Vacantle
In Uw koffer
of ffetstascli
PUROL
59. Zaterdag 25 Juli '31. 54e Jrg.
TWEEDE BLAD.
De Koloniale Tentoonstelling
te Vincennes-
Records breken is een teeken van
onzen tijd. De Atnerikaansche vliegers
die pas kort hun wereldreis achter
den rug hebben en die hiervoor minder
dan 9 dagen noodig hadden, zQn sedert
de opening van de Koloniale Tentoon
stelling te Parijs weer overbluft door
de talrijken die hier „de reis om de
wereld in één dag" kwamen maken.
In dit pakkende reclame—devies heeft
bet tentoonstellingscomité den tijd voor
haar wereldreis wel wat erg bekrompen
genomen, want hoewel hier de schatten
der koloniale gewesten op een klein
plekje van den aardkorst zijn samen
gebracht, lijkt het ons toch onmogelijk
in één dag de talrpe verzamelingen
te overzien. Daarvoor zijn deze te
uitgebreid en te waardevol. Succes
heeft men echter met de reclame wel
gehad, te oordeelen tenminste naar 't
aantal personen dat tot op heden de
tentoonstelling bezocht heeft en dat de
10 millioen reeds overschreden heeft.
Onophoudelijk stroomt de menigte
vanuit de Fransche hoofdstad naar 't
bosch van Vincennes, in welke prachtige
omgeving de paviljoens zijn opge
bouwd. Het is een file van taxi's,
autobussen en trams, die den geheelen
dag door duizenden en duizenden
voor den hoofdingang van het terrein
brengt. Ook de Metro, de Parijsche
ondergrondsche spoorweg, neemt een
zeer groot deel der bezoekers, nl. hen
die het woelige verkeer op de boule
vards willen ontduiken en zich liever
door de duistere tunnels laten voort
sleuren, voor zijn rekening.
In het bosch, waar de paviljoens
rond het groote meer Daumesnil en
tusschen het weelderige groen der
boomen zijn opgetrokken, is het een
gekrioel van menschen. Alle rassen ziet
men er. Negers, Japanners, Marokkanen
en Algerijnen in hun kleurige nationale
costuums stappen er rond tusschen
alle soorten Europeanen en Amerikanen.
Inwendig geven de paviljoens natuurlijk
het beeld dat aan dergelijke groote
tentoonstellingen eigen is: een over
weldigende massa van bezienswaardig
heden. Overal wordt men weer door
iets nieuws aangetrokken. Men wil
alles zien, doch het is eenvoudig
onmogelijk. De meeste paviljoens zijn
In prachtigen inlandschen stijl opge
trokken. We noemen er slechts enkele
dat van den Belgischen Congo, den
reuzen—tempel van Angkor—Vat, het
Algerijnsch paviljoen, de Fransche
Soedan en niet te vergeten de resten
der Nederlandsche inzending.
Een der hoofdmonumenten is de
reusachtige tempel van Angkor—Vat
met zijn hooge torens en trappen.
Majestueus beheerscht deze tempel
een groot deel der tentoonstelling.
Vooral bfj avond, als talrijke schijn
werpers er hun lichtbundels op werpen,
levert het hoofdgebouw waarlijk een
schouwspel op dat dan ook door
duizenden en duizenden wordt gade
geslagen.
Voor den Nederlander wordt het
even ontroerend wanneer hij komt op
de plaats waar eens ons zoo zeer
geroemde paviljoen gestaan heeft, dat
voor enkele weken in vlammen opging.
Doch kloek is nu weer de hand aan
den ploeg geslagen om Nederland nog
een vertegenwoordiging te geven die
zijn rijke koloniën waardig zijn. Hoog
rijzen de overspanningen reeds op en
binnen korte weken hoopt men het
nieuwe paviljoen te kunnen gaan
inrichten. Het geheele terrein waar het
nieuwe gebouw wordt opgetrokken
is door een hooge schutting omgeven.
De plaats van de Nederlandsche sectie
heeft veel door den brand geleden.
De boomen zijn tot op zeer grooten
afstand verschroeid of geheel dood*
geblakerd, terwjjl zelfs het gras geheel
verzengd is.
Vooral des avonds, als de illuminaties
stuk voor stuk ontstoken zijn, lijkt 't
hier wel een grooten sprookjestuin.
