OEM VAN ZUIDEN BIJ Hoesten T 'V f ;e 4 4 Zaterdag 14 Maar! *31. 64» Jrg. TWEEDE BLAD. EN iets omtrent de Hervormde Kerk aan de Haven. Toestand dier Kerk rond 1800. door J van der Hammen Nicz. XXX Willen mijne verdere opstelletjes over dc YVaalwijksche Hervormde Kerk op eenige degelijkheid, volle digheid en vooral betrouwbaarheid aanspraak maken, dan kan ik niet 200 dadelijk met den „Franschen tijd" beginnen, maar ben ik verplicht eeni- „e jaren terug te gaan en den lezer in vluchtige trekken een beeld te geven van de uitwendige gesteldheid dier kerk vóór 1795. Hierbij zij opgemerkt, dat veel vaii wat van Waalwijk zal gezegd worden, ook in beginsel van toepassing is op de meeste, andere plaatsen van Staats-Brabant. Uit mijn opstel over „Kerkelijke tauien te Besoijen" verschenen in den eersten jaargang van „Taxandria" ai in „Archief voot Nederlandsche Kerkgeschiedenis" blijkt, dat de Hervormde kerk aldaar gedurende ge- ruimen tijd alle tienden onder die ge meente op één na in eigendom heeft bezeten. Die waren haar echter gege ven onder voorwaarde, dat uit de op brengst dier tienden in de eerste plaats alle reparatiën aan het kerk gebouw moesten geschieden. In Waal- rijk men bedenke, dat Besoijen in Holland lag en Waalwijk na 1648 tot de Generaliteit behoorde was dat anders. Daar heeft de Hervormde kerk, voor zoover mij bekend is, nim mer tienden in eigendom bezeten, en bezat zij die ook niet in het jaar 1768. Daarom was zij echter nog niet ge heel misdeeld. Want uit een resolu tie van den Raad van State, gedagtee- kend 3 Februari 1768, leeren wij, dal de herstellingswerken aan de kerk en tien toren, die niet uit de gewone ker- kefondscn konden gevonden worden, door eene gedeeltelijke opbrengst der onder Waalwijk gelegen geestelijke iienden 1) moesten geschieden. Ge-r woonte was dan, dat de rentmeester der geestelijke goederen dat wai-, m 1768 en later Verster, resïdeerende te 's-Hertogenbosch met een kun dig „werkbaas" de „defecten" aan ge noemde gebouwen kwam opnemen de begrooting der kosten opmaakte en de openbare aanbesteding deed. Dat herstelling van een en ander toen een dringende eisch was, blijkt duidelijk uit den slechten toestand, waarin de toren in 1761 verkeerde. Hij was zoo bouwvallig, dat men alge meen beducht was voor instorten. Bij den minst hevigen wind kwam haast niemand ter kerke, en wie het ge vaar durfde trotseeren, zat den gan schen duur der godsdienstoefening beangst en bevreesd rond te kijken, In 1763 werd de toren hersteld en werd later nog meermalen gerepa reerd. 2). Dezelfde resolutie van 3 Februari 1768 leert ons ook, dat het onderhoud vein het orgel, het tracktement van den organist, de vacatie der ouderlin gen naar de classicale vergaderingen te 's-Hertogenbosch niet door de ker- kcfondsen werden betaald, maar - wat kenmerkend is voor den tijd, toen Kerk en Staat ineenvloeiden - uit een personeelen omslag over de gansche gemeente. Deze „ongerecht vaardigde" verplichtingen waren toen maals een geruimen tijd niet nageko men, waarom de totale vergoeding, die het burgerlijk bestuur van Waal wijk in 1768 aan de Hervormde kerk meesters moest uitkeeren, de voor dien tijd zeer aanzienlijke som van 2360 gulden en 8 stuivers bedroeg. Tevens werden de kerkmeesters en diakenen in meergenoemde resolutie gelast, voortaan tot bovengenoemde doeleinden geene betalingen meer te doen, maar die over te laten aan de gemeentekas. Uit eene andere resolutie van meer- gemelden „Raad", dateerende van 3 April 1776, komen wij tevens te we ten, dat de gelden voor het onderhoud der muren om het kerkhof, het hek ken en de haspels krammen) in de muren geplaatst, de jaarlijksche belooning van den dorpsdienaar voor zijn oppassen tijdens de godsdienst oefeningen en eene dito aan de straal veegster langs het kerkhof, mede door den magistraat 3) moesten gele den worden. Bovendien leeren wij uit andere kerkelijke bescheiden, dat ook de verwarming der kerk in den win ter en de beroepingskosten, d.w.z. de kosten van de Gedeputeerden der Classis, ten overstaan van wie de pre- Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verbod en. TWEE DEUGNIETEN. 