Bi Gemeenteraad. MOPSJE ALS MENSCHEN- REDDER. «Zullen we vandaag eens een Hinke wandelinggaan maken vroeg de zuster van Marie, de keukenmeid. «Dan kunnen we ons brood mee nemen.» Omdat de familie uit logeeren was, mocht Anna zoolang bij haar zuster logeeren en Mopsje, de'hond, vond het fijn. Want Anna en Marie ver wenden hem om het hardst. Marie vond het een uitstekend idee en Mospje, die het plan gehoord had, eveneens. En vooral toen hij zag, wat Anna allemaal inpakte om mee te nemen. «Ik weet ergens- een mooie hooge boom daar kunnen wij onder zit ten, dan hebben we tenminste scha duw. En het is niet ver loopen in deze hitte.» «Gelukkig», zei Marie, En Mopsje vond het ook. Het was een verschrikkelijk heete dag, er was geen windje te bekennen en de zon had den geheelcn dag onophoudelijk gebrand. Ergens buiten thee te drinken en brood te eten, was het beste. «Ik vind die hitte niets prettig», dacht Mopsje; zijn tong hing uit zijn bek en heimelijk hoopte' hij, dat Anna gauw haar lasch zou open maken. Ze had een ilesch water in haar tasch Anna vergat Mopsje nooit. Ze had ook koekjes en allerlei ander lekkers bij zich. Mopsjes oogen glommen toen Anna haar tasch open maakte. Hij keek zoo ingespannen hoorde gammel boven hen «Onweer! Maar ik geloof, dat het nog ver weg is», zei Marie een beetje ongerust. J «Oh, ja Nog heel ver. Maar toch hadden we er op moeten rekenen, \\ant zoo iets kun je in de honds dagen verwachten Hij het hooren van het woord: hondsdagen, spitste'Mopsje zijn ooren. Dan moest hij dus zijn uiterste best doen, om te helpen. Hij likte al zijn water op en at een heeleboel koekjes; maar toen was hij nog zoo dorstig, dat hij blij was, toen de eerste regendruppel, heerlijk koel, op zijn neus viel. Hij sprong onder den boom vandaan en gind in den regen zitten. «Kom hier Mopsje», zei Marie streng Dus gehoorzaamde hij na tuurlijk. 1 ot nog toe had hij den boom prettig gevonden, omdat hij schaduw gegeven had. Marie vond den boom schijnbaar nog prettig. Ze zei tegen haar zuster, dat ze goed konden schuilen onder de dikke takken. Maar Mopsje had pl tseling geen trek meer in eten, hoewel Anna hem een heel schoteltje vol had ge geven. Want Mopsje luisterde naar wat de boom zei. «Laat ze weggaan. Gevaarfluis terde de boom. Mopsje stond op en trok aan Marie's rok. «Ga toch liggen, malle hond», zei Marie. «En eet liever je koekjes op.» Maar de boom fluisterde nog en Mopsje had geen trek meer in koek. Hij ging naar Marie's zuster en trok aan haar mantel. «Stil maar. Blijf nu stil liggen onder den boom. Dan blijf je droog. Wees een zoete hond «Laat ze weggaan ritselden de bladeren Mopsje wist niet, wat hij doen moest. Plotseling nam hij de tasch tus- schen zijn tanden en holde er mee in den regen. Marie en Anna spron gen beide tegelijkertijd op en riepen «Ondeugende hond Ze riepen Mopsje, dat hij terug moest komen en dat hij een tik ver diende. Hier, Mopsje hier!» Maar de hond kwam niet. De tasch was zwaarmaar hij hield ze stevig tusschen zijn tanden en holde er mee door den regen. De twee vrouwen holden echter achter hem aan. Zoodra ze onder den boom van daan waren begon Mopsje een beetje harder in de richting van huis te rennen. Hij dacht aan wat de boom hem gezegd had. Marie en Anna hadden hem bijna te pakken, toen ze plotseling achter zich een gewel dig gekraak hoorden. En oogenblikkelijk vergaten ze den regen, de tasch en zelfs Mopsje. Want ze zagen net hoe de bliksem den boom getroffen had en hoe hij gevallen was, juist op de plaats, waar Marie en Anna gezeten hadden. Plotseling begonnen ze allebei te huilen. Ze letten niet meer op den regen, ze omhelsden Mopsje; toen bolden ze naar huis, terwijl ze aldoor tegen elkaar praatten. «Als Mopsje er toch niet geweest was...» zei Marie. «Als ooit een hond een medaille verdient...» zei Anna. «Nu ja», dacht Mopsje, die