ÏSMITSS
r^rr^T^iri
l
Got tegen beorskoers A1AA
|0 OBLIGATIE» O IvU
No. 52. Zaterdag 27 Juni '31. 54e Jrg.
TWEEDE BLAD.
BINNENLAND.
De gemeenteraadsverkiezingen in de
groote steden.
Amsterdam.
Hieronder volgt de verhouding der
verschillende partijen in den nieu
wen raad, waarbij de sterkte der
fractie in den ouden raad is aange
geven
Anti-revolutionnairen 33
Christelijk-hi storisphen 44
Roomsch-Katholieken 77
Vrijheidsbond 45
Vrijzinnig-democraten 23
S.D.A.P. 16—15
Communisten 44
Revolutionair-socialisten 11
Neutrale Middenstandsbl. 3-3
Lijst De Hartogh 10
Rotterdam.
In Rotterdam zijn gisteren bij de
stemming voor de gemeenteraadsver
kiezing uitgebracht 242.964 (in 1927
227.755) geldige stemmen, waarvan
verkregen de Chr.-Hist. 18.359 met 4
(in 19274) zetels, lijst Bouterse 2243,
Vrijheidsbond 34.975 met 7 (5) zetels,
S.D.A.P. 81.458 met 15 (16) zetels,
R.K. Staatspartij 41.758 met 8 (8)
zetels, Rev. Soc. partij (van Burink
c.s. vroeger dissid. comm.) 11.910 met
2 (2) zetels, lijst Haak 598, lijst Core-
mans 1913, lijst van der Heyden 271,
vrijz. dem. bond 5111 met 1 (2) zetel,
comm. partij 4746 met 1 (0) zetel, an-
ti-rev. partij 32.412 met 6 (7) zetels,
staatk. geref. 4239 met 1 (1) zetel,
chr. dem. 270, lijst Morien 2540, lijst
Heydenrijk 34 en lijst Gijsen 100 stem
men.
's-Gravenhage.
In Den Haag zijn bij de stemming
voor de verkiezing van den gemeen
teraad uitgebracht 198.170 geldige
stemmen, waarvan verkregen de chr.
dem. unie 588 (in 1927 geen lijst), de
dem. partij 363 (in 1927 783) vrijz.
dem. bond 11.025 (6210) met 3 zetels,
(2),R.K. Volkspartij 615 (300), re\.
soc. partij 1250 (0), vrijheidsbond
30.521 (27.795) met 7 (7) zetels, anti-
rev. partij 19.635 (17.068) met 5 (4)
zetels, R.K. Staatsp 40.823 (37.414)
met 10 (10) zetels, comm. partij 7139
(5339) met 2 (1) zetel, bond handels-
en bedrijfsbel. 3071 (4368) met geen
(1) zetel, staatk. ger. 993 (1472), herv.
ger. 5807 (9381) met 1 (2) zetel, SDAP
58.346 (52.926) met 13 (14) zetels,
lijst Brandt 296 (0), handeldr. mid-
denst. 483 (0), chr. hist, unie 17.206
(13.629) met 4 (4) zetels.
Eindhoven.
In totaal zijn uitgebracht 32.634
stemmen en wel op R.K. 20.258, anti-
rev. partij 1115, comm. 358, S.D.A.P.
6178, lijst Vaan 102, R.K. Volkspartij
962, lijst van Och 335, christ. hist.
1132, lijst van Horrik 928 ehv.d. 1246.
De nieuwe raad zal als volgt zijn
samengesteld: R.K. 24 (19), anti-rev.
1 (1), S.D.A.P. 8 (4), R.K. Volkspartij
1 (2), christ. hist. 1 (0), lijst van Hor-
rik 1 (1), v. d. 1 (2). De oude raad tel
de 29 zetels, de nieuwe zal er 37 tel
len.
Nijmegen.
Aantal kiezers 38205 (1927: 34550).
