i
Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen/
ct buis op liet eiland
Logisch!! gcTiilking.
M
8
Voor.
I
FEUILLETON
Winkelnieuws.
Mol
Gaat
i
Archibald Marshall.
VUMMER l5-
ZATERDAG 20 FEBRUARI 1932.
55e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. II.
Telegr.-Adres: ECHO.
Prijs der Advsrtentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bi] contract flink rabat
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 0 uur
In ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
De nood der tijden.
De minister—President heafibijden
aanvang van dezen winter in de Kamer
verklaard, dat er geen honger geleden
zal worden in ons land, door nie
mand. Dat na' ook niet. We zijn niet
zoo erg geponeerd voor overheidshulp
en bemoeiing ter zake van alles en
nog wat. We zijn zelfs overtuigd, dat
de overheidshulp soms verder gaai
dan voor het levendig houden van
veler energie gewenscht is. Maar dai
er door niemand, althans zonder per.
soonlijke schuld er aan. in ons land
honger wordt geleden, céa voor zeer
zeker heeft de oveiheid ie zorgen.
De nood breidt zich echter zoo uit,
dat de beschikbare middelen der re
geering ontoereikend zijn en dan moei
en zal de gemeerschao helpen; het
is haar dure plicht. Regeeringshulp
trouwens is niet anders dan gemeen
schapthulp. omdat de regeering van
deze gemeenschap slechts de represen
tee Is.
Als de regeering tekort kom*, zullen
sommigen zeggen, moet ze maar nieuwe
belastingen scheppen. Z ker en dat
doet ze ook, voor zoover dat gaat. De
noodzaak om met belastingheffing
zekere grenzen te ontzien, houde men
w-l in het oog. Alle verhoudingen zijn
zóó ontwricht, dat de fceertng moei-
lq< meer weten kan, vkk- het benoo-
digde geld nog is te haten of In hoe.
verre ze door nieuwe helfi gen de
rechtvaardigheid en billijkheid zou
verkrachten.
O idanks den goeden wil van de
regeering en ondanks het belangeloos
ijveren van velen In den lande, wordt
^er op het oogenblik honger geleden
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
van
Sens at e-prl|zen
Sens a 11 e-kwalitelten
Alléén bij MOL
MOL blijft goedkooper.
door landgenooten en de organisaties
van hulpverleening zijn niet bij machte,
beschikken niet over voldjende mid.
delen, om in allen nood te voorzien
Het algemeen Crlsiscomi en de
plaatselijke afdeelingen daarvan hebben
geld noodig, veel geld.
G-ef Als het mogelQk Is, geeft dan
regelmatig, wekelijks of maandelijks,
want bronnen, die regelmatig vloeien,
zijn de rijkste en betrouwbaarste.
Rekeninghouders van den Qirodienst.
vult het biljet in. dat ge kreeg toe
gezonden en stuurt het op naar Den
Haag.
Oeefl, geeft...
Want kinderen schreien van den
honger..
En vaders, op wie nooit iets te
zeggen viel, komen in de gevangenis.
vrucht van 2ljn werken niet zal worden
betaald. Er is te veel. zoo weet hij
En lóch sjouwt hij weer karren vol
met mest aan om zijn grond vrucht,
baar te maken. Hij steekt de spade in
den bodem om de aaide te woelen,
waarin hij straks gaat zaaien, voort-
kweeken, verzorgen, oogsten. Rijpe en
levende vruchten.
Waarom doet hij dat toch
Zeker, óók omdat hoop hem vervult,
dat de omsiandigheden een gunstigen
keer zuilen nemen en hij toch nog zal
worden be'oond voor zijn moeite. HQ
doet het eveneens, omdat hij werken
wil. werken moet. Maar hij doet het
vooral, omdat hij ook in de lente niet
weerstaan kan aan den rorp van de
na'uur, die hem noodt, ja prikkelt, om
te scheppen en te verzorgen, voort te
kweeken en tot wasdom te brengen.
