nrr^riri 7 £«prdag 3 Sept. '32. 55e Jrg. Y^tEEDE blad. Gemeenteraad. drunen. vtiastlngverhooglng aangenomen, tmoerige* soms scherpe discus. UJs over jachtrecht op Pessaert. .■«avond kwam de raad dezer 9in8nie in openbare vergadering 8 onder voorzitterschap van den heer Mr. R. v. d. Heiden. Aan de orde I ingekomen stukken. Fen schrijven van heeren Ged L houdende mededeeling dat bij S'af yan de Prov. Staten d d. 7 Juli Tn deze gemeente wegens subsidie d vakschool voor schoenmakers an deze gemeente wegens subsidie e vakschool voor schoenmakr" loesekend een bedrag van f 335. voor r 'oaoport van het Centraal Bureau Verificatie en Financieele adviezen Vereeniging van Ned. Gemeenten 1 Vnde de controle der jaarrekening JefvereeriigiHg van ned. Gemeenten bd ^VTrcaiaire van heeren Ged. Staten van het Gem. Electriciteitsbedrljf. mededeeling, dat het batig 7, tf.n den Keuringsdienst van Waren sl°, 1931 f3272.88'/2 bedraagt, waar- f1626 99 toekomt aan het Rijken aan de aangesloten gemeenten dat dit bedrag ad f 1645 89'/2 zal ^rden overgebracht naar 't diensijaar Rekening 1931 en begrooting 1933 "(Vzondheidscommissie te Heusden. Al deze stukken worden voor kennis- „eving aangenomen. a, Voorstel va van Burg. en Weth. J vaststelling van een verordening Ir het agentschap der arbeldsbemid- in de gemeente Drunen. b Vaststelling salaris van den agent. De Voorzitter zegt dat 't hier slechts f£„ formaliteit betreft. Vroeger heette [Jl. correspondentschap", thans agentschap". Ook het salaris voor agent wordt voorgesteld onver- anderd^op f 175 te laten. De raad kan zich voor wat punt 2a betrelt zonder opmerking met 't voorstel vanB. en W. vereenigen. Wat echter bei salaris van den agent aangaat vindt heer v. Drunen dat dit wel tot flOO of f 125 kan worden teruggebracht. Aiies loopt terug en waar dit salaris ai enkele jaren op dat bedrag staat kon het z i. wel wat minder. De Voorzitter zegt dat B. en W., die toch het best de werkzaamheden kunnen beoordeelen, van meening zijn dat een vergoeding van f175 per jaar wk#< niet veel is. Vroeger was 't salaris f250. maar de raad heeft het al eens verlaagd tot f 175. Komt er een algemeene salarisverlaging ook voor het overige gemeentepersoneel dan zou men ook hem naar verhou ding kunnen verlagen. Het rijk draagt ook f75 in deze kosten bij. De heer v. Drunen merkt op dat de bedrijven en de boeren het ook wel minder moeten doen. De heer A. v. d. Wiel zegi dat vooral den laatsten tijd de werkzaamheden van den agent zeer zijn toegenomen en vindt daarom het salaris niets te reel. De heer de Wijs vraagt wie tegen woordig agent is. Was hem zulks eerder bekend geweest dan had hij zich daar toe kunnen wenden bij behoefte aan personeel en zich de advertentiekosten kunnen besparen. De Voorzitter zegt dat de heer Koks momenteel deze functie waarneemt. Met op een na algemeene stemmen wordt het salaris van f 175 goedge keurd. Alleen de heer v. Drunen ver klaarde zich tegen. 3. Goedkeuring rekening 1931 van het Alg. Burg. Armbestuur. Wordt goedgekeurd op een totaal aan ontvangsten van f 5787.78'/2 uit gaven f5622.30, batig slot 1 165 48 4. Voorloopige vaststelling gemeente rekening en rekening G.E.B. 1931. Namens de commissie van onderzoek adviseert de heer Vrijhoeven tot goed keuring. 5. Wijziging gemeentebegrooting1 1932. Wordt goedgekeurd. 