Uitgebracht 33597 (30769) geldige
stemmen. De R.K. verkregen hiervan
19816 st., christ. hist. 2172, v. d. 1045,
vrijheidsbond 1530, anti-rev. 815,
comm. 311, vrije candid. 342, R.K.
Volkspartij 1243 en de S.D.A.P. 6582
stemmen.
Aantal leden nieuwe raad 37 (oude
raad 33).
De uitslag is R.K. 22 (19), christ.
hist. 3 (2), v.-d. 1 (1), lib. 2 (1), ant.-
rev. 1 (0), R.K. Volkspartij 1 (2),
S.D.A.P. 7 (8).
Bergenopzoom.
Aantal geldige stemmen 8679 (8272).
Hiervan vex'kregen: S.D.A.P. 1226
(1080), lijst van Tilburg 118 (0), R.K.
3688 (3058), lijst van Eekeren 8 (0),
R.K. Volkspartij 169 (0), V.B. 399
(545), lijst Becht 363 (192), lijst Kie-
wiet 52 (0), A.R. 430 (372), R.K. dis
sidenten 2226 (3025).
Toegewezen zijn: S.D.A.P. 3 (2),
R.K. 8 (7), V.B. 1 (1), lijst Becht 1 (0),
A.R. 1 (1), dissidenten 5 (6).
De R.K. Staatspartij had in 1927 7
zetels, maar nam geen zitting.
Koninklijke K.L.M.—passagiers.
Het komt den laatsten tijd herhaalde
malen voor, dat de K L.M Koninklijke
passagiers vervoert, die gewoonlijk
streng incognito reizen.
Zoo vloog Koning Albert van België
per K.L.M. van Brussel naar Parijs,
terwijl kroonprins Leopold, kroon
prinses Astrid en haar zuster, prinses
Ingrid een veelvuldig gebruik maken
van den K.L.M —dienst.
Ook prins Eric van Oenemarken
maakt bijna uitsluitend gebruik van
het vliegtuig wanneer hij van Parijs
naar Kopenhagen reist.
Het groote vertrouwen, dat deze
Koninklijke passagiers in de Neder-
landsche luchtvaart hebben is onge
twijfeld een goede reclame voor de
KLM.
Beperkt Frankrijk den kolen-invoer?
Frankrijk heeft, aldus het .Handels
blad", het plan VU mtltioéh ton
steenkolenuitvoer uit Nederland te
verbieden.
Een Fransche staatscommissie heeft
n.l. aan den Franschen minister
president geadviseerd om den tegen
Zonder schriftelijke toestemming is eenlge overname uit deze rubriek verboden.
DE WONDERREIS VAN
KNIP EN KNAP.
't Ging flü daad'lijk naar de haven,
Om te zien of het schip er lag,
Naar zij hoorden zou het vertrekken,
's Morgens vroeg den anderen dag.
Nog den heelen dag den tijd dus,
(En zij slenterden wat rond,
Steeds maar lettend op het plekje,
Waar de groote kist nog stond.
Als die daar maar staan bleef,
Tot de avond was gedaald.
Want zij moesten binnen wezen,
tAls die werd aan boord gehaald.
(O, hoe lang die dag toch duurde!
Prettig voelde Knip zich niet.
Dikwijls dacht hij aan zijn ouders,
Djj hij nu zoo achterliet.
Knip fcd niet aan Knap verteld nog,
En hij diWfde het ook niet aan,
Wat hij 's morgens voor hij wegging
Uit zijn huis, nog had gedaan.
Stil had hij een brief geschreven
En daarin had hij verteld:
„*k Ga een groote reis nu maken"
Maar waarheen werd niet vermeld.
„'k Groet U allen'k zal wel zorgen,
Dat ik heel wat krijg te zien,
En dat ik in verre landen,
Heel veel geld voor U verdien.
'k Wou op school niet langer blijven
'k Heb daar nimmer pret gehad,
'k Laat wel spoedig van me hooren.
Uit de een of andere stad.
En toen Knip nu liep te wachten,
Tot de avond vallen zou,
Dacht hij aan zijn beide ouders,
En haast kreeg hij weer berouw,
Zou ik dacht hij Knap vertellen
Dat ik niet duif mee te gaan
Maar voordat hij iets gezegd had.