Rondom zich ziet men niets dan licht,
alle kleuren op de wonderlijkste
manier uitgedacht. Ettelijke reusachtige
kleurfonteinen spuiten van beide oevers
en vormen zoo een waterboog over 't
meer, die zijn wisselende kleuren in
het water weerspiegelt. Verder zijn er
nog talrijke fonteinen over 't geheele
terrein verspreid, die dit alles tesamen
met de verlichte tentoonstellings—
paleizen tot een wonderlijk spel van
lichteffecten maken. Tienduizenden
slaan dit schouwspel des avonds gade
en maken een tocht over het terrein
met den Llliput—spoorweg, met een
der kleine taxi's of met een plezier
boot op het meer. In drommen trekt
men dan naar de groote kermis
terreinen, waar men vermaak zoekt in
de talrijke ontspanningsgeiegenheden
Hoe druk het er is, merkt men vooral
als men het terrein door de groote
eerepoort verlaat. Taxi's rijden af en
aan, en er wordt als het ware om
gevochten. Honderdtallen meters voor
de wagens stoppen worden ze reeds
bestormd door liefhebbers. Trams en
bussen, alles is propvol en een voort
durende stroom daalt af in het Metro
station. En zoo is het hier eiken avond,
maanden en maanden na elkaar 1
De ontwikkeling van de Bra«
bantsche Industrie.
Inleiding gehouden door Mr. B. M,
van Spaendonck voor de Jaarverga
dering der Vereeniging .Nederlandsch
Fabrikaat' op 14 Juli 1931 te Tilburg.
Schoenen.
Onder de nijverheidstakken, die naast
de wolindustrie een typisch Brabantsch
karakter ^hebben, neemt de schoen-
Zonder schriftelijke toestemming is
DE WONDERREIS VAN
KNIP EN KNAP.
.Dat lijkt met het beste hoor!"
Zoo ging nu Knap nog voort.
,Wij blijven dus vannacht,
Hier zeker ongestoord.
't Is in het ruim van 't schip
Zoo donker als de nacht,
En had men heden reeds
De kist daarheen gebracht.
Qaen kans was er geweest,
Daar tusschen al die vaten,
En pakken in het ruim,
De kist te gaan verlaten.
Nu blijven we op het dek,
En wordt het stil aan boord,
Dan kruipen we uit de kist
En nemen we ongestoord,
Een kijkje op het schip
Als we er maar voor zorgen
Weer in de kist te zijn,
Bij 't krieken van den morgen".
Knip zei geen enkel woord,
En hij liet Knap maar praten.
Hij dacht; Och, konden wij,
Het schip nog maar verlaten.
Het duurde nog een uur,
Voor 't rustig was op 't schip.
eenige overname uit dezerubriek verboden.
Toen kropen ze heel vlug,
De kist uit, Knap en Knip.
„Voorzichtig, hoor", zei Knap,
„Je moet geen leven maken;
De mannen hier aan boord,
Die mochten eens ontwaken!
En dan", vervolgde Knap.
„Dan zou je eens wat hooren.
Pas dus goed op, dat wij,
Hen in hun slaap niet storen."
Voorzichtig kropen zij,
Zoo stil als muisjes rond.
't Was mogelijk toch, dat zich,
Een wacht aan boord bevond.
(Wordt vervolgd).
industrie wel de voornaamste plaats
n. Van de 199 ondernemingen in de
3roductiestatistiek verwerkt zijn er 160
of 80 pet, in Noord—Brabant gevestigd.
Van de ruim 9 millioen paar werden
er ruim 7 millioen of 78 pet. in Noord-
Brabant vervaardigdterwijl van den
totalen omzet van bijna 43 millioen
>ulden ruim 36 millioen of 84 pet.
door de Noord—Brabantsche onder
nemingen werden geleverd.
De voornaamste centra zijn hier
Waalwijk, Tilburg, Kaatsheuvel en
dongen, hoewel ook in tal van andere
gemeenten in Noord—Brabant, zooals
s Bosch, Valkenswaard, Veldhoven,
Oisterwjjk, Moergestel, Hilvarenbeek,
enz, enz. een of meerdere schoenfa
brieken te vinden zijn. Door deze
abrieken wordt de grootst denkbare
diversiteit van artikelen geleverd
schoenen voor mannen, vrouwen en
kinderen in alle denkbare kwaliteiten,
modellen en kleuren, van zeer een
voudige wandelschoenen tot smaakvol
bewerkte avondschoenen, lakschoenen,
sportschoenen, laarzen en pantoffels.