6. Aanbieding gemeentebegrooting 1933 en begrooting G.E.B. 1933. De Voorzitter zegt dat de leden van den raad evenals vorig jaar een exem plaar der begrooting thuis krijgen ter rustige bestudeering. De heer W. v. d. Wiel vraagt om er ook de begrooting van 't Armbestuur en van het G.E B. bij te voegen, waar aan zal worden voldaan. Belastingverhoging. 7. Voorstel van Burg. en Weth. inzake verhooging van belasting. in hun Prae-advies zeggen B. en W. dat de groote uitgaven die van de ge meenten gevergd worden in verband met den heerschenden crisis, zooais b.v. arbeidsloonen aan bij de gemeente te werk gestelde uitgetrokken werkloozen, de kosten van verzekering tegen on gevallen en invaliditeit dier arbeiders, de aan het Burgerlijk Armbestuur Ie verleenen subsidie, de zeer sterk ver hoogde subsidie—bedragen ingevolge het Werkloosheidsbesluit e.ade ge meenten nopen tot het zoeken naar middelen tot dekking dier groote uit- gaven. Hoewel vrijwel alle gemeenten reeds zijn overgegaan tot verhooging der belastingen, vele gemeenten zelfs tot boven het middelmatige, hebben wij in deze gemeente de belastingen, die vergeleken bij andere gemeenten nog betrekkelijk laag zijn te noemen, nog niet behoeven te verhoogen. Thans worden de uitgaven echter voor de gewone middelen tot dekking te hoog en zien wij ons genoodzaakt Uwen Raad voor te stellen tot verhooging der belastingen over te gaan. Niettegenstaande wij bij het votee- ren der uitgaven de grootst mogelijke soberheid hebben betracht en de mid delen tot dekking zoo ruim mogelijk zijn geraamd, blijft nog een bedrag van pl.m. f 6000.— te vinden uit ver hooging van belastingen. Na ernstige overwegingen en beraadslagingen zijn wij tot de conclusie gekomen dat o i. het meest voor verhooging in aanmer king komen de personeele- en de gemeente-fondsbelasting. En wel eerstens de personeele be lasting, omdat deze naar onze meening het meest rekening houdt met de leef wijze der belastingbetalers Aangezien de hoofdsom der personeele belasting echter reeds zoo hoog is opgevoerd, dat de grondslagen het dubbele be- loopen van hetgeen door de wet als grondslag is aangegeven en derhalve een opcent voor onze gemeente gelijk staat met twee opcenten op de grond slagen der personeele belasting in de wet genoemd, hebben wij gemeend de opcenten op deze belasting niet te hoog te mogen opvoeren. Wij stellen Uwen Raad derhalve voor te besluiten om te beginnen met het belastingjaar 1933 te heffen 60 opcenten op de hooidsom der personeele belasting. Hierdoor wordt de opbrengst dezer belasting verhoogd met f 3270.—. Daarna komt naar onze meening de gemeentefondsbelasting voor verhoo ging het meest In aanmerking, omdat daardoor ièdereen bijdraagt in de kosten der gemeenschap. Wij stellen Uwen Raad derhalve voor Ie besluiten tot heffing van 55 opcenten op de hoofd som der gemeentefondsbelasting. Het heeft in onze vergadering een punt van overweging uitgemaakt om Uwen Raad voor te stellen een progressieve heffing voor de opcenten gemeente fondsbelasting in ie voeren, doch de juiste toepassing van een evenredige verdeeling leek uiterst bezwaarlijk, zoodat Burg. en Weth. gemeend heb ben eenvoudig 55 opcenten over de geheele linie te heffen. De opbrengst dezer verhooging bedraagt voor 1933 plm. f 2860. Aangezien de verordening tot heffing van opcenten op de hoofdsom der personeele belasting vóór 1 September a.s. moet zijn vastgesteld, indien zij nog toepassing wil vinden voor het belastingjaar 1933, meenen wij Uwen