Het leven prikkelt de menschen in
de lente tot leven, d I. tot arbeid, tot
HOOFDSTUK VI.
Juffrouw Cheetham'» meening en een
entdekking.
Den volgenden morgen ontwaakte Guy
na een droomloozen slaap en vond Calt
horp reeds in de eetkamer op hem wach
ten.
Geen succes hoor, zei de advocaat,
toen een bediende de zilveren schalen
met de benoordigdheden voor het ontbijt
had binnengebracht. Ik heb ze nu aan
den anderen kant aan het zoeken gezet.
We moeten na het ontbijt nog meer men
schen ondervragen. Je hebt de portiers
toch gezegd te komen?
Deze laatste vraag was tot een van de
bedienden gericht.
Ja, meneer, ze zouden tegen negen
uur hier zijn.
Ik moet je nog iets vertellen, her
nam Calthorp, toen de bediende de ka
mer uit was. Ik heb vanmorgen een on
rustbarend bericht gehad, dat misschien
fen heel ander licht op de zaak werpt.
Wat is het? vroeg Guy in spanning.
Ik heb een telegram gekregen van
de bankiers van Sir Roderick in ant
woord op mijn brief van gisteren. Hier
it hti i
De scheppende kracht.
De donkere en korte winterdagen
liggen weer haast achter ons. Reeds
s ijgt de zon hooger en de natuur
wordt milder. Vogels tjilpen hun
liefdelied, verlangend leven te wekken
en te onderhouden.
Moe nog van zorgen en sombere
winteroverpeinzingen betreedt de land
bouwer zijn akker. Wat het jaar hem
breRgen zal, weet hij niet, maar hij
heeft reden om te vreezen, dat zijn
arbeid niet zal worden beloond en de
Guy nam het telegram aan. „Sir Rode
rick Bertram", las hij „heeft de laatste
effecten die wij onder onze berusting
hadden, zes maanden geleden verkocht.
Brief volgt, Temple, Quality.
Wat kan dat beteekenen? vroeg Guy
verbaasd.
We zullen wel wijzer worden, als de
brief komt; hij kan tegen twee uur hier
zijn. Voorloopig zal ik daarom de theorie
die ik gevormd heb, voor mij houden.
Laten we nu eerst juffrouw Cheetham
maar eens laten komen.
Toen het dametje verscheen, werd
haar gevraagd wat zij van de zaak dacht.
Ik heb dertig jaar met Robert Mar
tin in hetzelfde huis gewoond, meneer
begon ze onmiddellijk. Hij was Sir Ro
derick buitengewoon toegedaan en er
was niets wat hij niet voor zijn meester
zou hebben willen doen. Het is eenvou
dig buitengesloten dat hij zich aan Sir
Roderick's lyk zou vergrijpen. Als ik het
met mijn eigen oogen zag, zou ik het nog
niet geloovenl
Maar Feitham dan, wierp Guy te
gen. Hij is toch net zoo lang als U hier
nietwaar? en 't schijnt hem niet zooveel
moeite te kosten het te gelooven.
Och meneer hernam de oude
vrouw, ik wil niets van meneer Feitham
zeggen; ik heb nog nooit een kwaad
woord met hem gehad en dat kan ik niet
eens van Martin verklaren. Maar het is
toch niet zoo verwonderlijk, Sir Guy,
als twee mannen, die beiden in dit huis
een belangrijke positie bekleeden, ja-
loersch op elkaar zijn. Feitham is hier
op het goed geboren en getogen. Martin
was Sir Roderick's bediende in Londen,
voor hij op Wctstones kwam en sedert
de oude Lady Bertram gestorven is, is
hij Sir Roderick's rechterhand gewor
den. Feitham kwam op de tweede plaats,
terwijl dat misschien juist andersom had
verzorging en opvoering naar wasdom.
In dezen tijd is de lente—prikkel
als een sa yrp, maar eene, die we toch
beluisteren willen of helpen opvoeren.
