Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. i ISO» ai öuffiStï IIGDRDTOIBAND cPpWAALWlJKfl^P i FEUILLETON ER 48. WOENSDAG 15 JUNI 1932. 55e JAARGANG. nstar, Holejl idsve ddeaj Er sreenji wordl r^x.vj H an Hij >8ari{| i de ie K] de n mld er en| ^ate zo bedoeil n, dut] re er,if ïling nleli Dit blad verschijnt OENSDAG en ZATERDAG, rieven, Ingezonden stukken, gelden enz. franco te zenden aan den Uitgever, ibonnementsprijs per 3 maanden 1.25. inco p. post door 't geheele rijk 1.40. in en s nog island is hoo rich e stuurs van! r hun UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. DIT NUMMER BESTAAT UIT TWEE BLADEN. EERSTE BLAD. V De Ontwapenings conferentie. "i—s«De Geneefsche Ontwapeningsconfe. ida-cc „tie is ondanks een werk van enkele of aanden nog maar heel weinig opge- d tot; boten. De commissies doen hun Passie; [grste best voor het samenstellen der etar's;ipporten. Een zeer belangrijke, de en Cc ichtvaartcommissie, is daarmede dezer v- d.lgen klaargekomen. VerhiHet rapport, dat niet minder dan folio bladzijden groot is, bevat de ermelding van de uiteenloopende andpunten der verschillende delega- es en is voornamelijk, zooals het amerlid Vliegen het gisteren in zijn de met leedwezen vaststelde .een m d) etenschappelijk leerboek in militaire 111 ïviatiek". De belangrijkste positieve erklaring van de heele commissie 6SC aarop de algemeene commissie even. 48- ,eel verder zou kunnen voortbouwen, r advi die dat de luchtvaartcommissie «nstemmig van meening is, dat lucht- ombardementen een ernstig gevaar komen dat de naam .Ontwapenings conferentie" heel verkeerd en mislei dend i9. Het kost 's Rijks kas een flinke duit, wat niet erg zou zijn als we maar op resultaten konden rekenen, maar voorloopig is er nog maar weinig perspectief in die richting. oor de burgerbevolking opleveren en ni at zij ook een belangrijke uitwerking j[p de nationale verdediging van een "'Under land kan hebben. Doch deze anzelfsprekende verklaring wordt on- piddellijk hierop weer van practische icteekenis beroofd door de mededee- ng, dat verschillende delegaties zich esniettemin niet ermede kunnen ver enigen om bombardementsvliegtuigen p de lijst der voor kwalitatieve ont- apening in aanmerking komende ïapenen te plaatsen, omdat zij raeen- en, dat een scherp onderscheid tus- chen bombardementsvliegtuigen en ndere militaire vliegtuigen niet kan emaakt worden. We worden met dat al niet veel if ijzer en ons vertrouwen in de heeren eskundigen die te Genève bijeen zijn irordt wel eenigszins geschokt. Het enige wat we zeker weten is dat men e naam der conferentie wetens en willens verkeerd heeft genomen. Als men het practische werk dercommis- lies ziet moet men tot de. conclusie van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van Archibald Marshall. tl: HOOFDSTUK XXIV. MEVROUW HERBERT OP HET OORLOGSPAD. Op een zeldzaam milde Februari olgde een nog zachtere maand Maart. In de eerste dagen daarvan brak Lord Caradoc zijn huishouding in Berkeley Square op en vestigde haar weer op het wondermooie landgoed, waarnaar hij gedurende de twee maanden van zijn verblijf in Londen voortdurend hevig had verlangd; twee maanden, in den loop waarvan het monumen tale nagelaten werk van Sir Roderick Bertram, door hem en George Green- field voor de pers gereed gemaakt, verscheen en de algemeene bewonde ring wekte van de wetenschappelijke en politieke wereld. De dag waarop Lord Caradoc met Cecily en mevrouw Herhert Noord waarts reisde, was koud en regenachl tig, maar den volgenden dag was de zonneschijn van de zachte, vroege len te teruggekeerd. Lord Caradoc had intusschen een zware kou gevat en moest het bed GEMEENTERAAD. WASPIK. De raad der gemeente Waspik kwam Vrijdagavond in openbare vergadering bijeen. Voorzitter de EdelAchtb. heer P. Dekkers. Secretaris de heer B. v. Schijndel. Afwezig de heer Verschure. De notulen geven weth. Rubbens aanleiding tot het maken van een opmerking. Hij protesteert er n.l. tegen dat zijn opmerking .Er valt van my en van mijn vrouw niets