'I Was al duister om hem henen, Daardoor kon hij dus niet zien. wie 't was, die op hem afkwam. Was 'I een vijand weer misschien Toch 't geluid dat daar gemaakt werd Klonk bekend hem in het oor, Zou ik heusch mij niet vergissen, 't mijn makker die ik hoor luist voor hij zich opgericht had, Om te speuren in het rond, Zag hij duidelijk zijn makker, Ole daar hijgend voor hem stond. .Hé", sprak deze, «Is dat loopen, Vluchtte voor een leelljk beest. Oat daar eensklaps op mij aankwam Weet niet, wat het is geweest. Maar gelukkig in het donker, jw k ontsnapt. Tot mijn pleizier, J'od ik jou nu op dit plekje, 'el mij eens, wat doe je hier .Wat een vraag", sprak nu de ander, •Had jij maar je plicht gedaan. Jas iy, toen ik in den nood zat, «aar niet op den loop gegaan. [oen die hond boos op mij aanvloog, lJi toen liet je me In de steek wat heelt hij ml] gebeten, "oen nog heelemaal van streek. dit wil ik je wel zeggen, zoo gauw maar als ik maar kan, weer naar huis ga; want dat zwerven onsch, ik heb genoeg er van. ll jij soms verder zwerven, Praa,ie' heb ik genoeg, kt°uw "ad zal ik niet meer luisteren naar huls hoor, morgan vroeg." .Hoor eens", sprak de andere haan' 'k Oeloof toch dat je één ding vergeet' jij toch was het, die wou gaan vluchten' Doe niet of je 't ntet meer weet. (Wordt vervolgd.) .«Het verborgen geluk!" (Vervolg.) De arme kereltjes verveelden zich gruwelijk, want 2ij zaten zoo ver van elkaar af, dat zij niet praten konden. Die kleeremaker was of schoenmaker bracht stilletjes wat werk mt3. Het mocht wel niet, maar ach, men sprak er niet over. Maar de kabouters die een zwaarder vak beoefenden konden niets doen en zij moesten dus werke loos terneer zitten. Zoo verstreken maanden en jaren na den dood van het prinsesje. De hoofdman der kabouters werd al oud en dikwijls dacht hij er over na of hij het geheim van .Woudvrede" maar niet liever aan zQn ministerraad zou vertellen, want wat zou ermeegebeo ren als hij eens plotseling dood ging HQ moest toch zorgen dat ook zijn opvolger met het geheim bekend zou zijn. Maar dan herinnerde hij zich weer, dat het prinsesje uitdrukkelijk ver klaard had dat slechts hij alleen er mede bekend mocht zijn. Het was een heel moeilfjk geval voor den armen kabouter—hoofdman en den laatsten tijd piekerde hfj er dag en nacht overMaar zie, zooals het meer gaat, kwam ook deze zaak op eens en eigenlfjk geheel In orde. Op een mooien zomerdag slenterde een nog zeer jonge man over den hierweg, die langs «Woudvrede" dikinteu werden beroepen, uit de ge meentekas betaald werden. Arme ge meentekas Dat aan bovengemelde verplichtin gen der geestelijke tiendheffers niet alleen te Waalwijk, maar wellicht in gansch Staats-Brabant zeer onregel matig en zeer onwillig werd voldaan wat ons zeer natuurlijk voorkomt, wanneer wjj bedenken, dat de Roomsch-Katholieken aldaar de groot ste meerderheid uitmaakten en zij dus ook moesten „dokken" voor za ken, die hun niet aangingen en hun niet het geringste voordeel aanbrach ten blijkt duidelijk uit het den 16 Januari 1778 door de Staten-Generaal gegeven „Plakaat, concerneerende het vernieuwen, reparceren en onderhou den der kerken met hetgeen daartoe behoort ten platten lande van Staats- Brabant", waarvan ook een afschrift berust in het kerkelijk archief van Waalwijk. Dit