Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
mgörd bpabaiïd
Winkelnfeuws.
FEUILLETON
WMLWUTV
I
Uöfrföfujfr, iüespifn
ftUj+ihacdt's Voeder
PINKSTEREN.
Denkt II
Mode Artikelen
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adresECHO.
Zij die zich met ingang van
1 Juli a.s. op dit blad abonnee-
ren, ontvangen de nog voor dien
datum verschijnende nummers
gratis.
Als de giooie lenen uit de woiding
der christenheid worden herdacht, dan
laten velen zich verleiden tot 'l treffen
van vergelijkingen met een korter ver
leden of met de geheurtenisien van
het heden. Ook een geloovig mensch
is en mag crttlsch zijn.
Toen in de dagen van pentakostos
(Pinksteren) de apostelen zich ver-
eenigd hadden, werden zij vervuld
van den Heiligen Qeest en daarmee
werden de eenvoudige visscnerslieden,
die ongeletterd waren, in staat gesteld
tot groote dingen. Tot de verkondiging
van Ood's woord in talen, welke ze
voorheen niet verstonden. Tot verde
diging van Cnrtstus' leer tegenover
gestudeerden en ontwikkelden.
Beteekens dit niet dat ze vervuld
werden van den goeden geest, weike
benoodigd is om met hart een zaak
te dienen en daarbij moeilijkheden te
overwinnen
Hoevele eenvoudige lieden kennen
we uit eigen omgeving, die óók met
zulken goeden geest, ten opzicnte van
zeer verschillende en vaak tegenstrijdige
zaken, zijn vervuld Hebben we ook
niet zelf het een of ander ideaal, het
welk we met begeestering aanhangen,
coiporteeren en verdedigen?
Ue ongeletterde apostelen werden
plots in staat gesteld om de waarheid,
zooais ze die gevonden hadden, in
allerlei laai en uitbeelding te gaan
verkondigen. Dat was op een goddelijk
ingrijpen, dat gaf hen heilige drift
voor prediking der waarheid, om alle
moeilijkheden van taal en anderszins
te overwinnen op energieke maar ten
er wel aan bij het aanschaffen
van uw
MOL blijft goedkooper.
«lotte natuurlijke wijze, door eigen
aanpassing en eigen beleving.
En zulke geestdrift voor een goede
zaak uit zich ook nu nog wel op de
wereld.
Als we ons bij het zoeken van ver
gelijkingen aan de feitelijkheden hou-
den, dan denken we al gauw aan de
jongste uitdragers van de z.g. wereld-
hervormende beginselen, die het voor
de vervulling van hun idealen niet
alleen zonder het christendom meen-
den te kunnen stellen, maar wier grooie
voorgangers en voornaamste volgelin
gen zelfs tegenover het christendom
stelling kozen.
Ze meenden het misschien goed,
maar ze dwaalden en dét bleek in de
ure des gevaars, in de oogenblikken
der beproeving, in den tjd van ver
volging. Dan gaat de meest energieke
geest ten onderalleen de goede,
heilige geest is onoverwinnelijk, omdat
deze een geest Qods is. een hemelsche
genade, welke door geen menschelijk
geweld is uit te bannen.
We mogen menschelijke idealen
stellen, maar als die niet gebasseerd
zijn op goddelijk recht en onderwer
ping aan de leiding van de goddelQke
Voorzienigheid, dan Is het geen goede,
geen onoverwinnelijke, geen onver
gankelijke geest.
De discipelen van Jezus werden op
Pinksteren vervuld van den goeden
Oeest, die uit Qod zelf voortkwam,
uit de goddelijke persoonlijkheid was
ontsproten. Die geest gaf ze kracht
om moeilijkheden van taal en ontwik
keling, of van welken anderen aard
ook, te overwinnen. Die geest gaf ze
sterkte om met vreugde te lijden en
te sterven voor de waarheid. Op één
na zijn alle apostelen, verspreid over
de wereld, den marteldood gestorven,
maar de geest van welken ze vervuld
werden leeft voort en geeft na negen
tien eeuwen nog steeds aan nieuwe
apostelen de kracht om „Leve Christus
Koning" te juichen, als hun hart door
moordend iood of staal wordt vaneen
gereten.
