Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Wie doel Hel nop mier?
FEUILLETON
W inkelnieuws.
Voor.
I
ST. NICOLAAS.
1S dl;
Lier °6-
del,
itie
n 8;
e vc
err
erma
n en
onsj
rst
eder
-n got
sen 6
C,
hikkll
scht.
SevanL
'EN,
)e goede St. Nicolaas treft het dit
al heel bijzonder, óndanks de
en i gis. Al hebben velen door de tijds-
ereJJ handigheden opgezien tegen de dure
cembermaand, als zij intusschen
3Ó-® even den kalender hebben geraad-
egd, dan weten ze thans, dat het
WS, l de duurte best zal losloopen, om
we dezen keer twee feestdagen
er" nder hebben te vieren en te bekos-
jvart en dan normaal. Eerste Kerstdag
rjjw n.l. op een Zondag en Nieuwjaars-
e Zaï 8 eveneens. Tenslotte vieren we dus
vrouïeen den Tweeden Kerstdag op een
;josl irkdag, dien we te verletten hebben,
won 0at a,les maakt de omstandigheden
lor het St Nicolaas-feest gunstig.
,jver len we daarom allen, leder naar zijn
moot handigheden, aan de viering mee»
snvK ien en aldus een al-oude, echt-
ooJJ lllandsche traditie handhaven.
pod ^eg n,el' dat het niet gaa1, n'e*
rmof!zen keer- want no8 «leeds is er een
eg. waar een wil is. Sinterklaas is
etrorUal een familie- en kinderfeest;
n gjjii openbaar vertoon kan er bij worden
ie rkist, zoodat we het juist zóó inrich-
uw a i, als we dat met onze middelen in
yerv lereenstemmlng achten.
n gen
Wie het Sinterklaasfeest Iaat pas-
,n nc eren omwille van de tijdsomstandlg-
]e.e[den, is een egoïjt. Hij mijdt de
er-arc8r,ng. omdat hij er zelf geen zin in
ekiDeft en zich zoodanig door zijn zor-
ovei n laat beïnvloeden, omdat hij ande-
speciaal de kinderen uit het gezin,
jeert. Sinterklaas hoeft volstrekt geen
(bare geschiedenis te worden. Men
het zelf in de hand om de ver-
chtlngen van kinderen en anderen
rwanten te lelden. Het is even ge
en kkeüjk om een kind tevreden en
>or lukkig te maken met een kleinigheid^
der i hf*t ondankbaar te stemmen, of!
fde
en
EN
na
:n.
van „De Echo van het Zuiden".
iler
en. |un,
U-Aa
al,
MOL
Voor iedere gulden bij ons be
steed kan men gratis speel
goederen uitzoeken.
MOL bli|ft goedkooper.
schoon het overstelpt wordt met de
kostbaarste gaven. Een kind vooral
raakt heel gauw onder de bekoring
van een bepaalde stemming en op de
gekweekte stemming komt het op
Sinterklaasavond in het bijzonder aan.
Hlldebrandt heeft het ons in zijn
Camera Obscura zoo duidelijk getee-
kend in zijn Sinterklaasavond-
schetsen hoe kleine genoegens óók f
genoegens kunnen zijn.
We moeten omwille van de kinderen
ons zelf desnoods nieuwe offers weten
op te leggen, teneinde ze een kleine
Sinterklaasverrassing te kunnen be
zorgen. Een snoepje kan soms noodiger
zijn dan brood of ander degelijk voedsel.
Een kinderziel gaat altijd naar 't blije
uit en uit eiken kindermond klinkt van
tijd tot tijd het verlangen op naar iets
bijzonders. Ouders, die zulke verlan
gens steeds maar weer opnieuw onder
drukken met een botte afwijzing of
met te zeggen dat het niit kan omdat
vader het niet heeft zulke ouders
kunnen heel zakelijke en nuchtere
lieden worden geheeten, maar van een
behoorlijke opvoedkunde zijn ze ge.
speend. Ze missen tact en overleg om
iets te maken van niets of heel weinig
Laat het ook dit jaar Sinterklaasfeest
zijn in de woningen van allen I Als de
misnoegde of ontmoedigde vader zich
daartoe heeft gezet, zal hij op surprise
avond deelen In de blijde kindervreugde;
de gezellige intimiteit van het gezin zal
hem een verkwikking worden en hem
sterken voor den verderen levensstrijd.
