Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. MïaTfïS rui Zaterdag-Middag KAREL DE MOL. ONTERFD Voor. En dat gaat naar den Bosch toe FEUILLETON Winkelnieuws. Mol Gaat IQ 3l( HEEREN-BAM ZATERDAG 30 MEI 1931. 54e JAARGANG. n G. D komsti» gasthuis iaat heen tien, die enletsd geraak drcikii.ii naar het aarsweg n droge dat het bestuur- ïronder- Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. EERSTE BLAD De Koloniale Tentoonstelling te Parijs. Van Mei tol October a.s. wordt Ie torijs In het Bols de Vincennes zooals tkend een koloniale wereldtentoon- ilelllng gehouden. Reeds vóór den lotlog was er in Frankrijk sprake om ut een dergelijke expositie te komen, aar de laatste koloniale tentoonstelling Frankrijk in 1900 had plaats ge- onden doch de oorlogsjaren maakten, al deze plannen niet ten uitvoer mnden worden gebracht, terwijl ook Ie jaren na den oorlog voor een dergelijke onderneming allerminst ge dikt waren. De landen immers, welke ij een internationale koloniale tenteon- ilelllng belang konden hebben, hadden iel aile veel te druk met hun interne angelegenheden,terwijl in die jaren rankrljk zelf ook niet bij machte was de enorme kosten, welke zoo'n tentoon stelling vanzelfsprekend met zich mede brengt, te dragen. En zoo werd de uitvoering van de plannen tot het houden van een koloniale tentoonstel ling van het eene tot het andere jaar mtraagd. In 1928 werd echter door b! gemeente Parijs besloten, dat de koloniale tentoonstelling in 1931 zou raden gehouden. Een uitgebreid comité, hetwelk tot taak had de ten toonstelling tot in de kleinste onder deden te regelen en voor te bereiden, rad samengesteld, terwijl aan ver schillende landen, met koloniale be- slttingen verzocht werd om medewer- te willen verleenen. Bijna het geheele bosch van Vincennes met zijn breede lanen, vijvers en gazons is als tentoonstellingsterrein aangewezen. De leuze van een geschikt terrein vormde een groote moeilijkheid. Zooals begrij pclljk beslaat de tentoonstelling een geweldige oppervlakte (ruim 110 HA) en een zoo groot open terrein had «en in Parijs en omgeving niet voor banden. Nog even was er sprake van jeweest om de tentoonstelling aan de wers van de Seine te houden, waar Wat U doet weet ik niet, Maar ik koop bij Mol. Bij Mol koopen, Is kwaliteit koopen, Mol is toch voordeeliger, ook in 1925 de expositie van sier en nlj verheidskunst was gestationneerd. Dit terrein had in 1925 echter in hevige mate de ontevredenheid van 'tParijsche publiek gewekt, het ging dus niet aan hier de koloniale tentoonstelling op te slaan. Bovendien zou deze ruimte voor deze expositie ook onvoldoende zijn geweest. Na veel heen en weer gepraat bleek tenslotte het bosch van Vincennes de eenige mogelijkheid. Het bosch heeft dit voordeel, dat 't een prachtig natuurlijk decor levert en daar er Indertijd een bepaling is uitgevaardigd, waarbij het verboden is hoornen te kappen, ligt dus elk paviljoen in een soort .natuurstaat", zoodat't eentonige tentoonsteilingskarakter geheel vervalt. De tentoonstelling is verdeeld in drie afdeelingen, nl. de algemeene afdeeling, het paviljoen der Fransche koloniën en de buitenlandsche afdeeling. Van de vreemde mogendheden, welke hun medewerking verleenen, zijn de voor naamste België, Italië, Nederland, Portugal en de Vereenigde Staten. Tot de algemeene afdeeling behooren de informatie—afdeeling en de afdeeling binnenland, terwijl het grootste ge deelte in beslag wordt genomen door het permanente museum. Reeds lang voelde men te Parijs behoefte aan een koloniaal instituut en daar het een vaste gewoonte is van elke wereld tentoonstelling één blijvend