Mogen zij voor velen een lichtend
voorbeeld zijn en blijven, ook in de
vele beproevingen onzer dagen.
COLIJN'S
„Even va
zoo hoor
minister Co
beoordeelen.
Van een mi
sedert enkel
heden van e
overwonnen, mag men niet verwachten,
dat hij reeds in staat zou zijn om aan
de Volksvertegenwoordiging een ge
detallleerd regeeringsprogram voor te
leggen, zeker niet waar dat hier een
saneeringsplan zou moeten uitmaken,
hetwelk onze maatschappelijke positie
in de zwaarste economische wereld
crisis uit de geschiedenis, veilig stelt*
Wanneer de heer Colljn nu reeds
klaar en duidelijk aanwijst, op welke
pijlers hj het gehavende gebouw on.
zer economische en maatschappelijke
welvaart wil reconstrueeren, dan heeft
hij aan elke redelijke voorwaarden
van inzicht en beleid voldaan. En die
pijlers heeft hjj ons getoond.
Hij heeft te kennen gegeven
allereerst 1 dat het onze taak is om
aan de internationale herstelpogingen
mee te werken, omdat alle streven
voor zelfbehoud tot mislukking moet
zijn gedoemd, als orde en welvaart
niet opnieuw het bezit werden van
heel de wereld. De crisis Is een inter
nationale ziekte. Colljn is dan ook niet
beginnen te zeggensteun wat ik ga
doen, maar hij riep op om te helpen
aan de groote reconstructiewerken van
Internationale politieke figuren. Hij zei
onvoorwaardelijken steun toe aan de
boodschap van president Roosevelt en
jonomische Wereldconferentie
illjkt voorts herstel ie zoeken
financieel evenwicht door
van publieke uitgaven, hand*
an geldende heifi.igen en
van een omzetbelasting,
begrijpt dat voor 's lands
ld zulk herstel van hetfinan-
tnwicht noodzakelijk is. Een
ligt op de a.s begrooting van
ienHonderd vijf en twintig
toet door bezuiniging worden
Zullen loonen en salarissen
dere vermindering gespaard
ij ven? Wij vermoeden van
ndhaving van geldende hef-
wil dat niet zeggen dat alle
helfingsmaatregeien in dtfini-
tleve zullen worden omgezet De
omzetbelasting welke zoo lang heeft
gedreigd, zal worden ingevoerd. Eri
zullen wel meerdere nieuwe lastenj
moeten worden uitgedacht.
Per stuk 8 ct. Doos 45 ct. Bij Uw drogist
Het blijkt uit de regecringsveikldringr
Colljn ouitt, maar we mueien ook in
onze omstandigheden een minister
hebben die durti, anders gaan we er
aan. Anders zal ons laatste beetje
welvaart wegvallen en door lt.fUue
zou elke bestaanszekerheid ophouden
en onze laatste reserve zou worden
vernietigd.
Coiijii zaï durven. Hij zal heilige
huisjes moeten ontwijdende heilige
nutsjes van etgen persoonlijke en
andere vrijheden. Coiljri zal het be
drijfsleven „ordenen" wanneer de
industrie daarvoor zelf niet zorgt,
mede tot besnijding der werkioosncid.
je nieuwe minister-president kan het
alles nog niet precies zeggen, hue nij
het doen zal. Zal ny aiocidstijdeu
willen iegeien, uitvoeiprtm.ën willen
geven, loonkwesties Diï..viot.Oci> Hij
Uil het Engelsch van
Joseph Hocking
(Nadruk verboden).
Saalwyfescbe en Lavsstraalsrke Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
Prijs der Advertentiën
20 cont per regel; minimum 1.50.
By contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zyn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
DRIE BLADEN.
EERSTE BLAD.
steeds het nieuwste, kwaliteit en
toch niet te duur te koopen.
Koopen en koopen
Ja koopen is twee
Doch koopen soliede
Valt overal niet mee.
van „De Echo van het Zuiden".
MAATSOIAPPy VAM VEaZEKfRJMG OP HET LEYtfl
Bespaar tijd en éeld - Wascb mei n VELO
bedaart spoedig met een
14.
Mr. Binns had in pijnlijke onzekerheid
den gang van zaken gevolgd. Tot het
moment van Endellion's binnenkomen,
was hij 'l in alles met Arthur Dulverton
eens geweest. Mr. Dolgeth had voor uit
stel gepleit. Hij had betoogd, dat Robert s
dood niet absoluut bewezen was en er
daarom op aangedrongen, dat zyn con
frère Dulverton nog eenigen tijd zou la
ten verloopen eer hij bezit nam van de
nalatenschap van zyn broer. Maar de
rentmeester had zich aan de zijde ge
steld van den man, die beloofd had hem
in zijn positie te handhaven. De onver
wachte verschijning van Endellion had
hem dan ook eerst verbijsterd en beslui
teloos gemaakt, maar langzamerhand,
toen hij de situatie overzag, had hij zijn
besluit genomen. Ik begrijp niet, hoe er
ook maar de minste twijfel kan bestaan
of dit meneer Robert is, verklaarde hij.
Ik heb hem van jongs af gekend en of
schoon de jaren dat hij eh gereisd
heeft, hem natuurlijk hebben veranderd,
is het toch dwaasheid om
Laat ik hem eens goed bekijken!
Kom bij het venster alsjeblieft..
Het was de jonge Arthur, die den rent
meester in de rede viel.
HOOFDSTUK IV.
Het welkom der bedienden.
Endellion vertrok geen spier, zijn sta
len zenuwen, al was er ook al heel wat
van ze geëischt, lieten hem op het beslis
sende moment niet in den steek.
Myn familie bereidt my wel een
eigenaardig welkom, zei hij met «en lach,
maar ik wil met alle genoegen naar het
venster komen. Je had altijd een scherp
waarnemingsvermogen, Argusoog. NVat!
herinner je je niet meer dat ik je vroe
ger altijd zoo noemde als je mij bespion-
neerde?
Een zacht gekreun kwam over Arthur
Duiverton's lippen hij deze woorden. Als
hij ook nog een zweem van twijfel ge-
koesterd had, dan was deze nu totaal
verdwenen. Zijn neef was de eenige ge
weest, die hem plagend als „Argusoog"
had aangeduid.
Je ziet, dat ik den bijnaam niet ver
geten hen, he? ging Endellion voort. Ik
heb nog een heeleboel meer onthouden;
vraag maar wat je wilt.
Het was een stout stuk, maar het was
waard gewaagd te worden. De lectuur j
van Duiverton's dagboek had hem op de t
hoogte gebracht van zekere wetenswaar- j
digheden omtrent Arthur Dulverton,
waarvan hij kon vermoeden dat dit heer
schap liever niet had dat ze aan het licht
kwamen. i
Nu, vervolgde Endellion, naar het
venster toeloopend, herken je mij, of
moet ik een paar kleine anecdoten van
vroeger vertellen?
Arthur Dulverton liet zijn oogen even
critisch op hem rusten en ging toen
norsch naar zyn stoel terug. Hij scheen
bij zichzelf te overleggen, wat hij zeggen
en doen zou. Eenklaps keerde hij zich
naar zijn vader. Het wordt tijd voor ons
om naar huis te gaan, verklaarde hij.
Dus je bent voldaan over het resul
taat van je onderzoek?, vroeg de advo
caat.
Er is geen twijfel aan of hij is het,
antwoordde de jongeman dof.
Het bleef eenige seconden stil in de
kamer.