De schoenenindustrie is eveneens
een van de bedrijfstakken, die zich in
betrekkelijk korten tijd van een huis-
ndustrie via fabriekmatig handwerk,
bedrijf tot een geheel gemechaniseerd
bedrijf hebben opgewerkt.
Dantc zij het werk der Commissie
voor Werkverruiming in de Schoen
industrie heeft het Nederlandsch pu
bliek door de Nederlandsche dagblad
pers zich zeer volledig op de hoogte
kunnen stellen van de ver doorgevoer
de mechanisatie, die zich in de Bra
bantsche schoenfabrieken heeft vol
trokken. Niettegenstaande echter het
gebruik van de meest moderne machi
nes en de meest perfecte organisatie,
is het voor vele ondernemingen niet
wel mogelijk een loonend bedrijf te
voeren. De ondervonden moeilijkheden
zijn geheel analoog aan die der wol-
lenstoffenfabriekeneenerzljds over
strooming van het Nederlandsche
afzetgebied met buitenlandsche pro
ducten.
Zoo nam de invoer van lederen
schoenen van 936 duizend paar in
1926 toe tot 1,270.000 paar in 1930,
terwijl daartegenover in het bijzonder
tengevolge van de handelspolitieke
maatregelen in Duitschland genomen
de export van 660 000 paar terugliep
tot 450.000 paar.
Deze ontwikkeling van in* en uit-
voercljfers moest onvermijdelijk een
ongunstigen invloed hebben op de
positie der Nederlandsche schoenfa
brieken. Teneinde de gevolgen daar
van voor de positie der nationale
schoenindustrie te verzachten, is on
langs opgericht de Commissie voor
Werkverruiming in de Schoenindustrie,
in de wandeling „C.W.S." genoemd,
welke Commissie pogingen in het
werk heeft gesteld, met behulp zoowel
van de redactioneele- als advertentie
kolommen der Nederlandsche dagblad
pers, bij het publiek meer sympathie
voor het Nederlandsch schoeisel te
wekken en het publiek te overtuigen,
DE GOEDE DAAD.
De eerste PadvinderHeb je van
daag je goede daad al gedaan?
Tweede padvinderIk heb vandaag
50 goede daden gedaan. Ik heb dus
voorlooplg geen zorg.
Eerste padvinder; Vijftig, hoe kan
dat nu?
Tweede padvinder: Ik heb mijn
moeder vandaag helpen mangelen en
heb vijftig maal een rol goed onder
den mangel doorgetrokken.
dat er geen voldoende motieven aan
wezig zijn, om het buitenlandsch j
schoeisel boven het Nederlandsche te
prefereeren. „Alle waar is naar zijn
geld" en het publiek mag dan ook
niet verlangen, dat de Nederlandsche
schoenfabrikant voor f5.— een schoen
levert, van dezelfde kwaliteit als een
geïmporteerde schoen uit Engeland of
Zwitserland, die met f 15.— of meer
in den winkel is geprijsd. Vast staat
echter, dat de Nederlander, die thans
f 15.— uitgeeft voor schoenen van
buitenlandsch fabrikaat, voor een be
langrijk lageren prijs Nederlandsche
schoenen van gelijke kwaliteit en pas
vorm zich kan aanschaffen. Het publiek
daarvan te overtuigen, was de doel
stelling der C.W.S. In hoeverre de
Commissie mei hare propaganda re
sultaten heeft bereikt, valt op dit
oogenblik nog niet te beoordeelen
het zal trouwens de taak zijn der
schoenfabrikanten de aangevangen
actie, waar mogelijk, voort te zetten.
In dit verband mag echter niet on
besproken blijven het feit, dat in het
algemeen de van de zijde der winke
liers ondervonden medewerking ver
gebleven is beneden de verwachtingen,
die terecht mochten worden gekoesterd.
Leder.
Wij zetten onzen tocht door het
industrieëele Brabant voort en komen
in de lederindustrie, die eveneens,
zoowel gelet op het aantal onderne
mingen als op het daarin werkzaam
zijnde aantal arbeiders, voor ruim 80
pet. in Noord—Brabant gevestigd is.
Deze tak van nijverheid is, evenals
trouwens de schoenindustrie, in de
latere jaren buitengewoon sterk ge
groeid en heeft zich van het eenvou
dige kuiplooierljbedrijf in een zeer snel
tempo tot het moderne machinale
looierljbedrijf ontwikkeld. Terwijl vroe-
ger de zooliederindustrie van over
wegende beteekenis was, nemen thans
ook de overlederindustrie en de lak
leerindustrie een zeer voorname plaats
in. Vooral Oisterwijk, Eindhoven en
Waalwijk moeten in dit verband wor
den genoemd. Volgens de Productie
statistiek bedroeg de totaal-afzet der
Nederlandsche leerfabrieken in 1929
bijna 43 millioen gulden, waarvan
ruim 34 millioen voor rekening van
de Noord-Brabantsche fabrieken komt.