plakaat, negen artikels bevattend en dus te lang zijnde om hier afgeschreven te worden, komt ge deeltelijk op het volgende neer: De S*aten-Generaal na terloops gewag gemaakt te hebben van de bekende „Edikten of Ordonnantiën van de Aartshertogen Albert en Isabella van den 28 Maart 1611 en 2 October 1613, op dat subject (n.l. de Tienden) ge maakt", naar welke men zich ook hier te lande tot 1769 reguleerde, en tevens er op gewezen te hebben, hoe die Ordonnantiën ten aanzien van Oostenrijks-Bralmnt (België) bij eene nieuwe wet van den 25 September 1769 door Oostenrijk vernietigd en de verplichtingen der geestelijke tiend heffers zwaarder gemaakt waren bevelen het volgende: 1. De contributie tot het bouwen, repareeren en onderhouden der ker ken ten platten lande, en van de daaraan vast zijnde gebouwen, met al le hetgeen daartoe behoort, de predik stoelen, zitbanken, vloeren niet uitge zonderd, mitsgaders van de torens, voor zooveel dezelve op de kerken of daaraan vast staan, en van de thiendklok 4), schoon hangende in een toren, die op zich zeiven en van de kerk afstaat, in het district van Bra bant, is een last wezendlijk aankle vende en leggende op de geestelijke Tiend ens. 2. Die verplichting is subsidiair en daaraan behoeft alleen voldaan te worden voor het geval, dat dé kerke- fondsen te kort schieten. 3. Tiendheffers, zoo uitheemsche voerde. HQ had alles in de wereld door een ramp verloren en hQ was dus arm en alleen overgebleven. HQ Hep daar doelloos voortonverschil lig van den eenen dag in den anderen levende en in de zoete hoop, dat et nog eens een gunstige verandering in zQn lot zou komen. Oplettend speurde hij overal de omgeving na of hij wel licht een ridderkasteel ontdekte, want dan zou hQ zich daar aanmelden om dienst te nemen als page of lans knecht als het niet anders kon. En zoo gebeurde het dat deze jon gen de eerste sedert eeuwen was die het prachtige slot «Woudvrede" ont dekte. Gelukkig zuchtte hQ eindelQk een kasteel, eindelQk een kansje om eens een paar nachten niet onder den blooten hemel te slapen. Vol hoop liep hQ met flinke passen in de richting van het kasteel, maar wie schetst zijn verbazing toen hg daar plotseling den kabouter Zegenrijk op een boomstruik zag zitten suff;n. Ka bouters waren lieden die men zeker niet eiken dag ontmoette en het is dus geen wonder dat onze jonge vriend een kreet van verwonderiing slaakte. Verschrikt sprong ZegenrQk op «Wle ben je riep hQ In de groot ste verwarring. .Falkon van Bremervoorde, ant woordde de jongen. Ik zoek naar een kasteel om er dienst te kunnen nemen als page of lansknecht. «Dan ben je hier verkeerd aange land, want in dit kasteel kent men pages noch lansknechten. Falkon lachte ongeloovig en riep «Kom, gQ dwerg, gij wtl mQ mls^ leiden 1 In welk kasteel zou men geen krQgslieden kennen Ga op zQ en Iaat mQ doorl «Sta... als het leven u lief is 1 brulde nu opeens ZegenrQk terwQI hij woe dend opsprong en zich gereed maakte voor een gevecht. Maar dit was te veel voor den sterken en vrooIQken Falkon. HQ schaterde het alt en sloeg zich de handen bQna op de knieën stuk, zoo grappig vond hQ het kleine kereltje daar voor hem, dat trachten wilde hem te weerstreven. HQ dacht er echter niet aan met hem te gaan vechten stel je voor dat hQ het mannetje eens pQn zou doen. Dat zou hij vanzelf heel laf vinden. Hoe weinig besefte Falkon wat een kabouter eigenlijk Is! Slechts een klap zou hij ZegenrQk hebben kunnen ge- ven, dan zouden er dadclQk meer dan als inheemsche, die met documenten bewijzen kunnen, dat hunne tienden nimmer in handen van geestelijke personen of corpora geweest zyn, zijn van deze verplichting vrijgelaten. Deze aanhalingen uit genoemd pla caat zijn voor