Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ri
is
FHUILLE TON
WMLWLJr»
Gemeenteraad.
POOR ERVARING
EJ2TO
v-UMMER 62.
WOENSDAG 2 AUGUSTUS 1933.
56e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum ƒ1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
OUDHEUSDEN-ELSHOUT.
De Financiën. De Brandweer.
De raad der gemeente Oudheusden
c.a. kwam Vrijdagmorgen in open
bare vergadering bijeen ten raad-
huize,
Voorzitter burgemeester mr. R. v.
d. Heijden. v
Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden na voorlezing vastgesteld.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken
a. Proces verbaal van kasopne-
ming bij de gemeente-ontvanger.
In kas was f 966.28.
b. Besluiten van Ged. Staten waar
bij goedkeuring verleend wordt aan
de raadsbesluiten tot wijziging der
gemeente-begrooting en het besluit
waarbij aan den gemeente-ontvanger
toegestaan wordt effecten in onder
pand té geven.
c. Rekening en begrooting van de
Gezondheidscommissie te Heusden.
Hieruit blijkt dat deze gemeente
f 54.07 moet bijdragen.
2. Benoeming van een ambtenaar
van den Burgerlijken Stand en een
agent der arbeidsbemiddeling.
Voor beide functies dragen B. en
W. voor den heer J. de Wit, die met
algemeene stemmen gekozen wordt.
- 3. Voorstel van Burgemeester en
Wethouders tot wijziging van het
ambtenaren-reglement.
Dit voorstel wordt aangehouden
daar het advies van den Bond van
Gemeente-ambtenaren nog niet is
ingekomen.
4. Aanwijzing van afgevaardigden
om de gemeente te vertegenwoordi
gen op de door Ged. Staten te houden
van „De Echo van het Zuiden".
Uit het Engelsch van
Joseph Hocking
(Nadruk verboden).
30.
Maar je moet, je zult. Het spijt me
dat je boos bent, maar ik kan geen woord
herroepen van wat ik gezegd heb.
Ze gaf geen antwoord en ze nam het
zichzelf kwalijk dat ze niet boozer op
hem was.
Wat ik zei, was de waarheid, ging
hij voort. Ik heb er den heelen nacht over
liggen denken, maar het is niets en niets
dan de waarheid.
Je bezit een rijke fantasie, daar gaat
niets van af, viel ze bits uit.
Vind je? Misschien heb je gelijk
maar dat doet toch niets te kort aan het
feit dat ik hierheen gekomen ben om je
uitdrukkelijk te vertellen dat ik geen
woord van gisteravond terugneem.
Heel vriendelijk van je om je zoo
veel moeite te geven. Ik voor mij herin
ner me uit ons gesprek niets, dat de
moeite waard is om er verder ook maar
een gedachte aan te verspillen; het was
allemaal even idioot het had veel van
een vierderangs ouderwetsch melodra
ma, maar ik neem ook niets terug van
wat ik gezegd heb.
Toch zul je dat, verklaarde hij, luch
tig in het zadel wippend. Heusch, al
les zal gaan, zooals ik voorspeld heb.
Tot ziens.
Ze stond op het grasveld en keek hem
na, terwijl hij door de oprijlaan galop
peerde. Ja, ze kon niet ontkennen dat
haar vader volkomen gelijk had: hij was
ongetwijfeld de knapste jongeman uit
geheel den omtrek, maar toch was het
haar onmogelijk aan hem te denken als
openbare vergadering, waarin be
handeld zal worden het plan tot
opheffing der gemeente.
De voorzitter verzoekt hem per
soonlijk niet aan te wijzen als ge
machtigde, daar hij als burgemeester
van Drunen en Oudheusden, de be
langen van beide gemeenten even
zeer wil dienen. Het zou voor spr.
moeilijk zijn de standpunten van
beide gemeenteraden te verdedigen,
daar deze verschillend zijn.
B, en W. zijn van meening dat het
gewenscht is 3 afgevaardigden en wel
zoo dat zoowel de meerderheid als
de minderheid, die tegen opheffing
was, vertegenwoordigd is.
Bij de stemming verkrijgen weth.
J. Klijn 4 stemmen, weth W. Klijn,
1, F. Klijn 1 en J. Brok 2.
Bij herstemming wordt weth. J,
Klijn gekozen met 5 stemmen, tegen
2 op Brok.
Ais tweede afgevaardigde wordt
gekozen de heer J. Brok met 5 stem
men tegen 2 op P. de Baaij.
Tenslotie wordt benoemd de heer
H. van Lieshout met 4 stemmen,
tegen 2 op W. Klijn en 1 op Mook.
