Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
U iMonaeiiiiiiielil
Logische iniliMUu.
Winkelnieuws.
Mol
Voor.
i
HEERENBAAI
fa*"
Gaat
FEUILLETON
Archibald Marshall.
ZATERDAG 23 APRIL 1932
55e JAARGANG.
0 krec,
éezicb
5n kei
aernitj
Pgeroe
r. tot
lukte
aan et
wekkj
'luchtte
de vlie
is t
êeslaje
Dit blad verschijnt
SD AG en ZATERDAG,
grieven, Ingezonden stukken, gelden enz.
Telefoon No. tl.
Telegr.-Adre»: ECHO.
EERSTE BLAD
de beid
id.
'fijt.
n de df
t de oi
Issie
Gemengde boter en
gemengde gevoelen».
Rekening houdende met den be
kwamen spoed, waarmee de crisis-
wetgeving wordt afgedaan, was te
,erwachten dat we binnenkort voor
n oifj.ij ïat de boter betreft slechts te kiezen
Tientijl tallen hebben tusschen het zuivere
natuurproduct en een mengsel van
eerenva
'1 onlsp
esche
:en direc
tn ondei baar, omdat we natuurlijk ook op
"lag
-jie do
met
ind.
lwijk
e be.
oole-
margarine met roomboter. Daarmee
het publiek voor het eerst merk
er de lasten gaan torsen van de
crisismaatregelen. We zeggen merk-
bij ons, omdat naast de buiten
gewone sorteering welke wij U
bieden, onze prijzen volkomen
aan de tijdsomstandigheden aan
gepast zijn, en U thans zeer zeker
zonder twijfel meevallen.
MOL blt|ft goedkooper.
jndere wijzen onzen crisis-cijns reeds
hebben geofferd, wat b.v. met de be-
alle k' lastingblljetten van de laatste jaren
voor zich, is na te rekenen. Meesten-
echter verdiepen we ons daar'
Ulfc. zoo in, ook zonder crisis
irouwens vertoonen cijfers van belas
tingbiljetten stijging-neiging. Voorts
betaalden ook slgarettenrookers en
wijnproevers reeds extra aan de crlsis-
hs, maar met de duurdere boter zal
yoor het eeist aan het levenspeil van
jt massa worden geraakt. De sedert
ttnige jaren steeds dalende lijn van
iouten voor noodzakelijk levensonder
houd zal eventjes in haar richtlne
worden geremd, misschien wel 2ÓÓ
iwaar, dat er een stilstand komt en
mogelijk zelfs zal het wagentje der
prljswaarden een weinig terugrollen
op den steil opgetrokken weg. Niet
alleen de boter immers zal duurder
worden, maar ook de melk en de kaas.
Vóór de nieuwe prijzen daarvan zich
hebben gezet, zullen andere, op het
oogenblik nog nauwelijks merkbare
Invloeden, als die van de contingen-
teering, de markt op hooger niveau
hebben gebracht.
Dat alles geeft aan de gemengde
boter een gemengd smaakje, temeer
omdat zoovelen zich met e$n sterk
verminderd Inkomen hebben moeten
vergenoegen, waarbij juist de voor-
deelige levensstandaard een zoo waarde
volle troost was. Men hoort hier en
.DE
Iprll
HTS,
gazijn
Vljk,
•roolst
'SILK.
daar luide klagen, dat de crislslasien
op de voorgestelde manier niet recht-
vaardig worden verdeeld, niet naar
draagkracht n.l„ maar juist omgekeerd.
Wanneer door contingenteering en door
een menggebod van boter, zoo rede
neert men, de prijzen van levens
middelen en levensbehoeften worden
opgevoerd, dan betalen de groote
gezinnen het meeste bij in de crisis-
lasten; het (ffer van arm en rijk is
gelijk aan elkaar.
De klagers echter mogen twee dingen
wel bedenken. Eerstens, dat het toch
in elk geval bezwaarlijk is om alle
uitgaven voor crisismaatregelen uit
directe belastingen, speciaal uit de
Inkomstenbelasting, te putten. Daar is
een bedrag van honderden millioenen
mee gemoeid. Ook de groote inkomens
zijn meerendeels sterk verminderd die
inkomens door sterk verhoogde belas
ting bovenmatig te besnoeien, zou niet
alleen het tegengaan van verdere kapi
taalvorming beteekenen, maar ook de
bemoeilijking der voortzetting van vele
zaken en bedrijven. Er zijn bovendien
duizenden rijke menschen, die als
gevolg van in de laatste jaren geleden
verliezen geen Inkomen meer hebben
genoten, dus teren op hun resteerend
vermogen.
