Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen, II riGORDBRABAND ruin. St. Nicolaas-Cadeaux KAREL DE MOL. I Mol Voor. ÏÏÏ&yii cn Speelgoederen Winkelnieuws. FEUILLETON Gaat V-J HUMMER 95. ZATERDAG 28 NOVEMBER 1931. 54e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Tele gr.-Adres: ECHO. DIT NUMMER BESTAAT UIT VIER BLADEN. EERSTE BLAD Crisis en Christenplicht. Toen op Maandag, 23 dezer, op eenigszins plechtige wijze het Natio nale Crisis—Comité werd gefundeerd, werd zoowel in de installatierede van prinses Juliana als in het openings, woord van den voorzitter, Jhr, var. Cttters, een beroep gedaan op den weldadigheidszin van het volk, een beroep op het .medegevoel, de naasten liefde en den christenplicht" van allen, nog wat te missen hadden, ter leniging van den nood der tienduizen den slachtoffers van den ongunst dezer lijden. Vooral dat beroep op onzen christen plicht heeft ons getroffen. Dat woord wordt zoo vaak misverstaan. Moge onze weldadigheidszin al bekend zijn en bi) de genoemde plech llghetd zijn geroemd, het valt daar nevens niet te ontkennen, dat duizenden heel wat aandrang behoeven en het bijdragen ze erg gemakkelijk moet vonten gemaakt, alvorens ze inderdaad V portemonnaie grijpen en hall met en zucht, half met eenige voldoening ever het weldadig gebaar, hun gave lan hun medemenschen schenken. En toch toonen ze niets anders dan ten staaltje van hun plicht, hun christenplicht. Wanneer de beirokkenen naar het iantoor van den fiscus gaan om dezen Ie geven, wat den staat toekomt, dan i ook bij die gelegenheid de zucht, lali of heel geslaakt, aanwezig, maar van zelfvoldoening over eenig vermeend weldadig gebaar is geen sprake. Om- bi belasting—betalen geen weldaac t, maar een plicht. Welnu, juist jóó MOL lanceert zijn Artikelen In prijzen en kwaliteiten Die iedere aanbeveling Overbodig maken MOL blijft goedkooper. van „De Echo van het Zuiden". Uit het Engelsch van ALFRED WILSON BARRETT. (Nadruk verboden). Hjj had een onrustig, ontevreden ge- 'icht en duidelijk bleek dat hij met zijn toofd niet bij het werk was. Hij ithrok dan ook hevig, toen er aan de tair werd geklopt. Binnen, riep hij. Er is een heer om meneer Franklin 'e spreken, kondigde de huisknecht aan, lerwül hij tegelijkertijd den bezoekei 'innen liet. Be jongeman monsterde den nieuw- iangekomene met een snellen blik; hij lende den bezoeker niet. Mag ik u verzoeken plaats te nemen erzocht hij hem. Is mijnheer John Franklin niet 'huis, antwoordde de bezoeker zonder °P de uitnoodiging acht te slaan. Neen, mijnheer; ik ben zijn parti- '■uliere secretaris. Zoo, was 't droge antwoord, bent «dat? Selwijn voelde zich zichtbaar niet op gemak. Kan ik u misschien van dienst W vroeg hij. Neen, dat gaat niet, maar wan- 'eer is mijnheer Franklin te spreken? „~7 ik weet niet hoe laat hij precies jhs komt, maar wat wenscht u eigen- ft van hem? De bezoeker keek den secretaris een J°genblik nadenkend aan, toen sprak staat het met onze bijdrage aan de slachtc ffers van de economische wan orde der gemeenschap, waartoe we behooren. Alleen; we ontvangen voor die bijdrage geen aanslagbiljet, doch aan onze eigen consciëntie wordi overgelaten onzegjbijdrage vast te stel len, rekening houdende met onze materieeie en moreele vermogens. De fiscus helpt ons als regel wel onthouden, wat onze plicht ten op zichte van de staatskas is, maar over de nakoming van onzen christenplicht tegenover onze naasten, moet ons eigen geweten waken. Wie zich christen meent, moet het gebod van naastenliefde nakomen. De naaste moet hem lief zijn, gelijk de Christus hem lief is, Die in Zijn god delljke onbaatzuchtigheid aan Zich betoond acht, wat we den minste Zijner schepselen hebben gedaan. Zuiver—humanitaire beginselen vor deren trouwens hetzelfde van ons. Eer gemeenschap is niet denkbaar, zondei dat de sterken de zwakken helpen en dat als plicht gevoelen.