Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.; MM HOLS Flor NUMMER 66 Sfiri WOENSDAG 19 AUGUSTUS 1931. 54e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-Adres: ECHO. Prijs der Advertentiën 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT DRIE BLADEN. EERSTE BLAD De heropening van het nieuwe Nederl. Pavl'joen te Parijs. Zooals bekend, werd 18 Augustus j.l. het nieuwe Nederlandsehe paviljoen op de Internationale koloniale Tentoon, stelling te Vincennes bij Parijs offi cieel geopend. Reeds onmiddellijk na den rampzaligen nacht van 27 op 28 Juni, toen het oude paviljoen geheel in vlammen opging, waarbij aan kunst, waarde voor een bedrag van ongeveer een paar millioen gulden verloren ging, werd met bekwamen spoed geijverd om Nederland met zijn koloniaal rijk van 60.000.000 inwoners opnieuw met een inzending te doen vertegenwoor digen. Inmiddels wordt nog naarstig gezocht naar de aanstichters van <Jen noodlottigen brand. Hierbij zijn vele duistere dingen aan het licht gekomen, terwijl het onderzoek ten zeerste be moeilijkt wordt door een blijkbaar te gebrekkige eenstemmigheid en samen, werking der diverse instanties. Merk- waardig hierbij is de omstandigheid, dat een zekere heer Kaplan, zonder nationaliteit, die eenige dagen te voren in gezelschap van een Rus vanuit Den Haag naar Parijs was gekomen, den Zondagochtend, volgende op den brand, op zeer geheimzinnige wijze in de Marne schijnt verdronken ter zijn, ter- wijl zijn lijk eerst eenige dagen later werd opgehaald. Deze persoon had te Parijs kennis aangeknoopt met een Roemeensche communiste, die pro forma (om de Fransche nationaliteit te bekomen) gehuwd was met een Fransch- man, die zij slechts tweemaal schijnt ontmoet te hebben, welk meisje na den brand spoorloos uit Parijs ver dwenen is. Genoemde heer Kaplan is den nacht van den brand, niet in zijr. woning geweest en werd den avond te voren op het tentoonstellingsterrein gezien, waar hij volgens een aan de Parijsche politie schriftelijk gedane verklaring moet hebben voorspeld, dat er op het Nederlandsehe paviljoen iets zeer bijzonders zou gaan gebeuren. Met belangstelling wordt algemeen de oplossing van dit mysterie tegemoet gezien. Merkwaardig is wel, dat de pers tijdens den heropbouw op zeer opvallende wijze zooveel mogelijk af- zijdig is gehouden, zoodat de journa listen vrij weinig bijzonderheden te we ten konden komen. Alle aanbiedingen van vreemde mogendheden, die bij den heropbouw hulp wilden bieden, werden afgeslagen. Zoo werd o.a. geen gebruik gemaakt van het vriendelijk aanbod der Belgische regeering, een deel van het Belgisch paviljoen te betrekken ook de door de Fransche regeering aangebo den drie millioen francs werden niet geaccepteerd. Dat men reeds zoo spoe dig tot den bouw van een nieuw pa viljoen kon overgaan, is dan ook voor een groot deel te danken aan de offer vaardigheid der landgenooten. Reeds terstond na de ramp stroomden de giften binnen. Ook de leden van het Koninklijk Huis lieten zich niet onbe tuigd en nog dezer dagen mocht het comité van Prinses Juliana een bedrag van 1000 gulden ontvangen. Het Nati onaal Jongeren Verbond organiseerde in de Residentie met behulp van praal wagens een collecte ten bate van den herbouw van het Nederlandsch Pavil- loen, welke collecte reeds den eersten dag niet minder dan f 530 opbracht. Door de collectanten worden foto reproducties van de Balineesche dan sers verkocht. In totaal heeft het comité een bedrag van f40.000.