iBTop HEERENBAAI zachte en geurige rooktabak, f 'T *I£RIC No 36. Zaterdag 2 Mei 1031. 54e Jrg. TWEEDE BLAD. jets omtrent de Hervormde. Kerk aan de Haven. Toestand dier Kerk rond 1800. door J. van der Hammen Nicz. XXXVII. Na de inlijving van ons land bij Frankrijk werd het in 8 departemen ten verdeeld: Zuiderzee, Monden van de Maas, Monden van de Schelde, Monden van den Rijn, Opper- of Bo- ven-IJsel, Monden van den IJsel, friesland en Ooster- en Wester-Ems. Elk departement was verdeeld in ar rondissementen, kantons en gemeen ten. Aan het hoofd van een departe ment stonden een prefect en een on derprefect en aan het hoofd eener ge meente een maire. Het kanton en de gemeente Waalwijk hoorden onder 't arrondissement Den Bosch en onder het departement van de Monden van den Rijn. Tot Gouverneur-Generaal over ons land werd door den keizer aangesteld lebrun, hertog of prins van Plaisan- ce, een welwillend grijsaard, die naar den zin van Napoleon wel wat al te toegeeflijk was. Bij zekere gelegen heid, dat Lebrun met klachten van de Hollanders bij den keizer aan kwam, snauwde deze hem toe: Ik zal doen, wat het welzijn van mijn rijk cischt, en de kreten van onzinnige lieden zullen mij niet ophouden; het gepeupel wordt niet met streelen ge leid. Gehoorzaamheid eisch ik, ver staat gijl en laat de Hollanders dat wel weten. Er werd een soort van „staatsbank roet" vastgesteld, waarbij de renten tot op een derde terug werden ge bracht tiërceeringwat een groot financieel verlies voor vele burgers beteekende; terwijl in 1811 de zoo gehate conscriptie werd ingevoerd. Volgens arrest van den prefect van de Monden van den Rijn, Frémin de Beaumont, d.d. 15 Juni 1810, moes ten alle gemeentebesturen in handen van den schout den volgenden eed af leggen: Je jure obèissance aux con stitutions de 1'Empire et fidêlité a l'Empereur. Ook de geestelijken wa ren verplicht hoewel aan die ver plichting uit den aard der zaak ta melijk onwillig zal zijn voldaan 'n eed af te leggen en wel den volgen den: Je jure et promets a Dieu sur les saintes Evangiles de garder obèis sance et fidêlité au gouvernement, ctabli par les constitutions de l'Em- pire Franqais. Je promets aussi de n'avoir aucune intelligence, de n'as- sister a aucun conseil, de n'entretenir aucune ligue, soit au dedans" soit au dehors, qui soit contraire a la tranqui lity publique, et si dans man diocese ou ailleurs j'apprends qu'il se trame quelque chose au prejudice de l'Etat, je le ferai savoir au Gouvernement. Een andere aanschrijving van bo- vengenoemden prefect van 22 Decem ber 1810 legde aan de verschillende gemeenten do volgende verplichtingen op: a. Op 1 Januari 1811 zullen alle functien van de oude gemeentebestu ren, zoowel rechterlijk als financieel, ophouden en de zorg voor de admini stratie zal alleen op de schouders van de maires rusten. b. Het aanleggen van Bevolkings registers. c. Het inschrijven der geboort'c- acten, onder twee getuigen. d. Het inschrijven der huwelijks- acten. e. Het inschrijven der overlijdens- acten. De invoering van den Burgerlijken Stand dagteekent dus van 1 Januari 1811. Dat was een uitstekende maat regel. Ingevolge dien maatregel 1 waarschijnlijk ook voor het gemak werden de gemeenten Waalwijk en Besoijen over de jaren 1811 en 1812 administratief met elkander veree- nigd, wat o.a. te zien is aan de ge boorte-, huwelijks- en overlijdens- acten over die jaren, welke van beide gemeenten in één band zijn geregis treerd. Dan moesten alle oude doop-, trouw- en begrafenisboeken van vooi 1811, die tot nog toe onder de pas toors, predikanten, kerkeraden of kosters hadden berust, op de gemeen tehuizen gedeponeerd worden. Daar aan werd echter niet algemeen vol daan. De Hervormde kerk van Be soijen gaf alleen over de oude doop- en overlijdensregisters en behield de trouwboeken. De Hervormde kerk van Waalwijk gaf over de doop- en trouw boeken en liet de begrafenisboeken in haar archief rusten. De pastoor van Waalwijk deponeerde