Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
iKeni
FEUILLETON
Gemeenteraad.
DOOR, URV\RING
ëaiBUUfó
GEERTRUIDENBERG.
De raad der gemeente Geertrui-
den berg vergaderde Vrijdagmiddag
ten raadhuize, onder voorzitterschap
van burgemeester Bianchi.
Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
worden onveranderd vastgesteld.
Aan de orde
1. Mededeeling proces-ver baal van
kasopname over hel 2ekwartaal 1933.
De boeken en bescheiden van
den gemeente-ontvanger en van den
administrateur der bedrijven zijn
in orde bevonden.
2. Aanbieding gemeenterekeningen
bedrijfsrekeningen dienst 1932.
Deze worden ter inzage gelegd.
3. Benoeming van een Commissie
tot onderzoek der rekening dienst
1932 en tevens voor onderzoek der
begrooting dienst 193.1.
In deze commissie worden be
noemd de heeren Sassen, Timmer
mans en Jansen.
4. Aanvraag bouwterrein door P.
Lodewikus.
Lodewikus vraagt te koop het
terrein aan het einde der Koestraat
ter breedte van 15.30 M., waar hij
een dubbel woonhuis wil bouwen.
De diepte van dit terrein is 23 M.
B, en W. stellen voor dit terrein
te verkoopen onder gewone voor
waarden en daarbij tevens te be
palen dat de woningen voortuintjes
moeten hebben.
Voorts vraagt L. optie voor het
terrein in de Koestraat op den hoek
der nieuwe zijstraat.
B. en W. zijn van meening dat
het ongewenscht is optie te ver-
leenen, wel zouden zij bereid zijn
ook dit terrein aan L. te verkoopen.
De raad gaat met de voorstellen
van B. en W. accoord.
Bouwverordening
5. Vaststelling Bouwverordening.
De heer Jansen drukt er zijn
spijt over uit dat de raad de ver
ordening niet heeft kunnen inzien
en er dus niet mee op de hoogte
is. Spr. zal daarom buiten stemming
blijven.
De Voorzitter antwoordt dat het
voor B. en W. zeer moeilijk was
de verordening ter inzage te geven,
daar deze pas kort geleden is terug
ontvangen.
De heet* Timmermans heeft be
zwaren tegen de samenstelling der
commissie, die deze verordening
heeft ontworpen. Daarin hadden 4
burgemeesters zilting, doch spr. had
het beter gevonden dat er meer dan j
een architect in had gezeten en
slechts een burgemeester. Thans is I
de verordening samengesteld naar
het deskundig inzicht van slechts
een persoon.
De Voorzitter merkt op dat ook
de inspecteur der volksgezondheid,
die in de commissie zitting heeft,
deskundig is. Spr. wijst op de wen-
schelijkheid dat burgemeesters van 1
verschillende soorten gemeenten zit
ting hadden.
De heer Timmermans wil welen
welke burgemeesters zitting hadden
in de commissie. Waren dit alleen j
hoofden van groote gemeenten dan
heelt men geen rekening gehouden
met de werkelijkheid in kleinere j
gemeenten.
De Voorzitter kent de leden der
commissie niet bij name,
De Voorzitter bespreekt daarna i
eenige bepalingen waarop wijzigingen
zijn voorgesteld. Spr. acht het wen-
schelijk de verordening thans vast
te stellen en daarna nog de veror
dening ter inzage te geven. Zijn er
dan leden die ernstige bezwaren
hebben dan kan volgende week nog
een speciale vergadering worden
bijeen geroepen.
De heer Timmermans heeft bezwaar
tegen het feit dat zekere dakbedek
kingen worden voorgeschreven, zon
der dat daarvan afwijkingen mogelijk
zijn. Op zijn verzoek wordt aan art.
62 2de lid toegevoegd dat B. en W.
op de bedoelde bepaling uitzondering
kunnen maken.