Al zijn de vooruitzichten somberen
weten we onzen arbeid niet beloond,
toch doen we goed om den roep van
de natuur te volgen, al ware 't slechts
om het behoud van onze vitaliteit.
Tegenslag In zaken, slechte uitkomsten,
werkloosheid, ze hebben ons ver
slapt en dreigen ons weerloos te maken.
Laten we weer aan den gang gian,
als de boer, die lóópt, dat mis.
schien de omstandigheden zich nog
zullen keeren, en hij anders toch de
vreugde van den arbeid kan hebben
beleefd.
Makkelijk praten 1 zoo denken er
misschien. Waar is de arbeid, tot welke
de opwekking uitgaai?!
O. het Intensief zoekea en probeeren
allééi is reeds arbeid. En 't volhouden
ondanks allen tegenslag. Zich zelf
schragen in vertrouwen op de toekomst
is arbeiden, Den moed van anderen
onderhouden, is scheppende arbeid.
En de vruchten zoo vraagt ge. Het
loon?! Ze laten msschien lang op
zich wachten, maar komen zullen ze,
moeten ze, want ook ck komt uit de
natuur voort: de vervorming en aan.
passing van het maatschappelijk wezen
aan gewijzigde omstandigheden.
50*35*40 cfc
moeten zijn en hy is Martin dan ook niet
bijster vriendelijk gezind. Niet dat ze op
gespannen voet stonden of dat hij iets
van Martin te zeggen zou hebben, wat hy
zelf niet gelooft, maar hij denkt toch an
ders over hem dan ik.
Wat voor soort man Is Martin?
vroeg Calthorp.
Een heerschzuchtig mensch, mijn
heer, verklaarde juffrouw Cheetham be
slist, en iemand die er een uitgesproken
eigen meening op na houdt. Maar neemt
U dat van mij aan meneer, tot zoo iets
als waarvan U hem verdenkt, is hy niet
in staat. Daarvoor ken ik hem te goed.
Hebt U er eenig idee van wat er
eigenlijk gebeurd is en hoe het in zijn
werk is gegaan? vroeg Calthorp na een
oogenblik. Hebt U er een opinie over.
Ja, meneer. Gisteravond had ik dat
nog niet, maar ik heb van nacht lang
wakker gelegen en nagedacht en nu is
mij veel duidelijk geworden.
Ze zweeg even, als om haar gedachten
te verzamelen en de twee vrienden
wachten in spanning.
U weet, vervolgde ze na een korte
pauze, dat Sir Roderick in geen vijf en
twintig jaar een voet buiten het park
heeft gezet? Die verandering in zijn le
venswijze kwam door den dood van zijn
jonge vrouw en haar zoontje. Zij waren
in Italië toen zijn vrouw en kind stier
ven; Martin en mevrouws kamenier wa
ren mee. De moeder en 't kind zijn daar
begraven. Sir Roderick was er de man
niet naar om zijn verlies spoedig te ver
geten. HU kwam thuis en alles moest blij-
ven zooals het was. Denkt U eens aan: al
die jaren moest er voor twee personen
gedekt worden.
Guy en Calthorp keken elkaar ver
baasd aan.
Toen Sir Roderick terug kwam, mocht
er niets in huis veranderd worden. Me-
vrouw's kamers zijn nog net als toen ze
leefde; iederen dag worden de vazen op
nieuw met bloemen gevuld.
Sir Roderick hield van zijn vrouw
zooals weinig mannen dat doen. Hy leef
de hier met zijn herinnering en die wa
ren tot aan het einde frisch gebleven,
net zoo frisch als op den dag, dat hij
haar en haar zoontje begroef.
En U denkt.... begon Calthorp.
Ik denk, viel juffrouw Cheetham
hem in de rede, dat Sir Roderick Martin
strikte orders gegeven heeft, dat zyn
stoffelijk overschot naar Italië gebracht
moest worden om naast dat van zijn
vrouw te worden begraven.