Nemen we de gelegenheid te baat
om er sommige menschen nog eens
aan te herinneren, hoe moeilijk het
voor Sinterklaas is en hoe kost-
baar 1 om alle inkoopen persoonlijk
te doen. Als menschen van goeden
wille hem niet een handje helpen, dan
blijft er hier en daar misschien wel een
gezin geheel vergeten. Toe. als we het
doen kunnen, laten we dan ergens een
pakje doen bezorgenwe weten allen
wel een adres, waar zoo iets op grooten
prijs zou worden gesteld.
Zoo'n daad is niet alleen van mate-
rieele, maar vooral ook van moreele
beteekenis voor het bedachte gezin
Velen voelen zich verlaten in dezen
tijd, verlaten door de menschen en
door de welvaart.
Er zijn bovendien zooveel nering
doenden, die in zware zorgen zitten.
Werken we er toe mede dat ook in
hun woningen blijde gezichten zijn,
als op Sinterklaasavond b v.... de stand
van de kas wordt openmaakt.
Ma de Zesdaagsche.
Er wordt over de Amsterdamsche
Zesdaagsche zeer verschillend geoor
deeld. De meesten hebben er avond
aan avond zoo niet in de R.A I
dan toch via de radio van gesmuld.
Maar ook waren er zeer velen die het
voor een minderwaardig vertoon aan
zagen, waaraan alle sportiviteit vreemd
was en dat enkel speculeerde op lagere
menschelijke hartstochten.
Ook wij zijn geen onverdeelde be
wonderaars van hetgeen hier in Am
sterdam door Duitschers is overgeplant.
Zoo is 't ook gegaan met sommige
bladen, waar eerst het gebeuren in
ettelijke kolommen beschreven werd.
De Maasbode-redacteur die heel het
gedoe meemaakte kon 't niet nalaten
tn zijn slotwoord zijn ware gevoelens
neer te schrijven. Hij zegt o.m
„Ik heb werkelijk mijn best gedaan
mijn zonnig zesdagenhumeur voort
durend te bewaren, al moet tk zeggen,
dat kijkjes op de baan in de vroege
morgenuren, wanneer Herr Schwarz,
die tn de rennerswereld met een wel
haast artistieke trtffmdheid van uit
drukking de „Varkensdrijver" van den
zesdaagsche genoemd wordt, de half
slapende en versufte renners telkens
weer opnieuw in de baan moet jagen,
niet bepaald bevorderlijk zijn voor een
laaiend zesdagen.enthousiasme Erger
lijker is soms de woeste sensatielust
van een publiek, dat in de jachten om
steeds grootere opwinding vraagt en
in stupide zelfvergetenheid de winnen,
de renners blijft opzweepen. terwijl
met daverend gekraak en gekners en
het krassen van ijzer en hout 'n paar
ongelukklgen hun hoofden of lichamen
tegen de baan aan diggelen slaan. Ik
weet wel, dat er gevaarlijker takken
van sport (sport?) bestaan en dat
doodelijke ongelukken bij een zes
daagsche zeer zeldzaam zijn, maar aan
den onaangenamen indruk, dien dit
alles desondanks maakt op den sportlef-
voelenden mensch, doet deze weten
schap weinig af."
Het Huisgezin richt een hartelijk
woordje lot „Het Volk", dat de Zes-
daagsche een al te groote eer had
bewezen. Het blad vraagt zich af:
„Was het wel grandioos, en was 't
zelfs wel sport?