De raad gaat accoord met hel
voorstel van den voorzitter.
6. Wijziging begrooting Sted. Gods
huizen dienst 1932.
Wordt goedgekeurd.
7. Nieuwe verordening op de af
kondiging van verordeningen.
De Voorzitter wijst op het feit dat
SSSs^-.
de bestaande wijze van afkondiging
geheel verouderd is. Volgens de
geldende bepalingen zouden n.l. de
nieuwe verordeningen van 10—11
uur aan de pui van het raadhuis
moeten worden afgekondigd. De
nieuwe verordening bepaald dat de
afkondiging geschiedt door aan
plakking en ter inzage legging.
De raad stelt de verordening vast.
8. Ingekomen stukken.
Van Ged. Staten enkele goed
keuringen van raadsbesluiten.
Van de Geert ruiden bergsche Zwem-
vereeniging opgave van den finan-
cieelen toestand in 1932. Er is
ontvangen f643.en uitgegeven
f581.— Er resteert een saldo van
f60.— het voordeelig saldo over
genoemd jaar bedraagt f 12.—
Van het gemeentebestuur van
Maastree verzoek tot het deelnemen
aan een gezamenlijke procedure, te
voeren wegens vorderingen krachtens
de L.O.-wel wegens bezoek van
lagere scholen door schippers
kinderen uit andere gemeenten.
De Voorzitter licht deze kwestie
toe. Wanneer kinderen van schippers
uit andere gemeenten hier de
school bezoeken moet de gemeente
waar de onders domicili hebben
een bijdrage in de kosten geven.
Verschillende gemeenten weigeren
echter deze kosten te betalen op
grond van het feit dat de schippers
niet hun werkelijke woonplaats in
deze gemeente hebben.
B. en W. hebben om een opgave
van de kosten der procedure ge
waagd. In afwachting daarvan wordt
het verzoek aang houden.
Van A. Zandbergen verzoek om
reductie der pachtso n van zijn
perceel rietgewas langs de Spoor-
haven.
De Voorzitter zegt dat rietgewas
en hakhout voor 20 jaar verpacht
zijn, voor de som van f90.per
jaar. B. en W. vinden een matige
reductie wel gewenscht, gezien den
slechten toestand der rietcultuur
zij stellen voor de pacht op f60.—
te brengen.
Destructor.
Van den N.C.B. verzoek tot wijzi
ging van het contract inzake de
oprichting van een destructor.
Van de gemeente wordt een jaar-
lij ksche bijdrage gevraagd van f60.-,
daar hel bedrijf de eerste jaren niet
kan rendeeren.
B. en W. stellen voor het verzoek
nog aan te houden en adressant te
berichten dat de bijdrage gegeven
zal worden op voorwaarde dat,
zoodra de tijdsomstandigheden zijn
gewijzigd en het bedrijf winst gaat
i afwerpen, de bedragen aan de'ge
meente zullen worden terugbetaald.
De heer Timmermans vindt de
houding van den N.C.B. niet juist.
Z.i. had deze eerst de destructor
moeten bouwen en pas daarna een
beroep moeten doen op de mede
werking der gemeenten, wanneer
inderdaad gebleken was dat er ver
liezen zouden zijn geleden. Nu echier
wordt het contract door den N.C.B.
eenzijdig verbroken. De N.C.B. heeft
in deze te doen wat hij zedelijk
verplicht is. Spr. vraagt zich af of
het in deze omstandigheden niet
gewenscht is dat ook het tarief wordt
gevraagd van de Ned. Termogenische
fabrieken die in het Noorden reeds
deslructoren hebben opgericht.
De Voorzitter zegt dat de N.T. F.
toch niet tot plaatsing van een des
tructor zouden overgaan, daar er
slechts plaats is voor één. Bovendien
moeten de gemeenten in de Noorde
lijke provincies ook bijdragen geven.