Maar waarom moest daar zoo'n ge
heimzinnigheid bij worden betracht?
vroeg Guy. Op zichzelf zou dat een heel
normale wensch van Sir Roderick zijn
geweest. Maar voor die geheiminnigheid
heeft U geen verklaring.
Voor iemand die Sir Roderick heeft
gekend, behoeft het geen nadere verkla
ring, dat hij de bevelen van Sir Rode
rick heeft uitgevoerd.
En die tuinman dan?
Het was den advocaat die deze vraag
stelde.
Ja, ziet U, meneer. Martin zal het
wel niet alleen hebben afgekund en Ja
mes Braithwaite was juist degeen, die
voor zoo iets in aanmerking kwam. Hij
heeft vrijwel geen vrienden dus zal niets
verklappen en er was gelegenheid ge
noeg voor Martin om hem in vertrouwen
te nemen, want hij roeide de boot altijd
en
Vertelt u mij nog eens iets, juffrouw
Cheetham, viel Calthorp haar in de rede.
Was Sir Roderick normaal, was hij som
ber of gedrukt.
De oude vrouw glimlachte.
O, neen meneer. HU was heelemaal
niet somber en al wilde hij niet meer
Oadeid ukken we derhalve den
lente—prikkel niet, doch laat u wekken
tot arbeid en leven, tot scheppen, zoo
verre de omstandigheden dat toelaten.
Al zou dat scheppen slechts een her
scheppen zijn van eigen en anderer
moed, vertrouwen en energie.
Dan zal de genade van Gods Voor
zienigheid helpen om de vruchten te
doen rijpen, die eens geplukt kunnen
worden aan den maatschappelijken
boom, op welken nieuw hout tsgtënt
van de jonge spruiten der maatschap
pelijke hervorming.
Al mest de boer den grond en be
zaait bij dezen, de zon moet hem
helpen bij zijn scheppingsarbeid.
Als wij enten op den boom van het
maatschappellk leven, dan hebben we
de genade des Hemels noodig als
lavenden dauw en ons geloof en ver
trouwen als voedenden bodem.
met vrienden omgaan, met het personeel
bemoeide hij zich veel. Hij gaf dikwUls
aanwijzingen aan de tuinlui en ging heel
aardig met hen om. Hy leefde terugge-
i trokken, maar iedere maand ontving hy
een kist met boeken en tydschriften uit
Londen en hy schreef ook veel. Hy was
net zoo normaal als U en ik. Maar U weet
nu hoe ik over de zaak denk en ik zou
graag aan myn werk willen gaan.
Dat is een slim wyfje, zei Guy, toen
ze de deur achter zich gesloten had, wat
dacht jy van haar idee?
Ik weet het werkelyk nog niet ver
klaarde Calthorp. Ik zal eerst de papie
ren eens doorzien. Ik heb de bank in
Ceswick getelegrafeerd om iemand te
sturen die alles kan nazien. Feitham zegt
dat Sir Roderick met de bank in Ces
wick in relatie stond. Waarschynlyk
heeft hy zyn bankiers in Londen alleen
aangehouden voor de effecten.
De ondervraging van de portiers
bracht een belangryk feit aan het licht.
Alle vUf hekken van het park waren
steeds gesloten en zonder hulp van een
der portiers kon niemand de hekken
passeeren. Maar in het meest noordeiyke
hek was een klein poortje, dat steeds
op slot was en waarvan Martin den sleu
tel had. De man en de vrouw, die in de
portierswoning bU dat hek huisden, had
den snachts niets verdachts gehoord,
maar dat bewees niets, want ze sliepen
aan den achterkant van het huisje en 'l
poortje stond op het gras van het park
op den weg, zoodat iemand die er ge
bruik van maakte ongemerkt kon door-
loopen. Dat noordelyke hek sloot een
weinig gebruikte weg af, niet veel meer
dan een karrespoor, dat zich tusschen
eenzame heuvels slingerde en het lag on
geveer een myl van het huis of.
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zuiden,
ffaalwytsche en Langstrnntscbe Conrant»
i
per Va pond