5. Yoorstel van B. en W. om
machtiging te verleenen tot vast
stelling van pensioengrondslagen van
gemeente-ambtenaren.
Deze machtiging wordt verleend.
6. Wijziging der gemeente-begroo
ting voor 1933.
Deze staat mede in verband met
de beëindiging der procedure met
Snelders, die door de gemeente ge
wonnen is.
De raad gaat ermede accoord.
7. Vaststelling der gemeente-reke
ning over 1932.
De heer de Baaij zegt namens de
Commissie van Onderzoek dat deze
geen aanmerkingen op de rekening
te maken heeft.
De totale uitgave over 1932 be
dragen f 26746.75 of f 1586.05 meer
dan de ontvangsten [25160.70). Neemt
men in aanmerking dat in 1933 nog
een bedrag van ongeveer f 900 be
taald is voor het afgeloopen dienst
jaar, dan levert 1932 een nadeelig
saldo op van f 2400.
De Voorzitter wijst er naar aan
leiding van deze cijfers op dat het
hard noodig is dat de gemeente
wordt opgeheven.
De kapitaaldienst sluit in uitgaven
op f 2567.55 en in ontvangsten op
f 2415.18, dus met een nadeelig slot
van f 152.37.
De rekening wordt vastgesteld.
Rondvraag.
De heer van Lieshout klaagt over
de brandweer. Bij den laatsten brand
in Oudheusden is hem gebleken dat
noch materiaal, noch leiding vol
doende waren.
De secretaris zegt dat er in Oud
heusden 5 blusch-apparaten van de
gemeente geplaatst zijn.
De Voorzitter merkt op dat de
gemeente indertijd met Heusden een
overeenkomst gesloten heeft, zoodat
de Heusdensche brandweer in Oud
heusden hulp zou komen verleenen
aan haar ouden kameraad Bob Duiver-
ton. Hoe kwam dal en waarom maakte
hij haar zoo boos?
Ze ontmoetten elkaar nadien herhaal
delijk, maar Endellion maakte geen en
kele toespeling op hun onderhoud van
dien avond en ook vermeed hij zorgvul
dig den naam van Arthur Dulverton te
noemen.
Enkele weken later herhaalde Arthur
zijn aanzoek.
Het compagnonscontract tusschen
vader en mij is nu heelemaal in orde,
vertelde hij. Daar ben je zeker wel blij
om, hé Mirry? Ik ben er financieel nu
goed aan toe en bovendien ben ik er in
geslaagd een groote zaak te krijgen, die
wel een hoop werk kost, maar ook een
hoop geld in het laadje brengt.
Wat ben je van plan met al dat geld
te doen? lachte ze.
Dat weet je heel goed, Mirry. Ik zou
graag een aardig klein huis, dat toeval
lig juist vrij is, koopen en het inrichten
naar jouw smaak. En dan zou ik het na
tuurlijk aan jou geven.
Ik houd niet zoo erg van kleine hui
zen, wendde Mirry vaag af.
Het grootere huis zal ook wel ko
men! O Mirry, ik zou zoo'n geweldige
prikkel hebben om te werken, als je
als je me alleen zou willen beloven
maar je weet immers hoe het met mij ge
steld is. Kun je me geen belofte geven?
Het meisje schudde het hoofd.
Ik kan je op 't oogenblik nog niets
beloven.
Maar wanneer dan, Mirry? Geef me
dan in elk geval een beetje hoop alles
wat ik van de toekomst verwacht, ligt
in jouw hand. En hoop doet leven, zegt
het spreekwoord. Beloof me tenminste
dat je me op je verjaardag je antwoord
zult geven.
En Miriam, zich nauwelijks bewust
van wat ze zei, stemde toe hem op dien
dag haar besluit te zullen meedeelen.
Gedurende de halve maand, die aan
haar verjaardag voorafging, zag Miriam
Endellion geen enkele maal; het leek
haast of hij het er op toelegde Arthur
zooveel mogelijk gelegenheid te geven
het meisje voor zich te winnen. Miriam
voelde zich in zeker opzicht teleurge
steld; zijn aanwezigheid mocht haar dan
ergeren, toch zag ze met iets van verlan
gen naar het weerzien uit. Maar hy
kwam niet naar Donnithorne Hal en
was het toeval of opzet een ontmoe
ting bleef ook achterwege,
j Haar verjaardag kwam met vroolijke
zonneschijn en een stralenden zomerhe
mel.
Kijk eens, wat de postbode voor je
gebracht heeft, lachte haar vader, nadat
hij haar aan het ontbijt met een hartelij-
ken verjaringskus begroet had. De arme
kerel wankelde haast onder den last.