Sprak opeens zijn vriend hem aan.
(Wordt vervolgd).
woordigen invoer van buitenlandsche
steenkolen in Frankrijk te verminderen
als volgt:
die uit Duitschland en Engeland met
5 pCt.
uit Beig'ë met 25 pCt
uit Polen met .30 pCt.
uit Rusland met 33 pCt.
uit Nederland met niet minder
dan 50 pCt.
De Nederlandsche mijnen exporteer
den in 1930 ongeveer 2'/2 millioen
ton steenkolen naar Frankrijk, zoodat
Nederland plotseling voor niet minder
dan l'/4 millioen ton, een tiende ge
deelte van de geheele Nederlandsche
productie, elders plaatsing zal moeien
zoeken.
Nader meldt het blad, dat Zondag
een vergadering is gehouden van de
ransche mijn-eigenaren met vertegen
woordigers van de Fransche regeering.
daarin werd aan de regeering o.a.
medegedeeld, dat indien het advies
tot licentie-r-vermindering van buiten-
andsche steenkolen niet nog deze week
wordt uitgevoerd, de volgende week
35.000 Fransche mijnwerkers ontslagen
zouden worden.
Naar een medewerker van het
Alg. Handelsblad verneemt zou Woens
dag bij het bureau der Belgische
Kamer zijn gedeponeerd een wetsont
werp, gedateerd van Dinsdag, dat het
mogelijk zou maken om den invoer
van steenkolen en eenige andere pro
ducten in België te beperken.
VAOERLANDSCHE BANK
VOOR BELASTE WAARDEN,
'S-G RAVENNA6E,
met jaarlijksche uitloting.
In de wildernissen van
Noord-Amerika.
(Uit het Duitsch.)
Vertaald door T. de Haas.
I.
Een jonge Dultscher is 3'/ïjaarma
troos op een walvischvaarder geweest
Als de tijd, waarvoor hij zich heeft
aangemonsterd, afgeloopen is en het
voorjaar in 't land komt, verlaat h
zijn schip, dat op een eiland, dat on
geveer 50 Engelsche mijlen westellj
van de monding der Mackenzierivier
gelegen is, overwinterd heeft. Hij wil
probeeren over land San—Francisco
te bereiken.
Eerst sluit hij zich bij een gezel
BUITENLAND.
De Deensche oceaan—vliegers terecht.
De Deensche oceaanvliegers Hillig
en Hobris, over wie, zooals gemeld,
ernstige ongerustheid heerschte, zijn
gistermiddag half zes (M E T.) te
(refeld geland Zij verleiden, te veel
Zuidelijk te hebben aangehouden en
joven de Spaansche kust het vasteland
bereikt te hebben.
Boven Frankrijk en de Ardennen
waren zij den weg kwijt geraakt en
daar hadden zij veel benzine verbruikt.
Zij zijn binnen een uur na hun
landing weer opgestegen en hoopten
Kopenhagen nog voor het vallen van
den avond te bereiken.
De Denen hebben, naar nader wordt
gemeld, verteld, dat zij gedurende den
geheelen overtocht zeer slecht weer
gehad hadden. Ze hadden 23 uur lang
meest op 4000 meter hoogte moeten
vliegen. Gistermorgen vroeg waren ze
door een gat in de wolken lager gaan
vliegen, tot boven den waterspiegel.
Om li uur ontdekten ze land, ver
moedelijk Spanje, waarna ze verder
over Frankrijk naar Krefeld zijn ge
vlogen. Hier deden ze omstreeks 5 uur
een landing om benzine in te nemen
De gemiddelde snelheid gedurende
den tocht bedroeg 180 K.M De beide
vliegers maakten een zeer frlsschen
indruk en gingen op het vliegveld te
Krefeld wat eten. Gedurende den toch
hadden zij zich uitsluitend met cho
colade gevoed.
