Uw genezing.
pers werden gered door H. van Son en
M. Siegers, terwijl de overigen zijn ge
red door de schippers G. Nuyens en H.
Goorens uit Doornburg en N. den Dui-
zer uit Dussen.
In Vlijmen, Haarsteeg en Hoeven en
Elshout staat nog veel water, de toestand
is er nog allertreurigst; daar zijn wel
geen huizen verwoest, maar de men
schen lijden er veel gebrek, vooral aan
kleeding en deksel. Uit 's-Bosch, Heus-
den, Gorinchem en Waalwyk worden le
vensmiddelen naar die plaatsen gezon
den. Te Heusden zijn ongeveer 300 nood
lijdenden uit de overstroomde gemeen
ten opgenomen, benevens een groot aan
tal stuks vee; het magazijn der waters
noodcommissie aldaar is goed voorzien,
deze beijvert zich dan ook ondersteu
ning te zenden, overal daar zij kan on
derstellen dat hare hulp noodig is.
Groote moeilijkheden ondervond men
door gebrek aan booten en geschikte
schippers. Hierin is thans voorzien; uit
Gorcum zijn 10 booten met een flinke
bemanning aangekomen.
In het Land van Heusden en Altena
lijdén de bewoners mede veel van het
water, doch hebben nog eenigszins
wijkplaats op de dijken om vee, enz., te
bergen. Te Drongelen zijn ongeveer 15
huisgezinnen voor het water moeten