—ingezameld d.i. ongeveer de helft van hetgeen het comité noodig denkt te hebben, daar de nieuwe veiligheidsdienst alleen al ruim tienduizend gulden eischt. Een der groote klachten na den brand was n.l. geweest de meer dan onvoldoende en onverantwoordelijke bewaking der tallooze kunstschatten. Voor de bewa king van het nieuwe paviljoen is on langs een detachement politietroepen, bestaande uit 16 manschappen en kor poraals, 5 sergeants en een sergeant- majoor, onder commando van den eersten luitenant De Stoppelaar, te Parijs aangekomen. Deze permanente wacht is ondergebracht in houten ba rakken, welke in de onmiddellijke na bijheid van het paviljoen zijn opgetrok ken. Ir. Moens en majoor de Jong zijn als vertegenwoordigers van het Neder landsehe comité voor de intern, ten toonstelling te Parijs naar Nederland gegaan om te trachten nieuwe collecties uit particulier bezit ter beschikking te krijgen. Na bij eenige particulieren geen succes te hebben gehad, vonden zij den heer Aalderink, van den Alg. Ethnograrica en Kunsthandel Aalderink te Amsterdam bereid, al hetgeen zij geschikt vonden, voor den duur der tentoonstelling af te staan. Met een twintig belangrijke stukken o.a. uit Nias Nieuw Guinea en Bali keerden zij te Parijs terug. Ook van andere zijde werden nog stukken in bruikleen verstrekt. Het nieuwe paviljoen is even als het oude een grootsch bouwwerk en is zeker wel na den tempel van Ankor het meest bezienswaardig. Sommige deskundigen zijn zelfs van meening, dat het nieuwe paviljoen voor zoover betreft de architectuur- sierlijker is dan het oude. De front breedte van het nieuwe gebouw ver schilt slechts enkele meters met het oude; was dit honderd meter breed, de nieuwbouw is ruim 90 meter breed. Hoewel dit gebouw toch nog een res pectabele diepte heeft, is het toch veel kleiner dan het eerste. De be de zij zalen zullen zooveel mogelijk in over eenstemming worden gebracht met de oude; deze zalen zijn thans gevuld met economische en staatkundige in zendingen afkomstig van het Koloniaal Instituut. In' de eerezaal vindt men de voorwerpen geëxposeerd, welke uit de Oostersche kunstverzamelingen van particulieren en Parijsche musea zijn afgestaan. Een breede deur geeft toegang tot ons nieuwe paviljoen, waar rondom men thans druk bezig is met het aan leggen van de bloem- en plantversie- ring, welke, gelijk de vorige maai, onder leiding staat van het hoofd van den gemeentelijken beplantingsdienst te Amsterdam, den heer Koning. Hoe wel door het regenweer der laatste weken het werk dikwijls moest wor den onderbroken, is men er toch in geslaagd het paviljoen voor den vast- gestelden openingsdag gereed te hebben, De opening van het nieuwe pavil joen vond gister Dinsdag plaats om 3 uur. Deze opening is zonder eenige feestelijkheden geschied, de plech. tigheid bestond slechts uit eenige redevoeringen, waarna een rondgang over het terrein werd gemaakt en een thee werd aangebodenvervol gens heeft de Balineesche dansgroep een korte voorstelling gegeven. De plechtigheden^van de opening werden uitgezonden door den K.R.O. Bij deze heropening heeft de minister van Buitenlendsche Zaken de Nederl. regeering vertegenwoordigd ook de Ned. gezant en zijn echtgenoote te Parijs, jhr. enJMevr. Loudon waren aanwezig. Voorts de nieuwe gouver neur—generaal van Ned. Indië, Jhr. mr, B. C. de Jonge, die alsdan op zijn doorreis naar^zljn bestemming in de Fransche hoofdstal zal vertoeven, de opening met zijn hooge tegen woordigheid vereeren» BUITENLAND. Het werkeloosheid spook In Amerika. Regeeringskringen en zakenwereld worden verontrust door het dreigende spook der toenemende werkloosheid. Onder de jongste geneesmiddelen, die men er tegen denkt aan te wenden, is o.a. het voorstel van de kamer van koophandel der Vereenigde Staten om een werkweek van 5 dagen in te voeren. Ook acht men het mogelijk, aan de voornaamste industrieën een bepaald quantum opdrachten te garandeeren, waardoor het mogelijk zou worden gemaakt, een bepaald nauwkeurig aangegeven aantal arbeiders geduren- den