Een fraaie prestatie van de
oceaanvliegers Post en Gatly.
De Amerikaansche oceaanvliegers
Post en Gatly, die, gister bij Chester
in Engeland een tusschenlanding ge
maakt hebben, zijn naar Wolff meldt,
om 20 30 uur gisteravond veilig en
wel op het vliegveld Tempelhof te
Berlijn aangekomen.
Om 16.45 hadden zij nog te Hannover
een tusschenlanding gemaakt, waar
vandaan ze om 18 50 uur verder
gingen naar Berlijn, vanwaar ze inmid
dels weer naar Moskou zijn vertrokken.
Naar de Engelsche draadlooze dienst
verder meldt, hebben Port en GaOy
een record gemaakt, doordat ze 15 uur
en 48 minuten nadat zij uit Harbour
Grace waren vertrokken, bij Chester
zijn aangekomen.
Het record stond op naam van de
Engelsche vliegers Sir John Alcock en j
Sir Whitten Brown, die in 1919 24
minuten langer over den overtocht
hebben gedaan.
De voorjaarszaaicampagne in Rusland.
Op 15 dezer was het plan voor de j
voorjaarszaaicampagne voor 89 6 pCt. j
van het plan vervuld Dat maakte 100 8 j
pCt. van het plan van verleden jaar j
uit. Bezaaid zijn 93 006.000 H.Aj
waarvan 57.295 000 door de kolchozy,
27 342 000 door het particuliere bedrijf
Vereenigde Staten in overeenstemming
te brengen met de belangen van de
mogendheden, van wie men nieuwe
offers ten bate van Duitschland eischt.
Waar de Vereenigde Staten hun voor
stel afhankelijk stellen van het hand
haven van de schuldenregeling met de
geallieerden, moet Frankrijk des te
stelliger zijn aanvaarding van het
Amerikaansche aanbod afhankelijk
stellen van de handhaving van de
volledige en definitieve regeling, die
vervat is in het plan Young, dat
Frankrijk, evenals België, niet alleen
waarborgen geeft voor de schulden,
die het voor oorlogsdoeleinden heeft
aangegaan, maar ook voor het recht
vaardige herstel van inderdaad geleden
schade. Het is moeilijk aan te nemen,
dat dit standpunt zou stuiten op
ernstige bezwaren bij de Amerikanen".
Blijkens de heden nog uit Washington
ontvangen telegrammen is men in
Amerikaansche regeeringskringen van
meening. dat een verzachting van de
bepalingen van het Young-plan, aan
Duitschland niet de dringend noodige
hulp zou verschaffen, die 't volk noodig
heeft.
Ten aanzien van het antwoord van
Frankrijk is men er van overtuigd, dat
de Fransche regeering spoedig haar
houding zal wijzigen.
Men rekent er op binnen 8 a 10
dagen tot overeenstemming te zullen
i komen en wel op den basis van het
voorstel van president Hoover,
i In verband met den huldigen ge-
j spannen toestand neemt men in regee-
ringskringen aan, dat de reis van de
minister van buitenlandsche zaken
j Stimson, naar Europa nog eenigen tijd
zal worden uitgesteld.
Brünlng's rede.
Een tweede punt van groote betee-
kenis was een radio—rede van Biüning,
waarin hij zijn vertrouwen in den wil
van Frankrijk heeft uilgesproken, om
en m I JrJ*e 8,ow.c y. i met Duitschland tot overeenstemming
merkelijk is de achterstand, welken de komen_ ^ij verklaarde, ondanks de
Oekraine te z en gee.t, die in verge-talrijke moeilijkheden die zich tusschen
lijking met verleden jaar alleen al nog beide naties hebben voorgedaan, te
een millioen H.A. te zaaien heeft, i
Verder is Siberië nog een stuk achter
en ook eenige graanverbruikende
districten van Europeesch Rusland zijn
nog ver van het doel verwijderd.
Oud—Mtnlster Vauthier overleden.
Oud-Minister Vauthier, die gister
avond door een auto werd aangereden,
is hedenochtend aan de bekomen ver
wondingen overleden.