te zeggen" niet is opgenomen. De voorzitter zegt dat de notulen moeiiyk alles kunnen bevatten woor- deiyk zooals het gesproken is. Inder tijd is door den gemeenteraad beslo ten dat in de notulen alleen het zake lyke in groote trekken weergegeven behoeft te worden. Deze notulen maken daarop een uitzondering, aldus spr. en zij zyn zeer uitvoerig samengesteld. Wat hebben wy ermee te maken dat U vertelt dat er van U of van Uw vrouw niets te zeggen valtdat komt toch niet by deze zaak te pas. Rubbens. Jawel, het werd persoon- iyk,... Voorzitter. Wat heeft Uw vrouw te maken in de discussie van den ge meenteraad als het gaat over de be noeming van een armmeester Rubbens: Ik heb het toch zoo gezegd. Voorzitter. Er is nog veel meer ge zegd wat niet in de notulen staat. De gemeenteraad heeft Immers zelf be- sloten dat geen stenografisch verslag meer gemaakt zal worden. Het ïykt mij dat de Secretaris van deze zaak al zeer uitvoerige notulen gemaakt heeft. Brokx. Wat is de bedoeling van het voorstel? Wat hebben wy met Uw vrouw te maken. Rubbens. Omdat U gezegd hebt dat ik onbeschoft was. Brokx. Dat was U zeker. houden, zoodat hij niet kon genieten van de heerlijke lucht, waarop hij zich tijdens zijn ballingschap in de huizenwoestijn van Londen zoo ver heugd had. De kalme, handige mevrouw Her- bert was een ideale ziekenverpleeg ster, maar ondanks haar goede zorgen was het humeur van Lord Caradoc al- lermiserabelst, hetgeen het herstel na tuurlijk in den weg stond met het ge volg dat hij den derden dag na zijn te rugkomst op hel landgoed nog in bed lag. Maar inmiddels had hij herhaal delijk een zeer heslist verlangen uit gesproken hij wenschte het gezel schap van George Greenfield en Me vrouw Herbert richtte een dringende uitnoodiging tot den jongeman om dadelijk naar Wetstones te komen, zelfs als hij door zijn drukke werk zaamheden maar enkele dagen te mis sen had. George antwoordde dat hij over 2 dagen zou komen en zijn werk zoo zou inrichten dat hij een poosje kon blij ven. George's bericht scheen een hij zonder gunstige uitwerking op Lord Caradoc's gezondheidstoestand te heb ben, want den ochtend na de ont vangst daarvan kwam hij heneden om in de bibliotheek te werken en den volgenden dag was hij alweer in zijn geliefden rotstuin. Toen George Greenfield goed en wel op Wetstones geinstalleerd was en lord Caradoc veilig aan zijn zorg en gezelschap kon worden overgelaten, aanvaardde mevrouw Herbert haar voorgenomen reis naar Schotland. Ze overnachtte in Glasgow om, alvorens naar het Noorden te reizen, Peggy op te zoeken en als het kon, een onder houd te hebben met den geduchten Ri- Rubbens. Dat was ik niet, Brokx. Wat hebben wy met Uw vrouw te maken. Het klinkt zoo alsof U zeggen wilt dat myn vrouw en ik niet fatsoeniyk zyn, maar ik durf toch niet veronderstellen dat U zoo onfat- soeniyk zult zyn om myn vrouw hier te beieedigen, waar zij zich niet ver dedigen kan. Dat zou beneden alle peil zyn. U had beter gedaan nu maar over de zaak te zwygen; U behoeft In 't geheel niet trotsch te gaan op dien zin, die had U beter by U kun nen houden. Voorzitter. Rubbens heeft te kennen gegeven dat hij en zyn vrouw fatsoen, lyke menschen zyn. Dat had met deze zaak niets te maken, zeker Uw vrouw niet. Als wy allemaal gaan zitten ver. tellen dat onze vrouwen fatsoenlijke menschen zijn zou het een oude— wyven—praatje worden I De voorzitter en de heer Ryken ge tuigen daarna nog dat de notulen keurig in oide zijn. zakeiyk zonder hatelijkheden en Intriges. De notulen blijven onveranderd, alleen wordt aangeteekend dat de heer W. Prutsen tegen gestemd heeft. Werkverschaffing. De Voorzitter doet enkele mededee llngen betreffende dit punt. De werk loosheid neemt nog toe, dus zullen mïnrl m er rog meer menschen in de werk verschaffing of de steunregeling vallen. Het laat zich niet aanzien dat deze toestard spoedig zal veranderen, het tegenovergestelde is zelfs meer waar- schyniyk. Spr. ziet dan ook den toe stand voor Waspik zeer somber in, daarom wil hy een beroep doen op alle