Ook al wordt de prijs van sommige
artikelen verhoogd, dan kan men nog
niet spreken van een helfiag ten koste
van den consument. Melk, boter en
kaas b.v. worden op het moment door
de boeren verhandeld tegen prijzen,
waarmee ze hun kosten niet vergoed
en hun arbeid niet betaald krijgen.
Wanneer de regeering derhalve met
kunstmatige middelen zulke prijzen
opvoert, helpt zij alleen de produ
centen aan het hun toekomende. Dat
meerdere, dat de regeering nu voor
de producenten bedingt, moet door de
consumenten worden betaald. Als een
winkelier in radio-artikelen een knecht
heeft, kan hg dien des Zaterdags niet
naar Philips in Eindhoven sturen onder
voorgeven, dat die het loon van zijn
bediende beter of gemakkelijker kan
betalen dan hij. De knecht heeft voor
den winkelier gewerkt en niet voor
Philips. De boer, die ons boter of
melk levert, werkt voor onshij heeft
het recht om van ons te vorderen wat
het product hem heeft gekost, plus een
betaling van zijn arbeid. Wanneer hij
niet meer aan het hem toekomende
kon komen door een economische
wanorde, welke noch door hem, noch
door de regeering is gewekt, dan mag
d'e regeering hem zeker te hulp komen
met middelen, welke In staat zgn om
de onbillijke gevolgen der ontstane
wanorde van zgn schouders te nemen.
Bezien we de zaak zóó, dan schikt
eder zich straks zonder morren in de
jrJJsstijglng, welke als gevolg van de
crisismaatregelen van de regeering Is
te verwachten, ieder voor zich vecht
voor een redelijk bestaanwe moeten
van „De Echo van het Zuiden".
zoo'n bestaan óók gunnen aan het
millioen menschen, dat op directe wijze
van land- en tuinbouw leeft, en de
honderdduizenden middenstanders,
wier lot aan dat van den landbouw
is verbonden.
Daarnaast zal de regeering een open
oog hebben te houden voor de belan-
gen der consumenten. Er moet voor
worden gewaakt, dat de prijsstijgingen
niet tot het niveau van eenige jaren
terug oploopen. De regeering heeft de
ambienaarssa.arissen gekort en be
doeld of niet loonsverlaging In het
vrije bedrijf in de hand gewerkt, waarbij
de verlaagde indexcijfers als sterke
argumenten naar voren werden ge
schoven. Men handhave de publieke
koopkracht, anders zal menigeen zich
bedrogen wanen en zal ook de econo
mische terugslag fataal blijken.
Al deze maatregelen zijn der regeering
door den nood opgedrongen, telkens
nieuwe tarieven en verboden ln het
buitenland, noodzakelijkerwijs gevolgd
door sommtge contingenteerlngen ten
onzent, want ook de industrie en alles
wat er van leeft moet in gang gehou
den worden, tenminste zooveel doenlijk.
't Blijft zooals Dr Colljn dezer dagen
in de Kamer zei :„De laritfmurenoveral
weg en de crisis'is ten einde."
per
Vz pond
20ct.perons \OctperVzons
Bijzondere maatregel ten
aanzien van loopende Pacht
contracten.
In den regel is de belangstelling
der regeering voor initiatief-voorstellen,
voorzoover die belangstelling, althans
tn gesproken woorden tot uitdrukking
komt, niet bijzonder groot.
Ditmaal was het anders. De regee
ring heeft levendig deelgenomen aan
de discussie over het wetsvoorstel-
Ebels houdende bijzondere maat
regelen ten aanzien van loopende
pachtcontracten. Toch is de beteekenis
van het wetsvoorstel niet zoo groot,
om daaruit de belangstelling der
regeering te verklaren. Minister Donner
zeide het reeds bij het algemeene
debat, slechts bij absolute noodzake-
iljkheid mag en zal de regeering ln-
«rijpen in de verhoudingen van het
burgerlijk recht. De landbouw zal
rechtstreeks gesteund wordenvoor-
stellen van dien aard zQn in de maak.
Wanneer de grondslagen van ons
burgerlijk recht worden aangetast,
worden ln de meeste gevallen de
moeilijkheden niet opgelost, maar van
den een op den ander gelegd. Het
wetsvoorstel—Ebels draagt daarom
geheel het karakter van een crisiswet.
Het staat ook duidelijk in de wet zelf.
Het aangenomen amendement-Fleskens-
Gosellng immers luidt.Zoodra de
heerschende buitengewone omstandig
heden hebben opgehouden te bestaan,
doch in leder geval voor 1 Jan 1936
zal aan de Staten-Qeneraal een voor
stel worden gedaan, waarbij de In
trekking van deze wet, zoomede de
overgang tot den normalen toestand,
faalwPscbe en Langstraatsclie Courant
1 achti
franco te zenden aan den Uitgever,
^onnementsprys per 3 maanden 1.25.
franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
VIER BLADEN.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.60.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Naar het Engelsch
van
26.