De heer Jansen vraagt wat er
gebeuren zou als de gemeente het
contract niet goedkeurde.
NUMMER 66.
WOENSDAG 16 AUGUSTUS 1933.
56e JAARGANG.
Waalwykscbe cn Laiiptraatsthe Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz.
franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25.
Franco p. post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN
Telefoon No. 88.
Telegr.-adres: ECHO.
Prijs der Advertentiën
20 cent per regel; minimum 1.50.
Bij contract flink rabat.
Reclames 40 cent per regel.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
DIT NUMMER BESTAAT UIT
TWEE BLADEN.
EERSTE BLAD.
van „De Echo van het Zuiden".
Uil hel Engelsch van
Joseph Hocking
(Nadruk verboden).
34.
Begin ik er le gauw weer over?,
vroeg hij, toen haar antwoord nog steeds
uitbleef. Wantrouw je me nog, heb je
nog een afkeer van me? Dat zou verkeerd
van je zijn, Miriam; je moet van mij hou<
den jouw liefde beteekent het leven
voor me. Wanneer je niet van my kunt
houden, zou deze stralende dag grauw en
somber voor my zijn. Toe, zeg het me.
Maar het vurig-verlangde antwoord
bleef uit. Zelfs nu kende zy de diepte van
haar ziel niet ten volle en Endellion's
woorden klonken haar onwezenlijk in
de ooren. Een ondefinieerbaar angstge
voel overheerschte alle andere overwe
gingen, een inwendige stem scheen haar
tegen hein te waarschuwen. Maar van
boosheid was geen sprake meer.
Ik--., ik kan niet, Bob, kwam het
eindelijk over haar lippen.
Wat kun je niet? Miriam, ik houd
van je wil je niet mijn vrouw worden?
Neen.
Waarom niet?
- Bob, er staat iets tusschen ons
iets, dat het mij belet. Ik kan niet of
eigenlijk, ik durf niet.
Je durft niet? Waarom niet, in 's he
mels naam? Ik zweer je, dat ik mijn leven
ervoor geven wil om je gelukkig te ma-
ken, dat er nooit, nooit een eind aan
myn liefde zal komen. Alles wat ik ben,
alles wat ik heb, is voor jou.
Het meisje hief het gezicht naar hem
op, terwyl hij sprak. Ze zag den myste-
rieuzen gloed van onbedriegelijke liefde
in zijn oogen en op dat moment kwam
het klare besef dat ze van hem hield zoo
als hy van haar. Maar ook nu kon ze hem
nog niet zeggen, wat hij zoo graag wilde
hooren.
Bob, hernam ze, misleid je me
heusch niet? Is er niets aan dat niet
heelemaal is zooals het zyn moet, ieb
dat je diep in je binnenste verbergt, dat
je voor niemand ter wereld zoudt wil
len welen?
En als ik kan bewijzen, dat dit niet
het geval is?, stiet hij opgewonden uit.
Een wilde, den adem-benemende schrik
had hem aangegrepen; hij begreep wat
twijfel bij Miriam had opgewekt, waarom
zij een slagboom tusschen hen voelde. En
I hy wist ook, dat als zij de waarheid ken
de, zij hem uit den grond van haar hart
zou verachten, dat ze met zoo'n leuge
naar en bedrieger nooit meer iets te ma
ken zou willen hebben. Maar die waar
heid zou haar voor altoos verborgen blij
ven, besliste hy snel. Dat was zijn onwan
kelbaar besluit. Hij zou vechten tegen
haar twijfelingen, haar vrees, haar voor
gevoelens en ze overwinnen, verpletteren.
Waarom moesten de jammer en de
schande van het verleden tusschen hem
en het geluk staan? Hij had niemand te
kort gedaan, hij had bezit genomen van
hetgeen hem door den rechtmatigen eige
naar hem uit vrijen wil geschonken was.