ons doel voldoende. (Wordt vervolgd). Aan tee keningen 1). In het Placaat van de Staten-Ge neraal der Vereenigde Nederlanden, d.d. 56 Januari 1778, waarvan in dit opstel meer gewag zal worden gemaakt, worden „geestelijke tienden", in niet heel mooi Nederlandscb, aldus gekarakteriseerd: Geestelyke Tiendens, dat is, op alle Tien- dens in het generaal en zonder onder scheid van wat aard, natuur of qualiteit dezelve ook mogen zijn, en zonder dat tot de geestelijkheid derzelve geven of nemen kan, of die door geestelyke per sonen of gestigten, dan by laicate of we reldlijke personen thans worden beze ten, of op wat wyze dezelve geacqui- reerd zijn, uytgezondert alleen op zoo danige Tiendens, waarvan de posses- seurs den Regten genoeg zullen kunnen bewyzen, dat ze nimmer in handen van geestelijke personen of corpora geweest zijn. In de eerste plaats waren geestelijke tienden dus Rijkstienden, in de tweede plaats heerlijke en in de derde plaats personeele tienden. Dat ook de Heer of Vrouw van Waal wijk een gedeelte zijner of harer tienden moest missen, blijkt uit de resolutie van 1776, waarin o.m. staat; om soo ugt 's Lands Tiendens. als uyt die van den Heer of Vrouw van Waalwijk ieder pro rata van hetgeen deselve in de ver pondingen contribueeren en dus op den selven voet, soo als in gevolge van haar Ed. Mog. resolutie van den 24 Febr. 1763 de kosten van de ter dier tijd aanbestede reparatien aan den toren gevonden zijn. 2). Dat door die tijdelijke en niet af doende reparatiën de toren wel eens van vorm veranderde, behoeft geen betoog. En nu is het ook verklaarbaar, dat de afbeelding van den Waalwijkschen toren uit de 18e eeuw, berustende in de ver zamelingen van het „Genootschap van Kunsten en Wetenschappen" te 's-Her togenbosch, die vaak voor valsch is aan gezien, heel wat afwijkt van den huidi- gen toren. Ik begin meer en meer tot de overtuiging te komen, dat die afbeelding wel degelijk echt is. 3). Magistraat schepenen en bur gemeesters. 4). Met dé tiendklok (gewoonlijk een kleinere naast de grootere luidklok han gende) werden door den vorster de tiendverpachtingen ingeluid. ia iiMiiiiiim Zij, die zich met ingang van 1 April op dit blad abonneeren, ontvangen de tot daartoe ver schijnende nummers GRATIS, Julzend woedende kabouters uit alle holen uit den grond zQn opgerezen om hun aangevallen vriend by te staan. Gelukkig dus maar dat Falkon zoo edelmoedig dacht. Waarom wilt gQ mQ tegenhou den. vroeg hQ vriendelijk. Is er U zoo. veel aangelegen dat ik niet op dit kasteel kom Inderdaad, Falkon, antwoordde Zegenrijk, ik bewaak met drie mijner vrienden deze burcht in opdracht van onzen hoofdman Edelhart. GQ zult in het kasteel niets vinden, dat wil zeg gen geen menschen, en dus kunt ge er ook niet page of lansknecht wor den want gij zoudt geen ridder hebben om te dienen. Maar waarom bewaakt gQ dan dit kasteel als er toch niemand woont? Dat weet ik nietbekende Zegen rQk openhartig. Wat, dwaze dwerg, riep Falkon in de grootste verbazing, gQ weet het niet eens waarvoor gQ op wacht staai? Zooals ik zeide: ik weet 'tniei! WQs mQ den weg naar Uw hoofdman Edelhart! riep Faikon nu opgewonden, hem zal ik vragen welk geheim er in dit kasteel verborgen is. Van hém wil ik hooren waarom gQ zoo scherp de wacht houdt voor een burcht die onbewoond is. Zeg het. vraag ik U. waar is Edelhart te vinden Edelhart zal U niets van dit kasteel vertellen weest daar verzekerd van, maar hQ zai U gearne ontvangen en spreken, want hQ is zooals zQn naam luidtn.l. edel van hartLoop hier recht uit het land in en klop drie maal op den stam van den eersten boom dien ge ziet. Denk er aanklop met Uw rechterhand. Met een vaarije verdween Falkon in de richting van het bosch. Dat