* Het moge vriendelijker klinken om de menschen op te wekken om hur nooddruftige naasten te verblijden mei een gave, een weldaad-, het moge aan genamer zijn om een beroep te doen op iemands goede kart het is toch hijDat is mijn zaak, ik wacht wel zoo lang. Geheel op zijn gemak liep hij naar den anderen kant van het vertrek en ging voor 'n groote landkaart van den staat Nevada staan, die tegen een der muren hing. Selwijn tikte eenigszins geprikkeld met den voet tegen zijn schrijfbureau, terwijl hij met steelsche blikken den raadselachtigen bezoeker aankeek. Eindelijk werd de stilte verbroken. U hebt zeker wel een prettigen werkkring als secretaris van den heer Franklin? Ja. Hij is erg vermogend, nietwaar? Ja. Ik meen dat hij zijn fortuin in de zilvermijnen verdiend heeft? Ja. Dat heb ik gehoord, 's avonds ging hij naar bed als doodgewoon mijnwerker om den volgenden morgen als millionnair wakker te worden! Dat vertelt men tenminste van hem; weet u dat hij de „zilverkoning" wordt ge noemd? Hij laat het geld nogal rollen, zoo als ze vertellen, vervolgde de onder vrager met een effen stem. Hij doet heel veel goed, zei de se cretaris met vuur. Hij is een nobel en edelmoedig mensch. Verbeeldde hij het zich of kwam er werkelijk in 's mans oogen een steken de uitdrukking en klonk er niet iets sinisters iets verborgens achter zijn effen stemgeluid toen hij antwoordde: En meneer Franklin heeft groot vertrouwen in u, nietwaar; hij geeft u zijn chequeboekje wel eens ter be waring, is het niet zoo, meneer de se cretaris? Selwijn zocht steun aan den rand van het bureau. Wat bedoelt u? mompelde hij, niet ook wel eens goed om er aan ie herinneren, dat steunen en helpen van anderen naar eigen vermogen nog geenszins een edele daad, een goed heid is, maar slechts het vervullen van een gemeenschapsplicht, vooiél een christenp/c/t/. Eerst als we nog verder gaan, méé' geven, dan redelijkerwijze mag worden gevergd en we dat meerdere dus moeten opbrengen door persoonlijke behoeften te besnoeien, dan eerst brengen we een offer aan de gemeen schap, dan eerst vervullen we behalve onzen christerp//cAf ook een daad van christelijke liefde. Het lijkt ons goed om eens duidelijk het verschil tusschen een en andei aan te geven, vóór weer een beroer wordt gedaan op onze bereidvaardig heid, mede te helpen aan de leniging van den nood van anderen. Waar zóóveel ellende wordt geleder en ons volk nog zulke ernstige gevaren ocdieigen, mogen alien öci ver staan, dat ze niet alleen hun plicht tegenover hun naasten, doen maar dat ze ook weten te getuigen van hun liefde, sprekende uit hun tffers. BUITENLAND. W erkloosheldscijfers. De protectiemaatregelen in Engeland 'Cbijnen reeds uitwerkirg te hebben, de werkloosheid is in de laatste week beduidend verminderd. Het aantal werk'oozen is teruggeloopen met 35.495 tot 2.048 429. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Duitschland daarentegen ziet zijn werkloozental nog steeds snel stijgen. De eerste helft van November kwamen er 220 000 bij, waardoor het aantal fond 4 840 000 is geworden. De daling van het werk in de mijnen van het Roergebied is thans lot stilstand ge komen, zoodat hier geen verdere arbeiders ontslagen zijn. De metaal bedrijven en vooral de meubelindustrie hebben goed te werken. Italië's buttenlandsche politiek. De Italiaansche minister van buifen- landsche zaken, die ihans in Amerika vertoeft, heeft daar een uiteenzetting gegeven van de buitenlandsche politiek van zijn land. Grandi nam als uitgangspunt, dat het werk van den Europeeschen weder opbouw door ernstige fouten belem merd wordt. De vier voornaamste problemen, die de wereld heeft op te lossen, zijn de kwestie der oorlogs schulden, de veiligheid, de ontwape ning en de economische samenwerking. Italië houdt vast aan het beglnsel.dat de herstelkwestie niet is te scheiden op zijn gemak. O, niets, antwoordde de man weer kalm. U moet er voor waken, dat men hem niet bedriegt. De jonge man wankelde en sloot de oogen. Toen hij .ze weer opende zag hij zijn werkgever in de deuropening staan. Is er iemand om me te spreken, Frank? Voordat hij tijd had om te antwoor den deed de bezoeker een stap naar voren en vroeg snel: Bent u meneer John Franklin? Franklin, of beter gezegd Wilfred Denver keek eenigszins verwonderd, maar hij boog vormelijk toen hij ant woordde: Zeker, ik ben John Frank lin. Waarmee kan ik u van dienst zijn? Pardon, dit in mijn kaartje, en de bezoeker haalde een visitekaartje uit zijn zak. Sam Baxter, Scotland Yard, zeide hij. Indien de secretaris zijn werkgever gadegeslagen zou hebben, zou hij een typische