DE ECHO VAN HET ZUIDEN
W
Prïnrin'
Ons Weekpraatie.
No. 38. Zaterdag 6 Mei 1933. 56e Jrg.
TWEEDE BLAD.
De verkiezingen zijn weer afgeloopen
en eigenlijk moesten we er geen woord
meer aan verspillen, want de menschen
zijn tegen den stemdag gewoonlijk méér
dan verkiezingsgaar geworden door alle
.voorlichting", welke ze in woord en
geschrift hebben genoten. Maar de
uitslag is het juist, welke ons verleidt
om nog eens met een enkel woord te
gewagen van het verkeerde inzicht,
hetwelk de kiezers leidt die op de
kleine snipperpartljtjes stemmen. On-
verschilllg welke richting die snipper-
paitijtjes zijn toegedaan. We willen
met ons woord alleen maar waarschu
wen voor een volgenden keer.
Niet dat we elke nieuwe politieke
beweging den kop ingedrukt zouden
willen zien. Al wat groot is was óók
eens klein, al moet daarnaast worden
erkend dat hetgeen waard is om te
groeien ook buiten de sappige electo
rale weide tot haar eerste ontwikkeling
zal komen.
De meeste van die kleine snipper-
partijtjes tundeeren niet op een nieuwe
geestelijke strooming, maar zijn ge
grondvest op het dépit, op de teleur
gestelde verwachtingen, van politieke
strevers. Die politieke strevers baseeren
zich op een bestaande geesteiqke stroo
ming, maar ze vergaren eenige actueeie
twistpunten om ontevreden elementen
voor het karretje van hun persoonlflke
zege te spannenze stellen een «kan
kerlijstje" op en leggen dat aan tijde
lijke misnoegden als een politiek pro-
gram voor. Ze zijn de ergste belagers
van een parlementair staatsleven, omdat
ze vruchtbaar werk en het vormen van
een gezonde parlementaire meerderheid,
zoo goed als het vormen van een ge
zonde parlementaire oppositie onmo
gelijk maken.
Hun aanhang laat zich misleiden.
De menschen die op zulke snipper
partljtjes stemmen, denken hun keuze
te bepalen voor een zekere richting,
maar ze bevorderen onbewust
vaak de belangen van een geheel
tegenovergestelde groep, omdat de uit
gebrachte stemmen meestentijds erger
dan waardeloos zijn, d.i. de keuze van
tegenovergestelde candidaten bevorde
ren. We zullen dat met enkele voor-
beelden verduidelijken.
Eenige ontevreden elementen in de
S.D.A.P. meenden dat de partij te
reformistisch was, niet revolutionair
genoeg. En zt stichtten tenslotte de
O.S.P., welke zich bfl deze verkiezingen
tot taak gesteld had om een paar
volbloed-revolutionairen als Smidt en
v. d. Staal in de Kamer te brengen.
De aanhang echter bleek niet groot
genoeg om ook maar één mannetje te
doen verkiezen. Wat hebben de ruim
27 000 O.S.P.-kiezers nu bereikt? We
zullen het klaar en duidelijk zeggen:
ze hebben een Vrijz. Democraat inde
Kamer gebracht inplaats van een socia
list. Dat is het eenige politieke resultaat
van hun actie. Eenieder die dat wil
kan het aan de hand van den verkie
zingsuitslag nagaan. Had de S.D.A.P.
die 27.000 stemmen gekregen, dan zou
die partij een zetel méér toebedeeld
zijn geworden en hadden de Vrijz.
Democraten met hun geringste stem-
menoverschot 2830 geen zesden
zetel gekregen. Niet dat we er eenig
bezwaar tegen hebben dat de zaak
zóó is geloopen, maar het gaat hier
om het nonsenslkale, dat 27.000 men
schen uitgaan om een vuurrooden
socialist te kiezen en met een rosen
vrijzinnig democraat naar huis komen.