In het bijzonder is het overleder een
zeer belangrijk exportproduct, waarvan
dan ook in 1930 nog voor bijna 14
Een heerlijke tijd van ontspanning en dit
vooral wanneer gij weet gewapend te zijn
tegen doorzitten, zonnebrand, smetten en
stukloopen, omdat
aanwezig is een doos of tube van de heer
lijk verzachtende en genezende
In doozen van 30-60-90 ct. Tube 80 et.
Verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten.
millioen gulden kon worden geëxpor
teerd.
De Nederlandsche lederindustrie
levert op de eerste plaats de grond
stoffen zoowel in den vorm van over
leder als lakleder en zoolleder voor
de Nederlandsche schoenfabrieken
voorts het z.g. reparatieleer, terwijl
verder een voorname plaats wordt in
genomen door drijfriemleder, zeemleder
en technisch leder.
De zonneschijn-parlij.
BUITENLAND.
De Toestand.
De conferentie van de ministers van
de zeven mogendheden, die te Londen
in zoo'n modern vlot tempo werd
begonnen, verloopt in denzelfden tragen
gang, die bijna alle conferenties ken
merkt.
Het tot nu toe bereikte resultaat is
op z'n zachtst uitgedrukt zeer mager.
Men durft blijkbaar het groote vraag
stuk niet aansnijden, bang voor elkan
ders gevoeligheden en nationale voor
liefde. Maar vooral demonstreert zich
de angst, dat, zoo spoedig men
de eigenlijke kwestie der algeheele
redding van Duitschland aanpakt,
Frankrijk komt met de reeds meermalen
aangehaalde finantieele en politieke
waarborgen, die nu eenmaal onaan
nemelijk geacht worden.
Ook is men bang bij de bespreking
van het geheele vraagstuk tezeer het
licht te laten vallen op de schuld van
Frankrijk. Vandaar dat de ministers
besprekingen houden langs het eigen
lijke onderwerp heen, deze besprekin
gen verloopen, zoo zeggen de com
muniques met 'n bewonderenswaardige
naïviteit, in de beste eensgezindheid.
Het wordt duidelQk, dat men zich
bepaalt tot middelen, waardoor Duiisch
land, dat in het moeras gezonken is,
het hoofd er boven kan houden. Om
het geheele lichaam uit het verstikkende
modderbad te trekken, daarover heeft
men nog niet gesproken. En heel
Europa had verwacht, dat men juist
daarover en over niets anders spreken
zou.
De algemeene indruk der conferentie
moet dus ongunstig genoemd worden.
Het is mogelijk dat er op het laatst
nog een plotselinge ommekeer zal
plaats hebben men ziet dat meer
bij conferenties maar dat zal niets
afdoen aan 't feit, dat het gemis aan
de verwachte spontaniteit een onpret-
tigen indruk maakt.
De conferentie te Londen.
De Londensche ministerconferentie
is geëindigd met redevoeringen van
de voornaamste gedelegeerden.
De conferentie heeft het rapport
van de ministers van financiën aan
genomen.
Nadat de conferentie geëindigd
was, verklaarde Mac Donald aan de
journalisten: Wij zijn zeer voldaan.
De overeenstemming tusschen de ze
ven mogendheden was niet gemakke
lijk te bereiken, maar is toch tot stand
Dat is heelemaal niet aardig
dat het nu juist op Zaterdag
middag, nu wij uit zouden gaan, zoo
hard regent", zei Rita met tranen in
haar oogen, terwijl de regen met
stroomen neerviel. „En thuis is er
ook niets te dóen", zei Wil, „ik ga
nog veel liever naar school, dan dat
ik hier thuis blijf. Maar er is helaas
van middag geen school". Op datzelfde
oogenblik kwam moeder binnen met
een stralenden glimlach en vroeg op
gewekt „Waarom trekken jullie zulke
lange gezichten „Dat weet U toch
wel, moeder", zei Wim. „we zouden
toch vandaag buiten gaan spelen".