monument te behouden, stond het van den aan vang reeds vast, dat het voor 1931 een Koloniaal Museum zou zijn. Het museum zal tevens een herinnering zijn van bouwkunst van den tegen- woordigen tijd. Het gebouw is ont worpen door den bouwmeester Laprade, Het is een groot wit monument met rondom een zuilengalerij. De hoogte der buitenmuren bedraagt 14 Meteren de frontbreedte 50 Meter. De vier muren zullen de bevolking, fauna en flora van de Fransche overzeesche bezittingen vertoonen. Het inwendige van het museum bevat drie enorme zalen, welke eveneens door galerijen zijn omringd. In deze zalen vinden alle voorwerpen der Fransche koloni sat ie, (welke reeds vanaf 1365 dateert) en in den loop der jaren naar Frankrijk zijn overgebracht, plaats. Tegenover dit museum is de z g. Cité des Informations gevestigd. Op vorige tentoonstellingen werden altijd aan de stands zelf de noodige inlichtingen gegeven en van raad gediend. Thans gebeurt dit uit sluitend in de Cité des Informations. In deze hall van 19.000 vierkante Meter oppervlakte is het verzamelpunt van den kolonialen handel. Hier heeft ook Engeland een stand ingerichtde deelneming van dit land bepaalt zich hoofdzakelijk tot enkele particuliere inzendingen. Ook zijn in de Cité des Informations verschillende restaurants ingericht, een cinema, voor 't projec teeren der koloniale films, welke op geregelde tijden zullen worden ver toond, een post— en telegraafkantoor, alsmede een bibliotheek, welke een uitgebreide lectuur van de exposee- rende koloniën zal bevatten. t Daar er geen directe verbinding be stond tusschen Parijs en het Bois de Vincennes. heeft de directie van de Métro besloten een" speciale lijn aan te leggen, welke begint bij het Opera gebouw en op het tentoonstellings terrein eindigt in een fraai station bij de Cité des Informations. Een bijzon dere attractie van de tentoonstelling is de groote moderne dierentuin welke op het plateau Qravelle is aangelegd, en waar men de wilde dieren in hun natuurlijken staat kan bewonderen. Het was vanzelfsprekend, dat Neder land met zijn rijk koloniaal bezit aan een dergelijke expositie zou deelnemen. Voor het verkrijgen van een ontwerp voor een passend gebouw werd ge lijktijdig zoowel in Nederland als in Ned. Indië een prijsvraag uitgeschreven. Aan die prijsvraag konden deelnemen architecten, die in Ned. Indië werkzaam waren of geweest waren. Een zestal antwoorden kwamen op de prijsvraag binnen. KHTB FOTB50TI 20'SOcupvcm De beoordeelingscommissie bestaan de uit de heeren Ir. Q. C. Bremer, Rijksbouwmeester te Den Haag. Ir. J. F. F. van Hoytema, hoofd van den dienst der landsgebouwen te Batavia, die met verlof hier te lande vertoefde, en Ir. H. von Essen, vroeger architect te Batavia, verklaarden zich eenstem- stemmig voor het ontwerp, hetwelk onder het motto „BaH" was ingezonden. Dit ontwerp bleek afkomstig te zijn van den architect W. j. Q. Zweedjjk te Soerabaia. Het uitvoerend comité van de alge meene commissie voor de Nederland- sche deelname aan de Internationale koloniale tentoonstelling te Parijs kon zich ten volle met dit advies vereeni- gen en noodigde genoemden architect uit om naar Holland te komen, ten einde zijn plannen verder uit te werken. Het Nederlandsche Paviljoen is een architectonisch wonder. De hoog op rijzende torens herinneren sterk aan het Balineesche landschap. De dakvorming herinnert echter meer aan het Menang- kabaausche dan aan het Balineesche. Het interieur herinnert aan de prachtige staatsiehallen, in de kratons van de Maar kom eerst eens bij ons kijken? Voordeelige prijzen gezellig winkelen prettige vakkundige bediening. Koopen Is