achter ze aan kwam. «Ik deed alleen maar, wat de boom zei. En bovendien, het is een van de hondsdagen dus.... ik moest mijn best doen om dat te laten zien.» EDUABD W. VOOR DE KNAPPERDS. De wereldreiziger. De beroemde wereldreiziger bracht een bezoek aan de familie N. Alle familieleden luisterden ge spannen naar de avonturen, die hij op zijn laatsten tocht beleefd had. «Na een vrij langdurig oponthoud aan de kust, besloot ik het binnen land van Sumatra in te trekken. Daar trof ik een vriend, die mij over- haalde met hem op jacht te gaan in de oerwouden. We bereidden alles voor en de volgenden dag braken we vroeg op. De drijvers omringden een dal en voor ik nog recht tot bezinning was gekomen, stond ik tegenover een reusachligen leeuw. De inboorlingen vluchtten naar alle kanlen de leeuw stootte een verschrikkelijk gebrul uit en stond gereed om op mij af te sprin gen. Ik bewaarde mijn tegenwoordig heid van geest, doelde precies, en joeg den leeuw een kogel door zijn kop. Zieltogend lag de koning der dieren aan mijn voeten....» Onder ademlooze stilte had de familie N., geluisterd, toen hij op hield hing er nog een oogenblik zwijgen. Plotseling begon de 12-jarige zoon hard te lachen en riep«Niks van waar! Alles opschepperij!» Hevig geschrokken over deze bru taliteit, gaf zijn moeder hem een oorvijg en bood den wereldreiziger haar verontschuldigingen aan voor de onbeleefdheid van haar zoon. Maar hoe kwam de jongen er bij om dat te zeggen? i Weten jullie het misschien? De jongen had gelijk, het was een opschepper. Op Sumatra komen geen leeuwen voor, dus kon hij er geen geschoten hebben Deze drie cirkels zijn schijnbaar zoo verbonden, dat ze niet uit elkaar zijn te halen. Toch is het mogelijk het figuur in één lijn te trekken, zonder dat de lijnen elkaar snijden. Wie vindt het kunststuk Oplossing volgende week. ONZE SERIE SCHADUWBEELDEN. De poes. Heel veel kinderen vinden het leuk, om op een witten muur scha duwbeelden te maken. Maar vaak kunnen zij geen figuren bedenken. Daarom zullen we iedere week een of twee schaduwbeelden geven, dan kun je ze vast instudeeren, voor de «uitvoering». Hier volgt het eerste TE VEEL VERLANGD. «Fransje, heb je de goudvischjes al schoon water gegeven «Nee Oma: ze hebben het andere nog niet opgedronken.» de poes. ZOO ERG WAS HET! «Waarom hel) je een lapje om je vinger, Hansje?» «Ik heb me op mijn vingers ge slagen No. 71. Zaterdag 2 Sept. 1933. 56e Jrg. TWEEDE BLAD. DRUNEN. (Vervolg). 12. Aanmerkingen van Ged. Staten op het Raadsbesluit tot het aangaan van twee geldleeningen. B. en W. stellen voor het raadsbesluit te wijzigen overeenkomstig liet advies van Ged. Staten. De heer W. v. d. Wiel meent., dat de kosten voor de gemeente daardoor aan merkelijk hooger worden. De Voorzitter zegt, dat het verschil slechts 1520 bedraagt. De Raad gaat hiermede accoord. De overname der Vakschool. 13. Goedkeuring der overname dei Vakschool voor Schoenmakers door de gemeente, vaststelling der noodige veror deningen en benoeming van een Commis sie van Toezicht. De heer de Wijs zegt, dat de fabrikan ten jammer genoeg een heel groot be zwaar hebben tegen de overname der school, die de gemeente rond 3000. per jaar zal kosten. Spr. ziet niet in dat op de school jongens gekweekt worden, die iets voor de bedrijven waard zijn. Er wordt machinaal onderwijs verlangd en daarom is het geld dat voor deze school zal worden uitgegeven doelloos. Er zijn misschien enkele leerlingen uit Drunen en de rest komt van buiten, en daarvoor kan de gemeente het geld betalen. Het doel was oorspronkelijk naast het hand werk het machinale onderwijs te bren gen, maar dit plan is nog steeds niet doorgevoerd. Spr. vindt het daarom het beste de school maar heelemaal op te doeken. De heer v. Drunen berekent dat elke Drunensche leerling 750.