enkel de doopregisters ten raadhuize, terwijl de trouwboeken op de pastorie bleven berusten. Door den brand van 1824, waarbij ook het Waalwijksche raadhuis met alle gemeente-archieven in de vlam men opging, gingen al die kostelijke bescheiden, behalve de R.K. trouw boeken, voor de gemeente verloren. Een zeer gewenschte en nuttige maatregel zou zijn, dat thans alle nog op de verschillende pastorieën of in de kerken berustende doop-, trouw en begrafenisboeken werden gedepo neerd op het Rijksarchief te 's-Herto- genbosch, waar ze een veilige bewaar plaats vinden en op een gemakkelijke manier geraadpleegd kunnen worden. Nadat in 1814 na de Fransche I overheersching, waartoe ik verder 't zwijgen doe Willem I tot souverei- nen vorst van Noord-Nederland ge huldigd en in het volgende jaar tevens koning van België geworden was wer den in 1816 de Protestantsche kerk genootschappen hier te lande zooda nig geregeld, dat de Hervormde kerk, in plaats van onder de vroegere pro- vinciale Synoden, gesteld werd onder I ééne Synode, elf provinciale besturen, classen en ringen. Waalwijk ressor- j teerde van toen af onder het Provin- ciaal kerkbestuur van Noord-Bra bant. 1) In het begin van 1819 werden door koning Willem I aan den Heer Staats raad, Gouverneur der provincie Noord-Brabant, de volgende opdrach ten gedaan: 1. Het onderzoek om trent de kerkgebouwen, torens, pasto rijen en schoten, tot welker jaarlijksch onderhoud het Domein als geestelijke tiendheffer is verpligt; 2. een gelijk onderzoek omtrent de erfpachten, uit gangen, renten, chijnsen, thijnsen en diergelijke prestatiën aan gemeenten, gestichten, corporatien, diaconien, armbesturen, enz., welke naar de be staande wetten aan dezelvcn door het Domein zijn verschuld3. om met de bevoegden uit zoodanige gemeenten, waarin kerken, torens, pastorijen en scholen worden gevonden, die een ge deelte van 's Rijks Domein uitmaken, ;n onderhandeling te treden omtrent de overgifte der gemelde gebouwen aan die gemeenten of kerkgenoot schappen. In verband met die opdracht be rusten in het kerkelijk archief een 20-tal stukken, van 1819 tot 1828, die ons vrij duidelijk doen zien, hoe ein- lelijk de Kerk behoudens het uit betalen van de traetementen der pre dikanten geheel van den Staat werd gescheiden en een zelfstandig Li chaam met eigen administratie is ge worden. Het is mijn voornemen niet stuk voor stuk te behandelen, maar 'n korte trekken hoop ik den inhoud der voornaamste bescheiden mede te deelen. Den 17 Februari 1820 werd ten raadhuize van Waalwijk de onder staande overeenkomst gesloten: „Tusschen den heere Staatsraad, „president van Raden en Rekenmees- ,leren der Domeinen, gerepresenteerd „door den heer van Harencarspel „Eckhardt 2), directeur van de Regis tratie en der Domeinen in de pro vincie Noord-Brabant, ter eenre, „En Adranus Vermeulen 3), presi- „dent en secretaris van de kerkelijke „commissie, en Johannes Andries „Wilhelm 4), in kwaliteit van kerk- „meesteren der Groote of Parochiale „kerk, gelegen in de gemeente Waal- „wijk, alle wonende te Waalwijk, ter „andere zijde, is, onder tusschenkomst „van Adrianus Johannes Antonius Knijper 5), burgemeester, Hendricus „Jacobus Leenaarts 6) en Hendrikus „van Dijk 7), gecommitteerde leden „uit het gemeentebestuur van Waal- „wijk, en onder het toezigt van de „Ed. Groot Achtbare heeren Mr. A. „J. Borret 8) en Mr. J. H. Sassen 9), „gecommitteerde leden uit de Gede buteerde Staten der provincie „Noord-Brabant, het volgend accoord, „onder hoogere definitieve goedkeu- ving, aangegaan: „Art. 1. „In plaats van de verpligtingen, „welke het Bestuur der Domeinen, ECHTE FR1ESCHE SEDERT 1753 20-50cf. per ons „als geestelijke tiendheffer van de „Tienden, geheven wordende binnen „de gemeente Waalwijk, met betrek king tot het opbouwen, vernieuwen, „repareeren en onderhouden van de „parochiale kerk, toren, enz., binnen „de gemeente Waalwijk, overeenkom stig het Plakaat van H.H.M.M. van „den 16 January 