bil ons een genoegen. lederen middag en avond: RADIO CONCERT. van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch van DOLF WYLLARDE. In de stallen? •Ia.of wat anders. Ik geloof niet dat meneer Sal mon werkvolk gebruiken kan. Waai je het laatst gewerkt? Op L'Opale. Op L'Opale? En heeft meneer Harrel je ontslagen? Neen juffrouw. Meneer Harrel ziek. We zijn vanochtend allemaal Weggegaan. Hij heeft zware koorts. Zware koorts! En jullie zijn al- e®aal weggegaan? Een moment keek het meisje hem llle' bliksemende oogen, trillend van jei°ntwaardiging, aan. Toen zette ze jaar rijdier aan tot galop en was wei- ra in een stofwolk aan zijn oog ont trokken. neger stond haar verwezen, met °Pen mond, na te kijken. HOOFDSTUK VIII. "e "riddag was al bijna ten einde, toen pjj dampende ponny het erf van Pale oprende. Eulalie sprong vlug bet zadel en leidde het dier naar n stal. Daarop liep zij haastig het r over en ging het huis binnen. Bij e deur van Harrei's kamer bleef ze «aan en luisterde. Een oogenblik was het doodstii in de kamer. Toen werd de stilte verbro ken door een zacht gekreun. Gejaagd opende zij de deur en ging binnen. Harrel lag in half-bewusteloozen toestand te bed. Onrustig trok hij aan zijn kussen om een koel plekje voor zijn hoofd te vinden. Toen Eulalie de kamer binnenkwam en op hem toe kwam loopen, schrok hij op. Met van koorts gloeiende oogen staarde hij haar een oogenblik aan en poogde toen op te staan. „Water!", klonk het heesch. Eulalie stond onbeweeglijk voor 't bed. Ze wist niet, wat ze beginnen moest; ze voelde zich verlegen, bij de gedachte aan haar aanwezigheid op J L'Opale onder deze omstandigheden. Het beste was ongetwijfeld om door te rijden naar Trinity en dokter Meil- Iet te halen. Maar Harrel begon op- eens te ijlen, stamelde verwarde woorden en halve zinnen en ze dorst hem in dezen toestand niet alleen te laten. Ik zal je water geven, zei ze zacht. Zij durfde de kamer niet verlaten, uit vrees, dat hij in zijn koortsachtig woelen uit bed zou komen. Daarom gaf zij hem maar wat van het lauwe water te drinken, dat den heelen dag op het tafeltje naast het bed had ge staan. Hij bracht gretig het glas aan zijn lippen, terwijl zij hem met één arm ondersteunde. Ze bleef een poosje naast het bed zitten en zag, dat hij langzamerhand kalmer werd. De koorts scheen af te nemen, maar met haar weinige erva ring op dit gebied, begreep zij niet, dat zijn uitputting voortdurend toe nam. Zij wist nog steeds niet wat te doen: den patient alleen laten durfde ze niet en toch begreep ze, dat er iner dische hulp en medicijnen noodig wa ren. Ze had meermalen gehoord, dat als een Europeaan, die niet aan het West-Indische klimaat gewoon was, overvallen werd door een hevigen aanval van koorts, deze menigmaal fataal bleek. Herstelde *e patiënt, dan herhaalden deze aanvallen zich weliswaar soms, maar toch minder hevig en konden ze meestal met suc ces door kinine bestreden worden. Langzamerhand was het donker geworden. Harrel lag nu vrijwel on beweeglijk in het bed. Ze liep de hall in, vanwaar ze een oog op den zieke kon houden en stak daar de lamp op, een staande lamp van Engelsch mo del, die Harrel uit Londen had mee gebracht en waarvoor zij zelf een rood-zijden kap had gemaakt. Toen het zachte licht-schijnsel zich door de kijmer verspreidde, kreeg ze het warme gevoel, alsof ze in haar eigen huis was. In gepeins verloren, bleef ze een oogenblik in een der vele armstoelen zitten en bouwde lucht- kasteelen. Ze stond even later op en liep de kamer door. Voor de portretten op den rand van de betimmering bleef ze staan en keek er naar; eerst gedach teloos; toen