I)ie belofte kan ik u niet geven. Ik
heb het éénmaal gedaan, zonder eigen- j
lijk te beseffen, wat ik beloofde, en als
ii wilt, mag u gerust zeggen, dat ik die
belofte niet heelemaal gehouden heb. Ik
kon niet anders en u moet vooral niet
denken dat ik zooiets licht tel. Boven-,
dien, Guy wond zich steeds meer op,
waarom zou ik u iets beloven? Ik wil
direct toegeven dat uw dochter veel en
'eel te goed voor mij is, maar daar staat
tegenover dat er tientallen ouders zijn,
die recht hebben hooge cischen te stel
len voor het huwelijk van hun dochters
en die mij geen weigerend antwoord
'ouden geven, wanneer ik hun vertelde,
wat ik u nu verteld heb. Voor u schijnt
het alleen maar een handelszaak te zijn.
Als ik een buitengewoon gefortuneerd
man wordt, wilt u de zaak opnieuw »n
overweging nemen; zoolang dat niet het
geval is, kom ik voor u niet in aanmer
king. Het feit dat ik van uw dochter
houd. speelt voor u absoluut geen rol..
Goed, dat neem ik dan terug, ver
klaarde Richards bruusk. Ik zei dat al
leen maar, omdat ik niet geloof dat er
°ok maar een spoor van kans is, dat u
ooit een buitengewoon gefortuneerd man
wordt. En ik heb ook nief gezegd, dat
dan mijn toestemming zou geven.
Neen, ik neem het absoluut terug, het
zou niet billijk zijn tegenover hel meis-
je. Ik verklaar u met de meeste stellig
heid dat ik, als u niet elk contact met
haar, in welken vorm en onder welken i
naam ook, achterwege laat, ik haar on
middellijk uit Highgate weghaal. Ik heb
nu meer dan genoeg van dat gezanik en
ben van plan er nu kort en goed een
eind aan te maken.
Ik denk er niet aan om u een be-
lofte te geven, hield Guy koppig vol. i
Dan verzoek ik u mijn kamer te
verlatenmet precies denzelfden
nadruk waarmee u mij indertijd hetzelf
de verzocht hebt! En ik zal mijn maat
regelen wel zoo nemen, dat u geen kans
meer krijgt met mijn dochter in aanra
king te komen, of u een belofte geeft of
niet. Zij zal er natuurlijk onder lijden,
dat ze zich weer met u heeft ingelaten,
maar het ligt voor een groot deel aan u,
hoe groot de onaangenaamheden voor
haar zullen zijn.
Guy was al bij de deur, maar bij de
laatste woorden van Richards draaide
hij zich om en vroeg, met een stem die
opeens merkwaardig deemoedig klonk:
Als ik beloof wat u verlangt, wilt
u mij dan toestaan haar nog eenmaal te
schrijven?
I Neen, was het stroeve antwoord.
Schrijven zal ik haar zelf wel. Er moet
nu eens en voor altijd een eind aan die
geschiedenis komen. Als u zich verder
niet met haar bemoeit, kan ze blijven
j waar ze is; als u dat niet doet, komt ze
hier onder mijn hoede en ik verzeker u
dat ze dan geen gemakkelijk leven zal
hebben! Het ligt nu maar aan u om te
zeggen wat u het liefste is en doet u dat
alstublieft een beetje gauw, want mijn
tijd is beperkt.
En terwille van Peggv gaf Guy zijn
eerewoord.
ECHTE FRIESCHE
Cl
HOOFDSTUK XV.
„U MOET MI.I MEER BRENGEN.
George Greenfield kwam op een re-
genachtigen en winderigen avond op
Wetstones aan; toen hij uit het rijtuig
stapte, om in de boot plaats te nemen,
sloeg de regen hem in het gezicht. Af
gevallen bladeren en gebroken twijgen
woeien de trappen op van het kasteel,
dat donker cn somber voor hem oprees.
De verwoestende adem van den herfst
had zich reeds over de zomersche
schoonheid gelegd.
Lord Caradoc begroette hem in de
hall en kon nauwelijks wachten tot
George zijn natte kleeren voor droge had
verwisseld en haastig zijn souper had
gebruikt, om zijn gast te betrekken in
een gesprek over het onderwerp waar
van zijn hari en geest vol waren.
