1 Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Logische pwrtttiu. (S Winkelnieuws. Meer dan ooit Mol Gaat Voor. i in-Ecr® FEUILLETON DOOP, ERVARING HEEREN-BAAI Archibald Marshall. ft a i 'ach. (ü.\[.MKr ,)0' ZATERDAG 30 JULI 1932. 55e JAARGANG. 1 be. iesijt Aug 15S1 1021 d1t nummer bestaat uit De reactie op het rapport» Weiter. Dat de commissIe-Welter een zeer eroot deel van het a.s. begrotingstekort van circa 108 millioen wil vinden op hej overheidspersoneel, door ontslag (nl vervroegde pensionneering en op wachtgeld stelling) en salariskorting (van 8 pCt. voor gehuwden en 13 pCt. voor ongehuwden) heeft de publieke opinie en de pers ten zeerste beroerd. Vrij algemeen wordt erkend, dat in de huidige tijdsomstandigheden aan loons verlagingen wel niet te ontkomen zat zijn, maar men had toch niet verwacht, dat de levensstandaard op een dergelijke wflze, all voorgesteld, zou moeten worden aangetast. Men gelooft ook niet algemeen aan de noodzakelijkheid er van en meent, dat de commissie- Weiter haar bezuinigingsobjecten wel wat te zeer in een eenzijdige richting heeft verzameld. Er wordt dan ook verzet tegen de voorstellen georgani seerd en men weigert volstrek! om zich zelfs ook maar bezig te houden met de zienswijze der commissie, dat weldra op ongeveer gelijke wijze als than» een tweede honderd millioen op de jaar- lljksche begrooting zal moeten worden bespaard. De regeering heeft zich nog niet over het rapport uitgelaten, maar dat ze het In groote lijnen vermoedelijk wel zal aanvaarden, blijkt uit de voor bereidingen op de departementen ter uitwerking van de inkrimping der personeel-formatie (met 12 pCt.) De voorgestelde vermindering met 15 pCi. van den werkloozensteun wordt in het rapport breedvoerig gemotiveerd. Niet alleen steun acht de commissie te moet men thans letten op kwaliteit. MOL de zaak van kwaliteit, vakkunde, vertrouwen en correcte bediening. MOL bliift goedkooper. hoog; 'ze meent zelfs, dat het nood zakelijk is om hier en daar op het platteland de uitkeeringen op te voeren. In de groote steden echter en in de plaatsen, waar men zich aan de groote stad spiegelt, moeten de uitkeeringen worden ingekrompen. Steun van f 13 50 per week plus kinderbijslag, plus huur- bljslag, plus kolenbijslag, met vrijlating van enkele inkomsten uit arbeid, acht de commissie economisch niet te ver dedigen, omdat de prikkel om te ar beiden er door verslapt en voor de gemeenschap financieel niet langer te dragen. Herinnerd wordt in het rapport aan de schromelijke consequenties, welke de hooge werkloozenuiikeerin- gen in Engeland hebben gehad. Wij voor ons vinden het allerergste uit de voorgestelde bezuinigingen de weer teruggevoerde arbeidsgelegenheid Vele duizenden loopen nu al jaren zonder werk en dat leger wordt om bezuinigingsredenen maar Steeds meer vergroot. Zoo achten we het ook uiterst gevaarlijk, dat de commissie voorstelt om een belangrijk deel der mannelijke onderwijskrachten door goedkoope vrouwelijke hulp-onderwij zeressen te vervangen. Een slecht voorbeeld voor particuliere werkgevers! Er begint een geest onder de werk nemers vaardig te worden tot verzet tegen veroordeelingen tot permanente werkloosheid. Uit solidariteitsgevoel gaan ze een rouleersysteem eischen van om beurten werk en lediggang. Deze elsch is b.v. óók gesteld door de stakende mijnwerkers in de Borinage (België Dezelfde gedachte is trouwens ook hier reeds eerder door enkelen ten onzent gepropageerd. Wij kunnen ons de reactie begrijpen, vooral door degenen die aan den lijve het hardst de bezuinigingsdwang ge- voelen, maar wij zouden vragen, late men geen negatief werk doen, maar positief en er alles opzetten om der regeering andere wegen aan te geven voor bezuiniging. En nu kome men niet met dwaze voorstellen, die der goed-gemeente natuurlijk geschikt lijken maar geen houvast geven voor wette lijke maatregelen, neen met dergelijke idees zooals bijv. reeds meermalen elders en ook hier werden gegeven: Culminatie van ambten, culminatie van pensioenen e d. zooals men die overal bij hoog en bij laag aantreft. En in dien geest zal