ingezetenen van Waspik. Door werkverschaffing en steun, ai krygt de gemeente het geld daarvoor ook ge- deelteiyk van het ryk terug, is de zaak niet goed te maken. Daarom wil spr. aan aiie gemeentenaren vragen de werkloozen zooveel mogelijk te helpen door werk te verschaffen. In een land- bouwende gemeente is er in de zomer maanden toch licht wat te werken. Spr. hoopt dat vele inwoners die iets te werken hebben zich hiertoe zullen opgeven by den secretaris der arbeids bemiddeling. Ook verleden jaar heeft hy een der gelijk beroep gedaan, doch toen was de tyd al ver verstreken, op het oogenblik echter kan er met een weinig goeden wil nog best wat werk ge vonden worden. De grootste moeiiykheden ziet spr. tegen den aanstaanden winter. De belastingen zijn immers tot het hoogste peil opgeschroefd, zoodat er geen kans meer is nieuwe verhoogingen in te voeren. De uitgaven stijgen wekeiyks, de sommen die op het oogenblik voor steun worden uitgegeven zyn van dien aard dat het niet volgehouden kan worden, Daarom is het een gemeente belang dat nu allen medewerken om de menschen werk te geven. De werk loozen zullen voor weinig geld willen komen werken. Wat betreft de werkverschaffing zegt spr. alle lof te hebben voor het werk der mannen, die veel en zwaar werk moeien doen voor weinig geld. Spr. durft te zeggen dat er, een enkele uit zondering daargelaten, geen enkele on tevredene by Is. De heer Brokx vindt het vreemd dat de firma Ruitenberg op haar werf te Raamsdonksveer weer 20 menschen heeft in dienst genomen, terwyi er hier weer 10 ontslagen zyn En dit terwijl de gemeente Waspik ten behoeve dezer firma zoo n grootsch werk onder handen heeft. Spr. vraagt den voor zitter stappen te doen opdat de firma zich meer voor Waspik gaat Interes seeren. De Voorzitter weet van deze zaak niets af, doch hij veronderstelt dat de firma R. daarvoor wel gegronde mo tieven zal hebben. Hy zal hierover zoo spoedig mogeiyk met de firma spreken, want de gemeente getroost zich voor de scheepswerf groote geldelijke offers. Tenslotte wijst de voorzitter er nog maals met nadruk op dat de heele gemeente moet meewerken om de zaak weer in orde te krygen. Er moet ge- tracht worden de gemeentekas zoo lang mogeiyk gevuld te houden. Onder de ingekomen sutkken zyn de goedkeuring van het besluit tot luffing van opcenten op de P. B. en het verdagingsbesiult van de beslis sing op de regeling van de rechtspo sitie van ambtenaren. Schryven houdende wyziglng van de begrooting van den warenkeurings- dienst te Breda Wordt voor kenr is- geving aangenomen. Burgerlijk Armbestuur. Inzake de Armbestuur-kwestie is een schryven van Ged. Staten ontvangen. De Voorzitter geeft hierbij een toe lichting. De gemeenteraad heeft inder- tyd de begrooting goedgekeurd op voorwaarde dat wyziging zou worden gebracht In de jaarwedden der arm- meesters, zoodat deze met f50 ver minderd zouden worden. Bovendien zou het salaris van den geneesheer met f150 en dat van den bode met f20 moeten dalen. Daarop heeft het B. A. zich gewend tot Oed. Staten met een schrijven waarin erop gewezen werd dat juist in dezen tijd de werk zaamheden en de verantwoording voor de leden des te grooter zyn. Ook de geneesheer krijgt nu veel meer arm lastigen te behandelen dan vroeger. Naar de meening van het B. A. heeft de raad bovendien geen zeggenschap over dit salaris. Het B. A. verzocht dan ook aan Qed. Staten te bewerken dat de gemeenteraad de begrooting alsnog goed zou keuren. Toen de commissie uit den gemeente raad de begrooting onderzocht, aldus de Voorzitter, heeft de bedoeling voor gezeten elkeen een cffertje te laten brengen. Spr. Is er zeker van dat geen chards. Direct na het ontbijt begaf mevr. Herbert zich naar hel kantoor van de firma McDougall, Richards Co. Meneer Richards is op kantoor, als u hem wenscht te spreken, deel de een bediende mede. Ik ken meneer Richards niet, antwoordde mevrouw Herbert, ik wilde zijn dochter graag spreken. De bediende gaf haar daarop het particuliere adres van zijn patroon en toen zij dit