Raad te moeten voorstellen tot heffing van opcenten op deze belasting over te gaan overeenkomstig de door ons aangeboden ontwerp—besluiten. De opcenten op de gemeentefondsbelasting kunnen nog nader worden vastgesteld. De Voorzitter zet nader uiteen dat de begrooting zoo krap mogelijk is opgemaakt en men dus voor de lastige en onaangename taak staat een tekort van f6000 te vinden uit belasting- verhooging. Het eenige waardoor nog bezuinigd zou kunnen worden is salaris verlaging. De raad kan echter aan de salarissen van burgemeester, secretaris en ont vanger niets veranderen, daar die door Ged. Staten worden geregeld. Alleen de salarissen der lagere ambtenaren die door den raad worden geregeld zou men kunnen verlagen, doch zooals spr. reeds bij een vorige gelegenheid opmerkte, zou dat een onbillijke ver houding zijn. Spr. verwacht dat bin nenkort wel een algemeene salaris verlaging zat afkomen, gezien het rapport-Weiter en het uitblijven van eenig nader bericht van Ged. Staten over het destijds aan de gemeenten gevraagde advies omtrent de salarissen van Burgemeester, secretaris en ont. vanger. Zou deze algemeene verlaging komen, dan zijn B. en W. van meening dat ook de salarissen der overige gemeente-ambtenaren naar verhouding verlaagd dienen te worden. Voorlooptg zien.B en W. dus geen anderen weg open dan belasting-verhooging. De heer v. Drunen zegt met ver wondering van het prae-advies van B. en W. te hebben kennis genomen. Toen enkele maanden geleden in den raad een verzoek behandeld werd om de salarissen Ie verlagen, zeiden B. en W. dat de gemeentekas er zoo goed voor stond dat salaris-verlaging niet noodig was. Hoe kunnen ze nu een paar maanden later zeggen dat er een groot tekort is dat gedekt moet worden. De toestand is intusscher niet slechter gewordenwat nu over de gemeente- financien wordt gezegd had men toen ook reeds kunnen voorzien. De Voorzitter merkt op dat de heer v. Drunen schijnbaar kort van memorie is en alleen maar dat onthoudt wat hem het best Ie pas komt, Spr. heeft toen gezegd dat salaris-verlaging op dat oogenblik nog niet noodtg was gevonden' en verdubbeld zijn. Daarom hebben B. en W. ook in hun prae- advies gezegd dat zij het aantal op centen op de pers. belasting niet al te hoog zouden willen opvoeren. De heer W. v. d. Wiel verklaart zich niet met het prae-advies van B. en W. te kunnen vereenigen Toen ruim 2 jaar geleden aan Ged. Staten het verzoek werd gedaan den post voor werkloozensteun te verhoogen met het oog op de gemeente-finantien, hebben B. en W. in een grooten brief maar er wel degelijk aan toegevoegd dat zulks in de toekomst wel mogelijk zou zijn. Ook over de salarissen van burgemeester, secretaris en ontvanger heeft hij toen hetzelfde opgemerkt als nu. dus ziet hij geen enkele inconse quentie. Dat de toestand van thans toen reeds te voorzien was, ontkent spr. ten sterkste. De werkloosheid heeft heel wat meer offers gevraagd dan begroot was, terwijl de ontvangsten veel lager geraamd moeten worden, omdat de inspecteur de belasting-op brengst 25 a 30°/o lager raamt dan vorig jaar. Was dit laatste niet het geval dan zou de moeilijkheid niet groot zijn. Wat den vorigen keer door spr. werd gezegd betrof de begrooling 1932, terwijl het nu over de begrooting 1933 gaat, waarop de inkomsten lager en de uitgaven hooger geraamd moeten worden. Men kan daar lang over praten maar de uitgaven die het rijk aan de