Op de levenssappen der Katholieke
Staatspartij vegeteerden dezen keer vier
groepen van eenige beteekenis, welke
zich alle als R.K. aandienden, omdat
ze van haar volgelingen veronderstelden
dat ze in elk geval principieel katho
liek wilden stemmen. En wat hebben
ze bereikt? Gezamenlijk boekten ze
74.068 stemmen. Waren die stemmen
op de algemeene Katholieke lijst ge
komen, dan zouden de Katholieken
twee zetels meer hebben gehad. Nu
kwam door die stemmen één man van
de RK. Volkspartij in de Kamer en
één Vrijz. Democraat. Dank zij de wijze
van stemmen van menschen, die van
hun principieel-katholieke voorkeur
bedoelden te laten blijken
Dezen keer was het toevallig de
Vrijz. Democratische lijst, welke met
het geringste overschot nog een zetel
kreeg. Het had net zoo goed de com
munistlsche lijst kunnen zijn. Dan
zouden principleele Katholieke kiezers
misschien een communistischen banne
ling van Digoel naar het Haagsche
Binnenhof hebben gebracht
Het is te weinig tot de kiezers
doorgedrongen dat een slem, uitge
bracht op een of ander anipperpartijtje,
niet eenvoudig .weg" is wanneer aai
partijtje geen zetel krijgt toegewezen,
maar dat zulke stem nog een nood
lottige negatieve werking heeft.
De Omzetbelasting.
Door de Tilburgsche Kamer van
Koophandel en Fabrieken is een
schrijven gezonden aan de Tweede
Kamer der Staten Generaal inzake het
wetsontwerp Omzetbelasting.
De daarin ontwikkelde denkbeelden
loopen geheel parallel met de ziens
wijze, die ook tot uitdrukking is ge
komen in vergaderingen der vereeni-
ging van Tilburgsche Fabrikanten van
Wollenstoffen, der Ned. R.K. Veree-
niging van werkgevers in de Textiel
nijverheid en der Federatie van Ned.
Schoenfabrikanten.
Bedoeld request luidt als volgt
Met belangstelling heeft onze Kamer
kennisgenomen van het bij Uwe Hooge
Vergadering ingediende wetsontwerp
tot heffing eener omzetbelasting
Hoewel onze Kamer elke nieuwe
belasting nadeelig acht voor het be-
drijfsleven, is zij niettemin van oordeel,
dat, voorzoover nieuwe middelen
noodig zijn. deze bij voorkeur moeten
worden gezocht in de richting van
directe belastingen. Het wetsontwerp
tot heffing eener omzetbelasting gaat
in deze richting en stuit mitsdien bij
onze Kamer niet op principieel verzet.
Tegen het wetsontwerp, zooals het
bij Uwe Hooge Vergadering is inge.
diend, heeft onze Kamer zeer ernstige
bezwaren.
De omzetbelasting zal blijkens haar
opzet moeten werken als een ver-
bruiksbelasting. Als zoodanig zou het
de meest voor de hand liggende op-
lossing zijn, indien op de allereerste
plaats de uiteindelijke verbruiker de
belasting had te betalen. Wij begrijpen
echter de technische moeilijkheden,
die daaraan verbonden zijn en kunnen
het dan ook billijken, dat van een
heiflng der belasting bij den verkoop
aan den uiteindelijken verbruiker is
afgezien.
Daarentegen achten wij het onjuist,
dat in het wetsontwerp wordt bepaald,
dat de belasting verschuldigd is door
den verkooper (art. 2). Deze bepaling
zal in elk geval moeten worden ver
vangen door een bepaling, dat de be-
asting verschuldigd is door den koo-
per.
Afgezien van het feit, dat de aard
der belasting als verbruiksbelasting een
dergelijke bepaling reeds ten volle
jillijkt, meenen wij er Uwe aandacht
op te moeten vestigen, dat een der.
gelijk uitdrukkelijk wetsvoorschrift een
groot aantal moeilijkheden tusschen
verkoopers en koopers zal kunnen
voorkomen. Wij zijn overtuigd, dat 't
geheele bedrijfsleven deze wijziging
van art. 5 van het wetsontwerp ten
zeerste zal toejuichen.
Indien dit om technische redenen
gewenscht is, hebben wij er geen be-
zwaar tegen, dat de verkooper met de
inning der belasting wordt bezwaard,
waardoor de regeling analoog zou wor
den aan die, welke b.v. in de Zegel
wet voor het kwitantiezegel is voor
geschreven.
Op de tweede plaats meenen wij te
moeten bepleiten een vrijstelling van
de omzetbelasting voor die orders, die
vóór de inwerkingtreding der wet zijn
gegeven en ten aanzien waarvan der
halve bij de prijsbepaling, gelet op de
onzekerheid omtrent den datum van
inwerkingtreding der Omzetbelasting-
wet, met deze belasting geen rekening
kon worden gehouden.