zou hQ hebben I Een gesprek met een ka bouter-koning. Hij liep wat hij kon en een paar minuten later stond hQ voor een kolossalen eikenboom, Vroo- IQk hief hQ de rechterhand op, balde zijn vuist en klopte driemaal vlug achtereen tegen den stam. Het kloppen hoorde hij niet eens. maar binnen in den boom scheen men het wel ge hoord te hebben, want opeens ging den stam open en hoorde Falkon een stem roepen, die hem aankondigde dat hQ kon binnentreden. Nieuwsgierig stapte Faikon den donkeren boom In. DadelQk sloot de stam zich weer ach ter hem en op heizelfde oogenblik werd het binnenste van den eik door beider lampenschQnsel verlicht. Wordt vervolgd. en ziek door gevatte koude, alsmede Mi pijnen van velerlei aard, zullen een van de hieronder genoemde Mljnhardt's Poeders U spoedig heipenMijnhardt's Hoestpoeders - Qrieppoeders. Hoofdpijnpoedel s. Ver- koudheidspoeders. Kiespijnpoeders. Maagpoeders. Rheumatiekpoeders. Op poeders en doos staat de raam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop t Prijs per poedei 8 ct.en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw drogist. GEMEENTERAAD. DRUNEN. Openbare vergadering van den Raad der gemeente Drunen, gehoudrn op Woensdag 11 Maart, des nam. 7 uur ten Raadhuize. Voorzitter de Edelachtb. heer Mr. R. J. Th. van der HeQden. Afwezig de heer van Bladei. Aan de orde: 1. Beëediglng van L. van Drunen, benoemd lid van den Raad. In handen van den Voorzitter legt de heer van Drunen de vereischte eeden af. De Voorzitter wenscht het nieuwe lid geluk mei zijn benoeming en durft vertrouwen dat hQ in den korten tQd dezer zittingsperiodie, die nog resteert, veel goeds voor de gemeente zai doen. De heer van Drunen dankt, en zegt toe zQn daarvoor best te zullen doen. 2. Ingekomen stukken. Procesverbaal van kasopneming bij den gemeente—ontvanger SchrQven van Ged. Staten, waarbQ te kennen wordt gegeven, dat aanvul ling der zekerheid door den Gem. ontvanger niet onmiddellQk, doch eerst binnen een door den Raad te bepalen termQn moet geschieden. B. en W. stellen voor een nieuwe verordening vast te stellen op het beheer van het gemeentelQk elektrici teitsbedrijf. Vroeger was de PNEM steeds uitvoerster, doch thans is dit niet meer het geval, en B. en W>. achten het dan ook juist in verband met de aanstelling van een nieuwen administrateur noodig dat een zekerheid gesteld wordt. B. en W. stellen voor te bepalen dat de administrateur, Indien hQ meer dan f 500 in kas heeft, dat meerdere in de kas van den gem. ontvanger moet storten. Bovendien zal hij voor zQn indiensttreding een zeker heid van f 1000 moeten storten. De beer van Drunen vraagt of de candidaten biermede op de hoogte gesteld zijn. Oplossingen van de vorige week, 1 Oeen grooter plaag dan lui en traag, 2 dansmuziek amsterdam noordzee sittard moesel uilen zool lep el k 3 bruin brood pruim strik traan Nieuwe Raadsels, 1 Ik ben een spreekwoord van *7 letters. 28—29—8—9—15 wordt in veel plaatsen gehouden 135—19—17—22 stad In Oos- tenrQk 2-12-33-27-21-30-31 plaats in Zeeland 4-24-35-36-42 rivier in Z Holland 38-17-34-14-16-25 - 41 doet een hond 44—46—18—27—47 plaats in Utrecht 11—13—20 een afsluiting 23—39—37—27 plaats in Zeeland 6—40—43—26 krQgt men als men zich bezeert 10—45—32 maakt de kuiper 2 Vorm uit onderstaande een stad In N.—Holland. MOENNINKNAD 3 Van links naar rechts en van boven naar beneden ben ik een plaats in West—Indië. xxxxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxxxx hoofdstad van Nederland xxxxxxxx plaats in Limburg xxxxxxx geeft men aan den arme xxxxxx beteekent .nevelig" xxxxx roofvogel xxxx koningin der bloemen xxx boomsoort xx Insect x klinker No.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 5