Gretig wendde zij zich naar den stapel
brieven en pakketten op een zijtafel en
monsterde in spanning het handschrift
van de adressen en de namen van de af
zenders.
Wat is er van Bob bij, Mirry?
Niets.
Niets? Zelfs geen briefje?
Neen.
Dan zal hij straks wel zelf komen.
Hij weet dat je jarig bent; hij had het er
een poosje geleden nog over.
Ze opende een klein mandje en zag
een leuken kleinen Pekingees.
Wat een schat! riep het meisje ver
rukt. Van wie zou ik die hebben?
Naast het hondje lag een kaart met de
woorden:
„Voor Miriam met veel liefs van
Arthur en den innigen wensch dat
deze verjaardag de gelukkigste mag
worden, dien zij tot nu toe beleefd
heeft."
Daarop vielen haar oogcn op een post
scriptum: Kan tot mijn spijt niet vroeg
weg, maar ben omstreeks elf uur bij je.
Er moet iets van Bob "bij zijn, ver-
klaarde de landheer met een plagende
twinkeling in de oogen en opzettelijk
geen notitie nemend van Arthur's ge
schenk.
Neen, er is werkelijk niets van hem
en dat zij bij de blussching de lei
ding zou nemen. De brand waarop de
heer v. Lieshout doelt betrof een
alleenstaande schuur, die binnen den
kortst mogelijken tijd finaal was af
gebrand. Spr. weet wel dat de brand
weer niet tiptop is doch men moet
roeien met de riemen die men heeft.
Wel zegt spr. toe te zullen overwe
gen in Oudheusden iemand aan te
stellen die in geval van brand de
leiding neemt en de Heusdensche
spuit alarmeert.
De heer van Mook vraagt of de
brandspuit der gemeente nog wel
voldoende water geeft.
De Voorzitter zegt dat de spuit bij
de laatste proefneming in orde was.
Of zij tegen een ilinken brand is
opgewassen moet nog bewezen wor
den. De eenige mogelijkheden om het
brandwtjervraagstuk afdoende op te
lossen vindt spr, een motorspuit met
een groot aantal artesische putten
of een waterleiding.
De heer Brok meent dat de spuit
bij de laatste ptoef nog voldoende
water gaf.
De heer Vugts zegt dat nog ver
schillende menschen, die aan de
blussching van den brand te Oud
heusden hebben medegewerkt, geen
uitbetaling hebben gekregen.
De Voorzitter merkt op dat alleen
diegenen die bij de brandweer zijn
of die uitdrukkelijk opdracht hebben
gekregen om mee te werken uitbe
taling krijgen.
De heer v. Mook vindt een derge
lijke regeling niet in den haak.
De Voorzitter wijst er echter op
dat die beperking gemaakt moet
wordenvoor een schoorsteen
brandje kreeg spr. een lijst van
«helpers» waarvan de raad verschrok
ken zou zijn. Spr. wijst er op hoe
het hulp verleenen dikwijls wordt
opgevatmen draagt enkele emmers
water en zegt dan zooveel uren te
hebben gewerkt.
bij. Maar vindt u mijn hondje geen snoes?
Wat heb je er aan? mopperde haar
vader. Ik vind het een raar cadeau.
Om tien uur ging Miriam het park in.
Ofschoon ze het zichzelf niet wilde be
kennen, was ze teleurgesteld, boos bijna,
dat Endellion haar niets had gestuurd.
Ze wandelde een tijdlang rond, koos haar
weg zoo, dat ze telkens bij de oprijlaan
uitkwam, maar wie verscheen, Endellion
niet. Tegen elven had Arthur zijn bezoek
aangekondigd en dan Maar zelfs nu
durfde ze nog niet aan haar antwoord
denken.
Zoo doelloos ronddQlend, kwam ze bij
den vijver, een fraaie, uitgestrekte wa
terpartij, aan een zijde begrensd door
hoog opgaand hout en dicht struikgewas,
maar verder omzoomd door zacht glooi
ende grasvelden, met het geboomte van
het park op den achtergrond. Het vrij
diepe water bevond zich op betrekkelijk
korten afstand van het huis, maar het
uitzicht er op werd door de boomen be
lemmerd.
Handelend in een opwelling, nam Mi
riam haar nieuwen spaniel onder den
arm, stapte in de boot, die aan den oever
gemeerd lag, maakte die los en roeide
naar het midden van den vijver. Arthur
zou nu direct komen en terwijl de boot
bijna onbeweeglijk op het kalme water
lag, trachtte het meisje het probleem op
te lossen, dat haar dagenlang vervolgd
had.