angstige flikkering in diens oogen hebben waargenomen. Doch hij had zich over zijn bureau gebogen en begon geagiteerd eenige papieren bij elkaar te zoeken. En, meneer Baxter, hoorde hij hem zeggen, wat wenscht u? Ik verzoek u zoo kort mogelijk te zijn, daar ik met den trein mee moet. Dan zal ik maar meteen beginnen, antwoordde de detectieve. Hij haalde uit zijn binnenzak een leeren portefeuille te voorschijn. U kunt wel hier blijven, meneer de particuliere secretaris, wij hebbeti u noodig, sprak hij. Selwijn was met een bundeltje pa pieren in de hand naar de deur geloo- pen. Toen de detectieve hem aldus toe sprak, keerde hij zich om en liep lang zaam, met gebogen hoofd, naar het bureau terug; er was een uitdrukking worden bij MOL gekocht. MOL brengt sorteering onder garantie van prijs en kwaliteit. Bij MOL loopt het weer storm. Voordeelige prijzen; gezellig winkelen; prettige vakkundige bediening. Koopen ls bij ons een genoegen. lederen middag en avond: RADIO CONCERT van diepe schaamte en wanhoop op zijn gezicht. Baxter had zich intusschen tot Denver gewend en keek hem met een vragenden blik aan. Hij nam een cheque uit de portefeuille en hield deze in de hoogte. U hebt toch een rekening bij de Metropolitan Bank, meneer Franklin? Deze cheque werd gisteren op de ge wone wijze ter betaling aangeboden. De bediende weigerde den cheque uit te betalen, hield den aanbieder even aan den praat en wilde u waarschuwen. f Doch u was er niet en derhalve werd mij de zaak in handen gegeven. Bij de eerste woorden, die de detec tieve sprak, klaarde Denver's gezicht op, toen hij hem echter verder aan hoorde kwam er een trek van, medelij den op zijn gezicht. Selwijn wilde wat zeggen, doch op een wenk van zijn werkgever zweeg b\j. Laat mij die cheque eens zien, sprak Denver kalm. Baxter gaf hem de cheque. Wat is daar voor bijzonders aan? vroeg Denver. Die handteekening, bekijkt u die eens goed, meneer Franklin, hernam de detectieve. Die handteekening is geheel in orde, verklaarde Denver, na een oogen- blik naar de cheque te hebben gekeken. Ik was nogal gehaast, toen ik haar schreef. U twyfelt er toch niet aan? vervolgde hij ongeduldig. Baxter haalde de schouders op en een toegeefelijk glimlachje kwam op zijn lippen. Heelemaal niet, meneer, heelemaal niet. Als u zegt dat het in orde is, is het in orde. Trouwens als u zelf die cheque geschreven heeft, is de zaak af gedaan. Dat meen ik ook, antwoordde Den ver droog. 's Mans toon beviel hem niet, en ook niet de wijze, waarop hij hem had, op genomen. Natuurlijk kon het ook wel verbeelding zijn, maar er was ook iets in de houding van den detectieve, dat hem hinderde en verontrustte. Hij ge voelde in ieder geval weinig lust ver der met den vertegenwoordiger van Scotland Yard in debat te treden. De hand in zijn binnenzak stekend, sprak hij: Wees zoo goed en breng de cheque naar de bank terug en zeg hen dat het in orde is. Desnoods zal ik er zelf mor gen even heen gaan om een en ander te bevestigen. Mag ik u dit geven voor de moeite, die u zich getroost heeft? Een breede glimlach kwam op Bax ter's gelaat. Hij nam een bankbiljet van vijf pond in ontvangst en stopte dat tesamen met de cheque in zijn por tefeuille. Dank u hartelijk, meneer, zei hij. Als ik u ooit weer met een of ander van dienst kan zijn, kunt u op mij re kenen. En ik kan ook mijn mond hou den. Denver belde. Ik zal om u denken, ik heb uw kaartje met adres, antwoordde hij snel, mijn bediende zal u even uitlaten. Goe den dag. Goeden dag, meneer Franklin, en de deur sloot zich achter den detectieve. Alleen met zijn secretaris, die zich niet op zijn plaats had verroerd, ging Denver op hem toe en legde vertrouwe lijk zijn handen op diens schouders. Doe dat nooit weer, mijn jongen, sprak hij zach en medelijdend, zonder een zweem van kwaadheid, doe dat nooit weer. Selwijn snikte. O, ik zal het nooit weer doen, me neer, u bent veel te goed voor mij. Ik ben slecht geweest, meneer, en ik ver dien niet dat u het mij vergeeft; ik durf u niet meer aan te zien pe Echo van het Zuiden, aalw(jfcsclie en Langstraatsclie Conrani, iiiiiu.miiii!. T Ie ZiiuerkODino f-WATSC HAPPY VAM VERZEKER!MC OP MET LEVEM I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1931 | | pagina 1