Tk ben er mij bewust van, hernam
Endellion toen, dat mijn plotselinge
thuiskomst een groote verrassing voor u
moet zijn geweest. Ik heb natuurlijk geen
moment gedacht, dat mijn identiteit in
twijfel zou worden getrokken. Maar, als
u dat verlangt, ben ik volkomen bereid
meneer Dolgeth enkele brieven, die mijn
vader mij stuurde, te laten zien. Ze zijn
weliswaar niet erg vereerend voor mij,
maar
Dat is absoluut niet noodig, meneer
Robert, mengde Mr. Dolgeth zich in het
gesprok, absoluut niet. Tk heb U direet
herkend. Uw komst was, zooals u zelf al
hebt opgemerkt, natuurlijk een groote
verrassingen.... en heeft het ge
heele aspect hier veranderd. Het is be
grijpelijk dat meneer Arthur Dulverton
en zijn zoon wel hevig ontdaan wa
ren. Maar twijfel aan uw identiteit is ten
eenenmale buiten kweslie. Vind je ook
niet, Binns?
Volkomen buiten kwestie, stemde
de rentmeester loe, en wat mij betreft,
het verheugt my buitengewoon u terug Ie
zien, meneer Robert; als mijn begroeting
misschien wat koel is geweest, komt dat
alleen doordat ik totaal van mijn stuk
gebracht was. Ik heet u van harte wel
kom, meneer Robert, en ik weet zeker
dat iedereen in den omtrek dat doen zal.
De lunch is gereed, meneer Robert.
Het was Peters die sprak en weer was
er een klank van triomf in de stem van
den ouden man. Hij keek de kamer rond
en zijn oogen rustten vol liefde op zijn
nieuwen meester.
Endellion slaakte een zucht van ver
lichting. Hij voelde dat de eerste zware
vuurproef voorbij was en dat hij die niet
schitterend succes had doorstaan. Niet
tegenstaande de houding van vader en
zoon Dulverton, wist hij dat er geen
schaduw van twijfel omtrent zijn persoon
was blijven hangen. Zijn wonderbare ge
lijkenis met den gestorven erfgenaam en
zijn nauwkeurige kennis van diens ver
leden en levensomstandigheden, hadden
alle moeilijkheden als sneeuw voor de
zon doen verdwijnen.
De lunch is klaar?, riep hij. Prach-
i tig! Natuurlijk blijft u mij gezelschap
houden, heeren. En u, oom en Arthur, u
i blijft toch ook.
1 Neen, dank je, gromde de oude
i heer. Hij was le diep geschokt om zijn
nederlaag gemakkelijk te kunnen dragen.
Wij zullen niet blijven.
Peters, wendde Endelion zich tot
den butler, myn oom en Arthur blijven
niet lunchen. Laat ze even uit, wil je?
Dag Oom, (lag Arthur. Laat je nog eens
gauw zien, kerel.
Maar geen van beiden voelde zich ge
roepen om te antwoorden.
Na hun vertrek ging Endellion de twee
andere heeren voor naar de eetzaal, waar
voor vijf aanzittenden gedekt was.
Ik zie dat je op.vyf personen gere
kend hebt, Peters; je dacht natuurlijk
dat mijn oom en neef zouden blijven.
Maar hoe zit het met Mevrouw Dixon?
Als ik my goed herinner
Ja, meneer Robert. Mevrouw Dixon
at dikwijls met uw vader; hij beschouw
de haar als een goede vriendin, maar,
zooals ik u al meegedeeld heb, heeft uw
oom haar opgezegd.
Is ze niet meer hier in huis?
Jawel, meneer. Ik heb haar het
nieuws natuurlijk verteld en ze verlangd
er erg naar u te zien, maar met het oog
op
Wil je vragen of ze binnenkomt,
Peters? En tusschen haakjes, weten alle
bedienden, dat ik terug hen?
Ja, meneer.
Nu, ik veronderstel, dat enkelen van
hen al hier waren toennu, voor ik
wegging?