gemeente oplegt is deze verplicht te betalen. De heer v. Drunen vraagt of belas ting-verhooglng nog noodtg zou zijn als de raad aan Ged. Staten voorstelde alle salarissen met 20°/0 te verlagen De Voorzitter kan niet precies zeggen wat het resultaat van een dergelijke verlaging .zou zijn wel dat het voorste weinig succes zou hebben, want Ged Staten zullen wel meer voelen voor de verlaging van 8 en 13°/0 die in het rapport-Weiter genoemd worden. In el geval kan de begrooting thans niet op een vermoedelijke salaris-vermindering gebaseerd worden, want dan ontvangt men ze toch van Ged. Staten terug. De heer v. Drunen zegt dat men van Ged. Staten inzake salaris-verlaging niet veel te verwachten heeft want dat ztjn zelf allemaal ambtenaren die aan hun eigen salaris denken. De Voorzitter merkt hem op dat slechts één ambtenaar lid van Ged. Staten is en dus deze laatste opmer king er glad naast is. De heer G* Verhoeven Is het met B. en W. eens dat belastlng-verhooging noodig zal zijn maar vraagt of uit ver hooging der opcenten op de vermo- gensbelasting niet meer te halen zou zijn. Nu moet het de middenstand vooral weer opbrengen. De voorzitter zegt dat de vermo gensbelasting voor de gemeente f 600 opbrengt. Wanneer er 50 opcenten zouden geheven worden, wal het maximum is z^u dit voor de gemeente hoogstens f 300 kunnen beteekenen en men zou er de vermogens op zijn zwaarst mee belasten. De meeste ver mogens zijn hier bovendien in lande rijen belegd die ook sterk in waarde gedaald zijn. De heer A. v. d. Wiel meent dat de grondslagen voor de pers. belasting in Drunen zeer hoog zfln geschat zoodal deze belasting hier naar verhouding zwaar drukt. De Voorzitter zegt dat vroeger de grondslagen van het rijk te laag zijn aan Ged. Staten geschreven dat de gemeente Drunen best 18 a 20 werk- oozen uit de gewone middelen zou kunnen houden en er dus geen motief voor verhooging aanwezig was. Sinds dien is het aantal werkloozen waar voor de gemeente moet zorgen sterk gedaald. Bovendien zijn de loonen die de gemeente uitkeert schandelijk laag; honderd centen per dag. Nu wordt die werkloosheidsuitkee- ring ineens het hoofdmotief voor een sterke belastlng-verhooging. fjad men destijds meer voor werkloosheid op de begrooting willen uittrekken er. daar- tegenover de fondsbelasting een beetje verhoogd dan zou men nu niet in eens zoo'n sprong behoeven te maken. Spr. heeft vooral bezwaar tegen de hoogere opcenten op de pers. belas ting. Hij wijst er op hoe gezinnen die slechts een inkomen hebben van f 15 een hooge huur moeten verwonen in de huizen van de bouwvereenigtng, zoodat ze wel in de Pers. belasting doch niet in de Fondsbelasting vallen. Nu wordt de Pers. belasting voor zulke menschen nog met ongeveer f 6 per jaar verhoogd. Toen destijds de ver laging der salarissen werd besproken en de verlaging der pacht met 20 pCt. werd steeds door den voorzitter be toogd dat de toestond der gemeente kas een salaris-verlaging niet noodig maakte en de pachtverlaging best uit de gewone middelen kon worden be streden of uit het overschot der be grooting. Maar het is spr. duidelijk dat alles maar gezegd is om te zorgen dat men van de salarissen der ambtenaren af zou blijven. De Voorzitter zal niet verder ingaan op het door den heer W. v. d. Wiel aangehaalde verzoek aan Ged. Staten, daar deze spreker zelf wel weet hoe belachelijk dat geweest is. Spr. wijst op de inconsequentie