Vooral waar bepaalde artikelen met
minimale bruto winstpercentages, om
niet te spreken van verliezen, worden
verhandeld, is het onaanvaardbaar om
hetzij als kooper, hetzij als verkooper
belast te worden met een belasting
heffing, die in den prijs niet kon wor
den verdisconteerd.
Op de derde plaats zien wij een
overwegend bezwaar in 't wets ontwerp,
zooals dit bij Uwe Hooge Vergadering
werd ingediend door de gelijkstelling
van het bijzonder invoerrecht voor
geïmporteerde goederen met de omzet
belasting voor de binnenlandsche goe-
deren. Het gevolg toch van deze gelijk
stelling van bijzonder invoerrecht
eenerzijds en omzetbelasting ander
zijds, is, dat de buitenlandsche goede
ren worden geprivilegieerd. Deze be
voorrechting wordt grooter, naarmate
voor de binnenlandsche producten
meerdere malen omzetbelasting moet
worden betaald en kan zelfs zeer ge
makkelijk voor den uiteindelijken ver
kooper aan het publiek aanleiding
worden om aan het buitenlandsche
artikel de voorkeur te geven.
Voorzooveel ons district betreft den
ken wij hierbij in het bijzonder aan
confectiegoederen, schoenen en derge
lijke. Voor een confectiecostuum van
Hollandsch fabrikaat zal, voor het in
het bezit van den kooper is. verschil
lende malen over een steeds grooter
wordend bedrag omzetbelasting zijn
betaald 1 pCt. bijzonder invoerrecht
over de geimporteerde ruwe wol, 1
pCt. over het garen, de steenkolen,
de chemicaliën enz benoodigd voor
de fabricage van het weefsel, 1 pCt.
over het weefsel, wanneer dit aan den
confectiefabrikant wordt geleverd, 1
pCt. over het geconfectioneerde cos-
tuum, wanneer dit aan den grossier
wordt geleverd, 1 pCt. wanneer de
grossier het aan den detaillist verkoopt.
Importeert de detaillist echter een
confectiecostuum, dan is slechts één
keer omzetbelasting verschuldigd n.l.
in den vorm van het 1 pCt. bijzonder
invoerrecht.
Voor het artikel schoenen geldt
hetzelfde hier wordt achtereenvolgens
belasting geheven over de huiden,
het leer, de schoenen, eerst bij leve
ring aan den grossier of groot.winke
lier, vervolgens bij levering aan den
detaillist.
Voorzoover mocht worden vastge-
houden aan het in het Wetsontwerp
belichaamde stelsel van belasting
heffing bij eiken omzet tot de goede
ren bij den detaillist zijn terecht ge
komen, achten wij het beslist nood
zakelijk, dat de bevoorrechting, die in
dit systeem voor de buitenlandsche
producten is gelegen, wordt onder
vangen docr een progressief bijzonder
invoerrecht, dat hooger wordt naarmate
de geimporteerde goederen een verdere
bewerking hebben ondergaan. Bij de
bepaling van dit bijzonder progres
sieve invoerrecht moet naar onze
meening bovendien rekening worden
gehouden met het feit, dat de binnen
landsche industrie op goede gronden
tevens aanspraak kan maken op een
compensatie voor de kosten voor haar
uit de omzetbelasting voortvloeiend.
Tenslotte zou naar onze meening
de voorgenomen heffing der omzet
belasting, mede in verband met de
onzekerheid der daaruit te verwachten
baten, een gegronde aanleiding moeten
zijn om de heffing eener Weelde-
verteringsbelasting, gelet op de ernstige
bezwaren allerwegen daartegen aan
gevoerd, zeker voorloopig achterwege
te laten. Voorzoover echter de daaruit
te verwachten baten reeds onmiddellijk
noodig mochten zijn, ware naar onze
meening er zeer veel voor te zeggen
het denkbeeld van heffing eener
Weeldeverteringsbelasting te combi,
neeren met de heffing der ontwerp-
Omzetbelasting, in dier voege, dat
voor bepaalde nader aan te duiden
artiken een hooger percentage Omzet
belasting verschuldigd zou zijn. De
perceptie der Weeldeverteringsbelas
ting zou daardoor zeer belangrijk wor
den vereenvoudigd, terwijl de aan de
Weeldeverteringsbelasting verbonden
nadeelen voor het bedrijfsleven er in elk
geval geringer door zouden worden."