den grootsten tijd van het jaar aan het werk te houden. Deze maatregel, die door president Hoover op het oogenblik nauwkeurig op zijn practische waarde wordt onderzocht, is bestemd om de voor de volgende zitting van het congres dreigende socialistische initiatiefwet betreffende steunmaatregelen tegen de werkeloosheid onnoodig te maken. Gandhl waarschijnlijk niet naar Londen. Het bestuur van het Al-Indische Congres heeft besloten niet deel te nemen aan de Ronde Tafelconferentie Reuter verneemt uit bevoegde bron te Londen, dat bet besluit van het congres om niet deel te nemen aan de Ronde-Tafelconferentie, de deel neming betreft van slechts een afge vaardigde, namelijk Gandhi. De werk zaamheden der conferentie zullen vol gens de vastgestelde regeling plaats hebben. met Rusland mogelijk te maken. Er is zelfs gesproken van credieten die Frankrijk zou verleenen om de nieuwe regeling op pooten te zetten. Een vertegenwoordiger van de Echo de Paris heeft den minister gevraagd wat hiervan waar was. De minister heeft geantwoord, dat wel ingevolge be sprekingen met vertegenwoordigers van Rusland de Russische markt opnieuw is opengesteld voor den Franschen uivoer maardatervan credietverleening geen sprake is. Deze blijft ten nauwste verbonden aan een regeling van het vraagstuk der schulden en het is thans evenmin als vroeger, mogelijk deze van elkaar los te maken. Joego Slavië en het Hoover-plan Uit Washington wordt gemeld, dat de Joego-Slavische regeering aan het Amerikaansche Staatsdepartement heeft medegedeeld, dat zij het Hooverplan definitief afwijst. Joego-Slavië protesteert ertegen, dat het door het stopzetten der Duitsche betalingen schade lijdt. De waarnemende staatssecretaris der Ver. Staten, Castle, heeft verklaard, geheel zwart geworden. In den slaap, wagen, die druk bezet was en die achter den verwoesten wagon was gekoppeld, zijn slechts eenige ruiten gesprongen. De bij de ramp om het leven ge komen of gewonde reizigers zijn vrij wel allen Oostenrflkers of Hongaren. Onmiddellijk na het bekend worden van de ramp snelden van de dichts- bljzijnde stations hulpmanschappen toe die onverwijld met 't opruimingswerk begonnen. Voorzoover mogelijk werden de gewonden uit hun ontzettende positie bevrijd en de lijken der om het leven gekomen slachtoffers langs den kant van de lijn neergelegd. Het op ruimingswerk was echter zeer moeilijk daar de spoorbaan geheel met puin was bedekt. Onder deze omstandighe den moesten vele gewonden bijna een uur in hun benarde positie doorbren gen. Te Weenen ontstond op't vernemen van hetgeen was gebeurd, enorme beroering. In den verongelukten trein bevonden zich talrijke van vacantte thuiskeerende bewoners der Oosten- rljksche bondshoofdstad. Tevens liep Prima sterk moderne Oostenrijks geldelijke nood. De Oostenrljksche regeering heeft zich tot het secretariaat van e'en Volkenbond gewend met het verzoek om financieele hulp te verleenen. In het desbetreffende schrijven wijst de Oostenrijksche regeering er op, dat door de internationale crisis de economische toestand van Oostenrijk zeer ernstig is geworden, terwijl bovendien ook de financieele toestand daaronder zwaar te lijden heeft. De opbrengst van de belastingen is sterk achteruit gegaan, waartegenover de sociale lasten sterk gestegen zijn. Bovendien was het door den crisis onmogelijk, het tweede gedeelte van de internationale volkenbondsleening voor Oostenrijk te plaatsen. De handelsbetrekkingen met Rusland Er is in den laatsten tijd in de Parijsche bladen telkens sprake van onderhandelingen welke Rollin, de minister van handel, zou hebben ge opend met vertegenwoordigers van de regeering te Moskou, teneinde een hervatting van de handelsbetrekkingen dat het protest der |oego-Slavische regeering geen