met klimmende belang stelling. Ze had ze daar vaak genoeg zien staan en Harrel had haar op haar vragen verteld, van wie ze waren. Maar het was alsof ze enkele van deze portretten plotseling met andere oogen zag dan vroegernu ze zich, door de omstandigheden ge dwongen, met Harrel alleen in huis bevond, alsof ze hier de meesteres was. De portretten van Harrei's ouders en diens zuster lieten haar onverschil lig. toen viel haar oog op de beel tenis van kapitein Jack Morrence, de ernstige, onverschillige Engelschman, die zooals zij onmiddellijk gevoeld had het tegendeel van bewonde ring voor haar koesterde. Wanneer hij eenmaal van mij houdt, zul je zijn vriend niet meer blijven, zei zij op triomfantelijken toon. Ik wil je hier niet zien! Bah, loop heen met je saai, plechtig ge zicht En zij keerde het portret om. Haar angst om den man, dien ze met een wilde, onbesuisde liefde be minde, het beklemmend-vreemde sa men-zijn met hem in het doodstille huis, dat ze niet durfde te verlaten in den toestand waarin hij nu verkeer de (hij kon immers weer gaan ijlen en in zijn koorts het bed verlaten met de hemel-mocht-weten-wat-voor vree- selijke gevolgen!) schenen het meisje heelemaal uit haar evenwicht te bren gen en haar ongetemde opbruisende natuur steeds heftiger op te zweepen. De ziekelijke gedachte had zich steeds meer in haar brein vastgezet, dat Harrel van haar was, dat zij alles op zij zou schuiven, wat zich durfde plaatsen tusschen haar en hem. In die stemming nam ze het por tret van Barbara Howard op. Harrel had vaag gezegd, dat het „een oude vriendin uit Engeland" was, en ter wijl ze met fonkelende oogen naar de regelmatige, edele trekken van het Engelsche meisje keek, kwam er een wilde jaloezie in Eulalie op. In haar ijdele behaagzucht had ze nooit beseft dat dit meisje een mede dingster kon zijn tegenover haar schoonheid, maar nu vroeg ze zich met schokkenden adem af, of „die Engelsche nuf", zooals ze haar sma delijk betitelde, wellicht niet de oor zaak was, dat Harrel anderhalf jaar standvastig weerstand had geboden aan haar bekoorlijkheden. Ik haat je, fluisterde zij. Jij bent het, die tusschen mij en mijn geluk staatMaar i k wil hem hebben en ik z a 1 hem hebbenJij niet Harrel lag nog steeds onbeweeglijk in zijn bedhij sliep, dacht ze. Zij keek om zich heen of ze iets vinden kon, waarmee ze in haar blinde jaloe zie het gehate portret van haar mede dingster kon vernielen. Verbranden was niet mogelijk, daar er geen stook plaats is in de hall van een West- Indisch buitenhuis. Opeens schoot haar iets anders te binnen. Zij, met haar onevenwichti ge ziel, was zeer ontvankelijk, zooals ook reeds bij het bezoek aan de war me bronnen gebleken was, voor het bijgeloof der inlanders. Zóó vast was zij overtuigd van de kracht van „Obeah", dat zij ook geneigd was om Harrei's plotselinge ziekte daaraan toe te* schrijven, al wist ze niets van de vertooning met de bamboepalen en de flesschen. En als zij op haar beurt de macht had deze geheimzinnige kracht uit te oefenen tegen Barbara zou zij zich daarvan door niets laten weerhouden. Zij zou een bezwerings middel aanwenden, dat ondanks den verren afstand zijn uitwerking op haar mededingster niet zou missen. Zij trok een lange speld met glazen knop uit haar japon en doorboorde daarmede de oogen, de keel en de borst van het meisje op de foto. Toen zocht zij een plekje, waar zij het por tret verbergen kon, want om het re sultaat te hebben, dat zij wenschtte, moest het in huis zelf worden ver borgen. Wordt vervolgd. ^aalwybsche en Langstraatsclie Conran^ De

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 1