Neen. neen, men hoeft zich niet te
scharen onder de neepjesmutsen, die
het hoofd schudden over al die nieu
wigheden en dwaasheden; men kan
zelfs opgetogen zijn over wat uit ge
zonde sportbeoefening aan frischheld,
kracht en zelfvertrouwen opbloeit, en
toch van oordeel wezen dat gevallen
als de Zesdaagsche niet de aandacht
waard zijn die de pers daaraan heeft
gewijddat het geld daaraan besteed
en verspild een veel betere bestemming
had kunnen vinden.
Een vertooning ais de Zesdaagsche
lijkt ons eer achteruitgang dan voor
uitgang."
Ook de Amsterdamsche redactie van
de N.R.Crt. denkt er anders over. WIJ
nemen een stukje over. tevens om te
laten z'en hoe de „Volk'-redactie tegen
over de zaak st at
„In de waardeering ervan (van de
Zesdaagsche) is hier ter stede (en
vermoedelijk ook elders) nog al ver.
schtl. Er zijn er, als de hoofdredacteur
van het Volk, nota bene geen
sportsmandie dezen lange duurs-
wielerweds'rljd-in-de kuip, vergelijken
met de O ympische Spelenniet eens
de moderne, zooals wQ allen die te
Amsterdam beleefd hebben, maar zelfs
de klassiekeEr zijn er ook, die er
niets anders in zien dan een tegen
L.
ZATERDAG 3 DECEMBER 1932.
55e JAARGANG.
i'nifij
IE.
it.
gtvan
Tt
216 pa
en, 7j;
634 D|
0 sch;
:en ol
171,25-
-23:
c., 23-
521-
vee:
—280,
00 to:
e Echo van het Zuiden,
aalwybsclie en Laugstraatsche Conrant*
Dit blad verschijnt
USDAG en ZATERDAG.
ta, Ingezonden stukken, gelden eni.
o te zenden aan den Uitgever,
entsprys per 3 maanden 1.25.
p. post door 't geheele rijk 1.40
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertontiën:
20 cent per regel; minimum 1.60.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 nor
in ons beiit xijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
ir hel
Uit het Duitsch
van
Paul Oskar Hoeker.
(Nadruk verboden).
be
ien
i 9
len m
Haxje begon weer te huilen. Zijn lief-
bbende vader gaf hem een duw, dat
togen de tafel aanrolde. Doe je snavel
i toch open!
Ik ken hem" heelemaal niet, snikte
jongen.
fear toen dien avond, toen heb je het
6 gezegd? Of soms niet? Dat meneer
.•tien oil,, je aangezet heeft.
Dat heb ik gezegd dat ze me zou-
loslaten.
■angzamerhand begon hij toch te pra-
Aan moeder heb ik alles gezegd, vroe-
toen had ik gehoord, lioe de Bloe-
i;Troilo's het er over hadden: 'n paar
U» van de nieuwe anjers hoefde je
te hebben. En nu wist ik toch waar
bij juffrouw Lutz stonden, omdat ik
ir eerst gewerkt heb.
'iktor was opgestaan. Dus niet om zil-
lepels of zoo iets was de inbraak
onnen, maar om planten?
We moesten juffrouw Lutz natuur-
'ook laten komen, zei de commissaris,
die verklaarde, dat het een nieuwe,
waardevolle teelt was, die voorloo-
geheim moest blijven.
En juffrouw Lutz heeft geloofd, dat
•en dergelijke gemeenheid op mijn ge-
ten had?longen, ellendige ke-
boe kom je er bij alle duivels aan om
uiiu
geeft dit jaar zijn Speel
goederen cadeau.
mijn naam hierbij tc noemen? En U, me
neer, schreeuwde hij den Rijnschipper
toe, weet l! wel, dat ik U wegens laster
in de gevangenis kan brengen?
Vader Krause, die nog verbluft was
door de plotselinge frontverandering van
zijn veelbelovenden spruit, protesteerde
toch tegen de beschuldiging van laster.
Een klacht heeft juffrouw Lutz niet
ingediend, zei de commissaris, maar de
stukken gaan naar den officier van justi
tie en het is dus niet vooruit te zeggen of
de jongen op stuk van zaken niet toch nog
vervolgd wordt. l" hebt Max Krause
dus vóór vandaag nog nooit gezien, me
neer Troilo.