er nog wel meer te speuren zijn Lausanne en nog keln Ende. van „De Echo van het Zuiden". De wereld blijkt er zich wel wat te zeer over te hebben verheugd, dat het accoord van Lausanne, een slot betaling van 3 milliard door Duitsch land. alle herstelkwesties van de baan zou hebben geschoven. Er blijkt n.l. een soort geheime afspraak te zijn gemaakt, dat het accoord slechts zou gelden voor het geval, dat met de Ver. Staten overeenstemming kan worden verkregen omtrent schuldenschrapping ten behoeve der vroegere geallieerden. Men heeft aldus bereikt, dat Duitsch- land mede in dien zin aandrang op de Ver. Staten zal uitoefenen. En als die dan toch weigeren zoo heeft Von Papen gevraagd. Dan zullen we opnieuw beraadslagen, heeft Mac Donald beloofd en in geen geval zouden dan de oude Young-betalings- verplichtingen zonder meer in werking treden. Op Initiatief van het secre tariaat der Lausanne-conferentie zijn daarop ultnoodigingen verzonden voor een ir. het najaar te houden econo mische wereldconferentie, waar men de Ver. Staten tot een schrapping der tAtelangc van rijpe tabakken geallieerde schulden hoopt te bewegen Amerika heeft de ultnoodlging a aanvaard, maar tevens onomwonden te kennen gegeven, dat het slecht te spreken is over de manier, waarop men te Lausanne over de beslissingen der Ver. Staten is vooruit geloopen. We denken niet aan kwijtschelding van schuld, buldert men in Washington. In den Amferlkaanschen Senaat Is een particuliere erquête gehouden, waaruit bleek, dat 78 leden tegen annuleering der oorlogsschulden waren, 4 weiger den mededeeiing van hun standpunt, 14 waren afwezig. Van 282 leden van het Huis van Afgevaardigden ver klaarden zich 255 tegen annuleering. 149 leden waren afwezig. De leider der Republikeinen in den Senaat gaf de volgende verklaring: „Ik zal de oorlogsschulden noch schrappen, noch herzien, onverschillig welke beloften in Lausanne zijn gedaan of welke overeenkomst Is getroffen. Ik geloof niet, dat het Amerlkaansche congres de geallieerde schulden ooit zal herzien of verminderen". Senator Reed ver klaarde, dat hij eeuwig tegen schrapping of vermindering van oorlogs schulden is en blijven zal. Dat alles is wel zeer In strijd met de optimistische zienswijze van den Engelschen premier Mac Donald, die van de week in het Lagerhuis ver klaarde .Ik geloof, dat er in heel de wereld geen land bestaat, dat eerder bereid is om mee te heipen, de ver warring en moeilijkheden, waardoor wij ons thans zien omringd, uit den weg te ruimen, dan juist de Ver. De Echo van het Zuiden, Waahvybsclic en Langsiraatscbe Conranti Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden en*. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden i 1.25. Franco p. post door 't geheele rijk 1.40 UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Bij contract flink rabat. Reclames 40 cent per regel. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in on* bezit *ün. DRIE BLADEN. EERSTE BLAD. ECHTE FRIESCHE 20-50cl. perons^ Naar bet Engelsch van 53. Jij ging naar school en leerde goed en ik vertelde dat aan Sir Roderick. Daar na was het een vanzelfsprekende ge woonte, dat ik eiken keer, dat ik in High- gate geweest was, hein op de hoogte moest houden van je vorderingen. Een enkele maal deed hij mij een vraag, maar niets van wat hij vroeg was voor mij een aanleiding te gelooven, dat hij omtrent jou van gedachten- veranderd was; zelfs niet toen je de school afgeloopen had en hij mij zei, dat hij 1000 pond zou beschik baar stellen voor de verdere opvoeding en entree in de maatschappij, want hij voegde daar nadrukkelijk aan toe, dat 't zijn bvdoeling was om je te helpen een bestaan te vinden in den stand waartoe je behoorde als zoon van mevrouw Greenfield. Hy zei, dat als je lust had om naar de Universiteit te gaan, het beter zou zijn, dat je je aan een van de kleinere colle ges te Oxford of Cambridge liet inschrij ven. Toen ik hoorde, dat je plan had naar Trinity College te gaan, pro beerde ik je daar vanaf te houden. Maar toen ik het aan Sir Roderick vertelde, verklaarde hij, dat, als je een studiebeurs