invloed op de uitwer king van het moratorium zal hebben. Treinramp in Stiermarken. De z.g. Romeinsche sneltrein, die Zondagochtend om acht uur te Weenen had moeten aankomen, is in den nacht bij Oöss in de nabijheid van Leoben in Stiermarken in volle vaart op een goederentrein Ingereden. De botsing was zóó hevig, dat de locomotief van den D-trein en zeven wagons in de Mur (een zijrivier van de Drave) stort ten, terwijl nog diverse wagons ernstig werden beschadigd. Er zijn bij de ramp 12 personen om het leven gekomen. Voorts werden omstreeks 50 personen gewond, van wie vier levensgevaarlijk. Van zes der oyerlgejgewonden is de toestand wel is waar ernstig, doch gevaar voor hun leven bestaat niet. De ramp vond plaats in een bocht van de lijn, die moeilijk te overzien ishet eensporig baanvak wordt aan de eene zijde door hooge rotsen inge sloten, terwijl aan de andere zijde de Mur stroomt. De schok der botsing was zóó geweldig, dat de post- en de bagagewagen van den D trein in de er op volgende coupé's werden ge schoven. De locomotief van den ex- presstrein, benevens het post-, het bagage- en een personenrijtuig vlogen uit de rails en vervolgens over een drie meter hoogen steenen muur in de rivier de Mur, die juist op deze plek de lijn raakt. Hetzelfde was met de 4 laatste wagens van den goederentrein het geval. De machinist en de stoker van den D-trein bleven als door een wonder gespaardbeiden bleven vrfl- wel ongedeerd. Ook een remmer, die zich op den laatsten wagon van den goederentrein bevond, kon zich op het laatste oogenblik door van den wagen te springen in veiligheid brengen. Van het geweld der botsing kan men zich een voorstelling vormen als men weet, dat de twaalf dooden in een coupé van slechts twee meter breedte lagen. De lijken waren deerlijk ver minkt en door het uitstroomend gas in den D trein een wagon mee met kinderen, die uit een vacantiekolonie naar Weenen terugkeerden en nu van zulk een ontzettende gebeurtenis ge tuigen moesten zijn. In doodsangst verdrongen ouders en andere bloedverwanten zich voor het station, waar de treinen uit Italië aankomen en waar ieder inlichtingen omtrent het lot van zoons of dochter tjes eischte. Politie en stationsautori teiten trachten zoo goed mogelijk de menigte te kalmeeren. Daar de ramp tusschen twee kleine stations had plaats gegrepen, was het aanvankelijk onmogelijk betrouwbare inlichtingen omtrent den juisten staat van zaken te verkrijgen, met het gevolg, dat de wildste geruchten de ronde gingen doen. Men zag vaders en moeders handenwringend het stationsplein op en neer loopen. Oelukkig kwam na verloop van ee nige uren eindelijk via Leoben het geruststellende bericht, dat althans de wagon, waarin de kinderen gezeten waren, gespaard was gebleven. Welke de oorzaak van de ramp is geweest, staat nog niet vast. De sta tionschefs van Oöss en Hinterberg, tusschen welke beide stations de botsing plaats vond, beschuldigen elkaar, het signaal op veilig te hebben gezet, terwijl het traject door den goederen trein nog was geblokkeerd. De politie heeft de beide functionarissen in hech tenis genomen. Het einde van Andree. In een brief van het stoomschip „Quest", gedateerd van Vitoen. de plaats, waar Andree en zijn metgezel len om het leven zijn gekomen, wordt een nieuwe verklaring gegeven omtrent het tragische einde van de Andree— expeditie, Vitoen, het afgelegen en barre eiland in de Poolzee, waar de overblijfselen van de Pooihelden werden gevonden, is meestal door zware nevel en mist omgeven, doch onlangs zagen de leden van de expeditie aan boord van de .Quest", die thans in de Poolzee naar verdere overblijfselen van de Andree- Waalwykscbe en Langstraatsc&e Conrantj Kousen Reclame

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 1