Met mijn weten niet.
- Wie waren het dan, Max Krause,
hervatte de commissaris het verhoor, die
gezegd hebben, dat ze wel een paar do
zijn van de nieuwe anjers zouden willen
hebben.
De jongen verviel weer in zijn koppig
zwijgen en een nieuwe duw van zijn va
der was weer noodig, om hem daaruit
op te wekken.
De Bloemen-Troilo's, zei hij einde
lijk.
We moeten het precieser weten.
Waren het menschen van kantoor?.
De mevrouw en de meneer.
Toch niet mevrouw Troilo?
Jawel. Die en meneer Rispeter.
Maar je wilt toch niet zeggen, dat
die je bij zich geroepen hebben en je
hebben gezegd, om over den muur te
klimmen en planten uit de kas te rooven?
De jongen schudde het hoofd. Neen,
zei hij, nu spraakzamer, zoo is het niet
gegaan. Ze waren zoo niet elkaar aan 't
praten, meneer en mevrouw, in kas IV
en ik was in den hoek met bloembollen
bezig. En toen heb ik omgekeken en ge
zegd: Ze noemen het „Vlammende Kat-
chen" en ze hebben nou al meer dan
80.000 plantjes, maar het moeten er eerst
200.000 zijn, voor juffrouw Lutz met den
verkoop begint. Dan heeft ze een half jaar
lang den voorsprong. Heb je geen
„Katchen" als aandenken meegenomen
in je broekaak?, had menaar gevraagd en
toen gelachen. Neen, heb ik gezegd,
maar daar waren nog wel andere leer
jongens, die er een konden bezorgen.
En daarop zei meneer: voor ieder plantje
gaf hij een daalder. En toen heeft hij
weer gelachen.
Zoo, zoo. Gelachen heeft hij.
De Commissaris was vlak voor den
jongen komen staan. Heb je toen werke
lijk gemeend, dat hij het goed zou vin
den, dat jij daar 's avonds Iaat als een
misdadiger zou inbreken en een groote
mand zou meenemen?
Max verviel opnieuw in zijn koppig
zwijgen. Maar des te sterker werd de wel-
sprekendheid van den vader. Zoo, nu
was de waarheid dan toch uitgebracht!
En of meneer Troilo nu nog wou bewe
ren, dat de jongen niet was opgestookt?
De Burgemeester snoerde des Rijn-
schippers grooten mond met een verwij
zing naar het „cabinet particulier" waar
hij al eenige uren had doorgebracht.
.>1 r o,. is die kwajongen er dan
toch in vredesnaam toe gekomen, om juist
meneer Viktor Troilo Ie noemen?
De oude heer daar, die had het ge
vraagd. Toen ze me gepakt hadden. An
ders zouden ze de politie halen als ik
niet direct bekende, dat meneer Viktor
Troilo me gestuurd had. En toen heb ik
het maar hekend.
En wat heb je tegen je moeder ge
zegd?, senreeuwde de heer Krause Sr.
De zoon ontvluchtte huilend zijn va
der onder de beschermende vleugelen van
de gestrenge politie.
Ik dank U, meneer Troilo, zei de
Burgemeester beleefd, dat U de moeite
hebt genomen hierheen te komen. Nu zal
ik ook nog uw moeder en uw oom moe
ten vragen hier te komen en ze een ver
hoor laten afnemen en dan zal de rest
wel in orde komen, denk ik. Ik stel me
zoo voor, dat meneer of mevrouw zoo
een beetje schertsend zullen hebben ge
sproken zooals men dat wel eens meer
doet: hé, dat zou me wel een daalder
waard zijn om dit of dat te hebben! Dat
een kwajongen dan een paar maanden
later een fermeele inbraak op toiw zet
dal kunnen ze toch nooil bedoeld heb
ben
En ik verlang schadevergoeding,
schreeuwde vader Krause woedend ertus-
schen door.