Ze zaten in het kleinere achterver
trek van de bibliotheek en Lord Cara
doc scheen geen woorden genoeg te heb
ben voor de bewondering waarmee Sir
Roderick Bertram's grootsche werk hem
had vervuld. Ook over George kwam
iets van het overweldigend enthousias
me van zijn gastheer cn de wijze waar
op hij dit toonde, deed Lord Caradoc
zich geluk wenschen met den medewer
ker dien hij gevonden had.
George moet in slaap gevallen zijn op
het oogenblik dat zijn hoofd het kussen
aanraakte cn hij ontwaakte den volgen
den morgen niet voor 8 uur, toen de
knecht al in zijn kamer bezig was. De
wind was in den loop van den nacht
geheel gaan liggen, de lucht was schoon-
gewaaid en volkomen helder.
Het uitzicht dat Guy Bertram bij zijn
eerste ontwaken zoo in verrukking had
gebracht, trof ook George diep, toen hij
voor het open raam ging staan. De late
zomerbloemen vormden een magnifieke
omlijsting van het beeldhouwwerk en de
balustraden en de waterval ruischte en
klaterde vroolijk naar het blauwe water
van het meer. De knecht legde hem uit
waar gezwommen werd; George begaf
zich vlug naar het meer en dompelde
zich met welbehagen in het koele water.
I Toen hij na zijn bad de trappen van
het huis weer opging, een toonbeeld van
jeugd en gezondheid en energie, was hij
het type van den knappen, levenskrach-
tigen jongeman, waarnaar men met ge
noegen kijkt. Fluitend wipte hij veer
krachtig de laatste treden op van de
trap, die naar het groote frontterras
voerde en toen hij naar boven keek, zag
hij Cecily staan, een bos bloemen in de
eene hand, de andere rustend op den
steenen rand van de balustrade.
Hij bleef met een ruk staan en keek
naar haar toe tot een beweging van het
meisje hem tot de werkelijkheid deed
komen. Toen liep hij verder en groette
haar, zoo gewoon-beleefd, alsof gedu
rende dit korte oogenblik niet den gan-
schen opzet van zijn levensplan was
veranderd. Het was niet haar schoon
heid die hem een schok gaf, ofschoon
zij heel mooi was. Wie zal zeggen wat
het is, dat onuitsprekelijke en mysteri
euze in de oogen van een meisje, dat
geen boodschap voor velen inhoudt,
maar dat het geheele zyn van één man
in beroering brengt?
Het oogenblik dat George naar Cecily
had staan kijken, was zoo kort geweest
dat het 'een oppervlakkig toeschouwer
zou zijn ontgaan. Zij gaven elkaar een
hand en gingen samen het huis binnen,
pratende over de schoonheid van den
morgen en over het werk, dat George
op Wetstones wachtte.
Hij was blij een oogenblik alleen te
kunnen zijn, hij wilde wat klaarheid
scheppen in zijn stormende gedachten,
want hij was zich bewust van wat tot
hem gekomen was. Maar toen hij gereed
was met zijn toilet, moest hij zichzelf
bekennen dat hij er niet in was geslaagd
zyn gedachten te ordenen....
Den heelen morgen werkte hy met
Lord Caradoc. De geestdriftige geschied-
vorscher zou graag den heelen middag
en avond aan den arbeid zyn gebleven,
maar hij beperkte zich in zooverre, dat
hij George verzocht vóór het diner nog
een uur in de bibliotheek te komen en
nog een uur voor het naar bed gaan.
Vóór de lunch ging George even naar
zijn kamer en wederom probeerde hij
tot klaarheid te komen met zichzelf,
maar één gedachte overheerschte alle
andere: dat hij binnen eenige minuten
met haar aan tafel zou zitten en dat hij
maar één verlangen had: den avond in
haar gezelschap te kunnen doorbrengen.
Aan de lunch stelde Mevrouw Herbert
voor te gaan theedrinken in een klein
tuinhuisje met een stroodak, dat aan den
overkant van het meer in de bosschcn
lag. George roeide hen en toen ze de
plaats van bestemming hadden bereikt,
zette Mevrouw Herbert zich op de ve
randa en ging zitten breien; weldra viel
ze echter in een lichte sluimering, die
tenslotte overging in een vasten slaap.
George en Cicely wandelden langs het
meer en zochten rotskristallen, daarna
kookte ze water op een houtvuurtje en
i zette thee. Nog nooit in zijn leven had
George zich zoo gelukkig gevoeld
Ofschoon hij tot diep in den nacht
met den onvermoeibaren Lord Caradoc
werkte en hij met volle aandacht by zijn
interessant werk was, bleef de herinne
ring van den middag als zoete geur om
hem zweven.
Wordt vervolgd.