„Laten jullie je daar zoo door teneer-
slaan", vroeg moeder, „ik maak zoo
dikwijls plannen, maar dan komt er
iets tusschen en moet ik alles weer
wijzigen. Maar dat werkt nooit op
mijn humeur. Maar laten wij eens iets
bedenken wat jullie wel zouden kunnen
doen". „Hè ja, moeder, helpt U ons
eens bedenken." Moeder wachtte even.
dacht na en zei toen„Wat denken
jullie van een zonneschijn-partlj
„Een spel thuis zei Wim. „hè jakkes
moeder." „Niet te vlug oordeelen,
Wilhelmus, zei moeder. Als zjj Wil
helmus tegen Wim zei, dan was ze
niet heelemaal tevreden over hem.
Zij wendde zich nu tot Rita en zei:
„Bel mevrouw de Jong op en vraag
of Annie en Ted hier mogen komen
spelen en als je dat gedaan hebt kom
dan bij me in de speelkamer". De
gezichten van de kinderen klaarden
op, want als moeder zich er mee be
moeide, dan werd het altijd een feest.
De vriendjes woonden een paar huizen
verder en na eenige minuten waren
Annie en Ted al bij hen. Nu vlogen
zij met hun vieren naar de speelkamer
en waren benieuwd wat voor plan
l moeder gemaakt had. „Eerst moeten
wij een groote doos hebben voor onze
zonneschijn," zei moeder heel geheim
zinnig. Moeder ging nu naar haar kast,
waar een geheimzinnig laadje in was
dat de kinderen nooit mochten openen.
Nu kwam er van alles uit. Mooi ge
kleurd papier, zacht karton, lijm,
kwastjes verf, scharen mesjes en alles
wat je maar eenigszins noodig hebt
om iets te maken. „Nu gaan we eerst
de doos met dit gele papier beplakken",
zei moeder „dan heb ik hier een paar
modeplaten, waar ook allerlei andere
prentjes in staan. Knippen jullie er nu
de gekleurde plaatjes van de meisjes
en jongens uit en, o, kijk hier eens
een mooie zeilboot, die hebben we
ook noodig". Ieder werd aan het werk
gezet, het was een geknip en gemeet
en geplak van belang en toen er vol
doende uitgeknipt was, werd er over
het gele papier in de doos een stukje
blauw geplakt, dat de zee voor moest
stellen. Moeder maakte een gleufje in
den bodem, waar zij nu het zeilschip
in vastzette. De kinderen zagen hoe
ze het deed en moeder vond, dat zij
nu moesten probeeren om een strand
te maken en kinderen en stoelen en
tentjes en nog meer scheepjes, die in
de zee dobberden, enz! Gedurende
eenige uren waren de kinderen druk
bezig met het maken van boomen en
allerlei ander moois, toen er hard op
de deur werd geklopt. Verschrikt
keken ze allemaal om. Zachtjes ging
de deur open en daar kwam Marie,
het meisje, binnen met een groot blad
heerlijke dampende chocolademelk en
voor ieder kind een dik stuk koek.
Zij werd met gejuich ontvangen en
ieder kind stormde op haar af. Toen
zij allemaal hun kopje te pakken
hadden zei Marie„Kijken jullie eens
naar buiten, de zon schijnt zoo heer
lijk, moeten jullie niet gaan spelen?"
Maar zij vonden het spelletje binnen
zoo heerlijk, dat zij er niet over dach
ten en wilden liever binnen blijven.
Moeder zei niets, maar lachte alleen
even.
Oplossingen van de vorige week.
1
BRUIDSUIKERS
Reineclaude
Uiterwaard
Inclusief
Oeelbaar
Sittard
Ulster
Iepen
Kuit
Ren
Ra
S
2
Klok Kolk,
Nieuwe Raadsels.
1
Voor grootere kinderen.
„Een kwart is minder dan een dubbel",
zegt gij en dat is niet dom.
Maar als ze beiden kleiner worden,
Dan is het net andersom.
2
Ik ken twee steden in ons land,
Voor ons, ver van elkaar.
Het vreemde van die steden is;
De eene is de helft van de andere.
Hoe heeten die steden??
3
Van boven naar beneden en van
links naar rechts ben ik een mooi
plaatsje in Nederland.
x de 18 de letter van het
alphabet
xxx een herkauwend dier
xxxxx wordt de straat mee
geveegd
xxxxxxx zet men in een vaas
xxxxxxxxx het gevraagde woord
xxxxxxx draagt men in den zak
xxxxx een zwarte vogel
xxx een grappig dier
x de 12de letter van het
alphabet