Hoovers voorstel.
Omtrent den inhoud van het
Fransche antwoord aan Hoover schrijft
de Temps: .Ongetwijfeld handhaaft
dit antwoord integraal de rechten van
Duitschlands schuldeischers, gelijk die
uit het plan Young voortvloeien, en
wijst het op de noodzakelijkheid om
het voorstel van den president van de
meenen dat er bij wederzljdschen
goeden wil middelen gevonden kunnen
worden om de gemeenschappelijke
i belangen op den voorgrond te stellen.
Hij zeide dat het de Duitscbe regeering
niet aan goeden wil zal ontbreken, en
sprak zich uit voor een gedachte—
I wisseling tusschen Duitschland en
Frankrijk.
i in regeeringskringen heeft het Duit
sche voorstel een onverdeeld gunstiger.
indruk gemaak', en dat niet alleen door
de kwestie zelf, maar ook wijl het de
positie der regeering in haar antwoord
ongetwijfeld gemakkelijk?r heeft ge
maakt.
In Berlijn is men dan ook van
meening dat een D.—Fr conferentie,
in den geest van Chequers, doorgang
zal vinden waarschijnlijk reeds in de
schap Eskimo's aan, dat uit de vol
gende personen bestaatRoxy, diens
vrouw, Roxy's zoon Naipoktuma en
diens vrouw.
Met een slee en vijf honden gaan
ze naar de monding der Mackenzie,
waar Roxy in den vorigen herfst zjjn
boot heeft begraven. Deze graven zij
uit en varen dan door de delta van
den stroom een doolhof van eilandjes,
zandbanken en nauwere kanalen, waar j
de honger en de muskieten hen vree-
selijk kwellen.
Daar zaten wij nu in de wildernis,
een gezelschap van 5 personen, en
nog minder dan een enkele visch tus
schen ons. Maar wij wisten nog wel
raad: wij groeven z.gn. .Eskimoknol
len" uit dikke, knollige wortels, die
overal in tamelijk groote hoeveelheden
voorkwamen. Roxy's vrouw bracht uit
haar naaikist rendier—pezen te voor-
schijn, waarmede zij de kleeren placht
te verstellen. Dus hielden wij een
karige maaltijd van wortelen en rendier
pezen. Soms wierpen we heimelijke
blikken op de rondsnuffelende honden,
en ieder legde zich in stilte de vraag
voor, welke hond men het eerst zou
moeten slachten, als er niets meer te
eten was. In weerwil van het mooie,
droge hout, dat overal verspreid lag,
maakten wij geen vuur. Waarom zou
den wij vuur maken, als er toch niets
te koken was?
Ik wil het mij en den lezer bespa
ren op het lijden van de nu volgende
dagen in bijzonderheden in te gaan
Wortels en rendier—pezen maakten
voortaan ons hoofdvoedsel uit, en af
toe zorgde een eenzame sneeuw—uil,
een muskusrat of zoo nu en dan een
visch voor eenige afwisseling.
Onuitsprekelijk treurig waren deze
dagen. Het was bijna een langzaam
sterven. Haast liet zich met reken
kundige zekerheid het tijdstip bereke
nen, tot welk mensch en dier het
onder deze omstandigheden nog ver
mocht uit te houden. En dan.een
huivering overviel mij soms, als ik
daaraan dachtwat zou ons dan te
wachten staan Het treurigste lot, dat
den zwerver kan overvallen: verhon
geren aan den weg 1
Op zekeren dag echter, nadat wij
ongeyeer een week lang in onze lang
zaam voortgaande manier steeds
stroomopwaarts waren gevaren, werd
toch ons lijden schitterend beloond.
Er kwamen weer visschen. Slechts tot
geruststelling van ons geweten, hadden
wij aan elke legerplaats het net uitge
legd, want aan visschen durfden wij
bijna niet meer te gelooven.