dat van den eenen kant de utikeeringen aan de werkloozen te laag worden gevonden en men van den anderen kani tegen verhooging der belastingen is. Waar moeten B. en W. dan de middelen vandaan halen? De heer v. d. Wiel beweert altijd voor den werkman op te komen maar dan moet hij niet tegen verhooging der pers. bel. zijn en liever de fondsbelas ting verhoogen. Want juist om de arbeiders zooveel mogelijk te sparen hebben B. en W. gemeend ook de pers bel., die toch geregeld wordt naar de leefwijze der betrokkenen, te moeten verhoogen. Door de,verhooging alleen uit de Fondsbelasting te halen zouden z.I. de lage inkomens te zwaar getroffen worden. Spr. ontkent dat de finantieele totstand door hem steeds te gunstig is voorgesteld. Wat hij toen gezegd heeft was waar voor het betrokken dienstjaar, maar hij heeft er herhaalde lijk op gewezen dat 1933 er niet zoo rooskleurig voor zou staan. Bij de Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verboden. EEN EIGENWIJS VOGELTJE. In 't eerst was 't nog al meegevallen En was er voedsel nog genoeg Maar ach. dat was gauw afgeloopen De herfst begon dat jaar al vroeg. De vrienden en familieleden Van het kleine vinkenpaar Zij kwamen spoedig bij elkander En maakten voor de reis zich klaar. En op een mooien, stillen avond, Den laatsten avond voor 't vertrek, Toen zaten ze allen bij elkander En voerden nog een druk gesprek. En heel apart daar zaten samen De beide vinkjes op een tak. Net mannetje zat stil te kijken, Terwijl zijn dapper wijfje sprak .laat ze alle maar gerust vertrekken, ""I blijven samen rustig hier. gun hun graag de pret van 't reizen ij hebben daarin geen plezier. zou je soms ook mee nog willen? J^nu, ik laat je gaarne vrij. zal ik alleen mijn weg wel vinden, ■«kommer je maar niet om mij." •?ch\ liet de vinkeman zich hooren, 'Kwijl hij droevig naar haar keek. „Ik zal wel bij je blijven, vrouwtje, Ik laat je nimmer in den steek. Maar toch, het zal je tegenvallen, Kom, laat ons nu maar slapen gaan." Ee.i oude vink had op een afstand Geluisterd en 't gesorek verstaan. (Wordt vervolgd). Haar eerste concert. (Slot volgt,) Ginds uit een van de dicht bescha duwde lanen, die uitkwamen op de open plek, waar Fee haar concert gaf, kwam een heer aanwandelen. Hij bleef staan en luisterde. Hij hoorde vioolspel, hij kende dien klank, dat was 't spel van Fee. Hij kreeg de groep in 't oog en stapte er heen. De toehoorders in de achterste rij merkten hem op. „Daar heb je Baranska!" „Felix Baranska zelf!" „Wat zal die wel zeggen?" Zoo werd er gefluisterd en in span ning wachtte men op hetgeen er zou gebeuren. Felix Baranska kwam nader en vroeg beleefd hem door te laten. Voor komend maakte men ruimte voor hem, lachend en vol verwachting. Spoedig stond hij zoo in de voorste rij. Toen kreeg Fee hem in 't oog. Iets in zijn blik leek haar schrik aan te jagen, scheen haar te verlam men. Slap zonken de armen der kleine kunstenares langs de beide zijden van 't lichaam neer met viool en strijkstok. Zoo stond ze daar, in een houding, die duidelijk toonde hoezeer ze zich van haar schuld bewust was. Zij had toch aldoor wel gevoeld, dat wat ze deed. toch op zijn minst ongewoon genoemd moest worden Doch ze was er zoo geheel van zelf toe geko men. Vleiend keek ze haar vader aan. Ter verklaring en tegelijk ter recht vaardiging wees ze naar de bank en naar de twee, die daar zaten en naar den schat in den schoot van het