— aan de ge meente kost, als er maar 3 of 4 op de .school zijn. En toch zou deze school moeten blijven voortbestaan, terwijl de school in den Wolfshoek om bezuini gingsredenen zou moeten worden opge heven. Spr. is voor opheffing der school. De heer A. v. d. Wiel herinnert eraan, dat de akschool vroeger is opgericht door de Middenstandsvereeniging. 23 jaren is er een druk gebruik van ge maakt en gemiddeld telde de school *30 leerlingen. Het verwondert spr. dat de heer de Wijs vertelt dat de industrie niels aan de jongens dezer school heeft, terwijl heel groote fabrikanten hun zoon s aan de school laten leeren. De jongens leeren er toch in elk geval alle onderdeden van den schoen. Bovendien meent spr., dat de gemeente er mede ge baat is, dat men uit andere gemeenten naar de Drunensche school komt. Op het pogen blik zijn volgens spr. 17 leerlingen uit Drunen ingeschreven. De heer Verhoeven is voor opheffing. Spr. gelooft dat de school niet onder goede leiding heeft gestaan, in 1932 is nog verzuimd subsidie aan te vragen Fr Zijn voor 4000.— machines aangekocht, die echter als oud-roest verkocht zijn Als zulke menschen in het bestuur za ten en nu weer bovenaan op den candi- datenlijst prijken, dan hebben B. en W. de zaak niet goed bekeken, zegt spr. Men leert op de school z.i. niets, het is er ,,'n onder-onsje en een Luilekkerlandje". Vesters: Het schijnt dat Verhoeven nog nooit een kijkje in de school heeft geno° men. De jongens die in de school deee?- •den zijn zullen op de fabriek niet tot de laatsten hooren. W. v. d. Wiel: Als arbeidersafgevaar digde ben ik een hartstochtelijk voor stander van de Vakschool, omdat het noodzakelijk is dat de jonge arbeiders in hun vak worden opgeleid. Als men geen vak kent, wat moet men dan in de maatschapjiij gaan doen? Op de Vak school te Waalwijk heeft men nog gele genheid het machinale werk te leeren, nadat men eerst hier den handwerkcur- sus heeft doorgemaakt. Diegenen die deze opleiding hadden zijn de tip-top schoen makers. De vakschool is noodzakelijk en het verwondert mij, dat de fabrikanten met het voorstel komen om de school op te heffen, temeer daar een der fabrikan ten er zijn eigen zoon het vak laat leeren. In Duitschland moeten alle jongens na het verlaten der Lagere school eerst 2 jaren vakonderwijs genieten. En waar komen de beste vaklui vandaan? Het kost geld aan de gemeente, maar wat wordt er voor het onderwijs der boeren niet gedaan? Als er iets aan het onderr wijs mankeert, is dat nog geen reden om de school op te heffen, maar alleen om ze te reorganiseeren. Voorzitter: Ik ben zeer verwonderd door de woorden van den heer de Wijs-. Hij is zelf degene die het erop heeft aan gestuurd om de school onder toezicht der gemeente te krijgen om ze dan te reorganiseeren. Hij heeft geen enkel be. zwaar aangevoerd toen werd voorgesteld de school over te nemen, maar nu het zoover is, komt hij plotseling met zijn voorstel tot opheffing. Als een school die altijd tot tevredenheid van .iedereen heeft gewerkt zonder eenige voorberei ding zou worden opgeheven, zou dat schandalig zijn. Als de school geen reden van bestaan had, zou er niets tegen de opheffing zijn, maar het is onverantwoor delijk zoo zonder meer dat voorstel te doen. Er zijn cijfers genoemd, waar ik het niet mee eens kan zijn. In 1931 heeft de school niet 3000.—, maar 2300.