Twee, meneer Betsy, de keuken
meid en Effie het oudste kamermeisje.
Laat ze ook hier komen, Peters!
Even daarna trad het drietal binnen,
en het was duidelijk te zien dat ze op
gewonden waren van blijdschap. Endel
lion monsterde hen met een snellen blik.
Het kostte hem geenerlei moeite om vast
te stellen wie Mevrouw Dixon was, klein
grijs, op end' op een dame dat kon
niemand anders zijn dan de vrouw, die
in behoeftige omstandigheden achterge
bleven weduwe van een verren bloed
verwant van den overleden landheer, die
jarenlang aan het hoofd van de huishou
ding op Dulverton Manor had gestaan.
Mevrouw Dixon! Met uitgestoken
handen liep Endellion op haar toe.
De oogen van het oude dametje ston
den vol tranen.
Wat heerlijk dat u er weer bent,
meneeif Robert, stamelde ze. U bent
niet zoo veranderd als ik dacht dat het
geval zou zijn. En en haar stem be
gaf haar en zij barstte in snikken uit.
Kom, kom, mevrojiw Dixon, troostte
Endellion, schreit u nu niet, anders zou
ik nog denken, dat u niet blij was me
terug te zien.
Het is het is van vreugde, meneer
Robert, klonk het tusschen de snikken
door.
Toch kon Dulverton niet zoo'n ver
schrikkelijk slechte vent geweest zijn, als
het personeel hem zoo'n goed hart toe
droeg, peinsde hij. Maar het is duidelijk
dat ik de rechte snaar aangeroerd heb.
Kom, mevrouw Dixon, zet u nu eens
een vrooiyk gezicnt. ik zou graag wxlien
aat u ter eere van myn thuiskomst aan
talel de honneurs waarneemt. En wat ue
anderen betreft, ik hen heel hiy jullie
weer te zien. Ik zie wel dat mijn oude
vriendin Betsy zich my ook herinnert,
niet Betsy?
Dat zou ik denken, meneer. L bent
flinker en forscher geworden, maar ver
der bent u niets veranderd.
Zoo, Betsy. Hy wist nu wie van de
twee Betsy was. En Effie, het doet me
genoegen, dat jy de Manor ook nog altijd
bent trouw gebleven. Ik hen erg blij dat
ik weer thuis ben en ik hoop dat jullie
my een goed meester zult vinden. Betsy
moet vanavond maar een extra lekker
maal voor het personeel klaar maken;
naderhand zullen we mijn terugkomst
meer officieel vieren.
Toen de beide dienstboden de kamer
hadden verlaten, nam Endellion zijn
plaats aan het hoofd van de tafel in en
Peters bediende zijn meester met zicht
baar genoegen. Eén ding intusschen
bracht hem van zijn stuk. Meneer Bob
wilde by de lunch geen wyn gebruiken
en hy had nog wel een zeldzaam oud
merk uit den kelder gehaald voor de bij
zondere gelegenheid.
Neen, dank je, Peters, zei hij, toen
hy zag, dat Mr. Dolgeth en de rentmeester
een veelbeteekenenden blik wisselden.
Je weet wat myn zwakke plek is ge
weest. Nu, ik ben daar heelemaal over
heen.
Er heerschte aan tafel een prettige,
feestelijke stemming aan de lunch.
Mevrouw Dixon, trotsch op de haar
ten deel gevallen onderscheiding van aan
tafel genoodigd te zijn, straalde van ge-
i luk en Dolgeth en Binns, tevreden met
de wending, die de dingen zoo onver
wacht genomen hadden, voelden zich
verplicht den weergekeerden heer des
huizes aangenaam bezig te houden. En
hoewel Endellion erop had aangedrongen
dat er niet over zakelijke aangelegenhe
den gesproken zou worden, ving hij on
willekeurig heel wat wetenswaardigs op,
waarmee hij zyn voordeel kon doen.
Wordt vervolgd.