1778, moet vervul- „len, zal aan de Contractanten ter an- „dere zijde, in eens bij wijze van af- „koop, worden uitgekeerd: „1. een somme van twee duizend „gulden in kontante penningen; „2. van een kapitaal van vier dui- „zend gulden in Werkelijke Nationale „Schuld ten laste van het Rijk, ren- „tende2.5 pCt., welk laatste ten name „van de Fabrijk der kerk van Waal- „wijk op het Grootboek zal worden „ingeschreven, en waarvan de inte rest den 1 January 1820 zal ingaan, „in de vooronderstelling, dat het Do- „mein bestuur tot de helft van het „onderhoud is verplicht. „Art. 2. „De Contractanten ter andere zijde ..accepteeren de in art. 1 vervatte be malingen, en tegen het genot en effect „van dien verbinden zich de Contrac tanten ter andere zijde, om het be- stuur der Domeinen, ter zake in ge legd artikel omschreven, nimnwr- „meer in Regten of daar buiten te „zullen aanspreken of bemoeijelijken, „als renuncieerende zij wel expresse- „lijk van alle hoegenaamde aan- „spraak, welke tegen het bestuur der „Domeinen, als geestelijke tiend- keffers, in eenig hoegenaamd op- „zicht, op grond van het Plakaat van „den 16 January 1778 en andere op gevolgde Decreten en Besluiten, in „werking hebben kunnen gebragt f, worden. „Art. 3. „De in art. 1 gedesigneerde beta- „ling en overschrijving zullen binnen „drie maanden na de definitieve „goedkeuring van dit contract, tegen „behoorlijke kwitantie, in handen „van de Contractanten ter andere zij- „de of hunne eventueele representan ten moeten worden gedaan. „Aldus onder hoogere approbatie „gecontracteerd binnen de gemeente „Waalwijk op den 17 February 1820". (Volgen de handteekeningen) Bovenstaande overeenkomst werd den 18 April 1820 door den koning bekrachtigd, van welke bekrachtiging het kerkbestuur den 21 Mei bericht ontving door middel van een uiterst vriendelijk schrijven van den toenma- ligen directeur van de Registratie en Domeinen in de provincie Noord-Bra bant: van Harencarspel Eckhardt. Uit het hier boven afgeschreven contract blijkt dus klaar en duidelijk, dat niet alleen de kerk aan de Haven, maar ook de toren op die kerk voort aan het eigendom der Hervormde ge meente zouden zijn en blijven. Het uurwerk op den Zuider-zijbeuk, waarvan ik niet precies weet, wan neer het daar werd aangebracht, is echter altijd het eigendom der bur gerlijke gemeente geweest. Den 13 September 1920 werd dooi den Staatsraad, Directeur-Generaal voor de zaken der Hervormde kerk, aan de kerkmeesters autorisatie ver leend, om het achterstallige tracte- ment van den predikant over de ja ren 1811, 1812 en 1813 aan dezen uit 'e keeren. Tevens werd bij Koninklijk Besluit van den 25 April 1821 be paald, dat de Registers van kerkbe sturen en kerkelijke ontvangers in de noordelijke Provinciën, op denzelfden voet als in de zuidelijke, achtervol- aens het decreet van 30 December 1809, vry van het zegelrecht zouden (Wordt vervolgd). Aanteekeningen: 1). Bij de nieuwe grondwet van 181a verkreeg het vroegere Staats-Brabant, in 'egenstelling met de provincie Zuid-Bra bant, den naam van Noord-Brabant, bij welke nieuwe provincie ook werden ge voegd sommige streken, die vroeger bi] Holland behoorden, n.l. het land van Hensden en Altena, een groot deel der Tanc/straat VlijmenBaardwijk, Besoijen, Gapelle, Waspik, Baamsdonk en Geer- 'ruidenberq), benevens Sprang, Vrijhoe- nen-Capelle, 's-Gravemoer en eemge streken bewesten Geertruidenberg, gren zende aan het Hollandsch Diep. (Zie oude kaarten van vóór 1815). 2). Francais van Harencarspel Eck hardt was 28 April 1784 geboren, werd later inspecteur-generaal van de regis tratie, het kadaster en de loterijen te 's-Gravenhage en overleed te Assen in 1842 als Gouverneur van Drente. In 182a werd hij in den Nederlandschen adel stand verheven. Zijn zoon huwde een nicht van Mr. J. H. Sassen, hieronder vermeld. 3). Adrianus Vermeulen, geboren te Loon-op-Zand, zoon van Gerrit Vermeu len en Petronella van Kleef, was ge huwd met Jenneke de Rooij en overleed te Waalwijk in 1840 als oud-notaris. 