— ge kost. Bovendien blijft het Rijk dezelfde subsidie betalen als vroeger, en dat de provincie zich heeft teruggetrokken is van minder betcekenis, daar haar subsi die maar een garantie was. De subsidie aanvrage is niet te laat geschied, zooals de heer Verhoeven zegt. doch deze kon pas geschieden, nadat het tekort van '32 bekend was. Mocht de Raad voor ophef fing gevoelen, dan moet ik ertegen pro testeeren dat daartoe reeds in deze ver gadering zou worden besloten. De Wijs: Om welke reden zijn die 17 leerlingen ingeschreven? Omdat ze graag van school zijn en ze voor hun 14e jaar niet mogen werken. Maar de ouders loo- pen ons na om ze op de fabriek te krij gen zoodra ze 14 jaar zijn. De jongens die van de school komen, zijn lui en kunnen met werken. Het is schandalig dat we daar 3000.voor betalen. Vroeger ver kocht men de gemaakte schoenen ten minste nog aan een opkooper, maar nu gaan ze ze nog hier in Drunen verkoo- pen zoodat wij er nog schade van heb. hen. Het is absoluut onverantwoordelijk de school te laten bestaan, daar ze geen nut heeft. v. d. Viel heeft er geen ver stand van, hij kan een huid uitrekken, maar Inj kent geen schoen. De klacht gaat niet van mij alleen uit, maar van alle fa brikanten in Drunen. Wij kunnen niets met de jongens doen en de gemeente geeft haar 2300.eenvoudig om de jongens van buiten het handwerk te lee ren. De boeren kunnen op mijn verant woording gerust voor opheffing stem men, dan steunen zij een goede zaak. oorzitter: Waarom heeft U dat alles met vroeger gezegd? Dat is U toch niet ,n patste weken duidelijk geworden? De Wijs: De laatste weken zijn mijn bezwaren veel duidelijker geworden Voorzitter. Dat pleit er toch hoogstens n°\v--n 1°, ]°o1 te reorganiseeren. De us: Ik heb niets aan dat handwerk. Ik heb het willen zeggen voordat het te laat is. A. v. d. Wiel: Ik weet wel dat de Wys zelf bij de ouders van een der leerlingen geweest is om deze in zyn fabriek te krijgen. We kunnen aannemen dat er op de school niet hard gewerkt wordt, er moet op de eerste plaats iets geleerd wor den. Pas in het bedrijf leert men vlug Werken. In Dongen is eenzelfde school en daar hebben de fabrikanten onder ling een contract geteekend dat zij geen jongens van de school zullen halen zoo lang ze niet afgeleerd zijn. Ik kan U de verzekering geven dat het werk dat er gemaakt wordt, uitstekend is. Wat men echter mist, dat is de belangstelling van de patroons: in geen jaren is er een pa troon op school geweest, ofschoon ze er ten allen tijde gerust een kijkje kunnen nemen. De Wijs: Wij zijn niet bij onder-onsjes. Verhoeven: Tk zou eerst een accoun tant wel eens een rekening willen laten overleggen van de baten en schulden der school, want de zaak is niet in orde, dat weten B. en W. ook wel. Het is onverant woordelijk als we de school zoo over nemen. Weth. Muskens: Ik heb dezer dagen 'n verzoek gehad van andere fabrikanten, dat van dezelfde strekking was als dat van de Wijs. Daarom is het misschien wenschelijk de zaak aan te houden en te onderzoeken. V. v. d. Wiel: Dat de kinderen als ze 14 jaar zijn van school gehaald worden, is omdat de menschen ze noodig hebben om wat te verdienen, maar niet omdat het onderwijs niet goed is. Ik mag zeg gen dat ik ook wel eenig verstand heb van schoenen, en ik verklaar, dat er goed werk gemaakt wordt. Trouwens, al wat de Wijs zegt, pleit niet voor opheffing der school, maar voor reorganisatie. Ik geloof, dat in deze zaak veel muziekno- len de hoofdzaak spelen, en als de heer Brok niet tevens directeur was der har monie. zou de school in een ander licht gesteld worden. Een der fabrikanten stuurt zijn eigen zoon naar de school, maar is toch voor opheffing. Tk hoop dat de ouders beter zullen gaan inzien, dat het vakonderwijs een noodzakelijk goed is voor hun kinderen. Weth. van Halder (tot dhr. Verhoe ven): Waarom weten B. en W. dat er iets niet in orde is? VerhoevenAls de Minister zich terug trekt, weten wij het onderhand wel. De Wijs: Niemand kan mij uil 't hoofd praten dat ik niet de waarheid gezegd heb. Tiet gaat er bij ons om om machi nale werkers te krijgen. Ik heb geen per soonlijke veete, maar ik kom hier voor mijn recht uit. Het geld dat voor de school besteed wordt is niet verantwoord. De school is zonder nut zoolang niet naast het handwerk het machinale vak geleerd wordt. Er valt niets te zeggen van den leeraar in het handwerk, die zou