Viktor hield de tanden opeengeklemd.
Hij wilde door geen beweging van zijn
gezicht laten merken, dat hij van de mo
raliteit van den heer Rispeter 'n gansch
ander idee had dan de Burgemeester.
Ik heb nog één verzoek, zei hij. Als
U al het materiaal bij elkaar hebt, wilt U
dan zoo goed zijn aan juffrouw Lutz di
rect een juiste uiteenzetting te geven van
den werkelijken gang van zaken? Ik vind
het een buitengewoon hinderlijke ge
dachte, door haar voor zoo'n gemeene
daad te worden in staat geacht.
Dat spreekt vanzelf, meneer Troilo.
Het zal waarschijnlijk vandaag nog kun
nen gebeuren.
Op den terugweg werd hy voortdu
rend gekweld door de vraag, waarom
grootvader juist hem, als den eenige van
<ie drie die er voor in aanmerking kwam
voor den aanstichter had gehouden?
Waarom niet zijn stiefmoeder, die hij
toch nooit had kunnen uitstaan? Waar
om niet Rispeter, waardoor de verwijde
ring tusschen de beide families toch pas
onherstelbaar was geworden? Leefde in
den ouden man zuik een blinde, onver
zoenlijke haat juist tegen hem? Wat had
hij hem dan eigenlijk gedaan?
In een gedrukte stemming liep hij ver
der.
Bij het hek zag hij achter de heg de ap-
pelboomen in ^rootvader's tuin. Tegen
de gele en bruine en paarse herfsttinten
van de zonnebloemen en de rudbeckia en
de herfstasters, die hoog opgeschoten
waren, stak verweerd-wit de muur van
het kleine huisje af, waar zijn grootvader
woonde.
Sinds verscheidene jaren had hy de
kleine woonkamer niet meer gezien,
waar op de kast een paar dozijn appels
lagen te rijpen. Hand in hand was hij er
dikwyls met Katehen binnengekomen,
ofschoon ze wisten dat grootvader in 'n
verschrikkelijk humeur was, omdat hy
weer twist had gehad met Viktor's
ouders.
En toch gelukte het hun kinderlijke
brutaliteit dan altijd weer een paar lek
kere appels en een vriendelijk woord
van het bevel om gedroogde pruimen te
gaan sorteeren. Want aan dit verant
woordelijke werk was meestal een feest
maaltijd onder vier oogen verbonden.
Er overviel hem een soort heimwee
naar den geur van de appelen in de
kleine, vriendelijke kamer.
Ach, had hy nu maar hand in hand
met zijn aardige lieve kameraad van toen
daar kunnen binnenkomen en den kin-
derschrik uit zyn stoute-kinderjaren goe
den dag kunnen zeggen en zijn hart eens
hij hem uitstorten!
Had hij zijn eigen leven soms niet be
dorven?
En wiens schuld was het?
De zijne alleen?
Er kwam een koppig protest in hem
op: Grootvader had werkelijk deze sma
delijke verdenking tegen hem gekoesterd?
Neen, dat wilde hij geen uur langer op
zich laten zitten.
En zoo gebeurde het, dat Viktor Troilo
het welbekende tuinpoortje opende
tingeling ging het, net als bij den krui
denier aan den overkant, maar alleen 'n
beetje schriller en spoedig daarop
voor de deur van grootvader's kamertje
stond. Grootvaders kamertje met de ge
zellige oude leunstoel bij het raam, de
enorme kist, waarin hij zijn reusachtige
zwarte sigaren bewaarde en waaruit Vik
tor er in zijn jongensjaren er maar één,
en die nog maar half gerookt had,
grootvaders kast, waarop de appels rijp
ten
Koekoek, koekoek. De oude klok was
er dus ook nog altyd.
Viktor klopte en de scherpe oude stem
kraaide: Binnen!
Hy zat in zijn leunstoel. Het beeld van
jaren her. Alleen had hij nu een stok
naast zich, om soms als het noodig wa6,
bij het opstaan op te steunen.
(Wordt vorvolgd).