Zij schrok op uit haar overpeinzingen
door een plons vlak bij haar, gevolgd
door een meelijwekkenden angstkreet.
Het hondje, dat ze dien ochtend van
Arthur gekregen had, was in het water
gevallen en worstelde vergeefs om haar
te bereiken. De boot waarin zij zich be
vond, was een lichte notedop, nauwe
lijks breeder dan een kano en in haar
haast om het arme beest te hulp te ko
men, leunde ze te ver over een kant. Een
seconde later lag zij ook, tot haar name-
loozen schrik in den vijver. Goed zwem
men behoorde niet tot Miriam Donnit-
horne's vele kundigheden en hoewel ze
De vergadering wordt hierna ge
sloten.
NIEUWKUIJK.
De raad der gemeente Nieuwkuijk
kwam Vrijdagavond te 7 uur in
openbare vergadering bijeen.
Voorzitter de E. A. heer van der
Ven, waarnemend burgemeester.
Afwezig de heeren Wilgers en van
Engelen.
Enkele ingekomen stukken betref
fende goedkeuring van diverse raads
besluiten worden voor kennisgeving
aangenomen.
Aanbieding gemeenterekening 1932.
Deze wordt voor den gewonen
dienst vastgesteld aan ontvangsten
op f2691.27 aan uitgaven f2439.09
batig saldo van f2152.18.
Voor den Kapitaaldienst aan ont
vangsten op 1 3392.62. Aan uitgaven
f3090.— saldo f302.62.
Voorstel van B. en W. tot goed
keuring der rekening 1932 en begroo
ting 1934 van de Gezondheidscommis
sie te Heusden, wordt aangenomen.
Voorstel van B. en W. tot intrek
king besluit, tot niet aansluiting aan
de door de gemeente 's Bosch door
deze gemeente geprojecteerde Water
leiding.
De heer van den Besselaar vreest
dat de gemeente zich door dit be
sluit zal binden.
De Voorzitter zegt dat men hier
door niet in het minst een verplich
ting op zich neemt.
De heer van den Besselaar heeft
gehoord dat, wanneer men niet aan
sluit, het water wordt afgekeurd.
De Voorzitter zegt, dat dit hier het
geval wel niet zal zijn. Als er ge
meenten zijn waar een verordening
wordt vastgesteld om verplichte aan
sluiting is het wat anders. Dit is
hier echter niet 't geval en niet de
bedoeling. Wel geldt dit voor nieuw
te bouwen panden. Als de kosten
bekend zijn, kan men altijd nog
doen wat men wil.
luchtig gekleed was, had ze het gevoel
dat ze naar de diepte werd getrokken.
Ze was niet ver van het park, mis
schien een tweehonderd meter, maar ze
wist dat ze dien afstand niet zou kunnen
zwemmen en radeloosheid greep haar
aan.
Help! Help! riep ze, maar er scheen
geen hulp nabij. Ze slaagde er in een
kant van de boot te grypen en het gevaar
om te verdrinken was dus voorloopig
bezworen, maar haar positie was toch
allesbehalve benijdenswaardig.
Mirry!
Het was Arthur's stem en dankbare
vreugde welde in haar op.
Ja, Arthur, hier ben ik. Kom je me
helpen?
Ben je in gevaar, Mirry? Hoe kom
je in 's hemelsnaam in het water te val
len? Kun je het nog een paar minuten
volhouden?
Jawel, maar maak asjeblief voort!
Even later hoorde ze het geluid van
verwarde, opgewonden stemmen.
Is het daar diep? Het was Arthur
die sprak.
En of, meneer! O, o, wat zal de jon
ker wel zeggen.
Kan geen van jullie zwemmen?
Neen, meneer Arthur, geen van al
len.
En is er geen andere boot?
Neen, meneer Arthur.
Haast je toch, Arthur! riep Mirry.
Maar Arthur had totaal het hoofd ver
loren. Schreeuwend en vloekend deelde
hij allerlei onmogelijke orders uit.
Is er nu waarempel niemand bij de
hand die zwemmen kan? hoorde Miriam
hem ten slotte jammeren.
De jonker kan zwemmen, maar die
is naar Dolgoth en komt pas om twee uur
terug.
Maar jullie zien toch wel dat Miss
Miriam verdrinkt, als er geen hulp komt
opdagen!
Maar ik dacht altijd dat u kon
zwemmen, merkte een van de bedienden
op. Ik heb u zelf wel eens hooren zeggen
dat u het kon.
De Echo van het Zuiden,
Waalwyksche en Langstraatsehe Courant,
MMTSCHAPpyVAH VERZEKERING OP HET LEVEN
mi