zelfs in Waalwijk met open armen ont vangen worden, maar de rest is me geen dubbeltje waard. VoorzitterI w betoog is wel zeer zwak, want U erkent daarmede dat de school na re-organisatie wel goed zou zijn. U heeft er zelf altijd voor geijverd dat de gemeente de school in handen zou krijgen, maar nu het erop aan komt is l er zelf tegen. De Vijs: I heeft zelf ook geen ver stand van het machinale werk. Laat dan een protest uitbren.'en van alle Drunen sche Iabrikanten. Laat een commissie benoemen die de zaak met een accoun- tant onderzoekt. Hef is eenvoudig een onderonsje. Voorzitter: U heeft al de jaren dat U in den Raad zit, niets gedaan om een U bekenden mistoestand uit den weg te rui men. Nu komt U in 14 dagen tot het be sluit dat de school niets waard is. A. v. d. Wiel: Als de school zoo slecht -J Ul^/M Zonder schriftelijke toestemming is eenige overname uit deze rubriek verbod n. is, waarom komen dan zooveel jongens uit Waalwijk ze bezoeken. W. v. d. Wiel; Er is al meer beweert, dat de jongens er niets als luilakken lee ren. Maar toch maken ze elk een paar schoenen per week, terwijl ze op de school in Waalwijk machinaal slechts 5 paar in heel het jaar maken. Ik voel dat het hier gaat tegen personen, maar niet tegen de school zelf. De Voorzitter zegt ten slotte, dat hij de zaak zou kunnen bespreken met den In specteur van het Nijverheids-Onderwijs, en deze rapport uit laten brengen. Dat neemt echter niet weg dat de Raad de noodige reglementen moet vaststellen en een Commissie van Toezicht moet be noemen. De heer de Wijs stelt voor de school op te heffen, welk voorstel door de heeren Verhoeven en v. Drunen gesteund wordt. Het voorstel wordt verworpen met 7-4 stemmen: voor stemden de heeren Ver hoeven, de Wijs, Vrijhoeven en v. Drunen. De reglementen worden vastgesteld conform ontwerp. Daarna, wordt overgegaan tot de be noeming eener Commissie van Toezicht. De heer de Wijs betreurt het dat B. en N\. de aanbeveling hebben opgemaakt, zonder den Raad daarin te hooren. Spr. kan zich daarmede niet vereenigen en zal zich van stemming onthouden. De Voorzitter zegt. dat B. en W. ver plicht zijn een aanbeveling te maken, doch dat de Raad geheel vrij blijft in zijn keuze. B. en W. hebben 3 handwerkers, - fabrikanten en 1 werkmeester op de aanbeveling geplaatst. Bij eerste stemming wordt gekozen de heer A. v. d. Wiel met 7 st. tegen 1 op Vesters, 1 op de Wijs en 2 blanco. Bij tweede stemming wordt gekozen de lieer P. Boom met fi stemmen tegen 2 op .T. Pullens. 1 op de Wijs en 2 blanco. Als derde lid wordt aangewezen de heer T.Tpelaar met 6 stemmen, tegen 2 op esters, 2 op .T. Pullens en 1 op de Wijs. Als vierde lid wordt na 2 herstemmin gen gekozen de heer C. Vesters met 6 stemmen, tegen 3 op J. de Munnik. 1 op J. van Wezel en 1 op de Wijs. Bij de laatste stemming wordt benoemd de heer L. van Drunen met 6 stemmen tegen 4 op A. van Huiten en 1 op de Wijs. De hoer de Wijs had te kennen gegeven met voor benoeming in aanmerking te willen komen. Destructor. 14. Aangaan van een nieuw contract met den X.C.B. voor de destructie van vee en vleesch. Van den N.C.B. is bericht ontvangen, dat hij tengevolge der abnormale om standigheden niet meer in staat is zijn verplichtingen na te komen inzake de destructie van vee en vleesch overeen komstig het bestaande contract van 1931. De N.C.B. heeft thans een nieuw con tract ter onderteekening toegezonden, waarin een bepaling is opgenomen, dat de gemeente 0.02 per inwoner en 0.02 per H.A. per jaar aan hem zal uitbetalen ingeval dit naar het oordeel van de Ver. van Nederhmdsche Gemeenten noodig is, ter verzekering van een normaal rende ment over de jaren, dat de destructor door den N.C.B. in bedrijf is gesteld. B. en W. meenen, dat tegen het stellen van een garantie als de hier bedoelde, geen bezwaren kunnen bestaan en stel len voor tot