Toen ik echter op zekeren morgen
als naar gewoonte het net wilde bin
nenhalen, trok en rukte het geweldig
aan de mazen. Maar Ik zou niet om
een koninkrijk hebben losgelaten, eer
het net met zijn geheele buit een
dozijn heerlijke witvlsschen naast
mij in het zand lag. Terzelfdertijd
kwamen ook Roxy en Naipokiims
ieder met een paar muskusratten uit
het bosch te voorschijn, en nu was
alle nood vergeten. Zelfs voor de hon
den schoot er weer eens een maaltijd
over. Een lustig vreugds—vuur werd
ontstoken, en ieder maakte het zich
daaromheen gemakkelijk, in de eene
hand een gekookte visch en in de
andere hand een dampende muskus
rat.
Dit was nu de legerplaats, waarvan
wij reeds lang hadden gedroomd.
Hier wilden wij ons aan den oever
van den stroom voor het lijden van de
achter ons liggende dagen schadeloos
stellen. Misschien wenkte zelfs nog
een grootere buit. De oever was n.l.
bedekt met versche sporen, die op de
aanwezigheid van groot Wild duidden.
Voornamelijk de sporen van elanden
waren zeer talrijk. Nog nooit be
halve in den dierentuin in Berlin
had ik elanden gezien, en ik was daar
om niet weinig verlangend naar het
tijdstip, waarop zich het dier „in zijn
snelheid" aan m|j zou voorstellen.
Deze wensch zou spoedig in vervul
ling gaan, en we! op zulk een manier,
die de lust naar verdere avonturen
van zulk een soort voor nimmer weer
zou opwekken.
Het was omstreeks middernacht;
volle maan en een heldere sterren
hemel. Ik was juist van plan om naar
het net te gaan, dat pl m. 10 minuten
van de tent was uitgezet, toen ik voor
mij in het zand duidelijk elandsporen
waarnam, waarvan bij mijn laatste
aanwezigheid nog niets te zien was
geweest. Plotseling overviel me een
huivering van angst: „Als er nu eens
een eland op me afkwam I" Nog had
ik de woorden niet uitgesproken, toen
ik achter mij een geweldig plassen en
snuiven vernam
Niets goeds verwachtend draaide Ik
mij om en zag voor mij een geweldige
eland, die zich met moeite tegen den
oever opwerkte. Dus zoo zag een
eland er uitSoms, als de gebeurte
nissen m'j den slaap uit de oogen hiel
den, had ik mij met dit dier bezig
gehouden, maar hoe zeer het daarbij
in mijn fantasie aan grootte gewofinen
had, toch bleef dat alles ver ten ach
ter, bij wat ik hier in vleesch en bloed
voor mij zag. Niet als een aardsch
schepsel maar als een akelig spook
dier uit den grijzen oertijd verscheen
het mij op dat oogenblik. Die lange op
stelten gelijkende beenen, het groote
lichaam, dat er op rustte, de wanstal
tige kop en boven alles het vreeseiijke
gewei, welks scherpe kanten tegen den
nachtelij<en hemel afstaken dat
alles liet niets goeds vermoeden.
Mijn toestand was inderdaad uiterst
gevaarlijk, want ik had geen enkel
wapen bij mij, en zooals de zaken
stonden, zouden zij mij ook tot ver
derf zijn geworden, want een schot,
dat niet den oogenblikkelijken dood
van het dier tengevolge heeft, zou mijn
1 zekere dood zijn.
Hoe lang ik in deze netelige positie
gebleven ben, weet ik nietwaar.
schijnlijk zijn het slechts enkele secon
den geweest, maar in mijn gedachten
waren het uren. En gedurende dezen
tijd wendde dit monster geen blik van
mij af. Hij bleef mij maar aanstaren
met zijn strakke, met bloed doorloopen
oogen.
Na eenigen tijd echter ging hij lang
zaam stap voor stap achteruit. Hoe
hij daartoe kwam, dai weet ik niet.
Het is mogelijk, dat in zijn stomp
zinnige hersens iets als eerbied voor
den heer van de schepping opkwam,
of dat hij met mij medelijden kreeg