Je hebt me meer dan eens beschul
digd een masker te dragen, sprak hy
verder, toen hij haar onzekerheid zag,
en ik kan tenslotte het tegendeel niet be
wijzen. Ik kan je alleen mijn woord
geven.
En zul je me je woord geven je
plechtig woord van eer?
En als ik dat doe, Mirry?
Dan o, Bob als je dat doet
dan dan moet ik toegeven.
Miriam! Meen je het? Meen je het
heusch?
Of ik het meen? Kun je dat nog vra
gen? Maar zeg me wat ik vraag toe,
zeg het me; ik ben boos op mezelf, ik
schaam me voor mezelf! Ik heb tegen
mijn gevoelens gevochten van den eer
sten avond na je thuiskomst af, en o,
Bob, zeg het me alsjeblieft.
Er was een ontroerde, smeekende
klank in haar stem, alsof ze hem vroeg
haar het geluk te geven, dat hy nog te
rughield. En hij vertelde zijn groote leu
gen, rustig, vol zelfvertrouwen, zonder
weifeling.
Ik draag geen masker, Mirry; ik
houd niets achter en ik houd van je
ik kan niet zeggen hoeveel ik van je
houd.
Ze sloeg de oogen naar hem op en
keek verlangend in de zijnen. Hun blik
was ernstig en oprecht en in zijn stem
trilde de klank der waarheid.
Zeg me nu, Miriam, dat je mijn
vrouw wilt worden?
1 Als je me hebben wilt, Bob.
En haar antwoord brak in een snik
van vreugde.
HOOFDSTUK XXI.
Werf Endellion de oogen opende.
Het werd de gelukkigste avond, die
Ralph Endellion ooit beleefd had. Aan
tafel heerschte een feestelijke stemming;
de jonker had geen woorden genoeg om
uiting te geven aan zijn blydschap over
het heugelijke nieuws en ook Mr. Bor-
j lase, die na het eten Miriam met haar
verjaardag kwam feliciteeren en aan
stonds deelgenoot werd gemaakt van het
j familiegeheim, toonde zich oprecht ver
heugd; zijn aanvankelijke antipathie te
gen den gewaanden erfgenaam van Dul-
verton Hall, was in de verloopen weken,
naarmate hij hem beter had leeren ken
nen, had gaandeweg voor vriendelijker
gevoelens plaats gemaakt. Ar spoedig
gingen de heer des huizes en de predi
kant naar de biljartkamer; Endellion en
Miriam bleven alleen in den salon en de
tijd vloog op gouden vleugels voorbij. In
hun jong geluk dachten ze aan niets dan
prettige dingen het leven leek hun
louter zonneschijn en toen zy ten slotte
afscheid namen, geschiedde dit met de
vaste belofte elkaar den volgenden dag
weer te zien.
Ondanks de emoties van den dag
sliep Endellion zoodra hij zijn kussen
voelde en toen hy weer wakker werd,
stroomde het zonlicht zyn slaapkamer
reeds binnen.
Hij had zich voorgenomen direct na
het ontbijt naar Donnithorne Hall te rij
den, maar toen hij beneden kwam, vond
hy een briefje van den rentmeester, die
hem verzocht voor een dringende kwes-
1 tie met hem mee te gaan naar een afge-
legen hoeve. Hij stuurde een boodschap
naar Miriam, liet haar ook de reden van
zijn verhindering weten en beloofde om
streeks lunchtijd bij haar te zijn. Maar
de zaak met den pachter eischte zooveel
lijd, dat hij pas tegen het diner kwam
opdagen.
Nooit had hij kunnen vermoeden dat
Miriam zoo uitbundig zou zyn in de blij
ken van haar liefde.
ik ben zoo blij dat je er bent, en
dat alles goed is, herhaalde ze telkens
weer.
Was je dan bang dat me iets over
komen zou zijn?, vroeg Ralph.
Ik was bang, dat myn geluk te groot
is om duurzaam te zijn, antwoordde ze.