het aangaan van dit con tract met den N.C.B. te besluiten. De heer W. v. d. Wiel vraagt, of B. en .de zaak wel voldoende onderzocht hebben. De uitgaven gaan steeds in stij gende lijn en spr. vreest, dat er straks weer meer gevraagd zal worden. De Voorzitter zegt, dat de N.C.B. voor moeilijkheden geplaatst is, daar de ex ploitatie van het bedrijf vermoedelijk niet zonder verlies kan geschieden door de mindere opbrengst van beendermeel en huiden. De bijdrage is slechts een garan tie en spr. heeft goede hoop dat het he in ag niet betaald zal behoeven te wor den. Hij wijst erop, dat het billijk is de bijdrage te geven, daar de N.C.B. den destructor wil oprichten ten gerieve der gemeenten. Het voorstel wordt aangenomen. Aanvullende agenda: 1. Ingekomen balans en verliesreke ning en winstrekening van den Keurings dienst voor Waren over 1932. Wordt ter inzage gelegd. Stroomprijs klein-industrie. 16. Schrijven van den heer De Wijs betreffende stroomlevering aan klein-in dustrie. Verzocht wordt om den stroomprijs te verlagen en den spertijd 1 uur later te doen ingaan. Gewezen wordt op het feit dat de gemeente belangrijk nadeel zal lijden als de klein-fabrikanten tot aan schaffing van motoren overgaan. De oorzitter weet, dat het van groot belang is dat de stroom gemakkelijk te verkrijgen is. Echter is de juiste prijs niet gemakkelijk te bepalen daar de ma ximale belasting juist door de industrie hoog wordt opgevoerd. Spr. zegt toe, dat B. en W. de zaak zullen onderzoeken en spoedig een voorstel zullen doen. De heer de Wijs acht een verlaging bil lijk, daar de groote afname der bedrijven thans ten goede komt aan de lichtver- b ruikers. De Voorzitter bestrijdt deze meening door te beweren, dat de industrie juist de maximale belasting en daarmede den stroomprijs, zeer hoog opvoert. De heer de Wijs vreest dat de gemeen te schade zal lijden als de fabrikanten motoren gaan plaatsen die zeer voordee- lig te krijgen zijn. De Voorzitter merkt op, dat het ge- meentebedrijf meer winst zou maken als het alleen voor lichtverbruikers hoefde te leveren. Juist de afname door de klein-industrie maakt den prijs veel hoo ger. Ileel veel zal er dan ook wel niet van den prijs af kunnen, doch spr. wil wel toezeggen, de klein-industrie zooveel mogelijk tegemoet te komen. Wordt aangehouden. Heerlijk Jachtrecht. 17. Procedeercn voor gezamelijke re- keuring betreffende de uitspraak inzake het heerlijk jachtrecht. Pe oorzitter zegt, dat in een gezamen- hjke vergadering van grondeigenaren de kans om den prijs verlaagd te krijgen, is besproken. Besloten is een procedure te voeren. B. en W. zijn van meening dat liet voor de gemeente van belang is daaraan mee te doen en te trachten de afkoopsom verlaagd te krijgen en doen dan ook het voorstel hen daartoe te machtigen. De kosten zullen hoogstens 75 ct. per H.A. bedragen, zoodat het de ge meente, die 300 H.A. grond heeft, hoog stens 225.kost. De heer W. v. d. Wiel vraagt, wat de voordeden voor de gemeente zullen zijn. De oorzitter zegt, dat de afkoopsom thans is bepaald op 12.per H.A. wat de gemeente 3600.— zou kosten, plus 60% rente. Wordt slechts ƒ1.per H.A vermindering gegeven, dan zijn de kosten reeds vergoed en bij elke verdere ver mindering heeft de gemeente voordeel. I it het advies van deskundigen blijkt, dat de kans op vermindering groot is. Weth. van Halder is van meening, dat de gemeente verplicht is mee te doen met de actie en dat het onverantwoordelijk zou zijn niet in beroep te gaan. Spr. wijst erop, dat de afkoopsom in Best en Oir- schot is teruggebracht van 15 per H.A. tot 6.25. De heer v. Drunen geeft in overweging te trachten een flinke verlaging te krij gen. Het voorstel wordt aangenomen. B. en W. stellen voor aan Ged. Staten te berichten, dat de Raad geen bezwaar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1933 | | pagina 5