won, hij geen bezwaren had. Toen je dan ook de beurs kreeg, moet hem dit ongetwijfeld plezier hebben ge daan en sinds dien tijd schonk hij veel meer aandacht aan hetgeen hij van tijd lot tijd van je vernam. Ik weet niet precies wanneer hij het eerst zijn plan wijzigde om je nooit als zijn zoon te erkennen. Alleen weet ik, dat hij meer en meer belang ging stellen in wat hij las over wat je in Cambridge uitvoerde en dat hy eens je portret zag in een geillustreerd blad met andere spelers.van een cricketelftal. Kort daar na deelde hij mij zijn veranderde voor nemens mee. Hij hield vast aan zijn oor spronkelijk besluit om je nooit te willen zien, maar hij zei, dat jij hem moest op volgen en zijn bezittingen moest erven. Ik moest je omtrent je werkelijke iden titeit op de hoogte stellen op den 14en Maart van dit jaar en hij voegde er hy, zooals hij altijd deed bij dergelijke toe komstplannen, dat hij dan dood zou zijn. Ik legde de vereischte belofte af. Ik hen er zeker van, dat hij, als hij er maar een flauw idee van had gehad, dat hij eerder zou sterven, hij mij gemachtigd zou heb ben alles direct na zijn dood bekend te maken. Ik wil zelfs verder gaan en zeg gen, dat wanneer hij 14 Maart zei, hy bedoelde „de dag, waarop ik sterf". Maar sedert de geschiedenis met dat schilderij was hel mijn gewoonte pre cies tc doen wat mij gezegd werd. Je zult misschien vragen, hoe het komt dat ik, met mijn gevoelens van groote toe wijding en eerbied ten opzichte van Sir Roderick, jou, zijn zoon, niet meer ont zien heb. Ik wil mijn houding tegenover jou graag zooveel mogelijk rechtvaardi gen en zal daarom trachten het je duide lijk te maken. Sir Roderick wilde, dat je als de zoon van mevrouw Greenfield werd opgevoed en het was mijn plicht je als zoodanig te beschouwen. En als ik werd getroffen door het feit dat je spre kend op Sir Roderick leek, trachtte ik die gedachte van mij af te zetten. Sir Rodlriek had je verstooten, omdat je ge boorte aan zijn vrouw het leven had ge kost en ik hield evenmin van je om de zelfde redenomdat je geboorte het geluk van mijn meester had vernietigd. En ik had nog een motief voor mijn an tipathie: je begon mij lastig te vallen met vragen over het verleden! Ik was er voortreffelijk in geslaagd alle sporen van je ware afkomst te vernietigen, het ge heim was zoo goed bewaard, gedeeltelijk door mijn vindingrijkheid, gedeeltelijk door geluk, dat ik erg hoos was over je pogingen om achter de waarheid te ko men. Rij verschillende gelegenheden dat je mij opheldering vroeg, kon ik alleen maar mijn toevlucht nemen tot brutale ontkenningen! Je herinnert je den kejr, dat je dreigde naar Glasgow te komen om mijn antecedenten te onderzoeken. Toen leefde Sir Roderick nog en of schoon ik de voorzorg genomen had een adres in Glasgow te hebben, had je, rds je je bedreiging had uitgevoerd, alles kunnen ontdekken. Een paar maal heb je mij in het nauw gedreven, maar toen ontsnapte ik met moeite aan een groot gevaar. Ik behoor ook iets te zeggen over me vrouw Greenfield. Als je het verleden aan je geest laat voorbijgaan, zul je den ken dat zij een onredelijken angst toon de, dat je het geheim zou ontdekken 'Lij was natuurlijk door haar eed aan Sir Roderick gebonden en tc nauwgezet om dien te breken. Maar een veel krachtiger motief was haar vrees, dat je zou ont dekken, dat je niet werkelijk haar zoon was, zoozeer had ze zich aan jou ge hecht. Maar aan den anderen kant was zij van oordeel, dat Sir Roderick je groot onrecht deed door je je geboorterecht te onthouden en ze stak tegenover mij haar oordeel niet onder stoelen of banken, dat mijn geliefde meester krankzinnig was op dit punt en de liefde van zijn overleden vrouw ziekelijke vormen had aangenomen.' Thans kom ik aan den dood van Sir Roderick. Ik behoef nu niet verder in bijzonderheden te treden omtrent mijn doen en laten, daar je dit nu wel zuli be grijpen na alles wat ik tot nu toe heb ge schreven. Toen hij ziek werd, was ik in Londen en toen ik ijlings op Wetstones terugkeerde, was hij al buiten bewustzijn, zoodat ik alleen maar zoo getrouw moge lijk zyn