4). De familie Wilhelm, die zich thans hier en elders verspreid heeft, vestigde zich in de eerste helft van de 18e eeuw uit Duitscliland te Waalwijk. 5). Burgemeester Kuijper was in 1783 te Den Haag geboren uit het huwe lijk van Johannes Ernestus Kuijper en Antonia Barbara van Loenen, huwde met Hendrika Siermans en overleed te Waalwijk den 24 Juni 1832. 6). Geboren te Waalwijk in 1768 uit het huwelijk van Henricus Lennaarts en Anna Vermaas, was gehuwd met pudula van Linden en stierf te Waalwijk, den 8 Nov. 1845. 7). Hendrikus van Dijck, geboren te Waalwijk 1778, koopman in wijnen, zoon van Hendrikus van Dijck en Maria Eli sabeth van M'erlo, gehuwd met Adriana Wilhelmina Thijssen. Hij overleed te W. 15 Mei 1829. Zonder schriftelijke toestemming is eenlge overname uit deze rubriek verboden. DE WONDERREIS VAN KNIP EN KNAP. Op een mooien zomeravond, In het groote Rotterdam, Was het Knip, die daar zijn vriendje, Knap, al wandelend tegenkwam. Deze knapen telden leder, Dertien jaar ternauwernood. Maar, wat meer gebeurt, zij dachten Wij zijn nu toch haast al groot. 't Schoolgaan kon hun slecht bevallen, 't Leeren was voor hen geen pret. Dikwijls moest hun meester vragen: Heb je weer niet opgelet? Maar wat meester hun vertelde, Werd gewoonlijk niet gehoord. En nog nimmer hadden zij zich, Aan vermaning ooit gestoord. In gedachten waren beiden, Knip en Knap ver van de school. Als de andere kinderen leerden, Dachten zij aan pret en jool. Als een enkele maal de meester, Eens vertelde een reisverhaal, ja, dan wisten zij van luisteren, Wel het best van allemaal. a, dan waren de ooren open, -eefden met 't verhaal zl] mee, )at hen voerde in gedachten, Over land en over zee. Reizen was hun lust en leven; Verre, vreemde landen zien, Waar de stoomboot hen zou brengen, Naar Amerika misschien I Hoe zij droomden, hoe zij dachten, Onze vrienden Knap en Knip.e ,„im. Hoe zij hoopten eens te varen, Op zoo'n groot en prachtig schip. Hoe ze zwierven langs de havens, Hunkerden om mee te gaan, Met zoo'n schip, niets bleef hun over, Dan aan wal te blijden staan. Wordt vervolgd. POESEN TE LEEN. Eens op een stormachtigen winter avond, zoo tegen het einde van Fe bruari, liep Oilj^je tegen den guren Noorderwind in, en keek uit naar een plekje waar ze rustig den nacht kon doorbrengen. Maar alle deuren van de huizen waar ze langs liep waren stevig afgesloten en het leek haar, alsof ze zich dien nacht tevreden zou moeten stellen met een beschut hoekje hier of daar in een der tuinen. Ze besloot echter eerst nog even door te loopen en zag plotseling een lichtje schijnen door een kelderraam, dat open stond. In minder dan een oogenblik had Qrljsje den sprong gewaagd en be- landde in een grooten ruimen kelder, waar de kachtl van de centrsle ver warming heerlijk brandde. Toen even later Klaas, de man, die speciaal voor den kabel zorgde, met een gevulden kolenbak terugkwam, zag htj G<l]sje op haar gemak voor de warme kachel zitten, druk bezig haar toilet te maken, want xe vond, dat zs er in deze om geving keurig uit moest zien. Nu trot te het, want Klaas was een goedhar. (ge man en daarbij komt nog, dat hl] veel van poesen hield. Qrljsje scheer dat dadelijk gemerkt te hebben, wam tij liep vlug naar hem toe en gaf hem steeds maar kopjes tegen zijn beenen en spon heel hard alsof ze zeggen wilde.Dag meneer, mag ik hier olijven, het is hier zoo heerlijk warm*. Klaas bukte zich, streelde het poesjt een paar maal en zei, dat ze een heei lief poesje was. Toen wreef hij eens over zijn kin. trok zijn vooHuofd li rimpels en bedacht, wat hij met die lieve kleine poes moest aanvangen, want in het groote huis was het streng verboden, een poes; hond oi kinderen mee te brengen. Na een paar minuten over de zaak te hebben nagedacht haalde hij een oude kist te voorschijn en zocht tusschen oude lappen een wollen jumper te voorschijn, legde die in die kist, daarna zette htj Qrljsje er in, die