meisje. Nu glinsterden haar oogen weer, toen ze haar vader aankeek. De heer, die met zijn hoed was rondgegaan, kende haar vader. Hij ging naar hem toe en vertelde, wat er eigenlijk gebeurd was. Hij sprak met vuur en overtuigend. Felix Baranska bleef heel kalm. „Alles goed en wel, maar ik wil niet, dat mijn kind anders doet dan gewone kinderen." Dat hoorde Fee hem duidelijk zeg gen. Zij liet 't hoofd hangen, haar oogen brandden, niemand mocht zien, hoe dat kwam stilletjes wischte ze haar tranen weg. Felix Baranska had zich toen tot de omstanders gewend. Beleefd nam hij zijn hoed af. „Ik dank u beleefd voor de belang stelling in't spel van mijn kind en de klinkende bewijzen daarvan. Hij wend de 't hoofd glimlachend naar 't twee tal met den schat» „Ik geloof dat net hier goed van pas kwam. Nogmaals mijn hartelijken dank!" Hij maakte daarna een buiging. De omstanders begrepen, wat hij zeggen wilde en gingen heen, de meesten niet zonder nog eens vrien-1 3. deliik en medelijdend naar Fee geke. ken te hebben. „Arm, klein ding 1" „Zij meende het toch zoo goed." „Zeker, maar Wat er verder nog gezegd werd, was niet meer te verstaan. Alleen de onmiddellijk belanghebbenden bleven nu over: de twee op de bank, Felix Saranska en Fee. En dan nog een, ginds op den achtergrond, met een roode pet. Felix Baranska ging naar de bank en hoorde daar de gewone geschiede nis van kunst, die brood zocht en jitteren nood vindt. Allerlei weder waardigheden hadden den ouden man en zijn kleinkind uit hun ver vader- and hier naar toe gebracht en nu smachtten ze er naar daarheen terug te keeren. Felix Baranska gaf den ouden man het adres van een hotel in de stad, waar hij zich op den kunstenaar be roepen kon. Dan zou hij hen verder helpen om hun vaderland weer te bereiken. „Je vais continuer, ce que ma fille a comraencé." zei hij lachend. Que Dieu la bénisse," antwoordde de oude man. En toen gingen ze heen onder hartelijke dankbetuigingen. Fauchon droeg de viool en leidde met zorg den blinden grootvader aan de hand voort. Tot het laatste oogen blik hield ze Fee in 't oog: „Notre ange", fluisterde ze, „vous étes notre ange. Jamais je ne vous oublierai." Bij den hoek van het pad keerde ze zich nog eens om, liet grootvader even los en wuifde vriendelijk met de hand tot een laatsten groet. ZWEMSPORT Warschau Eierdop Moezel S'est Peer Oom Ru Nieuwe Raadsels. 1. Ik ben een spreekwoord van 43 letters 6—2—4—23 groeit aan den waterkant 1—11—5—4—18—19 onkruid uithalen 12—22 13—25—14 gebruikt men als men eet 29-7-8-26 kleur 36-34-35-33 getal 16—27—28—9 jongensnaam 20—21—39 schadelijk insect 10-31—42—43—18-32 hoofdstad van Oostenrijk 40—37—38 hemellichaam 20—15—41—9 knaagdier 17—3-2 groote steen 24—18—30 naaldboom 2. Van links naar boven naar beneden bloemen x medeklinker xxx klein paard xxxxx niet klein xxxxxxx gevraagde woord xxxxx soort van hert xxx loofboom x medeklinker rechts en van zijn wij mooie xxxxxx Oplossingen van de vorige week. 1. Zooals de ouden zongen, piepen de jongen. 2. Marseille. 3. Van links naar rechts en van boven naar beneden ben ik een boom: xxxxxxxx het gevraagde woord xxxxxxx tegenovergestelde van geluk bestuurder van een vliegmachine plaatsje midden op de Veluwe wordt gezongen loofboom voegwoord medeklinker xxxxx xxxx 0' A nA oa\ir\cl flat hpt halte uu. "«6 f. -■ -- i P XXX XX X

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1932 | | pagina 5