BUITENLAND,
üe Oostenrijksche regeering en de
nationaal-soclaiislen
De Weensche bladen maken melding
van aanstaande scherpe maatregelen
der regeertng tegen de nat. socialisten,
in het bijzonder tegen de nat. soc.
staatsambtenaren. Men heeft de indruk
dat de regeering den strijd tegen het
marxisme als met succes gtCindigd
beschouwt, en dat zij nu haar aandacht
aan de bestrijding van het tweede
vijandelijk front, de nationaal-socialis-
ten, gaat wijden.
üe afschaffing van den lerschen eed
van trouw.
De Iersche Dail heeft met 76 tegen
56 stemmen dthnititf het wetsontwe p
aangenomen, waarbij de eed van trouw
aan den Engelschen Koning wordt
afgeschaft.
Alle Dullsche arbeiders onder
Nazi leiding.
Op één uitzondering na hebben thans
alle christelijke en neutrale vakorga*
nisaties zich onvoorwaardelijk geplaatst
onder leiding van Hitler en te kennen
gegeven dat zij zich zullen gedragen
naar de instructies van het .comité
/an actie tot bescherming van den
Ouitschen arbeid*. Daarop zijn thans
;even mlllioen arbeiders onder leiding
/an dit comité georganiseerd.
Tot de vakorganisaties, die zich
hebben onderworpen, behooren o.a.
het verbond van christelijke vakvere
nigingen, de neutrale Hirsch-Dunker-
De man, die even een kleine ver-
frissching kwam halen, voor hij aan
zijn tweede avondbezigheid begon, (nl.
prentbriefkaarten van het chimpansee
gezin verkoopen) kwam naast me zit
ten. Ook Kiyo ging op een stoel zitten
en begon direct den inhoud van mijn
zakken te onderzoeken. Toen zij merk
te, dat er niets van haar gading te vin
waren.
In Abidjean, een havenstad aan de
Ivoorkust, waren we aan land gegaan
en vandaar de wildernis ingetrokken.
Na drie weken hadden we alles en
dachten er weer aan, de terugreis te
ondernemen.
Twee dagen voor de afvaart kwam
een inboorling ons vertellen, dat hij
Zonder schriftelijke toestemming is ceni
VOORJAAR!
Gélukkig is het nu weer voorjaar,
Het zonnetje schijnt nu zoo blij.
Ik kan dus weer buiten gaan spelen,
In bosschen, velden of hei.
De vogeltjes zingen zoo vroolijk,
En springen van tak op tak.
Ze bouwen ijverig hun nesten
In de goten van het dak.
Ik heb een eigen tuintje,
Dat ik zelf verzorgen mag.
Daar zaai ik dan mijn bloempjes
En begiet ze iederen dag.
Ik heb vergeet-me-nietjes,
Viooltjes en een begonia.
Later komen nog margrietjes,
Die geef ik aan mijn Mama.
Die geef ik op haar verjaardag,
Ze is dan heel erg blij.
Ik zeg dan: „Lieve Moesje,
Die krijgt u nu van mij."
JACQUITA.
ge overname uil deze rubriek verbod n.
KIYO, OF DE GESCHIEDENIS VAN
EEN CHIMPANSEE-GEZIN.
Oom Ed vertelt:
„Jaren geleden was ik eens verbon
den aan een groote buitenlandsche cir
cusonderneming. De directie had be
sloten een nummer met apen in 't pro
gramma op te nemen. Schriftelijke on
derhandelingen werden gevoerd met
een dresseur, en afgaande op z'n bewe- j
ringen, moest het werkelijk een prima
nummer zijn. Aangezien goede apen-
nummers zeer zeldzaam zijn, besloot
onze directie op het aanbod in te gaan.
Den volgenden dag kwam hij al en
de proefvoorstelling was van dien
aard, dat iedereen in ons circus, van
directeur tot stalknecht, enthousiast
was.
Dit nummer stelde werkelijk alle
prestaties, tot nog toe door apen gele
verd, in de schaduw. Dadelijk na de
opvoering zocht de directeur mij in
mijn wagen op en gaf last door een
serie artikelen de aandacht op dit bij
zondere nummer te vestigen.