wenschen kon uitvoeren. Ik wist wat ik met zijn lijk moest doen. Het moest worden gebalsemd, naast dat van zijn vrouw worden gelegd in de gehexnu» kamer en dan moest hun grafstede voor altijd vernietigd worden. Hij had mij toegestaan mij daarvoor van een helper te voorzien, een tuinman, Braithwaite geheeten, dien ik wist, dat ik vertrouwen kon. Wij legden het lichaam in het ge welf; ik betaalde Braithwaite het bedrag dat hem beloofd was en zond hem het land uit. Nu heb ik weer om hem ge schreven en op 14 Maart zullen wij door de geheime kamer te vernietigen, dit deel van de opdracht hebben voltooid. De plaats, waar je vader en moeder Le- graven zijn, is het eenige, wat voor je verborgen moet blijven en de eenige strafbare handeling, die ik heb gepleegd, is, dat ik het lijk van mijn meester ver duisterd heb. Maar wat er ook gebeuren moge, ik zal hierover altijd blijven zwijgen. Sir Roderick had mij gezegd, dat ik zijn executeur-testamentair zou zijn en in die hoedanigheid moest ik jou als zijn erfgenaam al zijn eigendommen overdra gen. Maar dit kon ik niet eerder dan 14 Maart, zonder het geheim te schenden en zoo kon ik niet beletten, dat Guy Bertram lijdelijk bezit nam van het land goed. Maar wel kon ik het leeuwendeel van Sir Roderick's vermogen, dat, zoo als je weet, in kostbare juweelcn belegd was, in veiligheid brengen en ik verborg ze op dezelfde plaats, waar de lichamen van Sir Roderick en zijn vrouw lagen. Als het oogenblik daar is, zal ik ze je geven, of als ik gestorven mocht zijn, beeft Braithwaite opdracht je de plaats te wijzen, waar de collectie zich bevindt. Na gedaan te hebben, wat ik als mijn plicht beschouwde, ging ik onmiddellijk naar Glasgow en trad als compagnon in de firma, die je bekend is. Ik heb het groote geluk gehad niet ontdekt te wor dende beste belooning, die ik voor mijn diensten kan wenschen. Maar zelfs een veroordeelend vonnis had mij niet tot spreken gedwongen, zooals ik je bij ons laatste, stormachtige onderhoud in Glasgow heb verklaard. En hiermede, George, hen ik aan het eind van mijn uiteenzettingeij gekomen. Ik heb getracht je alles zoo duidelijk mo gelijk te maken en ik verzoek je niet te hard over mij te oordeelen. Ik heb geen ander verlangen gehad dan mijn plicht te deen tegenover mijn beminden mees ter je vader; myn eenig levensdoel, mijn eenige vreugde is geweest hem te dienen naar mijn beste krachten. Robert Martin Richards. HOOFDSTUK XXXI. De nieuwen Erfgenaam en de Oude. George was met hel document in de bibliotheek gaan zitten, om het in alle rust te kunnen lezen, vóór hij den inhoud aan Guy en Calthorp mëedeedle. Langen tijd zat hy peinzend voor zich uit te sta ren, toen hij met lezen gereed was. Al lerlei dingen, die hem vroeger duister geschenen hadden, werden hem nu dui delijk, maar er was geen verbittering in hem tegen den man, die hem door zijn daden, welke zoo verkeerd hadden ge leken en die nu iocli volkomen logisch bleken te zijn, zoo gekweld had. Het was eerder medelijden, dat hij voelde by «le gedachte, dat Richai J's -even aan een allesbelieerschend doel was ge wij;: ge weest, op zichzelf prijzenswaardig ge noeg, maar dat hen; door «ie overdrij ving tot vreemde en nie:-steeds-te-verde digen handelingen tenslotte een ver schrikkelijke» doo«l had gebracht. Ook naar zijn vado-* gingen zijn ge dachten uit. Ook jegens deren voelde hy geen bitterheid, ofschoon bij hem ver stooten had en veroordeeld tot een leven van vele moeilijkheden en betrekkelijke armoede. Het leed geen twijfel, dat Sir Roderick in weerwil van zijn groote ga- ven en scherp verstand in dit opzicht zijn evenwicht was kwijt geraakt en niet niet den maatstaf van een gewoon mensch gemeten kon worden. Maar wat alle andere overwegingen hij George op den achtergrond drong, was de zeker heid dat zijn vader trots op hem ge weest was. Hij was onuitsprekelijk dank baar, dat hij dit wist. Nadat hij den langen brief nogmaals gelezen had, hielden George's gedachten zich bezig met Guy, wiens kaartenhuis thans zoo droevig ineen gevallen was. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 1