Het is alles zoo wonderlijk, Bob. Ik heb
een gevoel alsof ik op Wolken loop. Ik
kon vannactu niet in slaap komen; uren
en uren heb ik wakker gelegen. Het ge
luk en de vreugde overstelpten me ge
woonweg. Maar alles zal toch goed gaan,
hé Bob?
Natuurlijk, dwaas meisje! Ik vind
het niets voor jou, zulke sombere voorge
voelens.
Dat is het ook niet, maar alles was
zoo raar, zoo onwezenlijk. Toen je van-
morgen niet kwam, leek het of je nooit
J zou komen. Niets scheen werkelijkheid;
zelfs jij niet, Bob.
Maar nu ben ik toch wel werkelijk
heid, niet?, lachte hij, terwijl hij haar 'n
hartelijken kus gaf.
O ja, nu jij er bent is alles zooals het
wezen moet. Nu ben ik nergens bang
voor.
En den heelen avond viel er verder
geen schaduw over haar geluksstemming.
Bob was even opgewekt als zij en de
jonker, in zijn joviaalste en luidruchtig
ste humeur, deelde evenals gisteren, van
harte in hun blijdschap.
Bob, zei Miriam, kort voor hij naar
huis ging, vannacht zal ik over niéts tob
ben.
Prachtig, mijn koningin! Weet je
het zeker?
Absoluut zeker. Er is geen wolkje
dat mijn geluk verduisteren kan. En na
een korte pauze vervolgde zeWeet je
wat me zoo'n kolossale geruststelling
geeft? Andere mannen lijken nietig en
onaanzienlijk naast jou. En wat ik bedoel
is geen lichamelijke kracht, neen, het is
iets veel diepers het is, hoe zal ik het
noemen, je geestelijke meerderheid. Ja,
dat is het goede woord. Opnieuw was er
een stilte, waarin ze nadenkend, half-be-
sluiteloos naaf den grond tuurde. Toen*
Zeg, Bob, er is toch niemand voor wien
je bang bent?
Bang? Ik? Weineen!
Daar ben ik verschrikkelijk blij om.
Waarom vraag je dat eigenlijk?
Och, het zal wel niets te betcekc-
nen hebben! Maar zie je haar woor
den kwamen aarzelend. Arthur sprak gis
teren over. je. Hij hij was fltyd ja-
loersch op je, Bob.
Dal hoef je me warempel niet te
vertellen! Maar wat had hij over me to
beweren?
-O, hij vertelde dat hy naar een be
vriend advocatenkantoor in Australië ge
telegrafeerd had om inlichtingen over je
te verzamelen cn een telegram had ge
kregen, dat er iets niet in den haak was
met je. De bijzonderheden zouden ze hem
per brief meedeelen. Ben je niet bang
voor wat ze misschien van je vertellen,
Bob?
Neen, klonk het luchtig en op vol
komen natuurlijken toon.
Al zouden ze een heel leger van de
tectives achter me aan sturen!
Ik ben zoo blij, zoo verschrikkelijk
blij, verklaarde ze nog eens met een te
vreden zucht, want ik vertrouw je zoo
absoluut. Tot gisteren had ik een idee
dat er iets niet in orde was, enfin, dat
weet je, maar dat gevoel ben ik heele
maal kwijt. Wat ze ook van je mochten
vertellen, ik zou er nu geen woord meer
van gelooven.
Endellion kreeg een gewaarwording
alsof een ijskoiide hand zich op zijn hart
legde.
Veronderstel, antwoordde hij, en er
was iets hards in zijn stem, veronderstel
dat je van den een of ander zoudt hooren
dat ik een ernstige misdaad op mijn ge
weten had? Veronderstel dat er sterke
aanwijzingen bestonden dat ik een dief,
een bedrieger, een leugenachtige geluk
zoeker was.
Wordt vervolgd.