Eerst veel later, toen het speelzeizoen j
bijna ten einde was, werd mij de eigen-
lijke geschiedenis van Kiyo verteld, t
Had ik die eerder geweten, dan had ik
ze zeker in een artikel verwerkt om, op
die wijze nog meer reclame te maken.
Op een avond zat ik in de artisten-
cantine. Binnen in de tent volgden de
nummers elkaar onafgebroken op.
Juist toen ik weg wilde gaan, kwam de
dresseur binnen met Kiyo aan de hand.
Hij had het mannetje, Muri en de baby,
die hij Darry gedoopt had, al in hun
kooien teruggebracht.
den was, begon ze onheilspellend te
grommen. Maar met een handjevol da
dels kon ik haar weer tevreden stellen.
We spraken er toen over, hoe hij
eigenlijk zoo aan die drie dieren ge
komen was.
„Eigenlijk is mijn beroep niet dres
seur, maar dierenvanger. Als zoodanig
was ik langen tijd werkzaam en heb
menige expeditie meegemaakt. Ander
half jaar geleden bevonden wij ons in
Afrika met de opdracht een aantal
olifanten, zebra's en giraffen te van
gen, die voor een dierentuin bestemd
een kleine kudde zebra's gezien had.
Zebra's hebben we echter niet gevan
gen, maar daarvoor in de plaats heb
ik 'kennis gemaakt met Kiyo.
Op de terugreis zag ik plotseling de
vrouwtjesaap, net toen zij zich voor ons
uit de voeten wilde maken. V lug wer
den er maatregelen getroffen om haar
te vangen.
Kiyo beviel mij al dadelijk en hei
melijk hoopte ik een goede premie
voor de vangst te krijgen. Chimpansee's
zijn zeldzaam geworden en tegenwoor
dig is er groote vraag naar. Het was
werkelijk een opwindende jacht, maar
na 7 uren hard en vermoeiend werken
hadden we haar te pakken.
Terug in ons kamp, werd Kiyo zoo
lang in een kooiwagen opgesloten, tot
er een plaats op het schip vrij gemaakt
was. En toen is dan die geschiedenis
gebeurd, die waarschijnlijk niet voor
de tweede maal in m'n leven zal voor
komen.
Voor wij in ons kamp terug waren,
was het al laat in den avond en ik
kon mij niet meer al te veel over de
apin bekommeren.
Den volgenden ochtend was echter
mijn eerste gang naar de kooi. Het
eerste moment kon ik mijn oogen niel
gelooven. De traliestaven waren van
elkaar gebogen; er was een groote
opening vrij gekomen. Mijn eerste ge
dachte was, dat het dier in den nacht
ontvlucht was. Met bijna bovennatuur
lijke kracht moest het haar gelukt zijn,
de tralies te verbuigen om zoodoende
den weg naar vrijheid terug te krijgen.
Een schril geluid deed mij opzien.
Bliksemsnel stapte ik achteruit, want
Kiyo sprong tegen het traliewerk aan.
Nii pas zag ik, dat de opening niet
groot genoeg was, om er door te ko
men. Ik herademde; het dier was dus
niet ontvlucht. Tegelijkertijd beslooi
ik haar over te brengen naar een roof-
dierkooi, waarvan de staven tweemaal
zoo sterk waren.
Dien ochtend was ik niet van de
kooi weg te slaan. En ik kan U zeg
gen, dat ik een zware strijd heb uitge
vochten; er gebeurde iets ongeloof
lijks, iets, dat ik nu nog bijna niet be
seffen kan.
Kiyo huilde; het dier huilde net zoo
als een mensch. De tranen stroomden
haar over de wangen en daarbij maak
te het zulke klaaglijke geluiden, dat ik
het niet kon aanhooren. Ik wist me
geen raad meer. Gelooft U, mij, ik %\as
reeds lang bi) mijn beroep; ik had veel
gezien en veel beleefd, maar zooiets
was mij nog nooit overkomen. En on
afgebroken waren de groote verstan
dige oogen naar de verte gericht, daar
heen vanwaar wij haar gehaald had
den. Ik vermoedde, dat Kiyo waar
schijnlijk een jong had en ik begreep