hem een likje op zijn hand gaf en met vriendelijke stem„Dank je wel", zei. Klaas haaide een schotel jr met melk en brood en liet Qrljsje alleen. Den volgenden morgen toen Klaas weer in den kelder kwam en Qrljsje nog steeds in de kist lag, ging nlj naar haar toe en toen htj haar aaide, ontdekte hij twee heel kleine grijze poesjes vlak bij Qrljsje Klaas vond dat zoo aardig, dat bi] vlug naar boven naar de keuken ging en tegen de keukenmeid vertelde, wat daar be neden in den kelder was gebeurd. Hei resultaat was, dat zij goed vond, dat Qrljsje en haar kindertjes in de kamer van Klaas mochten wonen en de klein1 jes zoowel als Q ^sje zelf werden dik en glanzend van de goede verzor ging, die ze kregen. Klaas beweerde tegen de keukenmeid, dat er op de heele wereld niet zulke mooie en lieve poesjes waren dan de zijne, vooral toen zij hun oogjes openden en pro beerden uit de kist te klimmen om over den vloer te rollen en met elkaar te stoeien. Maar dit alles is pas het begin van de geschiedenis. Eens op een dag kwam de eigenares naar be neden en klopte bij Klaas, die juist vrij was en met zijn poesjes speelde, aan de deur. Klaas had in lederen arm zoo'n klein scha'je en deed de deur open, toen hfl tot zijn schrik mevrouw rag. Zij vergat een oogenb tk alles wa> rij ooit over poesen had gezegd en riep verheugd uit: „O, wateenprach iige diertjes zijn dat. ze lijken wel op Heine fluweelen balletjes met hun heerlijke zachte huidjes. Morgen kom* een van mijn klein—kinderen een poosje logeeren, zou ik de poesjes morgen boven mogen hebben, zoodat mijn klein-dochter er mee kan spelen Klaas haastte zich zijn blijdschap te toonen en beloofde ze morgen ztll boven te brengen. En zoo begon het uttleenen. Bijna lederen morgen kon men na dien tijd Klaas zien met twee kleine poesjs op zijn arm en Grijsjf er achter aan, om ze dan weer een dagje hier en dan daar uit te leenen. De heele buurt was dol op het stelletje en het gebeurde heel vaak dat Klaas moest zeggen: .Het spijt me heel erg, maar morgen zijn zij niet vrij, morgen gaan ze naar Mevrouw die of die, maar wilt u ze overmorgen hebben En zoo kwam Klaas 's avonds zijn lievelingen weer halen. Zijn twee kleine poesjes op z^n arm, Qrijsje, weer met hem meewandelende, totdat de kleintjes zoo groot waren en Q ijsje vond. dat ze In staat waren, voor zich zelf te zorgen. Ze liepen 's morgens en 's avonds wel met Klaas mee, maar als hij ze aan een of andere deur had afgeleverd, wandelde Qrljsje met hem weer mee terug, want zij had in de mooiste kamer van het huls nu een prachtige mand gekregen en had door haar vriendelijkheid het hart veroverd van de Mevrouw, die In het huis woonde en die altijd had gezegd, dat ze niet van poesen hield Qrijsje hield heel veel van haar en sprong zoo nu en dan op baar schoot om haar spin. nend te vertellen hoe Hef zfj het vrouwtje vond. Ik ben een spreekwoord van 50 letters: 31—12—13—3 een getal 19-5 6 rivier in DuRschland 19-10-32-35-36-7-2.12-24 25 Belgische landstreek 4-8-15 een getal 46-47-21—22—23 volgt op den dag 1 11 14 lidwoord 16—27- 17—26 een getal 30-35-44-48 gezlchtsdeel 20 33—45 e-iand In de Zuiderzee 29-28-43—50 lichaamsdeel 37 49 lidwoord 5—41 bevroren water Van links naar rechts en vanboven naar beneden ben ik een tijd die we altijd gaarne tegemoet gaan xxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxx tegenovergestelde van geluk xxxxxx een zeer groote ramp xxxxx rivier in Drenthe xxxx tljdsmaat xxx voorzetsel xx verkorte meisjesnaam x medeklinker Nieuwe Raadsels. 1 Van links naar rechts en op de schuine kruisjeslijn komt de naam te [Staan van een stad in Hal 6: x x x x bet gevraagde woord x koningin der bloemen x rivier in Duitschland x een toespraak Oplossingen van de vorige week. 1 'K Paaschdagen Appingedam Australië Susteren Chinees Hating Droog Anna Qas En N e hit een karei beesd n 3 Een schoorsteenmantel* Hoe. I i stil ui r nun. ZVn1 J X

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 5