opgeschreven had vroeg ze: Hoelang woont meneer Richards al in Glasgow? Dat weet ik niet, luidde 't ant woord, maar verleden zomer is me neer lid van de firma geworden. Mevrouw Herbert bedankte den man voor zijn inlichtingen en ging weg. Peggv was thuis en toen de bezoek ster zich voorstelde, kwam er een uit drukking van blijdschap op het meis jesgezicht, die voor de hartelijke me vrouw Herbert voldoende schadeloos stelling zou zijn geweest, zelfs indien ze de lange reis naar Glasgow alleen ter wille van Peggy had gemaakt. Mevrouw Herbert vertelde haar van George en hoezeer zijn gezelschap en medewerking door Lord Caradoc op prijs werden gesteld. Daarna begon zij over Guy en al zei ze het niet on omwonden, haar woorden lieten dui delijk blijken, dat de vriendelijke be zoekster den roman van Peggy en hem kende. Toen had ze het over Ce cily en de heerlijkheden van Wetsto nes en ze eindigde met Peggy uit te noodigen een paar weken op het land goed te komen logeeren. Mevrouw Herbert zou haar dan op de terug reis komen halen. Peggy was eenvoudig verrukt, maar ze was er niet zeker van of haar va der hel wel zou goedvinden. Op dat oogenblik kwam Richards de kamer binnen. Hij was even van kantoor te ruggekomen om enkele papieren te halen die hij vergeten had. De samen loop van omstandigheden was haast Ie wonderlijk om van toeval te spre ken, want iets dergelijks kwam heel zelden voor hij dezen accuraten man. Hij keek verwonderd en een beetje ontstemd, toen hij een onbekende dame hij zijn dochter zag. Bezoek van vreemden was iets ongewoons in Ri chards' woning. Mevrouw Herbert stelde zich voor en vervolgde toen: Ik kom van een huis, waar mijn heer Greenfield op het oogenblik lo geert. Ik ken hem al een poosje en daar ik toch naar het Noorden reisde, dacht ik, dat het wel aardig zou zijn om eens met uw dochter kennis te maken, over wie ik veel gehoord heb van meneer Greenfield, die haar als zijn zuster beschouwt. En ook om kennis te maken met u, meneer Richards. Mag ik den naam van het huis vragen?, zeide hij toen. Het heet Wetstones, antwoord de mevrouw Herbert en direct daar op liet ze volgen: Zou ik u even al leen kunnen spreken, meneer Ri chards? Jou zie ik nog wel voor ik heenga, Peggy-lief! Peggy verliet de kamer en Richards ging tegenover zijn bezoekster zitten. Ik geloof, dat wij jaren geleden al kennis gemaakt hebben, hervatte mevrouw Herbert het gesprek, of schoon u zich mij wel niet meer zult herinneren. Richards' gezicht kreeg een ont- hutst-verbijsterde uitdrukking; hij staarde zijn bezoekster aan, alsof hij vergeefs trachtte te bedenken wie zij wel mocht zijn. Ik ken uw naam niet, zei hij eindelijk. Ik ben de weduwe van Kolonel Arthur Herbert, klonk het, die al 17 jaar dood is, Wij waren op onze hu welijksreis in Italië, nu vijf en twin tig jaar geleden en wij ontmoetten.. Ik hen nooit in Italië geweest, viel Richards haar scherp in de rede. Dan moet ik mij vergissen, ant woordde mevrouw Herbert op haar bedaarde manier. En het is waar dat de heer, die zoo buitengewoon veel op u leek, anders heette. Het is ove rigens wel heel merkwaardig, dat ik tezelfdertijd met mevrouw Greenfield kennis maakte en dat de heer, dien ik bedoel, veel in haar gezelschap was. Ik hoop, dat u het mij ten goede zult houden, dat ik in de war hen ge raakt door zulk een vreemden samen loop van omstandigheden. Heeft u mevrouw Greenfield in de laatste jaren nog ontmoet, infor meerde Richards. i Ik heb haar sedert dien nooit meer gezien of gesproken, was het antwoord, maar ik heb e-en portret van haar gezien en ik herkende het onmiddellijk. Ik heb ook heel veel gehoord omtrent haar leven sedert onze kennismaking en het deed mij genoegen te booren, dat het, lot enke le maanden vóór haar dood rustig en gelukkig is geweest en dat enkele van haar vroegere moeilijkheden geweken waren. (Wordt vervolgd). 8 ODPii e Echo van het Zuiden, aalwybscbe en Laiigstiaatsebe Courant, J.1.& 4 t MAATSCttAPpy VAM VERZEKERING OP HETJ.EVEM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1